Brief regering : Rapport initiatieven voor digitale democratie op nationaal niveau
35 570 VII Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (VII) voor het jaar 2021
26 643
Informatie- en communicatietechnologie (ICT)
Nr. 9
BRIEF VAN DE MINISTER VAN BINNENLANDSE ZAKEN EN KONINKRIJKSRELATIES
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 13 oktober 2020
Met deze brief stuur ik u het rapport «Initiatieven voor digitale democratie op nationaal niveau: Een internationale vergelijking» van het Rathenau Instituut toe1. Dit rapport is tot stand gekomen naar aanleiding van de motie van het lid Van Kooten-Arissen
over online democratie. Deze motie verzoekt de regering te onderzoeken of en hoe de
succesvolle methoden van Estland op het gebied van online democratie in Nederland
overgenomen kunnen worden, en de Kamer daarover te informeren.2 In mijn brief van 5 maart 2020 liet ik u weten dat ik het Rathenau Instituut opdracht
heb gegeven om onderzoek uit te laten voeren naar online democratie-initiatieven in
Estland, zoals de motie verzoekt, en initiatieven rond digitale burgerbetrokkenheid
in andere landen.3 In deze brief wil ik u mijn appreciatie op het rapport doen toekomen.
Leren van digitale burgerbetrokkenheid in het buitenland
In de eerste plaats wil ik mijn waardering uitspreken aan de onderzoekers van het
Rathenau Instituut voor hun onderzoeksrapport. Het geeft een helder overzicht van
de verschillende internationale initiatieven op het gebied van digitale democratie
en doet concrete aanbevelingen voor initiatieven in de Nederlandse context. Het rapport
laat overtuigend zien dat digitale burgerbetrokkenheid kansen biedt. Ik zie in het
rapport waardevolle suggesties voor de verdere versterking van de digitale democratie
in Nederland. Ook constateer ik dat de suggesties aansluiten bij het beleid dat ik
de afgelopen jaren heb ingezet.
In het rapport is onderzocht welke landen ervaring hebben met succesvolle digitale
burgerbetrokkenheid op nationaal niveau en welke instrumenten hiervoor worden gebruikt.
Er is gekeken naar initiatieven in Estland, Finland, Frankrijk, Duitsland, Griekenland,
Taiwan en Schotland. De onderzoekers analyseren aan welke voorwaarden instrumenten
voor digitale burgerbetrokkenheid moeten voldoen en welke (beleids)maatregelen de
rijksoverheid en/of het parlement kunnen nemen om er optimaal gebruik van te maken.
Het rapport richt zich nadrukkelijk op veelbelovende digitale instrumenten die de
huidige representatieve democratie kunnen versterken en aanvullen. Ik vind dat een
belangrijk uitgangspunt bij het vraagstuk van digitale democratie.
De onderzoekers doen drie aanbevelingen, die ik hieronder nader zal toelichten. Tevens
zal ik daar aangeven hoe de aanbevelingen aansluiting hebben of krijgen bij het beleid:
1. Investeer in de basis: toegankelijke informatie
2. Innoveer met digitale burgerbetrokkenheid: experimenteer en leer
3. De inzet van digitale instrumenten is maatwerk
Er wordt op dit moment in veel landen geëxperimenteerd met digitale middelen om burgers
te betrekken bij democratische processen tussen de verkiezingen in. Omdat er een grote
diversiteit aan digitale instrumenten is, wordt in het rapport onderscheid gemaakt
tussen drie gradaties van betrokkenheid. Ten eerste is er e-informatie, waarmee burgers
toegang krijgen tot publieke informatie via digitale wegen. Ten tweede is er e-consultatie,
waarbij burgers via gesprekken en overleg worden betrokken bij de totstandkoming van
overheidsbeleid en hen de kans geboden wordt inbreng te leveren. Ten derde kunnen
inwoners bij e-besluitvorming via digitale instrumenten een bepaalde mate van directe
zeggenschap krijgen bij besluitvorming.
Drie aanbevelingen voor versterking van de digitale democratie
Aanbeveling 1: investeer in de basis: toegankelijke informatie
Voor het optimaal functioneren van de representatieve democratie is transparantie
en het actief delen van overheidsinformatie en politieke afwegingen cruciaal, zo stellen
de onderzoekers. Het rapport beveelt aan om de e-informatiehuishouding van de overheid
te verbeteren. Deze aanbeveling is geïnspireerd op Estse informatiesystemen waarmee
inwoners specifieke dossiers kunnen volgen en meldingen ontvangen als er nieuwe ontwikkelingen
zijn. Hierdoor kunnen geïnteresseerde burgers betrokken blijven en kunnen parlementariërs
en bestuurders beter hun verantwoordelijkheden invullen.
De onderzoekers van het Rathenau Instituut stellen verder dat transparantie kan worden
bevorderd met behulp van zogenaamde «accountability-platforms»: online plekken waar
het stemgedrag en lobbyactiviteiten van individuele volksvertegenwoordigers online
inzichtelijk zijn. De onderzoekers suggereren dat de Tweede Kamer of het kabinet verschillende
particuliere initiatieven voor toegankelijke informatie meer kan ondersteunen, bijvoorbeeld
door te investeren in standaarden voor eigen data en informatieontsluiting.
Daarnaast stellen de onderzoekers dat bij toegankelijke informatie de mogelijkheid
voor meer directe communicatie tussen burgers en volksvertegenwoordigers hoort. Parlement,
regering, burgers, stakeholders en media kunnen elkaar dan laagdrempelig maar openbaar
benaderen en corrigeren.
Aanbeveling 2: innoveer met digitale burgerbetrokkenheid: experimenteer en leer
De onderzoekers signaleren dat er een spanning is tussen enerzijds recht doen aan
de inbreng van burgers via digitale participatie-instrumenten en anderzijds de autonomie
van het parlement. Burgers zullen alleen het gevoel hebben dat er dankzij digitale
participatiemiddelen meer naar ze geluisterd wordt als er echt duidelijkheid is over
wat er met hun inbreng zal worden gedaan. Tegelijkertijd moeten volksvertegenwoordigers
zonder last hun taken kunnen uitvoeren.
Hiervoor doen de onderzoekers de volgende suggesties: maak elke vorm van digitale
burgerbetrokkenheid laagdrempelig en toegankelijk; wees helder over het proces en
doel van burgerbetrokkenheid; en blijf leren en verbeteren op basis van experimenten.
Doordat veel vormen van digitale burgerbetrokkenheid nog niet heel lang bestaan en
gebruikt worden, is er nog weinig bekend over de langetermijneffecten en de invloed
op vertrouwen tussen burgers en overheid. Het vergt zorgvuldig ontwerp, herhaling
en reflectie om vast te kunnen stellen op welke manier, wanneer en waarom een digitaal
participatietraject bijdraagt aan democratische legitimiteit. De onderzoekers van
het Rathenau Instituut bevelen daarom aan om hiernaar onderzoek te blijven doen en
de instrumenten flexibel te ontwerpen zodat deze aangepast kunnen worden op basis
van geleerde lessen en opgedane inzichten.
Aanbeveling 3: inzet van digitale instrumenten is maatwerk
Het rapport waarschuwt dat het gebruik van digitale middelen geen wondermiddel of
quick fix is. De uitdaging is telkens om tot een afweging en politiek gedragen beslissing te
komen over welke technologieën op welke moment op een bepaalde manier het meest geschikt
zijn om een bijdrage te leveren aan de geïnstitutionaliseerde praktijk van de representatieve
democratie. Het is van belang om naast online burgerbetrokkenheid ook offline de burger
te blijven betrekken, en bij voorkeur ook een mix te organiseren tussen beide vormen.
Voor verschillende vormen van burgerbetrokkenheid zijn andere instrumenten: er is
niet één instrument dat zicht leent voor alle vormen van burgerbetrokkenheid.
Acties gericht op versterking van de digitale democratie
De bovenstaande aanbevelingen van het Rathenau Instituut bieden waardevolle inzichten
voor het succesvol digitaal betrekken van inwoners bij wat de overheid en het parlement
doen. Ik constateer ook dat er al een stevige inzet is op dit gebied.
In het kader van e-informatie ontsluit de overheid al veel informatie op overheid.nl.
Anders dan in het rapport wordt verondersteld zijn de verschillende onderdelen van
overheid.nl gebaseerd op geïntegreerde achterliggende interdepartementale informatiesystemen.
De informatie op deze website is beschikbaar voor gebruik in particuliere apps, die
bijvoorbeeld ontworpen worden door geïnteresseerde burgers of de markt. Daarnaast
biedt de website tweedekamer.nl een overzicht van het stemgedrag van Tweede Kamerleden
en is per Kamerlid op te zoeken welke schriftelijke vragen er zijn gesteld of welke
moties dit lid heeft ingediend.
Met Staatssecretaris Knops blijf ik werken aan een verdere verbetering van het bestaande
platform overheid.nl. In het kader van de verbetering van de informatiehuishouding
van de overheid wordt een Platform Openbare Overheidsinformatie (PLOOI) gemaakt. De
informatiesystemen van afzonderlijke overheidsorganisaties worden daarmee op elkaar
aangesloten, waardoor het aantal gepubliceerde documenten kan worden uitgebreid. Dit
platform zorgt ervoor dat documenten eenvoudig vindbaar zijn, onderling worden verbonden,
van standaard metadata worden voorzien, als open data beschikbaar worden gesteld en
duurzaam worden beheerd. Overheid.nl publiceert informatie van alle overheden, zoals
regelgeving en bekendmakingen. Het platform kan dan ook door alle overheden worden
ingezet en bijvoorbeeld ook voorzien in de publicatie van Open Raadsinformatie.
De aanbevelingen voor een accountability-platform en meer mogelijkheden voor directe
communicatie zie ik vooral als relevant voor uw Kamer en indien u dat wenst ga ik
graag met u in gesprek over uw visie hierop.
De aanbeveling dat de rijksoverheid platforms voor burgerinitiatieven moet creëren
of ondersteunen sluit aan bij waar ik op inzet. Zo is de website petities.nl meermaals
financieel ondersteund. Vanuit het BZK Innovatiebudget wordt financiële ondersteuning
geboden aan allerlei digitale initiatieven, waaronder instrumenten voor digitale burgerbetrokkenheid.
De gemeenten Amsterdam en Groningen ontvangen bijvoorbeeld financiële steun voor gebruik
van pol.is, een digitaal instrument dat met behulp van kunstmatige intelligentie online
discussies visueel overzichtelijk maakt om polarisatie in internetdiscussies te voorkomen
en aan te tonen waar de overlap zit tussen verschillende standpunten. Daarnaast biedt
het instrument internetconsultatie al tien jaar de mogelijkheid aan burgers om aanvullingen
te doen op wetgeving. Dit instrument wordt voorzien van een nieuwe impuls om haar
bereik en toegankelijkheid te vergroten en na tien jaar te actualiseren.
Tot slot constateer ik dat met het samenwerkingsprogramma Democratie in Actie (BZK,
VNG en de verschillende beroeps- en belangenverengingen in het openbaar bestuur) in
de afgelopen jaren digitale participatie en besluitvorming is gestimuleerd, onder
andere via proeftuinen. De aanbevelingen van de onderzoekers sluiten aan op inzichten
over digitale participatie die daar zijn opgedaan: een goed procesontwerp is belangrijk,
evenals duidelijkheid over resultaten en wat daarmee gedaan wordt, een politiek commitment
om iets te doen met de uitkomsten en waar mogelijk inzetten op een combinatie van
online en offline sessies. Ook wordt hier actief gemonitord om te leren over wat goed
werkt en waar nog ruimte zit voor verbetering. De ervaringen en kennis rondom digitale
participatie zijn te vinden op de website lokale-democratie.nl.
Afsluitend
In het rapport wordt benadrukt dat het betrekken van burgers via digitale middelen
de representatieve democratie kan versterken. Ik ondersteun deze visie. Of het nu
gaat om het vergroten van de democratische legitimiteit, meer draagvlak voor beleid,
meer betrokkenheid bij beleid, een grotere sociale cohesie of het meenemen van nieuwe
inzichten en andere standpunten: digitale middelen bieden kansen. En die kansen moeten
we benutten. Veel van de aanbevelingen uit het rapport vereisen gezamenlijk inzet
van het kabinet, van politieke partijen, uw Kamer en volksvertegenwoordigers om de
verbinding tussen burgers en de overheid te versterken met digitale instrumenten.
Ik blijf hierover daarom graag in gesprek met u en kijk uit naar uw visie op initiatieven
die in het licht van de aanbevelingen uit dit rapport zouden kunnen worden ontwikkeld.
De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,
K.H. Ollongren
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
K.H. Ollongren, minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties