Brief regering : Reactie op het verzoek van het lid Van Nispen, gedaan tijdens de Regeling van Werkzaamheden van 29 september 2020, over de motie van de leden Marijnissen en Jetten over het realiseren van een ijzeren voorraad aan beschermingsmiddelen
25 295 Infectieziektenbestrijding
Nr. 588
BRIEF VAN DE MINISTER VOOR MEDISCHE ZORG
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 29 september 2020
In reactie op het verzoek van het lid Van Nispen (SP) tijdens de Regeling van Werkzaamheden
d.d. 29 september 2020 (Handelingen II 2020/21, nr. 7, Regeling van Werkzaamheden)
over de motie van de leden Marijnissen en Jetten over het realiseren van een ijzeren
voorraad aan beschermingsmiddelen (Kamerstuk 25 295, nr. 546), deel ik u graag het volgende mede.
Ik heb uw Kamer bij brief van 25 september jongstleden1 mijn reactie op de motie gestuurd. Zoals ik daarin heb bericht, geeft het LCH aan
op dit moment voldoende voorraad persoonlijke beschermingsmiddelen te hebben opgebouwd
om aan de huidige vraag te voldoen. Met de huidige voorraad is het LCH voorbereid
op een piekverbruik zoals in de periode maart/april gedurende 10 weken op basis van
de uitgangspunten van het RIVM betreffende het gepast gebruik van beschermingsmiddelen.
Zoals u eerder bericht laat ik analyseren wat het effect is op de vraag en aanbod
van persoonlijke beschermingsmiddelen onder verschillende scenario’s, zoals ook meer
preventief gebruik in verpleeghuizen of andere sectoren in de zorg als het aantal
besmettingen in de regio sterk stijgt. Ik informeer u volgende week over de uitkomsten
hiervan.
De Minister voor Medische Zorg,
T. van Ark
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
T. van Ark, minister voor Medische Zorg