Brief regering : Vaccinatiestrategie COVID-19
25 295 Infectieziektenbestrijding
Nr. 565 BRIEF VAN DE MINISTER VAN VOLKSGEZONDHEID, WELZIJN EN SPORT
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 23 september 2020
De schade die COVID-19 toebrengt aan de volksgezondheid, de maatschappij en de economie
is onvoorstelbaar groot. De afgelopen maanden hebben we alles op alles moeten zetten
om inzicht te krijgen in (de verspreiding van) het coronavirus, de zorgcapaciteit
weer op peil te brengen, en kwetsbare mensen te beschermen. We blijven hier onverminderd
op inzetten. Natuurlijk willen we het liefst zo snel mogelijk terug naar een samenleving
met de vrijheden zoals we die gewend zijn, maar dit is een complexe opgave. Het beschikbaar
komen van een veilig en effectief vaccin kan hierbij een uitkomst bieden. Voordat
een geschikt vaccin beschikbaar is, moet echter een uitgebreid en zorgvuldig traject
worden doorlopen.
In deze brief informeer ik uw Kamer, mede namens de Staatssecretaris van VWS, over
dit traject en de vaccinatiestrategie waar het kabinet aan werkt. Ik beschrijf welke
stappen in de komende periode worden genomen om, zodra een vaccin beschikbaar komt,
zo snel mogelijk te kunnen starten met vaccineren. Bij al deze stappen is het van
groot belang om met de samenleving in gesprek te blijven over de vragen en zorgen
die er leven in het kader van de COVID-19-vaccinatie. Ik wil hierbij ook benadrukken
dat het niet mogelijk is om de hele samenleving in één keer te vaccineren. Dit zal
gefaseerd worden georganiseerd en afhankelijk zijn van de beschikbaarheid van vaccins
en de adviezen van experts. Er spelen veel onzekerheden en afhankelijkheden mee, zoals
het moment waarop vaccins beschikbaar komen en voor welke groepen deze vaccins het
meest geschikt zullen zijn. In de komende maanden zal een deel van deze onzekerheden
afnemen, doordat we intensief overleggen met wetenschappers en onafhankelijke instanties.
Mede omdat we dus nog niet zeker weten óf en wanneer een werkzaam en veilig vaccin
beschikbaar komt, investeren we ook in innovatieve behandelmethoden voor mensen die
(ernstig) ziek worden van het coronavirus. Dit zijn belangrijke instrumenten om er,
ook in afwachting van een vaccin, voor te zorgen dat besmettingen zo snel mogelijk
worden gevonden en we mensen die COVID-19 krijgen goed kunnen behandelen. Zo stimuleren
we wetenschappelijk onderzoek naar nieuwe behandelingen in Nederland, brengen op voordracht
van het Adviespanel Innovatieve Behandelingen kansrijke behandelingen in kaart en
acteren daarop, en ontsluiten medicijnen – zoals remdesivir en dexamethason – voor
de Nederlandse patiënt. Voor verdere acties met betrekking tot innovatieve behandelmethoden
verwijs ik u naar de voortgangsbrief COVID-19, die ik uw Kamer op 21 september heb
gestuurd.
Veiligheid en vertrouwen
Natuurlijk willen we zo snel mogelijk over een veilig en effectief vaccin beschikken.
Dat is een belangrijke stap in de terugkeer naar een samenleving zonder maatregelen.
Het ontwikkelen, testen, beoordelen en produceren van vaccins is een uitgebreid proces.
Hierbij worden strenge protocollen gevolgd en wordt strikt gelet op de balans tussen
veiligheid en effectiviteit. Het is tot de laatste fase onzeker of een kandidaat-vaccin
succesvol is. Dat blijkt bijvoorbeeld uit de berichten over de vaccinproeven van de
universiteit van Oxford en AstraZeneca, die tijdelijk werden stopgezet (en inmiddels
weer zijn hervat). Toch laat dit ook zien dat zorgvuldig met de veiligheid van de
deelnemers aan de vaccinstudies omgegaan wordt, en dat een vaccin alleen verder wordt
ontwikkeld als onafhankelijke instanties hebben beoordeeld dat dit verantwoord is.
Ik begrijp heel goed dat er vragen leven over hoe de ontwikkeling van een vaccin in
zijn werk gaat en dat de snelheid en urgentie waarmee aan de ontwikkeling wordt gewerkt
dit kan versterken. Voorop staat dat een kandidaat-vaccin zowel veilig als effectief
moet zijn. Aan de ene kant willen we met elkaar zo snel mogelijk uit deze situatie.
Aan de andere kant kost het ontwikkelen van een vaccin veel tijd en gaat het erom
dat ook een dergelijk vaccin voldoet aan de voorwaarden die gelden bij toelating van
een vaccin tot de markt.
Het kabinet hecht zeer aan maatschappelijk vertrouwen. Feitelijke, goed vindbare informatie
over de ontwikkeling, toelating, toepassing en mogelijke bijwerkingen, is daarom van
groot belang. In deze brief besteed ik aandacht aan de stappen die we doorlopen van
ontwikkeling tot toelating tot uiteindelijke vaccinatie.
Vaccinatiestrategie: van ontwikkeling tot uitvoering
In mijn brief van 25 juni jl. heb ik uw Kamer geïnformeerd over de inspanningen van
de Europese Commissie om namens alle lidstaten van de Europese Unie zogenoemde advance payment agreements te sluiten met aanbieders van een kansrijk kandidaat-vaccin tegen COVID-19 (Kamerstuk
25 295, nr. 428). De Inclusieve Vaccin Alliantie van Nederland, Duitsland, Frankrijk en Italië is
opgegaan in dit initiatief van de Europese Commissie voor de centrale aankoop van
COVID-19-vaccins voor alle EU-lidstaten. De Europese Commissie heeft hierbij ook middelen
vanuit het Europese Emergency Support Instrument beschikbaar gemaakt.
Inmiddels heeft de Europese Commissie met zes verschillende vaccinproducenten verkennende
gesprekken succesvol afgesloten; met twee producenten is het contract inmiddels getekend.
Enkele van deze vaccins bevinden zich momenteel in de laatste testfase. Het is nog
onduidelijk wanneer deze studies worden afgerond, maar het is mogelijk dat nog in
het laatste kwartaal van dit jaar resultaten beschikbaar komen. Indien deze testresultaten
succesvol zijn, kunnen de vaccins in de eerste maanden van 2021 beschikbaar zijn.
In mijn eerdere kamerbrieven heb ik uw Kamer geïnformeerd over de voortgang van de
vaccinontwikkeling en contractafspraken met farmaceuten namens de Europese Commissie1. Hierna ga ik verder in op de stappen die we zetten om uiteindelijk te kunnen starten
met vaccineren (zie tevens bijlage)2.
i. Toelating van vaccins tot de Europese markt
Uiteraard moeten de vaccins veilig en effectief zijn. Daarvoor bepaalt het College
ter Beoordeling van Geneesmiddelen (CBG) samen met de European Medicines Agency (EMA) op basis van de data uit de klinische studies of een middel op de Europese markt
wordt toegelaten. De Europese medicijnautoriteiten volgen in dit geval een versnelde
beoordelingsprocedures waarbij resultaten tussentijds worden beoordeeld. Er worden
echter even strenge criteria gehanteerd als bij vaccinbeoordelingen voor andere situaties.
Op de website van het College ter Beoordeling van Geneesmiddelen staat uitgebreid
uitgelegd hoe het toelatingsproces in zijn werk gaat.3 Daarnaast organiseert het CBG op donderdag 5 november vanaf 19:30 uur een twee uur
durende, interactieve online Collegedag getiteld: «het grootste coronaspreekuur van
Nederland: medicijnen en vaccins». Deze uitzending vindt plaats op Youtube en is bedoeld
voor zowel het algemeen publiek als zorgverleners. In deze livestream wordt de actualiteit
rondom vaccins en medicijnen besproken en beantwoorden experts in de uitzending de
vragen vanuit het thuispubliek.
ii. Adviesproces Gezondheidsraad
Op 4 juni jl. heb ik de Gezondheidsraad gevraagd te adviseren over de verschillende
mogelijkheden voor vaccinatie en de prioritering van doelgroepen daarbij. Het advies
van de Gezondheidsraad wordt begin november verwacht en vormt een belangrijke stap
in de besluitvorming ten aanzien van de uiteindelijke vaccinatiecampagne. Op basis
van dit advies, het type vaccin, de daadwerkelijke beschikbaarheid van een of meer
effectieve vaccins, en de epidemiologische situatie, zullen we een keuze maken ten
aanzien van de prioritering van de te vaccineren groepen. Ik zal uw Kamer hier in
het najaar, zodra het advies is opgeleverd, verder over informeren.
iii. Uitvoering
In de uitvoering van vaccinatie gaat het over de opslag, distributie, registratie
en het vaccineren zelf. Om hier goed op voorbereid te zijn, heb ik het RIVM gevraagd
na te denken over en waar mogelijk voorbereidingen te treffen voor de uitvoering van
de vaccinatie, ook in de Caribische delen van het Koninkrijk. Natuurlijk dient hierbij
ook rekening gehouden te worden met de termijn waarop vaccins beschikbaar kunnen komen.
Het RIVM brengt op dit moment in kaart waar knelpunten worden verwacht en hoe deze
kunnen worden weggenomen. Hiervoor spreekt het RIVM op dit moment met verschillende
potentiele uitvoeringsorganisaties. Het RIVM kijkt naar verschillende uitvoeringspartijen
en ook wat de mogelijkheden zijn tot samenwerking tussen de partijen die de vaccinatie
aan kunnen bieden. Na advisering van de Gezondheidsraad vindt besluitvorming met betrekking
tot de prioritering plaats. Ik zal uw Kamer hierover informeren.
iv. Monitoring en veiligheidsbewaking
Ik begrijp dat mensen vragen hebben over de veiligheid en betrouwbaarheid van COVID-19
vaccins. Hierbij wil ik nogmaals benadrukken dat op de kwaliteit en veiligheid geen
concessies worden gedaan voor ze gebruikt gaan worden. Ook nadat vaccins op de markt
zijn gebracht, gaat het bewaken van de veiligheid en het onderzoek naar eventuele
bijwerkingen door. In de onderzoeken die gedaan worden voor de registratie is al wel
veel, maar waarschijnlijk nog niet alles, bekend over de mogelijke bijwerkingen die
kunnen optreden. Als een vaccin op grote schaal aan een heel diverse groep mensen
wordt gegeven kunnen er altijd nog nieuwe inzichten over bijwerkingen komen. Bijwerkingencentrum
Lareb bereidt zich (in samenwerking met het CBG en het RIVM) op dit moment voor op
een intensieve bewaking van de veiligheid tijdens een COVID-19 vaccinatiecampagne.
Daarmee kunnen veiligheidsproblemen (zoals ernstige bijwerkingen of incidenten bij
vaccinatie) snel worden opgespoord, mochten deze zich voordoen. Ook kunnen zo het
patroon en de frequentie van de te verwachten bijwerkingen, zoals koorts en injectieplaatsreacties,
snel in kaart worden gebracht. Deze informatie kan helpen bij het wegnemen van mogelijke
(onterechte) onrust over bijwerkingen.
Communicatie en dialoog
Zoals ik eerder in deze brief heb aangegeven is feitelijke, toegankelijke en transparante
informatie over vaccinatie essentieel. Informatie moet breed beschikbaar, voor iedereen
te begrijpen en goed vindbaar zijn. Om zo goed mogelijk in de informatiebehoefte van
de samenleving als geheel en van bijvoorbeeld zorgprofessionals of doelgroepen die
worden opgeroepen te voorzien, werken we samen met het RIVM aan een communicatiecampagne.
Daarbij zetten we in op de volgende acties die gelijk zijn aan de eerdere vaccinatiestrategie
die de Staatssecretaris in zijn brief «Verder met vaccineren»4 uiteen heeft gezet:
• In de communicatie richten we ons op het brede publiek. Waar nodig richten we de communicatie
op specifieke doelgroepen, bijvoorbeeld als het gaat om toelichting voor doelgroepen
die een vaccin juist wel of juist niet toegediend kunnen krijgen. Ook zullen we specifieke
communicatie richten op uitvoerende partijen die de vaccins gaan geven. Het RIVM heeft
hier een belangrijke rol in.
• Zowel voor als tijdens en na de vaccinatiefase blijven we in gesprek met de samenleving.
We monitoren voortdurend welke vragen en onderwerpen er leven ten aanzien van de vaccinatie
en gaan daarover in gesprek.
• We stimuleren dit gesprek met de samenleving, onder andere door voorzieningen in te
richten, soms breed, soms specifiek gericht op doelgroepen (denk aan chatmogelijkheden,
keuzehulp, animaties)
• We houden in de communicatie rekening met emoties, gevoelens van spanning, zorgen
en onzekerheid.
• We treden actief op tegen desinformatie op sociale media. Het team van experts dat
zich onder de vlag van de Vaccinatiealliantie van de Staatssecretaris heeft verenigd
in de denktank desinformatie, zal zich hierop gaan richten.
Ook ga ik inzetten op meer zichtbaarheid en op het belang van vaccinatie via sociale
media.
Internationale ontwikkelingen
De keuzes die andere Europese landen maken ten aanzien van hun vaccinatiestrategie
hebben impact op de effectiviteit van de strategie in Nederland en vice versa. Dat
geldt bijvoorbeeld voor de manier waarop voorlichting georganiseerd is, maar gaat
ook over welke groepen wanneer gevaccineerd worden. Nederland zet daarom in op een
intensieve samenwerking om de aanpak, waar nodig, Europees op elkaar af te stemmen.
Dit hoeft niet te betekenen dat er geen verschillen zullen zijn tussen landen, bijvoorbeeld
door (de opbouw van) de bevolking. Verder kunnen verschillen tussen Europa en andere
landen in de wereld ontstaan, bijvoorbeeld door verschillen in snelheid van toelating
en beschikbaarheid van vaccins.
Tot slot
We willen allemaal weer terug naar een samenleving met de vrijheid zoals we die gewend
zijn. Een vaccin kan hier mogelijk een uitkomst in bieden. Om een vaccinatiestrategie
succesvol te laten zijn, is het belangrijk dat veel mensen zich laten vaccineren.
Hoeveel mensen dat precies moeten zijn, hangt af van het type vaccin en de effectiviteit.
Ook hierbij geldt dat we het samen moeten doen. Vaccineren doe je namelijk niet alleen
voor jezelf, maar ook om kwetsbare mensen in je omgeving te beschermen.
De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,
H.M. de Jonge
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
H.M. de Jonge, minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport