Brief regering : Behoeftestelling FOXTROT project Spiral 0 voor 44 Bataljonstaakgroep
27 830 Materieelprojecten
Nr. 316 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN DEFENSIE
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 2 oktober 2020
Inleiding
Met deze brief informeer ik u over de behoeftestelling van het project «Spiral 0 voor
44 Bataljonstaakgroep», een volgende stap in het programma FOXTROT (Kamerstuk 33 279, nr. 31). Dit project, een deellevering binnen het programma FOXTROT, voorziet een afgebakende
Nederlandse eenheid, het 44e Pantserinfanteriebataljon met enkele ondersteunende eenheden (samen 44 Bataljonstaakgroep),
van verbeterde militaire radio- en communicatieapparatuur. Het project is noodzakelijk
vanwege het toenemende belang van informatiegestuurd optreden (IGO) voor succesvolle
militaire operaties, zoals aangekondigd in de Defensienota 2018 (Kamerstuk 34 919, nr. 1). Het project draagt tevens bij aan een verdere modernisering en versterking van
de krijgsmacht zoals genoemd in de Defensienota 2018.
Context
De wereld wordt onveiliger en is aan verandering onderhevig. Dit vraagt om modernisering
van onze huidige slagkracht en versterking van het informatiegestuurd optreden. Het
Nederlandse wapensysteemgebonden IT-programma FOXTROT geeft mede invulling aan de
randvoorwaarden om een informatiegestuurde krijgsmacht te zijn, waarbij ieder platform
(militair, commandopost, sensor, wapensysteem) in operationele omstandigheden altijd
veilig is verbonden en interoperabel is (Kamerstuk 33 279, nr. 29). Het programma richt zich op connectiviteit in het mobiele tactische domein, bijvoorbeeld
het actueel inzicht hebben in elkaars positie op het slagveld. Duitsland heeft een
gelijksoortig programma met de naam Digitalisation-Land Based Operations (D-LBO).
Om interoperabiliteit te bereiken en kosten te verlagen realiseren we de noodzakelijke
modernisering waar mogelijk samen met Duitsland door het aan FOXTROT gekoppelde binationale
programma Tactical Edge Networking (TEN). Het Nederlandse deel van de organisatie
van TEN en de Nederlandse elementen van FOXTROT die binnen TEN worden uitgevoerd,
worden gefinancierd vanuit FOXTROT. Waar in deze brief over FOXTROT wordt gerapporteerd
is dat daarom inclusief TEN. Zie hiervoor tevens de onderstaande figuur. TEN is gelieerd
aan het NAVO initiatief Federated Mission Networking (FMN), zodat ook de interoperabiliteit
in het mobiele domein met andere krijgsmachtdelen en andere partners, zoals het Verenigd
Koninkrijk, niet uit het oog wordt verloren. Uw Kamer is recent geïnformeerd over
de voortgang en werking van de programma’s FOXTROT en TEN (Kamerstuk 31 125, nr. 114).
Zoals toegelicht in deze genoemde Kamerbrief werkt het programma FOXTROT met deelleveringen,
genaamd spirals, die uit één of meerdere projecten kunnen bestaan. Deze projecten volgen, waar van
toepassing, aan Nederlandse zijde het reguliere DMP-proces en worden opgenomen in
het Defensieprojectenoverzicht. U wordt dan per project met een brief geïnformeerd
zoals ook over dit project «Spiral 0 voor 44 Bataljonstaakgroep» en over eventuele
aanvullende projecten binnen deze spiral. Met deze brief die voor u ligt kondigt Defensie de start van Spiral 0 aan.
Het realiseren van het gehele programma FOXTROT is complex vanwege de omvang van de
opgave, de snelle ontwikkeling van technologie en dreiging, de unieke binationale
samenwerking en vanwege de afstemming met de inzet- en oefenplanning van de betrokken
eenheden. Daarom is niet op voorhand alles bekend en wordt deze opgave stapsgewijs
benaderd. Ook looptijd en budget van het programma kunnen daardoor pas later met meer
zekerheid worden vastgesteld. Op basis van de ervaring met spiral 0 ontstaat meer
zicht of en op welke manier volgende spirals aangepakt kunnen worden. Omdat deze ervaring nog wordt opgebouwd en omdat de samenwerking
op dit vlak met Duitsland nog verder vormgegeven wordt is momenteel nog geen volledig
inzicht in welke eenheden hierna worden uitgerust en/of welke functionaliteiten verder
ontwikkeld gaan worden. Daarom werkt Defensie parallel aan een vooruitblik waarin
planning en budget voor de komende vijftien jaar van het programma worden uitgewerkt.
Deze vooruitblik bevat een beeld van de mogelijke komende spirals voor het vervangen en moderniseren van de communicatieapparatuur van andere eenheden
teneinde IGO mogelijk te maken. Voor de eerste stappen van het gehele programma FOXTROT
is vooralsnog een reservering tussen de € 250 en € 1.000 miljoen opgenomen in de Defensiebegroting,
maar er moet verder onderzocht worden of dit voldoende zal zijn. In lijn met de ontwikkelingen
zoals geschetst in Kamerstuk 31 125, nr. 114 kan op basis van de vooruitblik aanpassing van de reservering voor het gehele programma
FOXTROT binnen de Defensiebegroting noodzakelijk blijken. In de brief over de volgende
spiral zal ik ook deze vooruitblik met u delen.
Defensie kan in elk geval werken aan de spirals die binnen de genoemde reservering passen. Om binnen het programma FOXTROT tastbaar
resultaat op een beheerste manier te kunnen bereiken worden de spirals steeds geïmplementeerd bij een afgebakende eenheid of set van eenheden in plaats
van ineens binnen de gehele krijgsmacht. Een dergelijke eenheid of set van eenheden
wordt een Force Package genoemd.
Behoefte voor het project: Spiral 0 voor 44 Bataljonstaakgroep
Het doel van «Spiral 0 voor 44 Bataljonstaakgroep» (hierna «het project») is om een
eerste concrete stap te zetten in de modernisering richting IGO. Dit project wordt
grotendeels gezamenlijk uitgevoerd en geeft zo invulling aan de geplande samenwerking
met Duitsland. Het Force Package voor deze spiral, 44 Bataljonstaakgroep, betreft ongeveer 220 voertuigen, en bijbehorende draagbare radio’s, die worden voorzien
van nieuwe radioapparatuur om de huidige functionaliteit uit te breiden en de basis
te leggen voor continue vernieuwing en een Defensiebrede en internationale interoperabiliteit.
Daarmee bevindt het project zich midden in de militaire operationele omgeving en is
het van groot belang voor de operationele effectiviteit van de eenheid. De nieuwe
radioapparatuur vervangt de technisch en operationeel verouderde radio’s die momenteel
in gebruik zijn. Om de mogelijkheden van de nieuwe apparatuur maximaal te benutten
wordt parallel aan dit project ook aandacht besteed aan zaken als opleiding, training
en indien nodig het aanpassen van de wijze van optreden. Het pakket aan middelen bestaat
uit drie elementen:
1) Combat Net Radio (CNR). De CNR verzorgt de transmissie, het zenden en ontvangen, van signalen van
en naar personeel en voertuigen. De CNR vormt hiermee het fundament voor de verdere
vernieuwing.
2) TEN Core. De TEN Core vormt de software die het mogelijk maakt dat applicaties zoals een Battlefield Management
System hun data kunnen delen en verzenden via een transmissiemiddel zoals de CNR.
Ook maakt de TEN Core het mogelijk dat in de toekomst nieuwe transmissiemiddelen en applicaties eenvoudig
aangesloten kunnen worden. De TEN Core speelt zo een sleutelrol bij het bereiken van de gewenste modernisering, groeipotentieel,
interoperabiliteit en veiligheid.
3) Inbouw en integratiepakket. Om de CNR en de TEN Core te kunnen laten werken moeten zij ingebouwd en geïntegreerd worden in de bestaande
(gevechts)voertuigen van het eerste Force Package. Dit vergt bijvoorbeeld het plaatsen
van antennes, kabels voor elektriciteitsvoorziening en datakabels.
Kenmerken
Door het toepassen van spirals en Force Packages ontstaat er een verschil tussen eenheden in Nederland die wel en die niet zijn voorzien
van nieuwe apparatuur. Daarom is het van belang dat de eenheden met de nieuwe apparatuur
in staat zijn om met eenheden voorzien van de huidige apparatuur te communiceren,
de zogenaamde backward compatibiliteit. Met het oog op verdere ontwikkelingen op het gebied van IGO is het
tevens van belang dat de nieuwe apparatuur over voldoende groeipotentieel beschikt.
Op deze wijze kan de modernisering ook daadwerkelijk in opeenvolgende spirals worden uitgevoerd. Vanwege de inbouw- en integratiewerkzaamheden aan de bestaande
(gevechts)voertuigen wordt het project afgestemd op de gereedstellingsprogramma’s
van de eenheden en op de Midlife Update projecten van de voertuigen. Bij het verwerven van de apparatuur wordt vanwege de
toenemende dreiging veel aandacht besteed aan cyberveiligheid en weerbaarheid tegen
elektronische oorlogvoering. Vanuit het project wordt ook de aansluiting op andere
projecten zoals Verbeterd Operationeel Soldaat Systeem (VOSS) bewaakt. Naast dit alles
is het een belangrijk doel van het project om ervaring op te doen met de ontwikkelde
concepten en werkwijzen en deze te benutten bij de uitvoering van volgende spirals.
Samenwerking
Om synergie en interoperabiliteit te bereiken wordt samengewerkt met Duitsland. In
het geval van dit project zijn Nederland en Duitsland voornemens om gezamenlijk de
CNR in concurrentie te verwerven en gezamenlijk de TEN Core te ontwikkelen. Naast
het Nederlandse Force Package zal ook een soortgelijke Duitse eenheid worden voorzien van nieuwe apparatuur. De
gezamenlijke verwerving van de CNR zal vorm krijgen in een later met Duitsland overeen
te komen Implementing Arrangement binnen het eerder gesloten Memorandum of Understanding TEN (Kamerstuk 35 300 X, nr. 15). Daarbij wordt de samenwerking zo georganiseerd dat dit project ook op zichzelf
bruikbaar is en waarde heeft. De inbouw in de voertuigen wordt in dit project door
beide landen afzonderlijk georganiseerd.
Bij het project besteedt Defensie nadrukkelijk aandacht aan de mogelijkheid tot samenwerken
met Nederlandse kennisinstellingen en bedrijfsleven. Ook voor de inbouw en het instandhoudingsconcept
wordt samenwerking gezocht met de industrie. Hierdoor kunnen het project en de instandhouding
zowel doelmatig zijn vanwege de schaalvoordelen als doeltreffend zijn, omdat de ondersteuning
tijdens inzet gegarandeerd is.
Verwerving
Voor het verwerven van de CNR en voor de inbouw in de voertuigen wordt uitgegaan van
Military-off-the-shelf producten, waardoor de risico’s beheersbaar zijn. De CNR wordt samen met Duitsland
verworven. De TEN Core wordt gezamenlijk met Duitsland ontwikkeld in het Design and Prototype Center te
Amersfoort. Dit deel is binnen het project financieel van beperkte omvang. De inbouw
in de voertuigen wordt door Nederland zelfstandig uitgevoerd. Voordat oplossingen
worden geïmplementeerd worden deze getest. Door het unieke karakter van de internationale
samenwerking bestaat er in dit eerste deelproject wel een risico op vertraging, hetgeen
wordt beheerst door intensief overleg met Duitsland op verschillende niveaus.
Financiële aspecten
Het toegekende budget voor het project Spiral 0 voor 44 Bataljonstaakgroep, inclusief
de risicoreservering, bedraagt tussen de € 25 miljoen en € 100 miljoen (prijspeil
2020). Deze investering, samen met het effect van dit project op de exploitatiekosten,
komt ten laste van het investeringsbudget van Defensie. De financiële risico’s zijn
door een risicoreservering afgedekt.
Vooruitblik
Het project wordt uitgevoerd in de periode 2020 tot en met 2026. Vanaf 2023 stroomt
de eerste apparatuur naar verwachting de organisatie binnen. Omdat de financiële omvang
van dit project minder dan € 100 miljoen euro bedraagt, ben ik voornemens de Defensie
Materieel Organisatie te mandateren het project uit te voeren. Uw Kamer zal over de
voortgang van dit project worden geïnformeerd via de begroting van het Defensiematerieelbegrotingsfonds,
het jaarverslag en het Defensie Projectenoverzicht.
Het is mijn voornemen om uiterlijk in december 2020 een overeenkomst met Duitsland
te sluiten en daarmee een verplichting aan te gaan, zodat de genoemde tijdlijn en
synergie bereikt kunnen worden. Ik verzoek uw Kamer hiermee rekening te houden bij
de behandeling van deze A-brief.
De Staatssecretaris van Defensie, B. Visser
Indieners
-
Indiener
B. Visser, staatssecretaris van Defensie