Brief regering : Reactie op het Signaal en het Jaarverslag van de ACM
26 485 Maatschappelijk verantwoord ondernemen
32 813 Kabinetsaanpak Klimaatbeleid
Nr. 336 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN ECONOMISCHE ZAKEN EN KLIMAAT
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 14 oktober 2020
De ACM stuurde mij 6 mei haar Signaal. Ik stuur het Signaal bij deze aan u door1, inclusief mijn reactie daarop. De ACM kan met het «Signaal» aandacht vragen voor
beleidsvraagstukken die van belang zijn voor haar toezicht. De ACM doet dit jaarlijks.
De ACM vraagt in het Signaal 2020 aandacht voor keurmerken, specifiek rond duurzaamheid.
In voorgaande jaren ging het Signaal in op consumentenbescherming (2019) en digitalisering (2018).
Signaal ACM
De ACM vraagt met haar Signaal 2020 aandacht voor situaties waarin keurmerken minder
dan mogelijk leiden tot transparantie en concurrentie op specifieke producteigenschappen.
De ACM signaleert dat op sommige gebieden, zoals duurzaamheid, (te) veel keurmerken
worden ontwikkeld. Dit naast bedrijfslogo’s die lijken op een keurmerk. In veel gevallen
is voor de consument daarbij niet duidelijk wat de status is van het keurmerk en aan
welke eisen het moet voldoen. Bovendien wordt de (gesuggereerde) belofte van een keurmerk
niet altijd waargemaakt. Gevolg kan zijn dat een consument door de bomen het bos niet
meer ziet, waardoor ook concurrentie op die specifieke producteigenschap niet of beperkt tot stand komt.
De ACM meldt dat zij voornemens is diverse stappen te nemen om de veelheid aan keurmerken
te beperken. Zij beschrijft dat zij consumenten er vaker op zal wijzen dat zij zich
niet zonder meer kunnen laten leiden door logo’s en claims op verpakkingen, ook niet
als deze naar een keurmerk verwijzen. De ACM roept beheerders van keurmerken op deze
meer af te stemmen op de informatiebehoefte van de consument. Daarnaast zal de ACM
in het komende jaar scherper gaan kijken naar duurzaamheidsclaims, en waar nodig handhavend
optreden. Binnen de huidige regelgeving mag en zal de ACM verkopers die misleidende
claims op hun producten plaatsen aanpakken.
De ACM ziet ook een rol voor de wetgever. De ACM stelt als oplossingsrichting voor
eisen voor de oprichting van een keurmerk te introduceren, waarbij een eerste stap
verplichte accreditatie voor keurmerken is. Een andere oplossingsrichting is volgens
de ACM de introductie van een uniform duurzaamheidslabel.
Reactie op het Signaal van de ACM
Keurmerken helpen consumenten bij hun aankoopbeslissing. Zij kunnen (mede) door keurmerken
eigenschappen beoordelen die niet aan een product zelf zijn af te lezen. Ook producenten
die een keurmerk voeren hebben hier baat bij. Zij kunnen hun inspanningen op bijvoorbeeld
duurzaamheid door keurmerken (deels) vermarkten. De private basis van keurmerken stelt
de markt hierbij in staat in te spelen op nieuwe ontwikkelingen in de voorkeur van
gebruikers. Daarnaast kunnen maatschappelijke organisaties door het ontwikkelen van
hun eigen keurmerk – en het overtuigen van ondernemers dit keurmerk te gebruiken –
bijdragen aan het bevorderen van hun doel.
De ACM signaleert terecht dat een overmaat aan keurmerken het keuzeproces van consumenten
kan bemoeilijken. Het is positief dat de ACM daarbij heeft bezien welke maatregelen
zij als toezichthouder kan nemen. Ik waardeer de extra aandacht die de ACM gaat geven
aan het vergroten van het bewustzijn over de betrouwbaarheid van keurmerken door voorlichting,
en de sterkere handhaving op misleidende keurmerken waar de ACM op basis van haar
bestaande instrumenten zal inzetten. Ook steun ik haar oproep aan beheerders van keurmerken
deze meer af te stemmen op de informatiebehoefte van harte. In aanvulling op de inzet
van de ACM, wil ik er daarnaast op wijzen dat er ook privaat veel mogelijk is en gebeurt
om de werking van keurmerken te verbeteren. Websites als die van Milieu Centraal helpen
consumenten om de verschillende duurzaamheidskeurmerken in de markt te kunnen wegen.
De ACM suggereert dat ook de wetgever een rol kan spelen. De ACM stelt voor om nieuwe
(generieke) regels voor keurmerken te introduceren. Zij schrijft dat gedacht kan worden
aan het verplicht laten certificeren en accrediteren van keurmerken. Certificering
is een privaat proces waarmee bedrijven of instellingen kunnen toetsen of een product
voldoet aan vooraf gestelde normen. Met accreditatie kan worden vastgesteld dat de
certificerende instantie competent is om haar taak uit te voeren, en hier onafhankelijk
in is. Ondernemers betalen de kosten voor certificatie, en de certificerende instantie
de kosten van accreditatie. Uiteindelijk kunnen beide kosten worden doorberekend aan
de consument.
Ik vraag mij af of verplichte certificering en accreditatie het keuzeproces van de
consument daadwerkelijk verbetert. Ook na invoering van de maatregel blijft het voor
de consument de vraag in welke mate een product of dienst met het (duurzaamheids-)keurmerk
bijdraagt aan het door de consument gewenste doel. Het gegeven dat een keurmerk gecertificeerd
en geaccrediteerd is, zegt op zichzelf weinig over de mate van doelbereiking. Daarvoor
moet ook de norm waarop gecertificeerd wordt een verbetering zijn ten opzichte van
de situatie zonder norm. Een (fictief) voorbeeld helpt dit te verduidelijken: een
keurmerk dat consumenten een logo toont dat verbetering van dierenwelzijn suggereert,
heeft als enige onderliggende norm dat kippenhokken 1 centimeter breder moeten zijn
dan wettelijk vereist. Eieren die met het keurmerk op de markt komen zijn gecertificeerd:
ze voldoen aan de norm. De certificerende instantie is geaccrediteerd. Desondanks
draagt het kopen van deze eieren nauwelijks bij aan dierenwelzijn, omdat de onderliggende
norm alleen een marginale verbetering van dierenwelzijn realiseert. Ook leidt verplichte
certificatie en accreditatie niet noodzakelijkerwijs tot een vermindering van de veelheid
aan beeldmerken die consumenten te zien krijgen. Keurmerken die niet waarmaken wat
ze beloven zullen door de maatregel naar verwachting vaker van de markt verdwijnen.
Datzelfde geldt voor keurmerken waarvan de ondernemer de kosten van accreditatie en
certificatie te hoog vindt. Aan de andere kant kunnen ondernemers mogelijk vaker door
middel van aanpassing van het verpakkingsmateriaal (logo’s, merknamen) duurzaamheid
gaan suggereren, in plaats van te kiezen voor het duurdere keurmerk. Verplichte accreditatie/certificatie
kan tot slot de komst van nieuwe keurmerken die zouden kunnen aansluiten bij de voorkeuren
van de consument in de weg staan, omdat ondernemers afzien van de introductie daarvan
door de kosten van certificatie en accreditatie.
Effectiever is beleid waarmee de keuzeomstandigheden van consumenten naar gelang de
omstandigheden op specifieke markten worden verbeterd. Een combinatie van een hogere
norm met verplichte accreditatie en certificatie is daarbij één van de opties. Een
andere mogelijkheid is de ook door de ACM benoemde mogelijkheid verplichte (duurzaamheids-)labels
te introduceren. Dit ter vervanging van of naast private keurmerken. Het kabinet zet
hierop thans al volop in. Onder verantwoordelijkheid van de Minister van Economische
Zaken en Klimaat en de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties bestaan
bijvoorbeeld (Europees) verplichte energielabels voor witgoed (vaatwasmachines, drogers)
en huizen. Ook in bredere zin heeft het kabinet uw Kamer laten weten Europabrede aandacht
voor initiatieven gericht op labeling te verwelkomen, zoals het actieplan circulaire
economie2 in het kader van de Green Deal. Consumenten kunnen door labels sneller zien wat de
effecten zijn van hun aankoop op een specifieke eigenschap van een product. En producenten
worden er toe aangezet hun producten te verbeteren.
Andere op specifieke markten gerichte maatregelen zijn het versterken van de effectiviteit
van bestaande keurmerken, het helpen introduceren van een kwalitatief hoogwaardig
keurmerk3, en het op basis van bestaande wetgeving sterker aanpakken van onjuiste keuren of
het geven van voorlichting4. Hierbij werkt het kabinet vaak nauw samen met de ACM. Zo verkent de ACM thans hoe
zij nader invulling wil geven aan het toezicht op consumentbescherming bij misleidende
duurzaamheidsclaims in de context van de energietransitie, waaronder over CO2-compensatie. Het kabinet gaat over de uitkomsten van deze verkenning met de ACM in
gesprek5.
De Staatssecretaris van Economische Zaken en Klimaat,
M.C.G. Keijzer
Indieners
-
Indiener
M.C.G. Keijzer, staatssecretaris van Economische Zaken en Klimaat