Brief regering : Reactie op de gewijzigde motie van het lid Koerhuis (Kamerstuk 30196-727) en op de motie het lid Terpstra in relatie tot energielabel (Kamerstuk 30196-721)
30 196 Duurzame ontwikkeling en beleid
Nr. 729 BRIEF VAN DE MINISTER VAN BINNENLANDSE ZAKEN EN KONINKRIJKSRELATIES
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 12 oktober 2020
Bij de stemmingen van 22 september jl. zijn de gewijzigde motie van het lid Koerhuis1 en de motie van het lid Terpstra2 aangenomen. Deze twee moties zijn ingediend bij het VSO «Aanpassing methodiek voor
het bepalen van de energieprestatie van gebouwen en de inijking van energielabels»
van 8 september (Handelingen II 2019/20, nr. 98). Met deze brief informeer ik uw Kamer
hoe ik invulling ga geven aan deze moties.
De zorgen omtrent de hogere kosten van het nieuwe energielabel ten opzichte van het
huidige vereenvoudigd energielabel (VEL) begrijp ik. In december 20193 gaf ik aan dat ik hogere kosten acceptabel vind, vanwege het belang van betrouwbare
en nauwkeurige informatie over de energieprestatie en verbetermogelijkheden van gebouwen.
Tegelijkertijd moet het energielabel wel betaalbaar blijven. Daarom zullen mijn inspanningen
er blijvend op gericht zijn om de kosten van de nieuwe systematiek waar mogelijk te
drukken en de prijsontwikkelingen te monitoren en in internationaal verband te vergelijken.
Prijs van het nieuwe energielabel
De kosten zijn zo beperkt mogelijk gehouden. Zo is in de protocollen voor de opname
van gebouwen het uitgangspunt gehanteerd dat maatregelen pas opgenomen worden als
ze een reële bijdrage aan het energiebesparingsresultaat leveren. Hiermee wordt de
opnametijd korter en daarmee de kosten lager. Daarnaast kan in gevallen het gebruik
van referentiegebouwen in het kader van representativiteit ook zorgen voor een kortere
opnametijd en lagere kosten.
Tot eind 2020 kunnen er twee soorten energielabels worden afgegeven: een energielabel
voor woningen gebaseerd op de vereenvoudigde methode (het VEL) en een energielabel
gebaseerd op de uitgebreidere energie-index (EI) vooral gebruikt voor sociale huurwoningen
en utiliteitsgebouwen.
Voor de registratie van een EI doet een vakbekwaam energieprestatieadviseur de opname
van het gebouw. Ook voor woningen – niet zijnde sociale huurwoningen – is vanaf 1 januari
2021 een meer uitgebreide opname door een vakbekwame energieadviseur aan huis nodig.
De energieprestatie zal hierdoor nauwkeuriger en betrouwbaarder worden vastgesteld,
waardoor potentiële huurders en kopers een beter inzicht krijgen in de energieprestatie
en daarmee ook de verwachte energierekening en ook in de woningwaarde van de woning
die zij willen huren/kopen.
De kosten van dit meer betrouwbare energielabel liggen hierdoor hoger dan voor het
VEL dat vooral een bewustwordingsinstrument is. De uiteindelijke kosten zijn echter
afhankelijk van meerdere factoren waaronder woningtype, beschikbare documentatie en
de tijd die een energieadviseur nodig heeft om de kenmerken op te nemen. Een geregistreerd
energielabel is 10 jaar geldig, dit verandert niet met de nieuwe systematiek.
Onderzoek4 wijst uit dat de gemiddelde kosten van een energielabel met de nieuwe systematiek
voor een appartement geschat worden op 100 euro. Door de grotere omvang worden de
kosten van een energielabel voor een eengezinswoningen door ditzelfde onderzoek geschat
op 190 euro. Dit betreft gemiddelden en de markt zal zelf de prijs bepalen. Vanuit
de sector heb ik informatie gekregen dat eengezinswoningen ook voor 140 euro excl.
Btw kunnen worden opgenomen en geregistreerd.
Ik ga de ontwikkelingen in de markt nauwlettend volgen en de prijzen monitoren. Hierbij
zal ik, op basis van de beschikbare gegevens, ook een internationale vergelijking
maken van prijzen in andere Europese lidstaten met gelijke condities. Mede op basis
daarvan kan gekeken worden hoe de kosten wellicht verder verlaagd kunnen worden. Ook
zal ik de initiatieven rondom verdere digitalisering en datakoppelingen volgen en
waar mogelijk ondersteunen, zodat op termijn wellicht ook hierdoor kostenreducties mogelijk zijn.
Aansprakelijkheid
In de motie van het lid Koerhuis is tevens verzocht om ervoor te zorgen dat de expert
aansprakelijk is indien blijkt dat het energielabel foutief is. De aansprakelijkheid
van een adviseur in het geval van een foutief label is geregeld in het Burgerlijk
Wetboek. Ik licht dit graag toe.
Schade die het gevolg is van een foutief label kan door de opdrachtgever op de energieadviseur
worden verhaald, indien aannemelijk is dat die adviseur niet de zorg heeft betracht
die van een zorgvuldig handelend adviseur redelijkerwijs mag worden verwacht. Dit
volgt uit het Burgerlijk Wetboek. Of in een concreet geval aansprakelijkheid moet
worden aangenomen, hangt mede af van de inhoud van contractuele verhoudingen tussen
de energieadviseur en opdrachtgever. Een huurder of koper kan in het geval van een
foutief label eventuele schade in de vorm van een te hoge huur-of verkoopprijs en/of
hogere energiekosten trachten te verhalen op de verhuurder of verkoper, vaak zijnde
de opdrachtgever. Deze opdrachtgever voor het energielabel kan op zijn beurt dus eventuele
schade verhalen op de energieadviseur zoals voorgaand beschreven.
Aan energieadviseurs worden kwaliteitseisen gesteld. In mijn brief van juli 20205 heb ik toegelicht hoe de kwaliteitsborging voor de registratie van een energie-index
georganiseerd is. Vanaf 1 januari 2021 worden alle energielabels opgenomen en geregistreerd
door energieadviseurs die werken voor en onder de verantwoordelijkheid van een certificaathouder.
Nederland telt circa 200 certificaathouders, die onder controle staan van vier certificerende
instellingen. Deze certificerende instellingen staan onder toezicht van de Raad voor
Accreditatie. Door middel van steekproeven in deze keten wordt de kwaliteit van energielabels
geborgd.
Door de woningopname door een onafhankelijk, vakbekwaam energieadviseur en het systeem
van kwaliteitsborging wordt het energielabel voor woningen vanaf 1 januari 2021 betrouwbaarder.
Daarnaast voorziet het nieuwe energielabel voor woningen in veel informatie om te
kunnen controleren op welke gegevens en kenmerken het label is gebaseerd. Het afschrift
van het nieuwe energielabel is uitgebreider dan het energielabel zoals we dat nu kennen.
Op het afschrift is uitgebreide informatie te vinden over de aanwezige installaties
en de isolatie per bouwonderdeel.
Nieuwe energielabelsystematiek
Om aan de Europese richtlijn (Energy Performance of Buildings Directie, EPBD) te voldoen
moet de energieprestatie op het energielabel uitgedrukt worden in kWh/m2.jr. Tevens moet de bepalingsmethode worden beschreven conform de bijlagen in de overkoepelende
Europese CEN-EPB normen. Deze bepalingsmethode is in Nederland de NTA 8800. Dit is
vastgelegd in enkele besluiten die ook in voorhang zijn geweest bij de Kamer en reeds
zijn gepubliceerd6.
Het vasthouden aan het huidige vereenvoudigd energielabel is in strijd met de EPBD
richtlijn, omdat het VEL niet is uitgedrukt in kWh/m2.jr en de bepalingsmethode niet is beschreven volgens de normen. Het wijzigingsbesluit
en de wijzigingsregeling, die de inwerkingtreding van de nieuwe energielabelsystematiek
regelt, hangt samen met de inwerkingtreding van onder andere de energieprestatie-eisen
voor bijna energieneutrale gebouwen (BENG). Het naar de letter uitvoeren van de motie
Koerhuis zou betekenen dat de invoering van BENG geen doorgang kan vinden. Hiermee
zou Nederland ook in strijd handelen met de Europese richtlijn (EPBD), met als risico
dat de Europese Commissie Nederland in gebreke zal stellen. Bovendien zou het voor
de sector, die zich op de wijzigingen van BENG en de nieuwe energielabelsystematiek
aan het voorbereiden is, veel problemen opleveren. Hierover heb ik ook een brief ontvangen
van FedEC (Federatie van Energieconsultants), de beroepsvereniging van energieadviseurs.
Consumenten die een woning gaan kopen of huren hebben belang bij betrouwbare informatie
over de energiezuinigheid, het aandeel hernieuwbare energie en de energieprestaties
van installaties van de woning omdat dit van invloed is op de toekomstige energierekening
en voor kopers op de woningwaarde. Het nieuwe label voorziet hierin, maakt deze informatie
toegankelijk, geeft inzicht in de onderdelen van de woning die vanuit oogpunt van
de energiezuinigheid en duurzaamheid niet goed scoren en geeft betere en gerichtere
aanbevelingen aan de woningeigenaar om deze te verbeteren en rekening mee te houden
bij vervanging van installaties, en bij verbouw- en renovatie van de woning. Bovendien
krijgt het label een steeds grotere economische waarde, wat het belang van een nauwkeurig
en betrouwbaar (door een onafhankelijk adviseur opgenomen) label onderschrijft. Groene
energielabels leveren bijvoorbeeld een prijspremie7 op bij de verkoop van een woning en zorgen voor een hogere verkoopsnelheid8, en banken en hypotheekverstrekkers houden in toenemende mate rekening met een energielabel
bij de hypotheekvoorwaarden en het rentepercentage.
Ik geef invulling aan de strekking van de moties door mijn inspanningen bij de invoering
van de nieuwe energielabelsystematiek te richten op het drukken van de kosten, het
monitoren van de prijsontwikkelingen en een internationale vergelijking. Ik zal in
de tweede helft van 2021 mijn bevindingen met uw Kamer delen.
De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,
K.H. Ollongren
Indieners
-
Indiener
K.H. Ollongren, minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties