Brief regering : Verslag Eurogroep en Ecofinraad 5 en 6 oktober 2020
21 501-07 Raad voor Economische en Financiële Zaken
Nr. 1721 BRIEF VAN DE MINISTER VAN FINANCIËN
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 12 oktober 2020
Hierbij zend ik u het verslag van de videoconferenties van de Eurogroep en Ecofinraad
van 5 en 6 oktober jl.
Daarnaast treft u bijgevoegd het kwartaaloverzicht van lopende EU-wetgevingsonderhandelingen
op het terrein van het Ministerie van Financiën1, conform de afspraken omtrent EU-informatievoorziening.
De Minister van Financiën,
W.B. Hoekstra
Verslag Eurogroep en Ecofinraad 5 en 6 oktober 2020
Eurogroep 5 oktober
Werkprogramma Eurogroep tot aan juni 2021
De Eurogroep heeft het werkprogramma voor de Eurogroep tot aan juni 2021 goedgekeurd.2 Op het werkprogramma staan de onderwerpen die waarschijnlijk besproken zullen worden
per vergadering. Terugkerende onderwerpen zijn de terugkoppeling van post-programma-surveillancemissies (voor Ierland, Portugal, Cyprus, Spanje en Griekenland), discussies rond het
Europees Semester en discussie over de toekomst van de Economische en Monetaire Unie.
Nederland verwelkomt het werkprogramma en is tevreden met de expliciete referentie
naar transparantie. Zoals aangegeven in het verslag van de Eurogroep en Ecofinraad
van 17 en 18 februari jl.3 vindt het kabinet versterking van transparantie van Europese besluitvorming van belang
en zet Nederland erop in om het onderwerp transparantie in het werkprogramma van de
Eurogroep te krijgen, mede indachtig de motie van het Kamerlid Omtzigt ten aanzien
van transparantie.4 Hiermee kan de werking van de in september 2019 door de Eurogroep aangekondigde transparantiemaatregelen
worden bevorderd. Het kabinet is dan ook tevreden dat mede door de inzet van Nederland
transparantie expliciet is opgenomen als item in het werkprogramma van de Eurogroep,
onder de noemer «Review of the Eurogroup transparency initiative». Tijdens de vergadering van de Eurogroep heeft Nederland nogmaals het belang van
transparantie benadrukt en aangegeven de discussie over transparantie te verwelkomen.
Daarnaast heeft Nederland aangegeven tevreden te zijn over de agendering van «the Euro as a digital currency». Nederland vindt dit een belangrijk onderwerp om over van gedachten te wisselen
omdat een digitale euro in de toekomst een belangrijke rol kan gaan spelen in het
toegankelijk houden van publiek geld, innovatie in de financiële sector kan stimuleren
en tegenwicht kan bieden aan buitenlandse en/of private initiatieven voor digitale
valuta.
Ook heeft Nederland tijdens dit agendapunt het belang van het afronden van de afspraken
over aanpassingen in het ESM-verdrag benadrukt.
Strategische discussie – prioriteiten ten aanzien van hervormingen en investeringen
in de eurozone
In de Eurogroep heeft een gedachtewisseling plaatsgevonden over de prioriteiten ten
aanzien van hervormingen en investeringen in de eurozone met het oog op herstel. Veel
lidstaten gaven aan een meerwaarde te zien in de coördinatie van nationale maatregelen
ten behoeve van herstel via de Eurogroep. Daarnaast wezen veel lidstaten op de noodzaak
om ook in 2021 met verruimend begrotingsbeleid een bijdrage te leveren aan het economisch
herstel. Ook onderschreven veel lidstaten het feit dat in de aankomende hervormings-
en investeringsplannen in het kader van de Recovery and Resilience Facility (RRF) prioriteit zal worden gegeven aan de groene en digitale transitie. Lidstaten
onderkenden de noodzaak van het vergroten van hun groeivermogen.
Volgens het kabinet zijn voornamelijk structurele hervormingen in lidstaten noodzakelijk,
om het economische groeivermogen en de veerkracht van lidstaten te versterken en de
houdbaarheid van de overheidsfinanciën te waarborgen. Het doorvoeren van hervormingen
was voor het kabinet een belangrijke voorwaarde om in te kunnen stemmen met het oprichten
van de RRF. Hiernaast zijn investeringen om de digitale en groene transitie te bewerkstelligen
van belang. Dit geldt voor alle lidstaten in de Unie. De RRF moet eraan bijdragen
dat lidstaten in de toekomst op eigen benen kunnen staan.
Benoeming nieuw directielid ECB
De Eurogroep steunde de kandidatuur van Frank Elderson voor de opvolging van Yves
Mersch in de directie van de Europese Centrale Bank (ECB). Naar inzicht van het kabinet
is de heer Elderson zeer geschikt voor de vrijgekomen functie binnen de directie van
de ECB en beschikt hij over de juiste kennis en ervaring. Zo zit hij sinds 2011 in
de directie van DNB, waarin hij verantwoordelijk is (geweest) voor verschillende onderdelen
van de centrale bank waaronder toezicht en juridische zaken. Tevens is hij sinds 2018
voorzitter van het Network of Central Banks and Supervisors for Greening the Financial System (NGFS) en sinds 2016 voorzitter van het Platform voor Duurzame Financiering.
De dag na de Eurogroep heeft de Ecofinraad de kandidatuur van Frank Elderson ook gesteund.
Voorts is via een schriftelijke procedure een aanbeveling aangenomen waarin de Raad
hem als kandidaat voordraagt aan de Europese Raad, die daarover het Europees parlement
en de ECB zal consulteren.
Griekenland: Zevende enhanced surveillance-rapport
De Eurogroep heeft een terugkoppeling gekregen van de zevende missie in het kader
van enhanced surveillance (verscherpt toezicht) naar Griekenland. De missie, waaraan naast de Europese Commissie
ook de ECB, het ESM5 en het IMF6 deelnamen, heeft op afstand plaatsgevonden op 13 en 14 juni jl. Het rapport van de
Europese Commissie is op 23 september jl. gepubliceerd en geschreven op basis van
regulier contact met de Griekse autoriteiten en de missie. Tijdens deze Eurogroep
lag geen besluitvorming voor over de mogelijke implementatie van schuldmaatregelen,
dit zal met het volgende rapport in november besproken worden.
In het rapport geeft de Europese Commissie aan dat Griekenland in staat is geweest
om de uitbraak van COVID-19 te beheersen en veel maatregelen heeft genomen om huishoudens
en bedrijven te ondersteunen. Door de Griekse autoriteiten zijn in de afgelopen maanden
belastingen tijdelijk verlaagd, wat in totaal 3,1 mld. euro heeft gekost (1,9% bbp).
Daarnaast hebben de maatregelen voor de bescherming van banen en inkomen 4,1 mld.
euro (2,4% bbp) gekost en initiatieven om de liquiditeitsproblemen van bedrijven aan
te pakken hebben een omvang van in totaal 5,9 mld. euro (3,5% bbp). Deze crisismaatregelen
zijn tijdelijk van aard en hebben volgens de Europese Commissie bijgedragen aan het
mitigeren van de sociaaleconomische impact van de COVID-19 uitbraak.
Mede hierdoor zijn de overheidsfinanciën verslechterd. In 2020 wordt een primair begrotingstekort
verwacht van 5,8% bbp. Aangezien hier nog niet alle huidige ontwikkelingen in zijn
meegenomen, zoals onder andere een uitspraak van het Griekse Hooggerechtshof over
onterecht gekorte pensioenen in 2015 en 2016, zal een volledige actualisatie t.a.v.
het primair surplus plaatsvinden tijdens de beoordeling van de Griekse ontwerpbegroting
voor 2021.
Ondanks de negatieve impact van COVID-19 concludeert de Europese Commissie dat Griekenland
significante vooruitgang heeft gemaakt met een aantal hervormingen, waaronder de afronding
van het voorstel om de insolvabiliteitwetgeving aan te passen. Hiernaast hebben de
Griekse autoriteiten onder andere voortgang gemaakt ten aanzien van hervormingen op
het gebied van investeringslicenties, energiebeleid en publiek bestuur.
Daarbij stelt de Commissie wel dat veel beleidsterreinen nadeel ondervonden van de
COVID-19-crisis, waardoor prioriteiten opnieuw moesten worden vastgesteld en hervormingen
moeilijker te implementeren waren. Hervormingen op het gebied van privatiseringen,
betalingsachterstanden van de overheid (aan bijvoorbeeld huishoudens, bedrijven en
lokale overheden), de administratie van publieke opbrengsten en het kadaster zijn
hier voorbeelden van. Zo was de omvang van betalingsachterstanden van de Griekse overheid
in juni 2020 667 miljoen euro hoger dan de gestelde doeleinden zoals vastgesteld in
2019 en hebben privatiseringen vertraging opgelopen. Dit behoeft blijvende aandacht
van Griekenland. Ook zijn veel aanvullende hervormingen die Griekenland zelf heeft
ondernomen in mei jl., die onder andere zien op beleidsterreinen zoals publieke investeringen,
het functioneren van de overheid en het juridisch systeem en het onderwijs toezien,
vooruitgeschoven.
Het rapport geeft aan dat Griekenland ondanks de huidige uitzonderlijke omstandigheden,
toch op enkele terreinen relevante voortgang heeft geboekt. De Europese Commissie
stelt verder dat vertraging van hervormingen op enkele beleidsterreinen onvermijdelijk
was. Nederland erkent de uitdagingen voor Griekenland veroorzaakt door COVID-19, maar
onderstreept dat het doorvoeren van hervormingen essentieel blijft voor de potentiële
economische groei en weerbaarheid van Griekenland. De Griekse autoriteiten dienen
aandacht te blijven behouden voor de voortdurende implementatie van hervormingen.
Wisselkoersontwikkelingen
De Europese Commissie heeft in de Eurogroep een presentatie gegeven over de recente
ontwikkelingen van de wisselkoers van de euro. De handelsgewogen wisselkoers van de
euro steeg met ongeveer 7,5% tussen februari en augustus. De euro apprecieerde in
het afgelopen halfjaar ten opzichte van verschillende valuta waaronder de Amerikaanse
dollar, Japanse yen, de Britse pond en valuta’s van opkomende markten. De appreciatie
van de euro tussen medio-februari en maart werd grotendeels gedreven door een sterke
depreciatie van de valuta’s van opkomende markten. Tussen juni en augustus steeg de
wisselkoers van de euro voornamelijk door het toegenomen marktvertrouwen in het herstel
van de eurozone en door een brede verzwakking van de Amerikaanse dollar. Deze bespreking
in de Eurogroep diende ter voorbereiding van internationale bijeenkomsten zoals de
jaarvergadering van het Internationaal Monetair Fonds, waar tevens over de wisselkoersontwikkeling
van de euro en andere valuta kan worden gesproken.
Overig
De nieuwe Minister van Financiën van België, Vincent van Peteghem, heeft de beleidsprioriteiten
van de nieuwe regering in België gepresenteerd. Dit gebeurt standaard in de Eurogroep
bij het aantreden van nieuwe regeringen.
Ecofinraad 6 oktober
Recovery and Resilience Facility (RRF)
De Ecofinraad heeft het laatste compromisvoorstel van de voorzitter van de Raad voor
de RRF-verordening besproken, met het streven om overeenstemming te bereiken over
een Raadspositie. Het voorstel was ongewijzigd ten opzichte van de laatst bekende
versie bij verzending van de geannoteerde agenda aan uw Kamer. Een uitzondering hierop
was de toevoeging van een verplichting om per lidstaat tenminste 20% van de RRF-middelen
te besteden aan digitalisering. Hiermee wordt invulling gegeven aan de conclusies
van de Europese Raad van 2 oktober jl.7. Tijdens de Ecofinraad bleek dat een gekwalificeerde meerderheid van lidstaten, waaronder
Nederland, het voorstel kon steunen.8 De Raadspositie vormt het mandaat voor het voorzitterschap voor de gesprekken met
het Europees parlement (dat medebeslissingsrecht heeft) en vormt dus nog niet de finale
uitkomst. Op vrijdag 9 oktober is de Raadspositie formeel vastgesteld in Coreper.
Het doel van de RRF is het bevorderen van de economische, sociale en territoriale
cohesie in de Europese Unie door het verbeteren van de weerbaarheid en het aanpassingsvermogen
van lidstaten, het aanpakken van de sociale en economische impact van de crisis, en
het steunen van de groene en digitale transities. Om dit te bereiken ontvangen lidstaten
financiële steun bij het bereiken van mijlpalen voor hervormingen en publieke investeringen.
De RRF vormt het grootste onderdeel van het EU-herstelinstrument in reactie op de
COVID-19-crisis (Next Generation EU).
De Raadspositie is gebaseerd op de afspraken die zijn gemaakt tijdens de buitengewone
Europese Raad van 17 tot 21 juli jl. Uw Kamer is geïnformeerd over deze afspraken
in een brief van 24 juli jl.9. Daarin is uitgebreid stilgestaan bij de werking en de governance van de RRF en de
verdeling van middelen. De belangrijkste door de Europese Raad bepaalde wijzigingen
ten opzichte van het Commissievoorstel waren een aangepaste omvang, een aangepaste
verdeelsleutel voor het deel van de middelen dat in 2023 wordt toegekend, een verplichting
voor de Commissie om alle middelen voor eind 2023 (in plaats van eind 2024) toe te
wijzen aan lidstaten (waarvan 70% in 2021–2022), toevoeging van het recht op 10% voorfinanciering
in 2021, goedkeuring van herstelplannen door middel van een uitvoeringsbesluit van
de Raad (in plaats van een uitvoeringshandeling van de Commissie) en toevoeging van
raadpleging van het Economisch en Financieel Comité (EFC) alsmede een noodremprocedure
bij de beoordeling van de uitvoering van plannen. Deze afspraken in de Europese Raad
waren in lijn met de Nederlandse inzet ten aanzien van de RRF. Het kabinet hecht belang
aan koppeling van publieke investeringen aan structurele hervormingen om de weerbaarheid
en het groeipotentieel van de economie verder te vergroten, hervormings- en investeringsplannen
dienen strikt, transparant en objectief te worden beoordeeld en uitbetaling dient
alleen te volgen bij aantoonbare implementatie van de hervormingen, waarbij de lidstaten
een doorslaggevend oordeel kunnen geven over de toekenning van de herstelsteun.
Nederland heeft in de Ecofinraad aangegeven in te kunnen stemmen met het voorstel,
dat een goed compromis vormt tussen de verschillende posities. In het bijzonder heeft
Nederland ervoor gepleit de koppeling van plannen aan de landspecifieke aanbevelingen
van het Europees Semester niet af te zwakken. Ondanks verzoeken van enkele lidstaten
om de tekst in ongewenste richting te wijzigen, heeft het Duitse voorzitterschap de
voorliggende tekst ongewijzigd gelaten, conform Nederlandse wens.
Het Europees parlement zal begin november zijn standpunt bepalen. Daarna zullen de
gesprekken tussen vertegenwoordigers van de Raad en het Europees parlement van start
gaan, met oog op een tijdige afronding. Het streven is om de verordening op 1 januari
2021 in werking te laten treden.
