Brief regering : Stand van zaken Basisregistratie Personen (BRP)
27 859 Modernisering Gemeentelijke Basisadministratie persoonsgegevens (GBA)
Nr. 146
BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN BINNENLANDSE ZAKEN EN KONINKRIJKSRELATIES
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 21 september 2020
In mijn brief van 4 november 20191 schetste ik mijn aanpak voor stapsgewijze verbetering en vernieuwing van de Basisregistratie
Personen (BRP). Met deze brief voldoe ik aan de toezegging om uw Kamer over de voortgang
te informeren.
Verbetering en vernieuwing van de voorzieningen voor het BRP-stelsel zijn uiteraard
geen doelen op zich. Ze moeten bijdragen aan oplossingen voor maatschappelijke vraagstukken
waarin door de overheid verzamelde persoons- en adresgegevens een rol spelen. De BRP
bevat de persoons- en adresgegevens van onze burgers en anderen met een relatie met
de Nederlandse overheid. Gegevens die nodig zijn in veel overheidsprocessen en om
die reden zijn verzameld en worden gebruikt, maar waarbij nooit uit het oog mag worden
verloren dat het uiteindelijk altijd gaat over mensen. Mensen die in de knel kunnen
raken als ze niet op de juiste wijze geregistreerd staan of kunnen worden. Mensen
die erop moeten kunnen rekenen dat de overheid zorgvuldig met hun gegevens omgaat,
en aandacht heeft voor de persoon achter het burgerservicenummer. Waar mogelijk moet
de persoon desgewenst zelf de regie kunnen voeren op de door de overheid geregistreerde
gegevens. Daarbij moet echter wel geborgd blijven wat nodig is voor efficiënt en correct
overheidshandelen en moeten fraude en misbruik worden voorkomen.
In vele gesprekken met belanghebbenden wordt bevestigd dat verbeteringen en vernieuwingen
nodig zijn. Onderwerpen die daarbij prominent naar voren komen, zijn het gebrekkige
zicht op verblijf van arbeidsmigranten in Nederland, administratieve problemen van
Nederlanders die in het buitenland wonen en fouten en inconsistenties die ontstaan
doordat gegevens (moeten) worden gekopieerd in plaats van ze te kunnen ophalen bij
de bron. Daarnaast moet de BRP flexibeler worden, zodat sneller kan worden aangehaakt
bij maatschappelijke ontwikkelingen en ook sneller gebruik kan worden gemaakt van
nieuwe technische mogelijkheden waar die kunnen bijdragen aan verbeteringen van het
stelsel. Het doorvoeren van een relatief kleine wijziging duurt nu al gauw anderhalf
jaar.
In 2020 is de basis gelegd voor stapsgewijze verbetering en vernieuwing in de komende
jaren. Daarbij is gelijktijdig gewerkt langs drie lijnen:
1. Samen met belanghebbenden2 is de afgelopen maanden gewerkt aan kadernotities voor de toekomst van de BRP en
is een eerste versie van de «Ontwikkelagenda BRP» opgesteld voor de middellange en lange termijn. Vanaf 1 januari 2021 zal deze leidend
zijn bij het doorontwikkelen van de BRP.
2. Terwijl gewerkt werd aan het opstellen van de agenda zijn verbeteringen voor op korte termijn voorbereid. Dat leidt, deels nog onder voorbehoud van parlementaire instemming, tot
een aantal wijzigingen in het vierde kwartaal van 2020 en in 2021. Hierin is een aantal
toezeggingen die ik aan uw Kamer heb gedaan meegenomen. Het gaat om de toezegging
om de mogelijkheden voor ouders om hun levenloos geboren kind te registreren uit te
breiden3 en de toezegging om te expliciteren dat gemeenten verplicht zijn een burger ambtshalve
te registreren op een briefadres indien betrokkene geen woonadres heeft en zelf ook
geen aangifte doet of kan doen van een briefadres4.
3. De Rijksdienst voor Identiteitsgegevens (RvIG, beheerder van de centrale voorzieningen
voor de BRP) heeft in het kader van de «Health check BRP» extra onderhoud aan de centrale voorzieningen voor de BRP uitgevoerd. De activiteiten
worden dit jaar – versneld – afgerond.
Verbetering en vernieuwing is belangrijk, maar continuïteit, veiligheid en kwaliteit
verdienen los daarvan doorlopend aandacht. De BRP is immers een belangrijke basisvoorziening
voor de digitale overheid5 en onderdeel van de vitale infrastructuur van Nederland. Ik hecht er dan ook aan
uw Kamer ook over enkele activiteiten op die gebieden te informeren.
In het vervolg van deze brief ga ik achtereenvolgens in op:
1. De totstandkoming en inhoud van de «Ontwikkelagenda BRP» en hoe daarmee gewerkt gaat
worden.
2. De activiteiten en beoogde wijzigingen in 2020 en 2021.
3. De activiteiten in het kader van continuïteit, veiligheid en kwaliteit van de voorzieningen,
inclusief de stand van zaken van de «Health check BRP».
1. Ontwikkelagenda BRP
In het BRP-stelsel wordt overheidsbreed samengewerkt aan het registreren, bijhouden
en verstrekken van persoons- en adresgegevens. De gegevens worden gebruikt door honderden
organisaties. Ik hecht er zeer aan dat belanghebbenden bij het stelsel nauw betrokken
zijn bij wijzigingen. Het doorontwikkelen van de BRP vereist een zorgvuldig proces
van prioritering en planning in overleg met alle betrokken partijen. Dat gebeurde
al in regulier overleg, zoals in het bij Wet BRP ingestelde Gebruikersoverleg BRP.
In de afgelopen periode zijn daarnaast – voor overleg en besluitvorming over de gewenste
versnelde doorontwikkeling -werkgroepen en een Programmaraad BRP ingericht6.
Totstandkoming Ontwikkelagenda
Een van de werkgroepen, de werkgroep Toekomst BRP7, leverde eind mei 2020 een notitie op met strategische keuzes en daarbij horende
principes voor de doorontwikkeling van de BRP. Daarnaast is een afwegingskader opgesteld
waarin ontwerpprincipes voor doorontwikkeling van de BRP worden afgeleid uit de strategische
beleidskeuzes 8. Het legt de link tussen de wereld van beleid en de wereld van ICT-ontwikkeling.
Vervolgens is er gezamenlijk een eerste versie van de Ontwikkelagenda opgesteld en
is de globale inhoud daarvan voorgelegd aan de leden van de Programmaraad.
De leden van de Programmaraad hebben begin september positief gereageerd op de eerste
versie van de Ontwikkelagenda. Men is blij dat er nieuwe initiatieven zijn om tot
verbeteringen te komen. De punten uit de agenda worden herkend en ondersteund; wel
is op enkele punten eerst nader onderzoek nodig. Diverse leden wijzen erop dat naast
de punten die nu op de agenda staan, meer wijzigingen gewenst zijn. Onder andere modernisering
van de database wordt genoemd en meer aandacht voor de centrale rol van de BRP bij
regie op gegevens. Ook wordt aandacht gevraagd voor de samenhang tussen de punten
op de agenda en al in gang gezette wijzigingen en lopende experimenten. Onder «Werkwijze
Ontwikkelagenda ga ik daar op in. De reacties zullen nader worden besproken in de
Programmaraad, maar de conclusie is dat er vanuit de belanghebbenden ruim draagvlak
is om met de nieuwe werkwijze met de Ontwikkelagenda van start te gaan. Voordat ik
inga op de werkwijze, geef ik hieronder de agenda op hoofdlijnen weer.
Inhoud van de agenda
De eerste versie van de agenda bevat, op volgorde van door de werkgroep en programmaraad
aangegeven prioriteit9, de volgende punten:
1. Uitbreiden mogelijkheden bijhouden gegevens niet-ingezetenen
In de BRP staan de gegevens van inwoners van Nederlandse gemeenten (ingezetenen),
en van anderen met een band met de Nederlandse overheid (niet-ingezetenen). Voor niet-ingezetenen
worden minder gegevens geregistreerd en bijgehouden dan van voor ingezetenen. Verschil
zal er blijven, maar ten behoeve van beter zicht op tijdelijk verblijf van niet-ingezetenen
in Nederland (waaronder arbeidsmigranten) en efficiëntere dienstverlening van de Nederlandse
overheid aan niet-ingezetenen (waaronder Nederlanders die in het buitenland wonen,
maar ook niet-Nederlanders die in het verleden in Nederland rechten hebben opgebouwd)
is met prioriteit geagendeerd om de mogelijkheden om gegevens in de BRP over niet-ingezetenen
bij te houden uit te gaan breiden. Onderzocht zal onder andere worden of en hoe gegevens
over huwelijk, kinderen en overlijden bijgehouden kunnen worden tijdens niet-ingezetenschap.
Dat zou ook tot administratieve lastenvermindering voor mensen die na verblijf in
het buitenland terugkeren naar Nederland moeten kunnen leiden.
2. Andere financieringsregeling
De kosten voor beheer- en exploitatie van de centrale voorzieningen van de BRP worden
gezamenlijk door gebruikers van de gegevens opgebracht. Hoeveel een organisatie betaalt,
wordt bepaald op basis van een verdeelsleutel, gebaseerd op aantallen berichten uit
de centrale verstrekkingsvoorziening (GBA-V) die een organisatie ontvangt. Dit vormt
een ongewenste negatieve prikkel voor het bevragen van de BRP en belemmert daarmee
ook ontwikkelingen om het werken met kopieën van gegevens in de eigen administratie
zoveel mogelijk te vervangen door bevragen bij de bron op het moment dat gegevens
nodig zijn (zie ook punt 3 hieronder). Om die reden is dit punt geagendeerd voor de
ontwikkelagenda, ook omdat bij een andere financieringssystematiek aanpassingen in
wet- en regelgeving en financiële systemen nodig zullen zijn, wat capaciteit zal vragen
en waarmee dus in de agenda rekening gehouden moet worden.
3. Bevragen bij de bron
Dit punt is geagendeerd door gebruikers van de BRP omdat er aanpassingen nodig zullen
zijn in het BRP-stelsel om overschrijven en kopiëren van gegevens te gaan verminderen.
Op dit moment worden persoonsgegevens vaak meermaals gekopieerd voordat ze daadwerkelijk
gebruikt worden door uitvoeringsorganisaties: van brondocument (bijvoorbeeld akte
burgerlijke stand) naar decentrale BRP-voorzieningen van de gemeente, naar de centrale verstrekkingsvoorziening GBA-V, naar het
systeem van de verwerker van gegevens, naar het systeem van gebruiker van de gegevens
voor een bepaalde taak. Dat kan verminderen door meer te gaan werken met koppelen
van registraties in plaats van «zenden» van gegevens. Doel is dataminimalisatie in
het kader van de AVG, maar ook het verbeteren van de kwaliteit van gegevens omdat
er fouten en inconsistenties kunnen ontstaan bij het overnemen/kopiëren van gegevens.
Werken met kopieën kan bijvoorbeeld leiden tot gebruik van minder actuele gegevens
dan beschikbaar zijn in de BRP. In het kader van de Ontwikkelagenda BRP worden oplossingen
hiervoor onderzocht. Punt van aandacht daarbij is dat er ook in de toekomst redenen
zullen zijn om wel met kopieën van gegevens te blijven werken*. Het streven is onnodig kopiëren zoveel mogelijk te voorkomen, maar niet ten koste
van alles.
4. Onderzoek naar ontbrekende, niet opgenomen gegevens
Burgers kunnen niet altijd direct een brondocument overleggen bij inschrijving in
de BRP of bij het wijzigen van hun gegevens. Ook kan een brondocument dat getoond
wordt niet voldoen aan de voorwaarden omdat het bijvoorbeeld in geval van een buitenlands
document niet is voorzien van een apostille11. Het gevolg is nu dat dan een rechtsfeit (nog) niet wordt geregistreerd terwijl dat
voor de bijhouding, het voorkomen van fraude en voor de gebruikers van de gegevens
wel gewenst zou zijn. Dit punt is geagendeerd om een kader te ontwikkelen waarbinnen
bijvoorbeeld op basis van een verklaring onder ede gegevens opgenomen kunnen worden.
5. Verbeteren samenhang burgerlijke stand – BRP
12
Akten van de Nederlandse burgerlijke stand zijn de bron voor de gegevens over de burgerlijke
staat van personen in de BRP13. De gegevens uit de (papieren) akten worden overgenomen in de BRP. De huidige werkwijze
brengt in sommige gevallen extra administratieve handelingen met zich mee. Dit punt
is op de agenda geplaatst om te gaan verkennen welke mogelijkheden tot verbeteringen
er zijn. Er zijn door de werkgroep enkele oplossingsrichtingen benoemd, die zullen
worden uitgewerkt en waarover BZK in overleg zal gaan met het Ministerie van Justitie
en Veiligheid (beleidsverantwoordelijk voor de burgerlijke stand).
6. Meerdere adressen registreren
In de BRP wordt maar één adres geregistreerd. Voor ingezetenen is dit een adres in
een Nederlandse gemeente14, voor niet-ingezetenen een adres in het buitenland. Dit is dan het formele woonadres
van de persoon. Er zijn echter gevallen waarin een persoon meerdere adressen heeft,
en het centraal beschikbaar hebben van dit gegeven bij zou dragen aan efficiënt overheidshandelen.
Denk aan de arbeidsmigrant die tijdelijk in Nederland woont, maar van wie alleen een
buitenlands adres is geregistreerd in de BRP. Maar ook het kind dat vanwege co-ouderschap
op twee adressen verblijft of de werknemer die een gedeelte van de week of het jaar
op een ander adres verblijft dan zijn gezin. Dit punt is geagendeerd om te onderzoeken
of en hoe een tweede adres opgenomen zou kunnen worden in de BRP en hoe dit bij kan
dragen aan het oplossen van knelpunten voor de burger en verbetering van zicht op
verblijf van personen door de overheid.
7. Uitbreiden zoekfunctie centrale gegevensverzameling BRP
Daartoe geautoriseerde organisaties kunnen met zoekvragen gegevens ophalen uit de
centrale gegevensverzameling van de BRP. De huidige zoekfuncties zijn te beperkt,
uitbreiding is nodig om sneller de goede gegevens te vinden en tegelijkertijd de privacy
zoveel mogelijk te waarborgen door niet onnodig gegevens van (niet gezochte) personen
mee te leveren. Gebruikers van de BRP hebben wensen met betrekking tot uitbreiding
ingediend, en op basis daarvan zal nader uitgewerkt worden hoe hieraan tegemoet gekomen
kan gaan worden door aanpassingen in de centrale voorzieningen voor de BRP te realiseren.
8. Alle bevragingen van BRP-gegevens inzichtelijk maken
De Wet BRP stelt dat de ingeschrevene niet alleen het recht heeft op inzage van de
over hem of haar vastgelegde gegevens, maar ook recht heeft op inzage in welke organisaties
die gegevens verstrekt hebben gekregen. Het belang van deze inzage wordt ook onderstreept
in het beleid van dit kabinet rond Regie op gegevens15. Op dit moment kan de burger alleen inzage krijgen door een overzicht op te vragen
bij de woongemeente of (voor niet-ingezetenen) aan een RNI16-loket. De aanvrager ontvangt dan een overzicht van de verstrekkingen uit de centrale
voorzieningen, aangevuld met informatie over decentrale verstrekkingen door de gemeente.
Er gaat worden onderzocht hoe (in stappen) kan worden gewerkt aan verbeteren en vergroten
van de inzagemogelijkheden.
9. Opnemen digitale contactgegevens
De BRP bevat waar het gaat om gegevens waarmee contact gelegd kan worden met de burger
alleen het fysieke adres waar post heen gestuurd kan worden of een huisbezoek kan
worden afgelegd. Gegevens die gebruikt kunnen worden voor digitaal contact (e-mailadres,
telefoonnummer) zijn niet opgenomen in de BRP, terwijl de overheid daar wel behoefte
aan heeft, bijvoorbeeld om snel en op alternatieve wijze contact op te kunnen nemen
met de burger. In het kader van de Ontwikkelagenda zal uitgewerkt worden hoe registratie,
bijhouding en gebruik van de gegevens vorm kan krijgen. Een eerste stap wordt – vooruitlopend
hierop – al gezet door contactgegevens te gaan registreren bij registratie van niet-ingezetenen
in de BRP, zie onder «Project Verbeteren Registratie arbeidsmigranten» verderop in
deze brief.
10. Aanschrijfnaam
De BRP bevat een aantal gegevens van burgers (waaronder naam, geslacht) die overheidsorganisaties
verstrekt krijgen om te kunnen bepalen welke aanschrijfnaam ze gaan gebruiken in correspondentie
met de burger. Momenteel zijn de keuzemogelijkheden van de burger ten aanzien van
de wijze van aanschrijving beperkt tot het gebruik van de achternaam van de (ex-)
echtgenoot of geregistreerde partner. Het streven is om deze keuzemogelijkheden voor
de burger te vergroten en tegelijkertijd de gebruikers van de BRP beter te ondersteunen
bij het gebruiken van de gewenste aanschrijfnaam.
Er is, in het kader van het kabinetsbeleid over onnodige sekseregistratie onderzocht
of het mogelijk is om burgers de keuze te geven om ook zonder de heer/mevrouw aangeschreven
te worden. Dit blijkt mogelijk en vereist o.a. een aanpassing van de Wet BRP en aanpassing
van het technisch ontwerp van de BRP. Er is ook onderzoek gedaan naar impact en kosten,
maar nadere uitwerking is nog nodig. Deze uitwerking wordt in samenhang met andere
wijzigingen in de BRP meegenomen in het traject van de Ontwikkelagenda. Daarbij wordt
ook zowel vanuit technisch als vanuit financieel oogpunt bekeken welke wijzigingen
gecombineerd kunnen worden (zie ook onder Werkwijze Ontwikkelagenda, verderop in deze
brief)17.
11. Registratie afwezigheid, bijvoorbeeld verklaring ongehuwd en kinderloos
In de BRP wordt alleen de aanwezigheid van bepaalde rechtsfeiten geregistreerd en
niet of iets niet het geval is. Bijvoorbeeld: bij een eerste inschrijving in de BRP
of bij hervestiging vanuit het buitenland wordt aan de persoon gevraagd of hij is
gehuwd, gehuwd is geweest en kinderen heeft. Wanneer daar geen sprake van is, en de
persoon dat verklaart, wordt geen huwelijk en geen kind geregistreerd. Voor de gebruiker
van de gegevens is uit de afwezigheid van gegevens over huwelijk of kinderen echter
niet met zekerheid af te leiden dat er geen sprake is van een huwelijk of kinderen.
Toch wordt door gebruikers deze conclusie vaak (ten onrechte) getrokken. Een oplossing
hiervoor wordt uitgewerkt.
12. Aanpassing i.v.m. verkiezingen (vereenvoudigen proces rond voorkomen dubbel stemmen
EU-burgers)
Dit punt is geagendeerd omdat een uitbreiding nodig is in de BRP om gegevens uit te
kunnen wisselen met andere EU-landen om het proces rond controle op dubbel stemmen
te vereenvoudigen. Het betreft een kleine, maar noodzakelijke, wijziging, waar in
de planning van de doorontwikkeling rekening mee moet worden gehouden.
Werkwijze Ontwikkelagenda
Alle punten uit deze eerste versie van de agenda worden nu verder uitgewerkt. Voor
een aantal punten geldt dat er in de conceptagenda al concrete oplossingsrichtingen
zijn geformuleerd, voor een aantal punten is eerst nog onderzoek naar mogelijke oplossingsrichtingen
nodig.
Voor ieder van de onderwerpen op de ontwikkelagenda zal vóór realisatie nog een uitgebreide
impactanalyse worden uitgevoerd die onder meer een onderbouwde schatting oplevert
van kosten en doorlooptijd. Deze impactanalyses worden in de programmaraad BRP besproken
voordat tot realisatie van een specifieke oplossing wordt overgegaan.
Uitkomsten van impactanalyses kunnen ertoe leiden dat alsnog afgezien wordt van de
wijzigingen, omdat bijvoorbeeld de kosten niet op blijken te wegen tegen de baten.
Er kan dan besloten worden het punt wel op de agenda te laten staan, maar naar een
andere oplossing te zoeken, of om het punt geheel te schrappen. Aan de andere kant
kunnen en zullen in de loop van de tijd ook punten aan de agenda worden toegevoegd
als er maatschappelijke ontwikkelingen zijn die daarom vragen.
Planning
Op basis van de uitwerkingen wordt een meerjarenplanning gemaakt voor de realisatie
van de wijzigingen. Niet alleen prioritering vanuit de stakeholders is daarbij leidend,
maar ook zaken als of er al dan niet wijziging van wet- en regelgeving nodig is, zullen
daarbij een rol spelen. Zo kan het zijn dat een wijziging die lager geprioriteerd
is, toch eerder wordt gerealiseerd omdat er geen ingrijpende wijziging in wet- en
regelgeving voor nodig is. Of omdat het een aanpassing is die niet verplicht hoeft
te worden doorgevoerd door alle gebruikers van het stelsel, waardoor geen rekening
gehouden hoeft te worden met wanneer de wijziging mogelijk is in de afzonderlijke
planningen van gemeenten en gebruikers. Een meerjarenplanning op hoofdlijnen is eind
dit jaar gereed.
Integratie Ontwikkelagenda met lopende trajecten
De hierboven genoemde punten zijn besproken en geprioriteerd door de stakeholders
van de BRP. Ondertussen zijn activiteiten opgestart ter voorbereiding op een aantal
andere nodige en gewenste aanpassingen van het BRP-stelsel. Deze zullen, voor zover
er nog capaciteit en middelen nodig zijn in 2021 en latere jaren, ook een plek gaan
krijgen in de Ontwikkelagenda. Het gaat daarbij met name om wijzigingen ten behoeve
van het verbeteren van de registratie van arbeidsmigranten en projecten ten behoeve
van het vergroten van de regie van de burger op het gebruik van zijn persoonsgegevens.
Informatie over de stand van zaken van deze trajecten vindt u in de volgende paragraaf.
Maar ook een aantal andere reeds voorziene kleinere wijzigingen zullen moeten worden
opgenomen in de volgende versie van de Ontwikkelagenda.
Tot slot. De ontwikkelagenda bevat wijzigingen in functionaliteit van de voorzieningen.
Daarnaast zal in 2020 en 2021 ook worden gewerkt aan wijzigingen in het ontwikkelproces
(om het stelsel sneller aan te kunnen passen aan maatschappelijke en technische ontwikkelingen).
Ook wordt de architectuur van het stelsel herbezien. Hiervoor start nog dit jaar een
aparte werkgroep.
2. Activiteiten en geplande wijzigingen 2020-2021
Terwijl gewerkt werd aan de activiteiten van de health check en het samen met belanghebbenden
opstellen van de meerjarige ontwikkelagenda, is ook gewerkt aan gewenste aanpassingen
voor de korte en middellange termijn. Het gaat daarbij om wijzigingen in de systemen
en wet- en regelgeving die al aan uw Kamer waren toegezegd, om projecten die bijdragen
aan het kabinetsbeleid rond de BRP en om experimenten om innovaties te beproeven.
Beoogde wijzigingen in wet- en regelgeving
Binnenkort18 doe ik uw Kamer een voorstel voor wijziging van de wet BRP en de wet basisadministraties
persoonsgegevens BES toekomen, met daarin onder andere:
– Een voorstel t.b.v. aanscherpen verplichting registratie op briefadres19.
– Een voorstel voor het opnemen van een Experimenteerartikel, t.b.v. het kunnen experimenteren
met wijzigingen in verband met de doorontwikkeling van de BRP.
– Een voorstel voor het uitbreiden van de mogelijkheid voor het registreren van levenloos
geboren kinderen, zodat ook kinderen die geboren zijn toen de ouder in het buitenland
woonde kunnen worden bijgeschreven.
– Een voorstel om het mogelijk te maken voor ouders op de BES-eilanden om hun doodgeboren
kind te laten registreren in de persoonsregistratie op de BES (PIVA) 20.
Beoogde wijzigingen in ICT-systemen
Er zijn voorbereidingen getroffen om op 4 oktober 2020 en (naar verwachting) 1 juli
202121 een aantal kleine wijzigingen in de ICT-systemen van de BRP door te voeren. Het betreft:
– Voorbereidingen ten behoeve van toekomstige wijzigingen in registratie van gezag (bijvoorbeeld
in verband met het wetsvoorstel Deelgezag).
– Wijzigingen om registratie van overlijden in Nederland van niet-ingezetenen mogelijk
te maken.
– Wijzigingen om het voor gebruikers van de BRP mogelijk te maken gegevens verstrekt
te krijgen via webservice in plaats van via berichten.
– Het herstellen van een omissie in het recht op verwijderen van gegevens na geslachtswijziging.
– Wijzigingen nodig om registratie van levenloos geboren kinderen ook in Caribisch Nederland
(op de BES-eilanden) mogelijk te maken.
Daarnaast wordt gewerkt aan een wijziging om zichtbaar te maken dat een persoon aantoonbaar
niet meer op een bepaald adres woont. Dit als oplossing voor gevallen waarin nieuwe
bewoners er last van kunnen hebben dat een oude bewoner nog op het adres geregistreerd
staat (en onderzoek naar waar de bewoner is gebleven nog loopt)22.
Project Verbeteren registratie arbeidsmigranten
In april is een project opgestart met als doel de registratie van arbeidsmigranten
te verbeteren. In 2020 worden de eerste stappen gezet naar verbeterd zicht op verblijf
van niet-ingezetenen (waaronder arbeidsmigranten) in Nederland en worden meer structurele
verbeteringen voorbereid. Vanaf eind 2020 zullen aan de RNI-loketten contactgegevens
worden geregistreerd van de personen die zich komen laten registreren. Ook wordt er
een proef uitgevoerd met het verstrekken van deze contactgegevens aan de Inspectie
SZW. Samen met SZW wordt gewerkt aan voorlichting aan arbeidsmigranten over de BRP.
Tegelijkertijd worden meer structurele verbeteringen voorbereid, waarvoor aanpassing
van wet- en regelgeving nodig zal zijn. In de Ontwikkelagenda zijn hiervoor al de
punten «Uitbreiding mogelijkheden registratie niet-ingezetenen» en «Registratie tweede
adres» opgenomen.
In de Kabinetsreactie op de aanbevelingen van het Aanjaagteam Bescherming Arbeidsmigranten23 is het plan van aanpak voor de verbetering van de registratie van arbeidsmigranten
benoemd en is, mede naar aanleiding van de adviezen van het aanjaagteam ook gemeld
dat bezien wordt of de Wet BRP aangepast moet gaan worden, met name waar het gaat
om aangiftetermijnen. Het Aanjaagteam werkt aan een vervolg op de adviezen. Ik zal
die betrekken bij verdere uitwerking van wijzigingen in de BRP.
Project Verstrekken gegevens uit BRP onder regie van de burger
In het voorjaar van 2020 is een project gestart om eerste stappen te zetten in het
realiseren van een nieuwe wijze van systematisch verstrekken van gegevens uit de BRP,
namelijk aan maatschappelijke organisaties op verzoek van de burger. Burgers krijgen
in de toekomst de mogelijkheid systematische verstrekking aan bepaalde daarvoor geautoriseerde
organisaties «aan» of «uit» te zetten24. Staat de verstrekking «aan», dan wordt een adreswijziging automatisch doorgegeven
aan de betreffende organisatie. Dit is een ingrijpende wijziging in het stelsel, waar
nu alleen systematisch verstrekt wordt op basis van de wet BRP aan overheidsorganisaties
en aangewezen derden. In 2020 worden de eerste benodigde wijzigingen «onder de motorkap»
doorgevoerd. Wanneer burgers gebruik kunnen gaan maken van deze voorziening en in
hoeverre daar aanpassing van wet- en regelgeving voor benodigd is, wordt eind 2020
duidelijk.
Experimenten 2020/2021
In mijn brief van 4 november 2019 meldde ik dat als onderdeel van de aanpak voor de
doorontwikkeling van de BRP mogelijke (technologische) innovaties met experimenten25 zouden worden beproefd.
Er lopen momenteel diverse experimenten die, bij bewezen succes, mogelijk tot wijzigingen
in het BRP-stelsel gaan leiden. Besluitvorming daarover volgt pas na grondige bestudering
van de resultaten. Naast experimenten en pilots in het kader van regie op gegevens,
gaat het met name om een experiment van de VNG samen met enkele gemeenten en een experiment
van RvIG voor Identiteitsgegevens met pensioenuitvoerders. Ik licht ze hieronder kort
toe.
De VNG en enkele gemeenten werken in een periode van twee jaar aan een project Experiment
BRP. In mijn brief van 4 november meldde ik uw Kamer de wens van de VNG om daarmee
te starten. In het project werkt een klein multidisciplinair team voor een periode
van twee jaar aan nieuwe oplossingen voor het registreren en ontsluiten van persoonsgegevens
bij gemeenten. Ze realiseren prototypes, zoals bijvoorbeeld een burgerzakenmodule
voor het registreren van een geboorte. Er wordt daarbij gebruikt gemaakt van broncode
en datamodel van de stopgezette Operatie BRP. Het experiment levert informatie over
de (on)haalbaarheid van de verschillende (technische) oplossingen voor mogelijk een
nieuwe BRP-voorziening.
RvIG en pensioenuitvoerders onderzoeken een nieuwe manier van ontsluiten van gegevens
uit de BRP, waarbij gebruik wordt gemaakt van principes uit de block- chain-technologie.
Doelstellingen zijn het gebruik van kopieën/ schaduwadministraties overbodig te gaan
maken en protocollering van verstrekking van gegevens en het doel van de verstrekking
te gaan verbeteren. In 2020 wordt een prototype gebouwd om in 2021 mee te kunnen testen26 en besluiten te kunnen nemen over mogelijk vervolg.
Voor beide experimenten geldt dat ze mogelijk input leveren voor de punten 3 (bevragen
bij de bron) en 8 (BRP-bevragingen inzichtelijk maken) van de Ontwikkelagenda. Besluitvorming
vindt pas op zijn vroegst in 2021 plaats.
3. Continuïteit, veiligheid en kwaliteit
De BRP is onderdeel van de vitale infrastructuur van Nederland. Als inschrijvingen
en mutaties niet kunnen plaatsvinden of de verstrekking van gegevens hapert, lopen
processen vast en komen burgers, bedrijven en overheidsinstanties in de problemen.
Burgers moeten erop kunnen rekenen dat de overheid zorgvuldig met hun gegevens omgaat
en misbruik van gegevens zoveel mogelijk tegengaat. Dat geldt in het bijzonder voor
de gegevens uit de BRP, waaronder het burgerservicenummer, gegevens over burgerlijke
staat en adresgegevens. De kwaliteit van de gegevens, gebruikt in ontelbare overheidsprocessen,
moet zo hoog mogelijk zijn om fouten, maar ook misbruik en fraude te voorkomen. De
aspecten continuïteit, veiligheid en kwaliteit hebben dan ook doorlopend aandacht
nodig. Ik informeer u hieronder over een aantal activiteiten die – naast het reguliere
beheer – in dit kader plaatsvinden.
Onderzoek naar veiligheid
In mijn brief van 4 november 2019 heb ik u gemeld onderzoek te hebben laten verrichten
naar de veiligheid van de BRP, naar aanleiding van de passage in het regeerakkoord
over versleuteling van privacygevoelige gegevens in basisregistraties. U ontvangt
over de uitkomsten van het onderzoek binnenkort een aparte brief, waarin ook aandacht
wordt besteed aan de andere basisregistraties waarin privacygevoelige gegevens worden
geregistreerd.
Health check BRP
In mijn brief van 4 november rapporteerde ik over de «health check BRP», de activiteiten
om (na het stopzetten van de Operatie BRP27) de continuïteit van de huidige voorzieningen voor de komende jaren te garanderen.
Gebleken is in de maanden daarna dat de health check activiteiten dit jaar versneld
kunnen worden afgerond. Dat is een gevolg van de keuze om de BRP versneld stapsgewijs
te gaan doorontwikkelen in plaats van af te koersen op het bouwen van een nieuw systeem.
Enkele in de health check voorziene activiteiten, zoals een aantal aanpassingen in
het kader van de AVG, worden meegenomen bij de doorontwikkeling. De andere activiteiten
zijn afgerond of worden dat in de komende maanden.
Resultaten van de activiteiten zijn onder andere:
– De applicatie die nodig is voor het bijhouden van de gegevens voor niet-ingezetenen
is technisch vernieuwd (een verouderd software framework is vervangen). Daardoor kon
weer doorontwikkeld worden. Er zijn vervolgens noodzakelijke beheerfuncties versterkt
en uitgebreid.
– De werkinstructies voor de gemeentelijke RNI-loketten en de backoffice bij RvIG zijn
uitgebreid (o.a. op het onderdeel fraudeherkenning en -afhandeling).
– Voor de registratie van niet-ingezetenen is een aantal uitvoeringsissues opgelost,
zoals hoe om te gaan met ontvangen brondocumenten die niet geregistreerd kunnen worden.
– De openstaande maatregelen op het gebied van informatiebeveiliging zijn opgepakt.
Het ging daarbij vooral om het verbeteren van het inzicht in welke personen in welke
rol toegang hebben tot welk onderdeel van het centrale systeem (Identity & Access Management IAM).
– Het datacentrum waar (onder andere) de BRP-voorzieningen draaien is verhuisd, vernieuwd
en deels vervangen.
– De Berichtendienst is gemoderniseerd en verbeterd. Dit was onder andere nodig om het
beveiligingsniveau op peil te houden en om onder de leveranciersgarantie en -ondersteuning
te blijven vallen. De komende jaren kan hierdoor stapsgewijs overgeschakeld worden
van de Berichtendienst naar webservices.
Landelijke aanpak adreskwaliteit
De Landelijke aanpak adreskwaliteit (LAA) is een belangrijk instrument voor de verbetering
van de adreskwaliteit in de BRP en het bestrijden van adresgerelateerde fraude. Over
de voortgang van de Landelijke aanpak adreskwaliteit wordt u dit jaar via een voortgangsrapportage
geïnformeerd. Zoals in de brief van 4 november gemeld, wordt de succesvolle aanpak
van het programma LAA structureel ingebed bij RvIG. Een voorstel tot wijziging van
de Wet BRP in verband daarmee is dit voorjaar in consultatie geweest. Ik streef ernaar
het voorstel later dit jaar aan uw Kamer te doen toekomen.
Tot slot. De BRP onderhouden, verbeteren en vernieuwen vergt inspanningen van alle
organisaties die een rol hebben in het stelsel. Dat maakt prioriteren en doorvoeren
van wijzigingen niet gemakkelijk. Ik constateer echter dat het de afgelopen periode
gelukt is om samen met vele belanghebbenden een bruikbare agenda op te stellen en
dat de basis gelegd is om de komende jaren merkbare verbeteringen te kunnen gaan realiseren.
Merkbaar niet alleen voor de overheid zelf, maar vooral ook voor de mensen achter
de burgerservicenummers.
De Staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,
R.W. Knops
Indieners
-
Indiener
R.W. Knops, staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.