Brief regering : Verzamelbrief SARS-CoV-2 bij nertsen
28 286 Dierenwelzijn
25 295 Infectieziektenbestrijding
Nr. 1128 BRIEF VAN DE MINISTER VAN LANDBOUW, NATUUR EN VOEDSELKWALITEIT
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 13 oktober 2020
Met deze brief informeer ik uw Kamer mede namens de Minister van Volksgezondheid,
Welzijn en Sport over:
– de laatste ontwikkelingen rond SARS-CoV-2 besmettingen bij nertsen en huisdieren;
– een aantal aanpassingen in de Regeling maatregelen SARS-CoV-2 bij nertsen;
– aanvullend onderzoek dat is ingezet;
– ondersteuning van nertsenhouders bij psychosociale problemen;
– nadeelcompensatie aan nertsenhouders die al zijn gestopt en
– risico’s voor de volksgezondheid.
Besmettingen bij nertsenbedrijven en huisdieren
Tot en met 12 oktober jl. zijn er op 64 nertsenbedrijven besmettingen met SARS-CoV-2
aangetoond. Daarvan liggen er 43 in Noord Brabant, negentien in de provincie Limburg
en twee in Gelderland. 27 Besmettingen zijn via een melding van verschijnselen binnengekomen
en 37 via het early warningsysteem (EW), waarvoor de houders elke week kadavers in
sturen voor verder onderzoek.
De Nederlandse Voedsel en Waren Autoriteit (NVWA) en Gemeentelijke Gezondheidsdiensten
(GGD) doen op elk bedrijf onderzoek naar de mogelijke besmettingsroutes. Naast dit
traceringsonderzoek voert de Faculteit Diergeneeskunde op alle besmette bedrijven
uitgebreider onderzoek uit om introductieroutes te achterhalen. Tot dusver heeft het
traceringsonderzoek geen concrete aanwijzing opgeleverd op welke wijze het virus op
de bedrijven is binnengekomen. De manier waarop het virus zich verspreid heeft blijft
vooralsnog onbekend. Het onderzoek naar verspreidingsroutes wordt de komende weken
voortgezet.
Ook in Denemarken zijn nieuwe besmettingen van nertsen met SARS-CoV-2 vastgesteld.
De Deense overheid heeft gemeld dat het aantal recent is opgelopen van vier tot meer
dan 70 besmette bedrijven. De eerste drie besmette bedrijven zijn geruimd. Daarna
is dat niet meer gebeurd. Echter, recent is besloten om toch alle besmette bedrijven
te ruimen. Daarnaast heeft de Deense overheid aangegeven nertsenbedrijven in een straal
van 8 kilometer rond de besmette bedrijven te zullen gaan ruimen. Ook legt de Deense
overheid maatregelen op, is er een surveillanceprogramma opgesteld en loopt er onderzoek
naar de geïsoleerde virussen en naar eventuele mutaties daarin.
Bij één van de laatste besmette nertsenbedrijven in Nederland testte ook een neuskeelswab
van de hond op dat bedrijf positief in de PCR. Deze hond was echter slecht benaderbaar
en het nemen van de neuskeelswab was daarom lastig. Het is niet geheel uit te sluiten
dat de positieve uitslag niet het gevolg was van een besmetting bij de hond maar van
een contaminatie van het monster op het bedrijf. De hond wordt over een aantal weken
nogmaals getest. Ook worden momenteel bij onderzoek van de Universiteit Utrecht katten
en honden uit huishoudens met COVID-positieve gezinsleden getest. Daarbij zijn één
kat en één hond PCR-positief getest en zijn bij een hond en twee katten antistoffen
tegen SARS-CoV-2 aangetroffen die dus eerder een infectie hebben doorgemaakt (seropositief).
In een asiel is eveneens een kat getest op de aanwezigheid van antistoffen tegen het
virus. Er is op dit moment geen reden het bestaande advies over COVID-19 en de omgang
met huisdieren te wijzigen. Het is belangrijk dat eigenaren van huisdieren dit advies
opvolgen: patiënten met (klachten passend bij) COVID-19 vermijden uit voorzorg contact
met hun dieren en zieke dieren van patiënten met (klachten passend bij) COVID-19 blijven
zo veel mogelijk binnen.
Aanpassingen Regeling maatregelen SARS-CoV-2 bij nertsen
Na de eerste besmetting van nertsen met SARS-CoV-2 heb ik verschillende maatregelen
opgelegd, waaronder een verbod op afvoer van mest van nertsen. Onder bepaalde voorwaarden
zoals vermeld in de regeling mag mest van niet-besmette en besmette bedrijven worden
afgevoerd. Eén van de voorwaarden is een verhittingsstap van 70°C in een biovergasser.
In de praktijk bleek dit slecht haalbaar omdat te weinig vergisters dit kunnen, waardoor
mest in een aantal gevallen niet afgevoerd kan worden. Wageningen Bioveterinary Research
(WBVR) heeft aangegeven dat het volgende alternatief ook verantwoord is: afvoer naar
een vergister, waar de mest wordt verwerkt bij een temperatuur van minimaal 50°C en
waar mest gemiddelde vijf dagen in de vergister blijft. De regeling zal hierop worden
aangepast voor de niet besmette bedrijven.
In het laatste OMT-Z advies is geadviseerd de screening van nertsenbedrijven te versterken.
Als invulling daarvan heb ik daarop het maximum van vijf kadavers dat wekelijks door
nertsenhouders voor het early warning programma moet worden ingezonden losgelaten.
Op grote bedrijven kan de sterfte de komende maanden wekelijks oplopen tot soms meer
dan 100. Het onderzoeken van dergelijke grote aantallen kadavers door de Gezondheidsdienst
voor Dieren (GD) is een belasting. Deskundigen van de GD en Faculteit Diergeneeskunde
(FD) hebben aangegeven dat met maximum van 50 nertsenkadavers per bedrijf de early
warning voldoende gevoelig is. Ik zal daarom dit maximum van 50 opnemen in de wettelijke
regeling.
Aanvullend onderzoek
Ondanks de genomen maatregelen hebben we de afgelopen maanden wekelijks nieuwe SARS-CoV-2
uitbraken op nertsenbedrijven gevonden. Het OMT-Z heeft tijdens zijn laatste bijeenkomst
geconcludeerd dat de mens waarschijnlijk de belangrijkste verspreidingsbron is tussen
de bedrijven. Maar ook het OMT-Z had onvoldoende aanknopingspunten om de insleeproutes
te kunnen bepalen. Een mogelijke verklaring voor de voortdurende vondsten van besmette
bedrijven is dat deze toch langer besmet zijn dan aanvankelijk werd aangenomen. Dat
zou kunnen betekenen dat (een deel van) de besmettingen, die we recent hebben gevonden
stammen uit juni of juli. Ik heb daarom onderzoek ingezet dat hier mogelijk meer duidelijkheid
over kan geven: een serologische screening van 26 bedrijven in het risicogebied en
een uitgebreider serologisch – en PCR-onderzoek van besmette en te ruimen bedrijven.
Ondersteuning van nertsenhouders bij psychosociale problemen
De corona epidemie bij nertsen, de vele ruimingen en het besluit om vervroegd te stoppen
met de nertsenhouderij zijn zeer ingrijpend voor nertsenhouders en hun families. Zij
ervaren veel druk en onzekerheid in deze periode. Nertsenhouders en hun familie leven
al langer erg geïsoleerd door de strenge preventiemaatregelen, de angst dat hun bedrijf
besmet wordt en de algemene COVID-19 regels. De Nederlandse Federatie van Edelpelsdierenhouders
(NFE), Land- en Tuinbouw Organisatie Nederland (LTO) en dierenartsen hebben aangegeven
dat dit in sommige gevallen leidt tot psychosociale problemen bij nertsenhouders.
Ik vind het van belang dat deze nertsenhouders goed ondersteund worden in deze periode,
en ben momenteel in gesprek met de NFE en LTO hoe dit het beste kan worden vormgegeven.
NFE en LTO nemen hierin het voortouw en mijn ministerie ondersteunt waar nodig.
Nadeelcompensatie aan nertsenhouders die al zijn gestopt
Tijdens het plenaire debat op 17 september 2020 is de vraag gesteld in hoeverre nertsenhouders
die op dit moment al definitief zijn gestopt in aanmerking kunnen komen voor nadeelcompensatie
in het kader van de aangekondigde vervroegde beëindiging van de pelsdierhouderij.
Bij nadeelcompensatie vindt uitsluitend compensatie plaats van nadeel dat een causaal
verband heeft met een (rechtmatige) overheidshandeling. Er moet dus sprake zijn van
nadeel én dat nadeel moet in dit geval het directe gevolg zijn van de wettelijk verplichte
vervroegde beëindiging. De wet waarmee de pelsdierhouderij vervroegd zal worden beëindigd
heeft geen effect op nertsenhouders die al definitief zijn gestopt. Zij zullen dus
geen nadeel ondervinden van de wet en zullen niet voor enige compensatie in aanmerking
komen.
Risico’s voor volksgezondheid
Kamerlid Ouwehand vroeg tijdens de Algemene Politieke Beschouwingen een naar extra
risico’s die zouden zijn gebleken voor de volksgezondheid. Ze doelde daarbij op de
berichtgeving uit de pers dat er meer nerts-mens besmettingen zijn geweest dan eerder
gemeld. Echter in het OMT-Z advies was deze bevinding al gemeld en meegenomen in de
advisering. Het OMT-Z advies van 24 augustus jl. meldt: «Van de 88 geteste humane contacten op besmette nertsenbedrijven waren 43 positief
(49%), waarbij aangemerkt moet worden dat niet iedereen getest is en dat het niet
duidelijk is of al deze personen via nertsen of mensen besmet zijn. Daarmee ligt het
risico om op een besmet nertsenbedrijf geïnfecteerd te raken hoger dan in de gezinssituatie,
waar binnen het huishouden de kans op een geval onder contacten van een bevestigde
index circa 15–20% bedraagt.»
De besluitvorming en het ingezette beleid van het kabinet met betrekking tot de versnelde
beëindiging van de pelsdierhouderij zoals gemeld in de brief aan uw Kamer van vrijdag
28 augustus jl. is mede gebaseerd op dit OMT-Z-advies, waarin deze risico’s op besmettingen
van medewerkers op de nertsenbedrijven dus zijn meegewogen.
De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit,
C.J. Schouten
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
C.J. Schouten, minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit