Brief regering : Stand van zaken veiligheid biotechnologiebeleid
27 428 Beleidsnota Biotechnologie
Nr. 372
BRIEF VAN DE MINISTER VAN INFRASTRUCTUUR EN WATERSTAAT
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 28 september 2020
Biotechnologie is een sleuteltechnologie en speelt een belangrijke rol bij bijvoorbeeld
de ontwikkeling van vaccins en medicijnen, zoals nu ook ter bestrijding van COVID-19.
Zo heb ik uw Kamer op 1 juli jl. geïnformeerd over de verordening van de Europese
Commissie inzake klinische trials en toediening van medicinale producten voor humaan
gebruik met genetisch gemodificeerde organismen voor behandeling of preventie van
ziekte door het coronavirus1. Ook wordt met biotechnologie een bijdrage geleverd aan onder andere voedselzekerheid
en voedselkwaliteit en de circulaire economie.
Met deze brief informeer ik uw Kamer, conform mijn toezegging uw Kamer op de hoogte
te houden over nieuwe ontwikkelingen2, over de voortgang van de activiteiten die afgelopen periode zijn uitgevoerd om beleid
en regulering voor de veiligheid van biotechnologie te moderniseren dan wel te verbeteren.
Dit doe ik langs drie sporen: 1) Europese agendering en 2) het betrekken van de samenleving
en 3) de stakeholders.
Europees agenderen van de noodzaak voor herziening van de EU regelgeving
Mede op initiatief van Nederland is de Europese Commissie in opdracht van de Europese
Raad bezig met een onderzoek naar nieuwe genomische technieken3, waaronder CRISPR-Cas en andere nieuwe biotechnologische technieken. Mijn ambtsgenoot
van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit verwacht met betrekking tot de EU agendering
uw Kamer binnenkort te informeren middels een brief over innovatie, precisielandbouw
en veredelingstechnieken. Met deze Europese ontwikkelingen wordt de motie van het
lid Weverling4 om modernisering van het biotechnologiebeleid in de EU te agenderen als uitgevoerd
beschouwd. Nederland volgt het proces nauwgezet en pleit daarbij voor harmonisatie
in de EU van regelgeving en tevens voor Europese regelgeving die voldoende ruimte
biedt voor innovatie en tegelijkertijd de veiligheid voor mens en milieu borgt.
De huidige pandemie maakt eens te meer duidelijk dat harmonisatie in de EU essentieel
is. Door het gebrek aan harmonisatie op gebied van klinische proeven met genetisch
gemodificeerde organismen (ggo’s) zag de Europese Commissie zich genoodzaakt om middels
de Europese spoedverordening COVID-19 de ggo-regelgeving voor klinische proeven met
COVID-19 geneesmiddelen tijdelijk buiten werking te stellen5. Over de gevolgen van deze tijdelijke spoedverordening heb ik overleg gevoerd met
bureau GGO van het RIVM, de Commissie Genetische Modificatie (COGEM), de Centrale
Commissie Mensgebonden Onderzoek (CCMO) en het Ministerie van VWS. Na dit overleg
heb ik besloten dat er gezien het type producten waaraan gewerkt wordt en de beperkte
juridische mogelijkheden geen aanvullende nationale maatregelen worden genomen naar
aanleiding van deze EU-verordening.
De samenleving betrekken ten behoeve van maatschappelijk draagvlak
Afgelopen jaren is de samenleving betrokken bij de gedachtenvorming over de huidige
ontwikkelingen in de biotechnologie. Hiertoe heeft ook de Commissie Genetische Modificatie
(COGEM), onderzoek laten uitvoeren naar de percepties van burgers bij de verschillende
technieken voor genetische modificatie zoals toegepast bij planten en in de geneeskunde6. De goedbezochte publiekswebsite over biotechnologie7 speelt een belangrijke rol in het informeren van het brede publiek over actuele ontwikkelingen
in de biotechnologie. Daarnaast ga ik de komende periode aan de slag met de verbetering
van de huidige communicatiestructuur over de ggo-regelgeving. Denk hierbij onder andere
aan voorlichting en informatievoorziening. Deze aanbeveling kwam naar voren uit de,
in 2019 uitgevoerde, evaluatie van het Besluit en de Regelgeving genetisch gemodificeerde
organismen milieubeheer 20138. Met de verschillende activiteiten die de aflopen jaren zijn uitgevoerd9, is het publiek betrokken bij de gedachtenvorming over de huidige ontwikkelingen
in de biotechnologie. Ik beschouw de motie Bosma/van der Velde10, die hiertoe opriep, als uitgevoerd.
Stakeholders betrekken bij de inhoudelijke vormgeving van biotechnologiebeleid
Vanwege de snelle ontwikkelingen op het gebied van biotechnologie is de behoefte aan
input van stakeholders met hun actuele, praktische ervaring extra groot bij het ontwikkelen
en verbeteren van het biotechnologiebeleid. Gesprekken met brede groepen stakeholders,
die in het kader van modernisering van het veiligheidsbeleid van biotechnologie zijn
gestart, hebben met name op het gebied van medische toepassingen van biotechnologie
geleid tot betere processen, kortere procedures en verminderde administratieve lasten11. Formalisering hiervan vindt eind dit jaar plaats door een wijziging van het Besluit
genetisch gemodificeerde organismen milieubeheer 2013.
Nu biotechnologiebeleid Europees geagendeerd is, ga ik de komende periode met stakeholders
in gesprek over de Europese wet- en regelgeving. Daarnaast zullen de gesprekken die
gestart zijn in het kader van modernisering van het veiligheidsbeleid op het gebied
van biotechnologie, mede op verzoek van de stakeholders, worden voortgezet in een
permanente dialoog met stakeholders uit de verschillende biotechnologievelden (landbouw,
medisch, industrieel) en de rijksoverheid.
Tot slot
De afgelopen tijd is veel bereikt op de drie sporen van het moderniseringstraject.
Biotechnologie is een belangrijke sleuteltechnologie en de diverse innovaties bieden
nieuwe kansen en mogelijkheden voor de maatschappelijke uitdagingen waar we voor staan.
Ik blijf me nationaal, Europees en internationaal inzetten om beleid te ontwikkelen
om deze sleuteltechnologie goed te kunnen benutten, terwijl tegelijkertijd de veiligheid
voor mens en milieu gewaarborgd blijft.
De Minister van Infrastructuur en Waterstaat,
C. van Nieuwenhuizen Wijbenga
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
C. van Nieuwenhuizen Wijbenga, minister van Infrastructuur en Waterstaat