Digital Finance-pakket
De Europese Commissie heeft in de Ecofinraad het Digital Finance-pakket gepresenteerd. Het Digital Finance-pakket komt voort uit een serie consultaties die eerder dit en vorig jaar zijn uitgezet
door de Europese Commissie. In het pakket, gepubliceerd op 24 september jl., kondigt
de Europese Commissie een serie van maatregelen en ambities aan die bedoeld zijn om
de financiële sector (digitaal) weerbaarder, meer grensoverschrijdend en innovatiever
te maken. In het Digital Finance pakket wordt o.a. een verordening voor crypto’s aangekondigd. Dit kader breidt de
bestaande regelgeving t.a.v. crypto’s, die alleen gericht is op het bestrijden van
witwassen en het financieren van terrorisme, uit. Hierbij ligt de nadruk op het beschermen
van consumenten door onder meer voorzorgsmaatregelen van cryptodienstverleners te
eisen om fraude tegen te gaan, operationele en (in sommige gevallen) prudentiële eisen
voor marktpartijen, en het regelen van toezicht op deze aspecten.
Daarnaast is de Europese Commissie ook ingegaan op de strategie voor het Europese
retail betalingsverkeer. De Europese Commissie stelt hierin onder andere voor om instant payments te promoten, standaardisatie van QR-codes, een review van PSD2 en nader onderzoek
te doen naar de toegang tot bepaalde technologie aangaande betalingsdiensten (zoals
Near Field Communication-technologie).
Na de presentatie volgde een eerste gedachtewisseling over het pakket. Veel lidstaten
verwelkomden het pakket en gaven aan een voortrekkersrol voor de EU te zien op het
gebied van Digital Finance. Daarnaast benadrukten veel lidstaten het belang van consumentenbescherming, ruimte
voor innovatie en een gezamenlijk raamwerk. Nederland heeft daarnaast ook nog aangegeven
dat het gebruik van digitale identiteiten van belang is voor digitalisering van de
financiële sector, maar dat dit helaas moeilijk van de grond komt. Verder heeft Nederland
aangegeven dat open finance belangrijk is voor een innovatieve sector, maar dat we daarbij moeten leren van PSD2
en gegevens- en consumentenbescherming hierbij speciale aandacht behoeven. Nederland
is blij met de focus op harmonisatie van regelgeving, omdat dit het gelijke speelveld
binnen de financiële sector bevordert. Dit heeft betrekking op het betalingsverkeer,
maar ook op de markt voor cryptoactiva. Daarbij heeft Nederland benadrukt dat de ontwikkelingen
in de sector goed moeten worden gemonitord, zodat het beleid en wetgevend kader tijdig
kunnen worden bijgestuurd indien nodig. Als laatste heeft Nederland aangegeven blij
te zijn met de ontwikkelingen rondom de ontwikkeling van een digitale euro. Wat Nederland
betreft kan de digitale euro in de toekomst mogelijk tegenwicht gaan bieden aan buitenlandse
en/of private initiatieven voor digitale valuta, en daarmee de strategische autonomie
van de eurozone versterken. Daarnaast kan de digitale euro een belangrijke rol spelen
in het toegankelijk houden van publiek geld en kan het een positieve stimulans zijn
voor de innovatie in de financiële sector.
Overige zaken – Stand van zaken financiëledienstendossiers
Het voorzitterschap heeft de Ecofinraad van informatie voorzien over de stand van
zaken van wetgevingsvoorstellen voor financiële diensten.10
European Semester – geleerde lessen
In de Ecofinraad is gesproken over de rol van het Europees Semester in 2020 en hoe
het Europees Semester kan worden aangepast in 2021 in het kader van de Recovery and Resilience Facility (RRF). Het Europees Semester is het jaarlijkse proces waarin EU-lidstaten hun economisch
en budgettair beleid coördineren en combineert het toezicht op macro-economische onevenwichtigheden,
overheidsfinanciën en het bevorderen van economische groei in Europa.
De Europese Commissie gaf aan dat het Europees Semester in 2020 is aangepast als gevolg
van de COVID-19-uitbraak. Zo geven de landspecifieke aanbevelingen de acute uitdagingen
veroorzaakt door COVID-19 weer, en in mindere mate de structurele uitdagingen van
lidstaten. In 2021 zal het Europees Semester tijdelijk worden aangepast om complementair
aan de implementatie van de RRF te worden. Zo gaf de Europese Commissie aan dat de
landenrapporten volgend jaar vervangen zullen worden door de analyse die de Europese
Commissie zal uitvoeren bij de beoordeling van de nationale herstelplannen in het
kader van de RRF, althans voor de lidstaten die in 2021 een plan indienen. Ook zullen
de landspecifieke aanbevelingen voor deze lidstaten achterwege kunnen blijven in 2021.
Wel zal de Europese Commissie aanbevelingen blijven doen op gebied van de begrotingssituatie.
Dit werd eerder al aangekondigd door de Europese Commissie in haar Jaarlijkse strategie
voor duurzame groei voor 2021 van 17 september jl.11 Daarnaast worden lidstaten aangemoedigd het nationale hervormingsprogramma en hun
plannen voor de RRF in één document in te dienen.
Benoeming nieuw directielid ECB
De Ecofinraad heeft besloten Frank Elderson voor te dragen als directielid van de
Europese Centrale Bank (ECB), nadat de Eurogroep de kandidatuur van de heer Elderson
de vorige dag steunde. De formele aanbeveling van de Raad aan de Europese Raad zal
via een schriftelijke procedure worden aangenomen. Na consultatie van het Europees
parlement en de ECB besluit de Europese Raad over de voorgestelde benoeming, met gekwalificeerde
meerderheid waarbij enkel Eurolanden stemmen.
G20 EU Terms of Reference en EU IMFC-verklaring
Het voorzitterschap van de Raad heeft de ministers van Financiën geïnformeerd over
de voorbereidingen voor de G20-vergadering voor ministers van Financiën en Centrale
Bank presidenten (FMCBG) en de jaarlijkse vergadering van het Internationaal Monetair
Fonds (IMF). De EU-inzet voor deze vergaderingen wordt uitgedrukt in de EU Terms of Reference (ToR) voor de G20 en in de IMFC-verklaring voor het IMF. De ToR en de IMFC-verklaring
zijn aangenomen via een schriftelijke procedure.
Op 14-15 oktober vindt de virtuele G20-vergadering voor ministers van Financiën en
Centrale Bank presidenten (FMCBG) plaats. De bijeenkomst van 14-15 oktober is de laatste
FMCBG bijeenkomst tot de G20-top eind november. In de ToR wordt toegelicht dat de
Europese Unie bijdraagt aan het economisch herstel middels het recent overeengekomen
Meerjarig Financieel Kader (MFK) en het EU-herstelinstrument. De beleidsmaatregelen
uit het G20-Actieplan in reactie op COVID-19 dienen daarnaast te worden opgevolgd.
De EU verwelkomt vervolgens de infrastructuurprioriteiten van het G20-voorzitterschap
en ziet uit naar de implementatie van de G20-principes voor kwalitatieve infrastructuur.
Voorts hecht de EU grote waarde aan het vinden van internationale oplossingen voor
belastingen in de digitale economie en kwesties op het gebied van grondslagerosie
en winstverschuiving. De EU vraagt G20-leden internationale standaarden voor de financiële
sector te handhaven en eerdere hervormingen niet terug te draaien.
Vanwege de COVID-19 crisis wordt de (ingekorte) jaarvergadering van het IMF op donderdag
15 oktober virtueel gehouden. De EU IMFC-verklaring schetst een beeld van een onzeker
economisch landschap als gevolg van de COVID-19-pandemie en verwelkomt de steunpakketten
die zijn ingezet om de crisis te bestrijden. Binnen EU-verband zijn een aantal stappen
genomen, waaronder het Next Generation EU-herstelinstrument. Ook de inzet van het IMF wordt beschreven: meer dan honderd landen
hebben het Fonds benaderd voor liquiditeitsvoorziening en technische assistentie.
Het IMF heeft door middel van zowel haar bestaande leeninstrumentarium als een aantal
uitzonderlijke initiatieven steun verleend aan haar leden. In totaal heeft het IMF
ongeveer USD 270 mld. van haar beschikbare USD 1.000 mld. uitgeleend op dit moment.
Alhoewel een aantal landen inmiddels uit de crisis lijken te komen benadrukt de EU
IMFC-verklaring dat autoriteiten waakzaam moeten blijven. Een vroegtijdige afbouw
van de steun die nu door overheden en internationale financiële instellingen wordt
verleend kan het economisch herstel afremmen. Wanneer landen overgaan naar de herstelfase
is het van belang dat dit op een «groene» en maatschappelijk verantwoorde manier gebeurt.
De EU blijft de rol van het IMF in de huidige COVID-19-crisis steunen en benadrukt
het belang dat het Fonds over voldoende middelen beschikt om haar taken uit te kunnen
voeren. De EU pleit voor verbetering van schuldentransparantie en een verbetering
van de multilaterale en bilaterale surveillance. Zo kijkt de EU uit naar de conclusies
van de Comprehensive Surveillance Review en de Financial Sector Assessment Program Review die door de staf van het IMF worden uitgevoerd. Daarnaast wordt nadruk gelegd op
de steun aan ontwikkelingslanden. Deze landen zijn het hardst geraakt door de huidige
crisis en hebben beperkte middelen om de schok op te vangen. Met de Poverty Reduction and Growth Trust (PRGT) en de Catastrophe Containment and Relief Trust (CCRT) heeft het IMF twee financieringsinstrumenten waarmee het in deze landen een
stabiliserende rol kan spelen. De EU steunt de verlenging van het Debt Service Suspension Initiative (DSSI) dat in G20-Club van Parijs verband is afgesloten. Het is daarbij wel van belang
dat alle lenende instellingen van G20-landen meedoen.
Kapitaalmarktunie: Actieplan van de Europese Commissie
De Europese Commissie heeft het nieuwe Actieplan voor verdere verdieping van de kapitaalmarktunie
in de Ecofinraad gepresenteerd. De Europese Commissie kondigt zestien concrete acties
aan die langs drie overkoepelende doelstellingen zijn onderverdeeld, nl. (1) betere
toegang tot financiering voor Europese bedrijven (ter ondersteuning van economisch
herstel), (2) stimuleren van lange-termijn sparen en beleggen, en (3) integratie van
nationale kapitaalmarkten in een interne markt. Deze doelstellingen komen sterk overeen
met de Nederlandse prioriteiten voor de kapitaalmarktunie, te weten het stimuleren
van grensoverschrijdende financiering, betere toegang tot kapitaalmarkten voor (met
name MKB-) bedrijven en het stimuleren van lange-termijn sparen en investeren; met
daarbij voldoende aandacht voor adequate consumentenbescherming, duurzaamheid en de
kansen en risico’s van Fintech. De zestien acties zullen de komende jaren verder worden
uitgewerkt. De Europese Commissie benadrukt dat niet één specifieke maatregel de ultieme
oplossing vormt en dat voortdurende politieke betrokkenheid essentieel is om de komende
jaren vooruitgang te boeken.
Veel lidstaten, waaronder Nederland, gaven aan voorstander te zijn van verdere verdieping
van de kapitaalmarktunie en verwelkomden het actieplan van de Europese Commissie.
Het voorzitterschap benadrukte dat zij verdere verdieping van de kapitaalmarktunie
als een van de prioriteiten van haar voorzitterschap heeft bestempeld. Nederland heeft,
naast het benoemen van bovengenoemde Nederlandse prioriteiten, aangegeven de notie
te steunen dat niet elke actie per se een wetgevend voorstel vereist, maar dat andere
middelen kunnen worden ingezet. Ook heeft Nederland het belang van versterking van
de kapitaalmarktunie in het licht van het economisch herstel na de COVID-19-pandemie
onderstreept. Goed geïntegreerde kapitaalmarkten dragen bij aan de schokabsorptiecapaciteit
van de Europese economieën, waarbij bedrijven meer financieringsopties geboden worden
en consumenten meer mogelijkheden krijgen voor het behalen van financiële doelen.
Overige zaken – Stand van zaken implementatie financiëledienstendossiers
De Europese Commissie heeft de Ecofinraad van informatie voorzien over de stand van
zaken van de implementatie van afgeronde Europese trajecten inzake financiële diensten.
Overige zaken – Europese kandidaat IMFC voorzitter
Het voorzitterschap heeft de Ecofinraad geïnformeerd over de uitkomst van het proces
van de voordracht van een EU-kandidaat als nieuwe voorzitter van het International Monetary and Financial Committee (IMFC). De termijn van de huidige voorzitter van het IMFC, Lesetja Kganyago namens
Zuid-Afrika, loopt eind dit jaar af. De ministers van Financiën van de lidstaten steunen
de Zweedse Minister van Financiën Magdalena Andersson als de EU-kandidaat.
Overige zaken – FinCEN files
Nederland heeft tijdens de Ecofinraad zorgen uitgesproken ten aanzien van de recente
berichtgeving over verschillende verdachte transacties bij banken. Daarbij heeft Nederland
aangegeven dat dit de noodzaak van de introductie van een Europees anti-witwassen-toezichthouder
onderstreept.
Overige zaken
Akkoord Europees kader voor herstel en afwikkeling van centrale tegenpartijen
Eind 2016 heeft de Europese Commissie een voorstel gedaan voor de invoering van een
Europees kader voor herstel en afwikkeling van centrale tegenpartijen (COM/2016/856).
Eind 2019 is hierover een Raadspositie bereikt. In de eerste helft van 2020 zijn er
gesprekken met het Europees parlement gevoerd (dat medebeslissingsrecht heeft). Kort
voor het zomerreces is een akkoord bereikt tussen het Europees parlement, de Europese
Raad en de Europese Commissie. Dit akkoord is 16 september jl. door het Coreper goedgekeurd.
Oorspronkelijk zou dit akkoord worden bekrachtigd tijdens de Ecofinraad van dinsdag
6 oktober. Vanwege de situatie met het COVID-19-virus is deze Ecofinraad een digitale
en daarmee informele Raad geworden. Hierdoor kon het akkoord niet bekrachtigd worden.
Naar verwachting zal het akkoord worden aangenomen tijdens de Raad Buitenlandse Zaken
op 12 oktober aanstaande.
Het akkoord dat is bereikt, is conform de Nederlandse inzet zoals uiteengezet in het
BNC-fiche uit 2017, welke met het parlement is gedeeld.12Belangrijke punten waar Nederland zich tijdens de onderhandelingen voor ingezet heeft,
zoals bescherming van de belastingbetaler, extra buffers bij CCP’s die als eerste
moeten worden aangesproken in resolutie en een evenwichtige samenstelling van de resolutiecolleges
zodat alle relevante belangen worden meegenomen bij herstel en afwikkeling van een
centrale tegenpartij, zijn in dit akkoord tot uiting gekomen. Het bekrachtigen van
dit akkoord draagt bij aan een sterker regelgevend kader voor centrale tegenpartijen
en daarmee aan de financiële stabiliteit.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
W.B. Hoekstra, minister van Financiën