Brief regering : Stand van zaken Douane
31 934 Douane
Nr. 35
BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN FINANCIËN
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 15 september 2020
Inleiding
Uw Kamer heeft aangegeven in het Algemeen Overleg over de Douane op 22 september as.
over diverse onderwerpen te willen spreken, waaronder integriteit en de Brexit. Ter
voorbereiding van dit debat informeer ik u nader over de stand van zaken van deze
onderwerpen. Bij het onderwerp integriteit kom ik mijn toezegging1 na om u te informeren over de versterking van de screening van medewerkers. Daarbij
maak ik met deze brief van de gelegenheid gebruik om u nader te informeren over een
aantal andere ontwikkelingen bij de Douane. In deze brief ga ik daarnaast in op het
verzoek van het lid Lodders (VVD) om een nadere stand van zaken voor wat betreft het
toezicht van de Douane op de in-, uit- en doorvoer van strategische goederen.
De volgende onderwerpen komen aan de orde in deze brief:
1. Onze opgave
2. Onze omgeving
3. Onze mensen, middelen en activiteiten
4. Onze resultaten
5. Externe ontwikkelingen
6. Interne ontwikkelingen
7. Onze ambitie
8. Verdieping actuele thema’s
8.1. Integriteit
8.2. Leiderschap en cultuur
8.3. Brexit
8.4. Aanpak volumestijging
8.5. Personeel
8.6. Smokkel van verdovende middelen
8.7. Dienstverlening
8.8. Douanetoezicht op strategische goederen
8.9. COVID-19
1. Onze opgave
Als handhavingsorganisatie houdt de Douane toezicht op het EU-grensoverschrijdende
goederenverkeer, heft en int invoerrechten en belastingen en handhaaft wet- en regelgeving
op het gebied van veiligheid, economie, gezondheid en milieu. Daarnaast heft en int
de Douane in het binnenland accijnzen en verbruiksbelastingen. Zo draagt de Douane
bij aan een:
• solide financiering van de publieke taken;
• een veilige samenleving;
• een sterke, aantrekkelijke en eerlijke (interne) markt.
De Douane voert opdrachten uit op grond van het Douanewetboek van de Unie (DWU) en
tientallen Europese verordeningen. Samen met andere lidstaten en de Europese Commissie
stelt Nederland deze EU-wetgeving vast en wordt het Europees douanebeleid geformuleerd.
In de Wereld Douane Organisatie werkt Nederland ook mondiaal aan beleidsvorming op
douaneterrein. Hierdoor profiteert het bedrijfsleven in én buiten de EU van gestroomlijnde
procedures.
Daarnaast is er nationale wet- en regelgeving, zoals de Algemene douane wet (Adw),
op grond waarvan de Douane opdrachten uitvoert.
De opgave wordt samengevat met de letters ABC:
Afdracht van invoerrechten, belastingen en accijnzen (A)
De Douane heft en int de invoerrechten, btw, verbruiksbelastingen en accijns – samen
goed voor ongeveer 16 miljard euro per jaar. De invoerrechten ad. ca. 3 miljard euro
per jaar worden – na aftrek van een percentage voor de perceptiekosten – afgedragen
aan de EU. De overige 13 miljard aan belastingen en accijns vloeit naar de Nederlandse
staatskas.
Bescherming van de samenleving (B)
De Douane zorgt ervoor dat goederen die schadelijk, gevaarlijk of anderszins ongewenst
zijn niet via ons land de EU binnenkomen of uitgaan. Zo houdt de Douane verboden medicijnen,
verdovende middelen en grondstoffen voor drugs en explosieven tegen. Dit geldt ook
voor beschermde plant- en diersoorten, die vaak illegaal worden verhandeld. Verder
houdt de Douane toezicht op grote sommen contant geld en waardepapieren, want die
kunnen wijzen op witwassen of terrorismefinanciering. De Douane houdt toezicht op
de internationale handel in zogenaamde strategische goederen, zoals militaire goederen
en dual use goederen (goederen met een normale civiele toepassing, die ook gebruikt
kunnen worden om bijvoorbeeld massavernietigingswapens, ballistische raketten of conventionele
militaire goederen te maken) en op naleving van sanctiemaatregelen tegen diverse landen
en regimes.
Versterking van de Nederlandse en Europese concurrentiepositie (C)
De Douane heeft een belangrijke economische opdracht: het versterken van de concurrentiepositie
van de Nederlandse en Europese handel en industrie. Dit doet de Douane onder meer
door het opleggen van antidumpingheffingen als Europese producenten lijden onder dumpingpraktijken
van producenten uit derde landen. Hierbij faciliteert de Douane bonafide ondernemers
zo goed mogelijk. We proberen bij het uitvoeren van onze taken de logistieke processen
zo min mogelijk te verstoren en eventuele knelpunten op dit vlak te voorkomen en te
verhelpen. Daarom zoekt de Douane voortdurend naar de balans tussen handhaving en
handelsfacilitatie.
2. Onze omgeving
De Nederlandse Douane heeft een belangrijke positie voor wat betreft het EU-grensoverschrijdende
goederenverkeer. Want Nederland is een belangrijke toegangspoort voor Europa: veel
goederen komen de EU binnen of verlaten de EU via Nederlandse havens en luchthavens.
In 2019 verwerkte Nederland de meeste havengoederen van alle lidstaten: ca. 17% (607.524
duizend ton) van alle havengoederen (3.514.995 duizend ton) van de EU.2 In 2019 werd ca. 12% (1.703.662 ton) van alle vracht en post(pakketten) van de EU
(13.891.505 ton) op Nederlandse luchthavens in- of uitgeladen3. De haven van Rotterdam en de luchthaven Schiphol zijn de belangrijkste mainports.
De haven van Rotterdam heeft internationaal gezien een belangrijke rol in het zeevervoer:
het is de 10e zeehaven in de wereld. Binnen Europa is het de grootste verwerker van havengoederen.4 Schiphol is voor goederenoverslag de derde luchthaven van Europa, na Parijs en Frankfurt.
Daarbij heeft 86% van alle goederen die via lucht via Schiphol worden vervoerd een
herkomst of bestemming buiten de EU5.
3. Onze mensen, middelen en activiteiten
Bovengenoemde opgave verricht de Douane momenteel met een bezetting van ca. 5.300
fte’s en een begroting van ca. 450 miljoen euro per jaar, waarvan
420 miljoen personele uitgaven betreft6. Om de opgave uit te voeren beschikt de Douane naast personeel o.a. over (gespecialiseerde)
huisvesting, ICT-systemen, speurhonden, vaste en mobiele scanners, auto’s, schepen
en een laboratorium.
De Douane kent vele soorten handhavingsactiviteiten, die elkaar aanvullen en versterken.
Het gaat dan bijvoorbeeld om dienstverlening (o.a. uitleg op douane.nl hoe op een
juiste wijze aangifte kan worden gedaan), het controleren van aangiften (kloppen de
gegevens, zijn de wettelijk voorgeschreven documenten meegestuurd), controle van de
goederen met behulp van speurhonden en/of scanners, fysiek controleren van de goederen,
laboratorium onderzoeken en een controles van de administraties van bedrijven. Daarnaast
surveilleert de Douane in havens en op vliegvelden en langs de kust (o.a. in samenwerking
met de Kustwacht).
4. Onze resultaten
Enkele cijfers
Zonder uitputtend te zijn, volgen hierna enkele cijfers voor het jaar 2019 ter illustratie
van de werkzaamheden van de Douane. In 2019 verwerkte en beoordeelde de Douane ca.
300 miljoen aangifteregels7 en zijn ca. 91.000 scancontroles uitgevoerd. Er vonden bijna 400.000 fysieke controles
op vracht, koeriers en postzendingen plaats, waarvan ca. 25.000 gericht op het risico
van het niet naleven van internationale sancties en ca. 6.000 op de in-, uit- en doorvoer
van strategische goederen. Bijna 9.000 schepen en vliegtuigen werden gecontroleerd.
Daarnaast zijn in 2019 ca. 260.000 controles op reizigersbagage uitgevoerd. In 2019
zijn ca. 40 ton cocaïne, ca. 1.100 kilo XTC, ca. 112.000 sigaretten en ca. 125.000
(imitatie)wapens door de Douane in beslag genomen.
Prestatie indicatoren
Om meer zicht te krijgen op de realisatie van de eerder genoemde ABC-opdrachten, zijn
prestatie indicatoren opgenomen in de begroting hoofdstuk IX (Ministerie van Financiën).
Voor de A van afdracht is er een indicator die weergeeft hoe groot het aandeel juiste
invoeraangiften is in het totaal aantal invoeraangiften. Deze indicator is de belangrijkste
graadmeter voor het vaststellen van de mate van naleving van de fiscale wet- en regelgeving
(fiscale compliance). Voor de B van beschermen is er een indicator die weergeeft in
hoeverre de Douane de afspraken over de niet-fiscale taken is nagekomen met de opdrachtgevende
beleidsdepartementen. Deze opdrachtgevende beleidsdepartementen zijn de Ministeries
van Financiën, Buitenlandse Zaken, Economische Zaken en Klimaat, Infrastructuur en
Waterstaat, Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,
Justitie en Veiligheid en Volksgezondheid, Welzijn en Sport.
Voor de C van Concurrentie is de indicator het bewijs van Goede Dienst. Hierin zijn
doelstellingen opgenomen die in samenspraak met het bedrijfsleven tot stand zijn gekomen
en waaraan zowel de Douane als het bedrijfsleven grote waarde hecht. Doelstellingen
zijn bijvoorbeeld bereikbaarheid, betrouwbaarheid, vakkennis en minimale verstoring
van logistieke processen. Vervolgens wordt via een enquête onder het bedrijfsleven
onderzocht hoe de Douane scoort op deze doelstellingen. De indicatoren zijn opgenomen
in de begroting, het jaarplan van de Belastingdienst en in de voortgangsrapportages
op het jaarplan.
De indicatoren, die zijn gepresenteerd en nader toegelicht in de begroting IX Ministerie
van Financiën voor het jaar 2021, hebben zich als volgt ontwikkeld:
Begroting IX Ministerie van Financiën voor het jaar 2021: prestatie indicatoren Douane
2018
2019
2020
2021
waarde
waarde
streefwaarde
streefwaarde
A: juiste invoeraangiften1
91
97
>100
>100
B: nakomen afspraken niet fiscale taken
n.v.t.2
n.v.t.
>95%
>95%
C: waardering bedrijfsleven3
107
106
>100
>100
X Noot
1
indexcijfer met 2016 als indexjaar.
X Noot
2
n.v.t. Waarde 2018 en 2019 niet van toepassing omdat de indicator vanaf 2020 in werking
is getreden.
X Noot
3
indexcijfer met 2015 als indexjaar
Op dit moment voert een extern bureau een beleidsdoorlichting uit naar de doelmatigheid
en doeltreffendheid van de Douane in de periode 2012–2018. Dit in het kader van de
wettelijke plicht om begrotingsartikelen in de Rijksbegroting periodiek (tenminste
eens in de zeven jaar jaar) te evalueren in een beleidsdoorlichting.
Waardering voor het werk van de Douane
De Douane staat in internationale benchmarks over logistiek en grensafhandeling al
jaren steevast in de top. De Logistic Performance Index (LPI), een publicatie van
de Wereldbank, is een benchmark ontwikkeld om landen te helpen bij het identificeren
van uitdagingen en kansen waar zij mee worden geconfronteerd op het gebied van logistiek
en wat ze kunnen doen om hun prestaties daarin te verbeteren. De benchmark wordt elke
twee jaar gepubliceerd. De score van Nederland totaal is het gemiddelde van de scores
op douane, infrastructuur, internationale zendingen, logistieke competentie, track
and tracing, en tijdigheid. In de Logistic Performance voor 2018 staat voor het aspect
douane, de Nederlandse Douane met een score van 3,92 op de vijfde plaats. De Duitse
Douane staat met een voorsprong van 0,17 punten op de eerste plaats (4,09) gevolgd
door Zweden (4,05), Japan (3,99) en Denemarken met hetzelfde aantal punten als Nederland
(3,92).
Op de Trade Facilitation and Paperless Trade Implementation 2019 van de Verenigde
Naties, waar een vergelijking van procedures en werkwijze van de douane onderdeel
van uitmaakt, staat Nederland op de tweede plaats, na Australië en Zuid-Korea die
de eerste plaats delen.
De goede score van de Nederlandse Douane in deze benchmarks, is een belangrijke signaal,
want mede op basis hiervan, bepalen multinationale bedrijven waar zij zich vestigen.
Ook de mainports Rotterdamse Haven en Luchthaven Schiphol hebben baat bij een goed
functionerende Douane, evenals het overige Nederlandse bedrijfsleven dat sterk internationaal
georiënteerd is.
5. Externe ontwikkelingen
De omgeving waarin de Douane opereert is sterk in beweging en de externe ontwikkelingen
volgen elkaar snel op.
Brexit
Vanaf 1 januari 2021 zullen de gevolgen van de Brexit merkbaar zijn voor bedrijven
en de Douane. Verderop in deze brief wordt hier uitgebreid op ingegaan.
Sterke toename volume aangifteregels
Het volume aan aangifteregels neemt sterk toe,met name door nieuwe verplichtingen
uit Europese wet- en regelgeving met het oog op efficiëntere douaneprocedures, betere
handhaving en facilitering van het bedrijfsleven. Verderop in deze brief wordt hier
uitgebreid op ingegaan.
Toenemende invloed van de EU op de handhaving
De EU kent één buitengrens met daarbinnen vrij verkeer van goederen. Als goederen
eenmaal de buitengrens over zijn, worden ze niet meer gecontroleerd. Het is daarom
van belang dat alle lidstaten op een juiste, eenduidige en effectieve manier toezicht
houden aan de buitengrens. De douaneorganisaties van de lidstaten werken steeds meer
samen. Kennis, inzichten en ervaringen worden uitgewisseld. Zo neemt Nederland deel
aan Europese werkgroepen die gaan over de wijze waarop goederen moeten worden ingedeeld
tegen welk tarief aan douanerechten, de bepaling van de waarde van goederen en hoe
vanaf 2021 de nieuwe wetgeving op het gebied van e-commerce zal worden uitgevoerd.
Het doel van deze werkgroepen is om verschillen tussen lidstaten in douaneafhandeling
zoveel mogelijk te voorkomen. Daarbij bepaalt de EU (Commissie) ook in steeds grotere
mate de wijze van handhaving door de douaneorganisaties van de lidstaten. Een voorbeeld
daarvan is het Europese kader voor risicobeheer. Dit kader houdt in het vaststellen
van gemeenschappelijke risicocriteria en -normen, controlemaatregelen en prioritaire
controlegebieden en de onderlinge uitwisseling van informatie over risico's en resultaten.
Juiste heffing en inning van douanerechten en een effectieve handhaving zijn immers
in het gemeenschappelijke belang van de EU en haar lidstaten, en dus ook in het belang
van Nederland.
Verdere versterking van de relatie met de nationale opdrachtgevers
Met de komst van het Opdrachtgevers – Opdrachtnemeroverleg Douane (OOD) in 2017, is
de relatie met de opdrachtgevende beleidsdepartementen sterk geïntensiveerd. Het opdrachtgeverschap
zal verder worden versterkt doordat het
Ministerie van Financiën (directoraat-generaal Fiscale Zaken), als verantwoordelijke
voor het algemene douanebeleid, een coördinerende rol voor alle opdrachtgevers gaat
vervullen.
Voorzetten hechte samenwerking met het Nederlands bedrijfsleven
De Nederlandse Douane heeft de traditie om over de uitleg van de douanewetgeving en
de wijze van toezicht en controle te overleggen met het bedrijfsleven. Het Overleg
Douane Bedrijfsleven (ODB) met de koepels van het bedrijfsleven (o.a. VNO NCW, FENEX
en TLN), is daar een voorbeeld van. Het ODB is namens de Nederlandse overheid bij
de WTO aangemeld als National Committee on Trade Facilitation. Vertegenwoordigers
van de Nederlandse Voedsel en Warenautoriteit (NVWA), de Inspectie Leefomgeving en
Transport (ILT) en de Ministeries van Buitenlandse Zaken en Economische Zaken zijn
deelnemer bij dit overleg.
De Douane heeft de opdracht om een evenwicht te bewaren tussen enerzijds handhaving
en anderzijds facilitering van het bonafide bedrijfsleven. Daarbij moet bedacht worden
dat ook in het geval van facilitering, bepaalde administratieve en toezichtlasten
onvermijdelijk blijven wil de Douane verantwoord kunnen handhaven. Bij het zoeken
naar een evenwichtige balans tussen handhaven en faciliteren, hecht de Douane aan
overleg en samenwerking met het (logistieke) bedrijfsleven. ODB en de Douane hebben
een gezamenlijke strategische ontwikkelagenda afgesproken. Met deze agenda slaan Douane
en bedrijfsleven de handen ineen om de douaneafhandeling én de handhaving te verbeteren.
Zo is bijvoorbeeld afgesproken dat de Douane de beschikbaarheid van aangiftesystemen
verbetert en het bedrijfsleven inzicht geeft in welke risico’s extra aandacht krijgen.
Het bedrijfsleven verbetert op haar beurt de kwaliteit van de ingediende aangiften
en vergroot het kennisniveau op het gebied van douane binnen hun organisaties.
Extern onderzoek dienstverlening
Uit een extern onderzoek naar de dienstverlening van de Belastingdienst, blijkt dat
er geen grote knelpunten zijn bij de Douane. Uit het onderzoek blijkt wel dat bedrijven
meer digitale dienstverlening door de Douane verwachten. De Douane heeft dan ook de
opgave om dit de komende jaren te realiseren. Verderop in deze brief wordt hierop
ingegaan.
Toename vangsten verdovende middelen en bijdrage Douane aan bestrijding ondermijnende
criminaliteit
De Douane bestrijdt de smokkel van verdovende middelen en levert een bijdrage aan
de strijd tegen de ondermijnende georganiseerde criminaliteit. Verderop in deze brief
wordt hierop ingegaan.
COVID-19
Tot slot moet ook de Douane zich voortdurend aanpassen aan de situatie die is ontstaan
door COVID-19. Verderop in deze brief wordt hierop ingegaan.
6. Interne ontwikkelingen
Integriteit en personeel
De Douane wordt intern geconfronteerd met een aantal uitdagingen op het gebied van
integriteit en personeel. Douanemedewerkers zijn vanwege hun werk interessant voor
criminelen. De opgave is dan ook om de integriteit in samenhang met leiderschap en
cultuur te versterken. Daarnaast kent de Douane een grote uitstroom van personeel
als gevolg van het bereiken van de pensioengerechtigde leeftijd. De opgave is om nieuw
personeel te werven, te selecteren en op te leiden en om bij de uitstroom van ervaren
krachten de kennis en vakmanschap zoveel mogelijk te behouden. Verderop in deze brief
wordt op deze ontwikkelingen uitgebreid ingegaan.
7. Onze ambitie
Op een aantal van de bovengenoemde ontwikkelingen ga ik hieronder nader in. Het betreft
de integriteit van de Douane, de Brexit, de volumestijging van het aantal aangiften,
de bestrijding van de smokkel van verdovende middelen, de dienstverlening en COVID-19.
Mijn ambitie is daarbij om de Nederlandse Douane in de top van de wereld te houden.
De Douane heeft de opdracht om de mate van naleving te vergroten (compliance) en om
daarbij een evenwicht te bewaren tussen goederen controleren op fiscale en veiligheidsaspecten
(en soms tegenhouden) en tegelijkertijd de voor Nederland zo belangrijke logistieke
stroom zo min mogelijk te vertragen.
8. Verdieping actuele thema’s
Hieronder wordt op een aantal actuele thema’s nader ingegaan. Het betreft:
8.1. Integriteit
8.2. Leiderschap en cultuur
8.3. Brexit
8.4. Aanpak volumestijging
8.5. Personeel
8.6. Smokkel van verdovende middelen
8.7. Dienstverlening
8.8. Douanetoezicht op strategische goederen
8.9. COVID 19
8.1. Integriteit
Algemene opmerkingen
De Douane heeft veel aandacht voor integriteit en is zich bewust van haar kwetsbaarheid.
Immers, douaniers beschikken over gevoelige informatie, hebben bevoegdheden en hebben
toegang tot beveiligde terreinen. Dat maakt douaniers interessant voor criminele organisaties.
De Douane doet er dan ook alles aan om de kwetsbaarheid van de eigen medewerkers te
verminderen door zoveel mogelijk te voorkomen dat één medewerker een keuze in de handhaving
kan maken of over alle kennis beschikt.
Ik informeer u hierbij over het huidige integriteitsbeleid en de versterkingstrajecten
die zijn ingezet: de uitvoering van de aanbevelingen van de AR, wetenschappelijk onderzoek
naar kwetsbaarheden in het integriteitsbeleid en de versterking van de screening.
Het huidige integriteitsbeleid
Meerdere malen heeft uw Kamer zorgen geuit en vragen gesteld over de integriteit van
de Douane. Deze zorgen en vragen begrijp ik. Het is belangrijk dat burgers en bedrijven
op de Douane kunnen vertrouwen en onze eigen douanemedewerkers worden beschermd. Ik
hecht er dan ook groot belang aan dat de Douane een integere en open organisatie is.
De Douane heeft de afgelopen jaren belangrijke stappen voorwaarts gezet op het gebied
van het ontwikkelen en uitvoeren van het integriteitsbeleid. Zoals hieronder blijkt,
vindt ook de Algemene Rekenkamer (AR) dat. Maar het is ook duidelijk dat de criminele
wereld blijft zoeken naar nieuwe wegen om de douanemedewerkers te beïnvloeden en te
corrumperen. Daarmee is het integriteitsbeleid nooit af en zal de Douane zich blijvend
moeten inspannen om integriteit binnen de organisatie te waarborgen.
Het huidige integriteitsbeleid bestaat uit vier pijlers: beleid, preventie, sanctioneren
en managementinformatie. Binnen deze pijlers neemt de Douane planmatig stappen om
het integriteitsbeleid te versterken. Het gaat om maatregelen zoals:
– beveiliging van gebouwen en terreinen;
– functiescheiding:
• het autoriseren van douanemedewerkers tot alleen die douanelocaties en systemen die
ze nodig hebben voor hun taak;
• douanemedewerkers weten niet van tevoren welke goederen zij gaan controleren; andere
medewerkers selecteren deze voor hen;
– screening van medewerkers, o.a. bij indiensttreding;
– aandacht voor integriteit bij onboarding nieuwe medewerkers;
– aandacht voor integriteit in opleidingen;
– aandacht voor integriteit in het leiderschaps- en cultuur programma; verderop in deze
brief wordt hierop teruggekomen.
Het Ministerie van Financiën heeft op 3 juli jl. een jaarverslag 2019 Integriteit
van het departement gepubliceerd, waaronder als bijlage een verslag van de activiteiten
van de Douane in 2019 («Integriteit in beweging»).
De AR concludeert in het Verantwoordingsonderzoek 2019 Ministerie van Financiën en
Nationale Schuld (IXB) (Kamerstuk 35 470 IX, nr. 2), dat het integriteitsbeleid van de Douane in hoge mate voldoet aan de wettelijke
eisen. De AR constateert dat de Douane managementaandacht heeft voor integriteit en
daar actief op stuurt. Ook concludeert de AR dat er goed zicht is op risico’s en kwetsbaarheden
en dat de Douane op basis daarvan maatregelen neemt om deze zoveel mogelijk te beperken.
Ik maak hieruit op dat het integriteitsbeleid van de Douane in de basis goed is, maar
er is ook versterking nodig.
Versterkingstrajecten
1. Uitvoering aanbevelingen AR
De AR ziet echter ook een aantal verbeterpunten, namelijk het beter ondersteunen van
medewerkers op de werkvloer met voorlichting en dilemmatrainingen en het meten van
de effectiviteit van het huidige integriteitsbeleid. Deze aanbevelingen zijn door
de Douane overgenomen. De nulmeting van de effectiviteit van het integriteitsbeleid
vindt plaats in het laatste kwartaal van 2020. De door de AR aanbevolen dilemmatrainingen
maken onder meer deel uit van het lopende leiderschaps- en cultuurprogramma
2. Wetenschappelijk onderzoek naar kwetsbaarheden in het integriteitsbeleid
Zoals gemeld in mijn brief d.d. 11 juni jl. (Kamerstuk 31 934, nr. 30), betreur ik het met u dat het onderzoek «Als de prooi de jager pakt» niet heeft
geleid tot de publicatie van een eindrapport. Omdat er geen eindrapport is gepubliceerd,
heb ik de opdracht gegeven voor een wetenschappelijk onderzoek naar mogelijke kwetsbaarheden
in het integriteitsbeleid van de Douane, zoals die worden genoemd in het concept rapport
«Als de prooi de jager pakt». De onderzoeksvraag luidt:
«Sluit de aanpak van de Douane, gericht op het voorkomen van het corrumperen van de
organisatie en/of haar medewerkers, afdoende aan bij de ontwikkelingen binnen criminele
organisaties op dit terrein? Zijn er witte vlekken in de aanpak van de Douane? Hoe
kan de Douane haar aanpak duurzaam en toekomstbestendig versterken?»
Aan het einde van het eerste kwartaal van 2021 zullen de tussenresultaten bekend zijn
op basis waarvan de Douane zo nodig de eerste aanvullende maatregelen kan treffen.
Het eindrapport wordt in de zomer van 2021 opgeleverd en de uitkomsten worden dan
met u gedeeld.
3. Versterkte screening
Een belangrijk onderdeel van het integriteitsbeleid is de screening van medewerkers.
Zoals toegezegd, informeer ik u hierbij over de stand van zaken van de versterking
daarvan. Iedere maatregel kent een eigen tijdpad en afhankelijkheden, zoals wet- en
regelgeving, medewerking van andere departementen en/of de medezeggenschap en bonden.
Ik realiseer mij terdege dat maatregelen proportioneel moeten zijn en dat grote zorgvuldigheid
ten opzichte van de persoonlijke levenssfeer van medewerkers hierbij een voorwaarde
is.
1) Hernieuwd aanvragen van de VOG bij doorstroom
De Douane wil bij alle functiewisselingen vanuit de Belastingdienst of Toeslagen naar
de Douane of functiewisselingen binnen de Douane, dat opnieuw een Verklaring Omtrent
Gedrag (VOG) wordt overlegd. Deze maatregel beoogt te voorkomen dat de criminele buitenwereld
gebruik maakt van de mogelijkheid tot (interne) doorstroom tussen de Belastingdienst,
Toeslagen en de Douane zonder nadere screening. De situatie wordt hiermee gelijk aan
het geval dat medewerkers van buiten de Belastingdienst of de Douane solliciteren
bij de Douane. Het overleg hierover met de medezeggenschap en de bonden wordt gevoerd
zodat de maatregel begin 2021 kan ingaan.
2) Extra gesprek in de wervingsprocedure
Net zoals bij de politie, gaat een gesprek met de sollicitant over mogelijke (financiële)
kwetsbaarheden, een vast onderdeel worden van de wervingsprocedure. Op dit moment
wordt in kaart gebracht wat er nodig is om dit gesprek bij alle sollicitaties uit
te kunnen voeren. Het gaat om de randvoorwaarden, zoals op het gebied van privacy,
die daarvoor noodzakelijk zijn. Tevens wordt de keuze voor in- of uitbesteden gemaakt.
De Autoriteit Persoonsgegevens moet de maatregel toetsen. Er wordt gestuurd op invoer
van de maatregel vanaf 1 januari 2022.
3) Uitbreiden vertrouwensfuncties
Het aantal vertrouwensfuncties wordt uitgebreid. Het gaat om circa zestig functies
met toegang tot politiegegevens en functies die – binnen een samenwerkingsverband
met bijvoorbeeld de politie – al als vertrouwensfunctie zijn aangemerkt. Deze douaniers
worden dan op een meer vergelijkbare wijze gescreend zoals bijvoorbeeld medewerkers
van de politie. Veelvuldig overleg met de AIVD in het afgelopen jaar om dit te kunnen
realiseren leidt ertoe dat deze maatregel begin 2021 zijn beslag kan krijgen.
4) Verdieping VOG screening
Bij indiensttreding of bij de periodieke screening van een douanemedewerker die tevens
buitengewoon opsporingsambtenaar (BOA) is, kan niet alleen op grond van justitiële,
maar ook op grond van politiegegevens een VOG worden geweigerd. Dit betekent dat naar
verwachting ongeveer 2.000 medewerkers van Douane met een BOA bevoegdheid, conform
de VOG politiegegevens worden gescreend.
De maatregel kan ingaan op het moment dat de parlementaire behandeling van het bij
uw Kamer liggende wetsvoorstel VOG Politiegegevens (Kamerstuk 35 355) is afgerond. In oktober 2020 wordt het wetsvoorstel in uw kamer behandeld. In aanvulling
op het bovenstaande is intussen bepaald voor welke functies binnen specifieke groepen
douanemedewerkers, die geen BOA zijn, de zelfstandige afwijzingsgrond politiegegevens
ook gaat gelden. Momenteel wordt gewerkt aan een voordracht aan het Ministerie van
Justitie en Veiligheid. Het gaat om circa 1.000 medewerkers werkzaam in functies,
die invloed kunnen uitoefenen op de keuzes in de handhaving en kwetsbaar zijn voor
infiltratie van criminele organisaties. Denk hierbij aan de medewerkers die de risico
profielen opstellen. Er wordt gekoerst op invoering van deze maatregel tegelijkertijd
met de invoering van de wet VOG politiegegevens.
5) Periodieke screening uitbreiden
De huidige periodieke screening, zoals bij BOA’s en vertrouwensfuncties, gaat ook
voor andere functies gelden, zoals bijvoorbeeld voor data analisten en profielbeheerders.
De noodzakelijke (wettelijke) grondslag voor uitbreiden van de huidige periodieke
screening, zoals bij BOA’s en vertrouwensfuncties, zodat deze ook voor andere functies
geldt, is onderwerp van overleg met het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties
(BZK). BZK bereidt als overheidswerkgever voor hoe dit onderwerp precies op de onderhandelingstafel
van de bonden komt. De Douane heeft actief input geleverd ter voorbereiding van het
gesprek met de bonden. Dit onderwerp zal dit najaar door BZK geagendeerd worden op
de onderhandelingstafel van de bonden.
6) Continue screening
De Douane wil continue gaan screenen. In kaart is gebracht voor welke specifieke doelgroepen
binnen de Douane dit wenselijk is waarbij voldaan moet zijn aan drie vereisten: een
wettelijke grondslag, instemming van de bonden en toetsing door de Autoriteit Persoonsgegevens.
De continue screening is op dit moment alleen aan de orde bij de taxibranche en kinderopvang.
Het wetsvoorstel om continue screening bij de politie mogelijk te maken is nu in behandeling
bij de Eerste Kamer. De inzichten uit dit wetgevingstraject neemt de douane mee in
haar verdere traject. Voordat een dergelijke maatregel, in samenhang met de overige
maatregelen, in werking treedt, volgt een traject wat inclusief wetgeving meerdere
jaren in beslag neemt.
8.2. Leiderschap en cultuur
In mijn brief van 25 mei jl. over het externe cultuuronderzoek bij de Belastingdienst8 en van 15 juli jl. over de aanpak versterking besturing Belastingdienst, Toeslagen
en Douane9, heb ik u gemeld dat u nader wordt geïnformeerd over de ontwikkeling van het leiderschaps-
en cultuurprogramma van de Douane. Hierboven is bij het thema integriteit het belang
daarvan al aangestipt. Uit het externe cultuuronderzoek komen diverse zaken naar voren,
waarvan hier de belangrijkste worden genoemd. Zo komt naar voren dat douanemedewerkers
trots zijn op de Douane, voldoening halen uit de bijdrage die ze leveren aan de veiligheid
en bescherming van Nederland en een hechte onderlinge band ervaren. Uit het onderzoek
blijkt ook dat douanemedewerkers afstand ervaren tussen leiding en werkvloer en men
meer transparantie en betere communicatie vanuit de leiding wenst. Ook ervaart men
een duidelijke hiërarchie tussen leiding en werkvloer en bestaat de wens om deze gelaagdheid
te verminderen. Verder geven douanemedewerkers in het onderzoek aan dat de samenwerking
met andere collega’s buiten het eigen team beter kan. Daarnaast is er niet altijd
sprake van een aanspreek- en bespreekcultuur.
De Douane heeft een leiderschaps- en cultuurprogramma in uitvoering waarin de bovengenoemde
verbeterpunten zijn opgenomen. Het programma, waarbij ook de medezeggenschap is betrokken,
loopt tot en met 2023. Het gaat uit van vijf kernwaarden (integer, samenwerken, duidelijk,
deskundig en durf) en acht leiderschapskwaliteiten (sturen op resultaat en betekenis,
samenwerken, integriteit, reflectie, initiatief, assertief, leren en experimenteren).
Deze kernwaarden en leiderschapskwaliteiten worden momenteel uitgewerkt in concrete
voorbeelden die vervolgens worden meegenomen gaan worden in dialoogsessies, intervisie,
permanente educatie en de ontwikkeling van managementvaardigheden. Om na te gaan of
het programma daadwerkelijk tot verbeteringen leidt, gaat een externe partij gedurende
de looptijd meten in hoeverre medewerkers zich identificeren met de strategische doelen
van de organisatie, of duidelijk is welke bijdrage men hieraan kan leveren, of men
in lijn hiermee werkt en of dit tot uiting komt in het concrete gedrag van henzelf,
hun collega’s en leidinggevenden. De aanbesteding van dit onderzoek wordt binnenkort
afgerond.
8.3. Brexit
Akkoord of geen akkoord: er gaan douaneformaliteiten gelden en er komt douanetoezicht
vanaf 1 januari 2021
Op 31 januari 2020 heeft het Verenigd Koninkrijk (VK) de Europese Unie (EU) verlaten.
Het VK maakt daarmee geen deel meer uit van de Europese douane- unie en de interne
markt. In het terugtrekkingsakkoord is een overgangsperiode opgenomen die eindigt
op 31 december 2020. Ongeacht de uitkomst van de onderhandelingen, zal er een grens
ontstaan voor goederen tussen de EU en het VK met douaneformaliteiten waarop de Douane
toezicht gaat houden.
Het VK en de EU onderhandelen over het toekomstig partnerschap met de inzet dat er
voor 1 januari 2021 een akkoord wordt gesloten. Als onderdeel van het partnerschap
kunnen afspraken gemaakt worden die gevolgen hebben voor het goederenverkeer en de
manier waarop de Douane daar toezicht op houdt. Wanneer bijvoorbeeld wordt afgesproken
om alle invoerrechten af te schaffen, worden de risico’s op te lage waarde en onjuiste
indeling kleiner, omdat het fiscaal belang om hiermee te frauderen kleiner wordt.
Een onjuiste indeling of te lage waarde van goederen verlaagt de verschuldigde douanerechten
immers niet meer. De risico’s op fraude met oorsprong worden groter omdat er een fiscaal
belang is om te doen alsof goederen in het VK gemaakt zijn, en dus in aanmerking komen
voor het preferentiële nultarief, terwijl ze eigenlijk uit een ander land komen. Hierop
wordt het toezicht van Douane aangepast.
Zoals de Minister van Buitenlandse Zaken in zijn brief van 21 augustus jl. over de
voorbereidingen van de rijksoverheid constateert10, zijn er nog grote verschillen tussen de standpunten van de EU en het VK. Vanwege
deze onzekerheid houdt het kabinet er in de voorbereidingen rekening mee dat er geen
akkoord wordt gesloten over een toekomstig partnerschap voor 1 januari 2021.
Douane is zo goed als mogelijk voorbereid
Brexit is voor de Douane een behoorlijke veranderopdracht en uitdaging, hierover is
uw Kamer de afgelopen jaren al op verschillende momenten geïnformeerd. De Brexit betekent
een structurele groei van het aantal aangifteregels, inclusief het noodzakelijke toezicht
en de controle hierop. De Brexit betekent ook veel nieuwe bedrijven en toezicht en
controles op nieuwe locaties, zoals de ferryterminals. De Douane is hierop zo goed
als mogelijk voorbereid. Vanaf 2018 is de bezetting geleidelijk uitgebreid met ca.
930 FTE. Deze medewerkers zijn opgeleid en inzetbaar. Ook zijn de ICT-systemen aangepast
en getest en de komende maanden worden nog nieuwe tests uitgevoerd. Verder zijn er
zo’n veertig huisvestingsprojecten gerealiseerd, waaronder twee nieuwe douanekantoren
voor het ferry-proces en zijn er extra dienstvoertuigen, waaronder mobiele kantoren,
en extra scanfaciliteiten voor zowel de passagiers- als goederenstroom aangeschaft.
Voor alle acht ferrylocaties in NL is een operationeel proces uitgewerkt in overleg
met o.a. koepels van het bedrijfsleven, de mainports en ferryterminals. Cruciaal voor
een soepele doorstroom van het goederenverkeer is de mate waarin ferryterminals en
hun klanten zich hebben voorbereid. Operators van ferryterminals, havenbedrijven,
Rijkswaterstaat, de NVWA, de veiligheidsregio’s en Douane staan over deze voorbereidingen
voortdurend met elkaar in overleg en er zullen ook de komende maanden nog gezamenlijke
oefeningen op de ferryterminals worden gehouden.
Externen hebben de voortgang, risico’s en volledigheid van de voorbereidingen van
de Douane beoordeeld en geëvalueerd. Deze rapporten, waaronder van Deloitte, zijn
eerder met uw Kamer gedeeld. De voorbereidingen van de Douane zijn onderdeel van Rijksbrede
voorbereidingen waarover u bent geïnformeerd door de Minister van Buitenlandse Zaken
in bovengenoemde brief. De Douane verzoekt opnieuw Deloitte een toetsing uit te voeren
op de eerder door Deloitte gegeven aanbevelingen. Deze toetsing maakt voor de Douane
zichtbaar dat zij Douane alles in het werk heeft gesteld wat nodig is om zo goed als
mogelijk voorbereid te zijn en alle acties heeft uitgevoerd om de risico’s waarop
zij invloed heeft zoveel mogelijk te mitigeren. De toetsing wordt in oktober 2020
uitgevoerd.
Onzekerheden, risico’s en de voorbereiding van het bedrijfsleven
De Brexit is uniek, er is geen ervaring met de situatie dat een lidstaat uit de EU
treedt. De Douane werkt niet in isolatie maar samen met andere overheidspartijen,
waarvan er hierboven al een aantal genoemd is. Daarnaast werkt de Douane ook in samenhang
met het bedrijfsleven. Deze interactie tussen de verschillende partijen is zo goed
mogelijk voorbereid en uitgedacht, maar de nieuwe realiteit laat zich niet helemaal
voorspellen. Deze onderlinge afhankelijkheid en het feit dat de situatie uniek is,
maakt het waarschijnlijk dat er, ondanks alle voorbereidingen van alle betrokken partijen,
waaronder de Douane, alsnog verstoringen zullen optreden in de eerste fase.
Vooral de mate van voorbereiding van het bedrijfsleven blijft hierbij een zorgpunt.
Uiteindelijk bepalen bedrijven welke goederen ze verhandelen en zijn zij zelf verantwoordelijk
voor het voldoen aan hun douaneverplichtingen. Dit is voor een groot aantal bedrijven
een behoorlijke uitdaging omdat ze geen ervaring met het vervullen van douaneformaliteiten
hebben. Het blijft onzeker in hoeverre het Nederlandse en Europese bedrijfsleven zich
daadwerkelijk goed heeft voorbereid op de Brexit. Douaneformaliteiten kunnen complex
zijn en een goede voorbereiding toegespitst op de bedrijfsspecifieke situatie is dan
ook noodzakelijk.
Om die reden is er een rijksbrede overheidscampagne, gericht op het aansporen en informeren
van ondernemers die zaken doen met het VK. De Douane heeft hier aan bijgedragen door
onder andere brieven, belacties en bijdragen als spreker tijdens evenementen en bijeenkomsten.
Stappenplannen voor bedrijven zijn beschikbaar zoals de toolkit van de Douane op douane.nl
en de Brexit Impact Scan op Externe link:www.brexitloket.nl. Aan de hand van deze stappenplannen kunnen ondernemers de voorbereidingen vormgeven.
Eind juli 2020 is opnieuw door de Douane een brief over de Brexit aan 76.000 ondernemers
verzonden die een handelsrelatie hebben met het VK. In het najaar zal de rijksoverheid
(via het Brexitloket) een aantal webinars organiseren om het bedrijfsleven en brancheorganisaties
te informeren over de actuele stand van zaken en de te treffen voorbereidingen. Daarbij
streeft de rijksoverheid ernaar om in de communicatie zoveel mogelijk samen te werken
met private partijen, zoals bij de sites hulpbijbrexit.nl en getreadyforbrexit.eu.
De Douane is medeorganisator van deze webinars en neemt een belangrijk deel voor haar
rekening. In de aanloop naar 1 januari zal er weer intensief ingezet worden op het
informeren van burgers en bedrijven via de rijksbrede campagne en in samenwerking
met koepels en andere lidstaten om het bedrijfsleven zo goed als mogelijk voor te
bereiden op de nieuwe situatie.
Er is een groep van ongeveer 35.000 ondernemers die handel drijft met het VK. Om aangiften
te (laten) doen bij de Douane en om vergunningen aan te vragen, moeten deze ondernemers
een EORI-nummer (Economic Operators Registration and Identification) aanvragen bij
de Douane. Van de 35.000 ondernemers, hebben er ca. 29.000 nog geen EORI-nummer aangevraagd.
De Douane gaat deze bedrijven nu zelf een EORI-nummer toekennen per brief. In die
brief worden ze tevens opgeroepen de andere noodzakelijke stappen ter voorbereiding
zo spoedig mogelijk te zetten, waaronder het aanvragen van voor hen relevante vergunningen.
Op dit moment ziet de Douane nog geen grote toename van het aantal vergunningaanvragen.
Ondernemers hebben een belang om hun vergunningen tijdig aan te vragen. De Douane
heeft immers tijd nodig om deze te kunnen beoordelen.
Het Europese bedrijfsleven heeft straks niet alleen te maken met de douaneformaliteiten
in de EU, maar zal ook bij het VK aan nieuwe verplichtingen moeten voldoen. Het is
nog onvoldoende duidelijk en specifiek hoe het VK de douaneformaliteiten en het douanetoezicht
inricht. De Britse overheid heeft in juli jl. een document «Border Operating Model
(BOM)» gepubliceerd met daarin de contouren voor de douaneformaliteiten bij aankomst
en vertrek en daarbij aangekondigd in de komende maanden dit nader in te vullen en
verder uit te werken. De verwachting is dat er in de aanloop naar het einde van 2020,
met een doorloop tot in 2021, aanpassingen zullen volgen waarop het Nederlandse bedrijfsleven
zich dan pas kan voorbereiden. De onzekerheid over de inrichting van de grens in het
VK brengt risico’s met zich mee.
8.4. Aanpak volumestijging aangifteregels door uitbreiding ICT en slimmere en gerichtere
handhaving
Forse toename aantal aangifteregels
Bedrijven doen aangifte bij de Douane op het niveau van een aangifteregel. Eén aangifteregel
bevat één goederensoort. De Douane verwerkt en beoordeelt iedere aangifteregel apart
en neemt per aangifteregel een beslissing met rechtsgevolgen, bijvoorbeeld of goederen
verder mogen worden vervoerd, of dat invoerrechten moeten worden betaald of dat een
controle wordt ingesteld. De beoordeling geschiedt aan de hand van een risicoanalyse.
De Douane schat, op basis van macro gegevens en eigen ervaring, in dat het aantal
aangifteregels voor de Nederlandse Douane vanaf 2021 fors gaat toenemen. In 2019 beoordeelde
de Douane 300 miljoen aangifteregels. Naar verwachting stijgt dit aantal in 2023 naar
minimaal 500 miljoen en maximaal 775 miljoen volgens het volgende tempo:
Oorzaken van de volumegroei
De volumegroei van 300 miljoen aangifteregels in 2019 naar maximaal ca. 775 miljoen
in 2023, kent diverse oorzaken. Een oorzaak is de Brexit. Een andere oorzaak is de
autonome groei van de e-commerce handel. Deze lijkt door de COVID-crises eerder toe
dan af te nemen.
Veruit de grootste stijging wordt echter veroorzaakt door tal van nieuwe verplichtingen
als gevolg van gewijzigde Europese wet- en regelgeving. Er zal vaker, meer digitaal
en eerder (real time) aangifte moeten worden gedaan. De doelstellingen zijn een efficiënter
proces van douaneaangifte, beter zicht op goederenstromen en daardoor betere handhaving,
facilitering van het bedrijfsleven en het creëren van een level playing field. De
gewijzigde Europese wet- en regelgeving betreft een uitgebreid en ingewikkeld complex
aan regels. De nieuwe verplichtingen hebben grote gevolgen voor ondernemers en Douane.
Ze worden fasegewijs ingevoerd.
Een voorbeeld van een nieuwe wettelijke verplichting, is dat in het kader van «safety
and security», vanaf maart 2021 voor alle postpakketen en koerierszendingen voortaan
digitaal aangifte moet worden gedaan op het moment van binnenbrengen in de EU. Hierdoor
krijgen de douaneorganisaties van de EU eerder en beter zicht op deze stromen en kunnen
ze beter handhaven op met name de smokkel van verboden goederen. Het leidt op jaarbasis
tot een stijging van wel meer dan 100 miljoen aangifteregels.
Een ander voorbeeld is dat vanaf 1 juli 2021 de btw-vrijstelling van 22 euro komt
te vervallen voor postpakketen en koerierszendingen bij invoer in het vrije verkeer
van de EU, tenzij de Europese Commissie het voorstel van Nederland en Duitsland overneemt
om de datum te verschuiven naar 1 januari 202211.
Doel hiervan is een level playing field te creëren voor ondernemers binnen en buiten
de EU. Deze wijziging is onderdeel van het wetgevende pakket op basis van de EU-richtlijn
e-commerce en leidt tot een andere wijze van aangeven en nieuwe vereenvoudigde aangifte
procedures naar keuze en tot tientallen miljoenen aangiften.
Ook moeten er meer en real time aangiften worden ingediend, indien een bedrijf gebruik
maakt van de vereenvoudigde douaneprocedure voor het doen van een aangifte, genaamd
«Inschrijving In de Administratie van de Aangever (IIAA)». Deze wijziging heeft tot
doel om de Douane eerder en meer zicht te geven op de goederenstroom van ondernemers
die gebruik maken van deze faciliteit en daardoor de mogelijkheid om de handhaving
te verbeteren. Deze wijziging kan wel leiden tot ca. 180 miljoen aangifteregels in
2023.
Onzekerheden
Onzeker is hoe groot voor de Nederlandse Douane de volumestijging van het aantal aangifteregels
de komende jaren daadwerkelijk zal zijn. De wereldhandel is bijzonder volatiel als
gevolg van Covid-19. Ook moet de EU wet- en regelgeving in een aantal gevallen nog
worden uitgewerkt en is niet goed in te schatten hoe ondernemers en consumenten hierop
gaan reageren. Veel van de nieuwe regels zijn facultatief, dat wil zeggen dat bedrijven
kunnen kiezen voor een bepaalde aangifteprocedure. Zo kunnen e-commerce ondernemers
voor een vereenvoudigde douaneprocedure kiezen, waarbij ze vervolgens verplicht worden
om aangifte te doen in de EU-lidstaat waarvoor de zending bestemd is. Dit kan leiden
tot minder aangiften in Nederland, omdat nu veel e-commerce zendingen via ons land
naar andere lidstaten gaan. Ook kan het voor consumenten minder aantrekkelijk worden
om e-commerce-aankopen van buiten de EU te doen, nu de btw vrijstelling van 22 euro
komt te vervallen. Een grove schatting is dan ook dat met name door minder e-commerce
aangiften, het minimale aantal aangifteregels ca. 500 miljoen zal bedragen in plaats
van het maximale aantal van ca. 775 miljoen. De Douane overlegt voortdurend met de
koepels van het bedrijfsleven in het periodieke overleg Douane – Bedrijfsleven (ODB)
en individueel met bedrijven over de gevolgen en de implementatie van de gewijzigde
wet- en regelgeving
Programmatische aanpak om volumegroei op te vangen
De Douane gaat in de voorbereidingen uit van het maximale scenario van ca. 775 miljoen
aangiften in 2023. De volumegroei wordt opvangen via een programmatische aanpak, waarvan
de voorbereidingen zijn gestart. De aanpak loopt langs twee lijnen. In de eerste plaats
gaat de Douane ICT (infrastructuur) uitbreiden om de door ondernemers ingediende aangifteregels
elektronisch te kunnen verwerken, anders komen de goederen stil te staan. In de tweede
plaats gaat de Douane haar handhaving aanpassen. Doel is om bij zo’n groot volume
aan aangifteregels en nog meer data nog gerichter te controleren. Daarbij gaat de
Douane ook na of deze volumegroei gevolgen moet hebben voor de capaciteit van de Douane.
Hieronder wordt nader ingegaan op de voorbereidingen.
– Stijging wordt opgevangen met uitbreiding ICT: Digitale Snelweg Douane
Om de aangiften te kunnen verwerken, wordt de mainframe capaciteit uitgebreid en ervoor
gezorgd dat deze en de systemen die daarop draaien betrouwbaar zijn. Daarvoor wordt
momenteel het programma Digitale Snelweg Douane opgesteld. Dit initiatief omvat ook
het optimaliseren van de transactiesystemen en het uitvoeren van performance tests.
Binnen het programma Digitale Snelweg Douane worden alle wetswijzigingen meegenomen,
voor zowel infrastructuur als applicaties. Het tempo van de uitbreiding wordt bepaald
door de wettelijke deadlines die voor de bijbehorende transactiesystemen gelden. Het
programma Digitale Snelweg is in verkennende fase. U wordt hierover in het voorjaar
2021 nader geïnformeerd.
– Gerichtere en slimmere handhaving bij volumegroei
De volumegroei in aangifteregels noodzaakt enerzijds de Douane om nog gerichter te
handhaven – de spreekwoordelijke hooiberg wordt groter – en biedt ook kansen: er komt
meer en actuelere data beschikbaar voor de risicoanalyse. De Douane had de afgelopen
jaren al de weg ingeslagen om slimmer en innovatiever te handhaven. Deze beweging
wordt doorgezet. De Douane gaat zich daarbij meer richten op het gedrag en de mate
van compliance van bedrijven door het gebruiken van de data uit de aangifteregels
en door ontsluiten van aanvullende data andere bronnen. Automatische risicoanalyses,
op basis van informatie over actoren, goederen en logistieke ketens met behulp van
kunstmatige intelligentie, zijn hierbij behulpzaam. Met steekproeven wordt de risicoanalyse
gevalideerd. De ambitie van de slimmere en gerichtere handhaving is dat in 2023, nog
meer dan nu het geval is, minder ingrijpende en op compliance gerichte interventies
in de logistiek worden uitgevoerd bij bewezen betrouwbare bedrijven en veilige ketens
en meer op risicobeheer gebaseerde controles bij onbekende en overige bedrijven.
– Rechtmatige en proportionele gegevensverwerking
Het meer gebruiken van gegevens vergroot het belang dat dit op een rechtmatige en
proportionele wijze geschiedt. De Douane heeft de Algemene Verordening Gegevensbescherming
(AVG) geïmplementeerd in 2018. De ADR onderzoekt momenteel hoe de implementatie van
de AVG binnen de Douane is verlopen en welke verbetermaatregelen zij nog zou kunnen
treffen. Het concept-rapport wordt eind deze maand verwacht. Daarnaast verricht de
ADR onderzoek bij de Douane naar het rechtmatig gebruik van politiegegevens. Het concept-rapport
wordt in oktober verwacht.
De Douane verwerkt gegevens over de nationaliteit van personen en over de herkomst
van goederen, voertuigen en dergelijke in verschillende processen en systemen. Hiervoor
bestaat een wettelijke basis in het Douanewetboek van de Unie. Het gebruik van deze
gegevens is noodzakelijk, gelet op het feit dat de Douane verantwoordelijk is voor
het toezicht op grensoverschrijdend goederenverkeer, waarbij nationaliteit of land
van herkomst een essentieel kenmerk is. De Douane verricht momenteel intern onderzoek
naar het gebruik van risicosignalen, fraudeverdenkingen en nationaliteit. Dit onderzoek
is binnenkort afgerond (oktober as.) op grond waarvan dit jaar nog eventuele maatregelen
kunnen worden genomen.
– Meer aandacht en capaciteit voor e-commerce
Voor wat betreft de handhaving op e-commerce wordt de capaciteit van de Douane vanaf
2021 geleidelijk uitgebreid met 258 fte structureel. Over de wijze van handhaving
op e-commerce zendingen heb ik uw Kamer eerder geïnformeerd in de aanbiedingsbrief
en in de antwoorden op vragen over signalen dat logistieke bedrijven wegtrekken uit
Nederlandse (zee- en lucht-) havens vanwege de afhandeling van goederen door de Douane,
d.d. 3 juni jl.12 Kern ook hier is dat de Douane niet alleen individuele aangifteregels controleert,
maar zich meer en meer richt op de bedrijven achter de aangiften. Bedrijven die compliant
zijn worden minder gecontroleerd en bedrijven die dit niet zijn kunnen te maken krijgen
met meer controles, navorderingen, het intrekken van vergunningen of strafrechtelijke
trajecten. In deze aanpak werkt de Douane samen met de Belastingdienst, waaronder
de FIOD.
– Monitoren van de ontwikkelingen en aansluiten bij de Digitale Transport Strategie
van IenW
Onderdeel van de programmatische aanpak is het monitoren van de daadwerkelijke volumegroei
en de effecten daarvan op de ICT en de handhaving. Aan de hand daarvan wordt bezien
of de komende jaren de stappen moeten worden aangepast of nieuwe stappen nodig zijn,
zoals het opschalen van de verwerkingscapaciteit van de ICT en het uitbreiden van
de handhavingscapaciteit. Daarnaast is afgelopen jaar in samenwerking met het Ministerie
van Infrastructuur en Waterstaat (IenW) onderzocht hoe de Digitale Transport Strategie
(DTS) verder uit te werken en te concretiseren. Doel van deze strategie is om de logistieke
afhandeling van het goederenverkeer te verbeteren (digitaal, snel, voorspelbaar en
efficiënt). Onderdeel van de strategie is het mogelijk maken om data te delen, zowel
tussen overheden onderling, binnen het bedrijfsleven als tussen overheden en bedrijven.
Dit vraagt wel om scherpe afbakening wat betreft publieke en private data en wat daarmee
kan en mag. De voordelen van het eenmalig ontsluiten van data en deze vervolgens ter
beschikking te stellen aan iedereen die daartoe geautoriseerd is, zijn groot. Niet
alleen voor de betrokken overheidspartijen maar zeker ook voor het (kleinere) bedrijfsleven.
De mogelijkheden voor publiek – private samenwerking met de mainports bieden voor
de Douane tevens voordelen om de eigen informatievoorziening te ontlasten. De data
die zo verkregen wordt kan worden gebruikt om de handhaving te verrijken en beter
om te gaan met de toegenomen aantallen. De Douane zal samen met IenW en de mainports
een platform (de Basis Data Infrastructuur) en de benodigde voorzieningen realiseren,
waarbij de data wordt gepubliceerd door de eigenaar van deze data en wordt opgehaald
door degene die daartoe geautoriseerd is. De gehele realisatie van de DTS zal minimaal
5 jaar in beslag nemen. Hiervoor zal een planning worden opgesteld die ook in 2021
al de eerste concrete resultaten voor alle betrokken partijen zal opleveren en waarop
verder kan worden gebouwd.
8.5. Personeel
Grote uitstroom personeel verwacht
De Douane had eind 2019 bijna 5.500 medewerkers in dienst op een bezetting van 5.220
fte. Van deze groep is meer dan 40% 55 jaar of ouder. De «vergrijzing» van het personeelsbestand
is mede veroorzaakt door het feit dat in de afgelopen 15 tot 20 jaar slechts beperkt
is geworven door de rijksoverheid. Tegelijkertijd verandert de arbeidsmarkt en neemt
de gemiddelde duur van arbeidsrelaties af, met als gevolg een hoger natuurlijk personeelsverloop.
In een scenario met 7% uitstroom, waarbij significant meer medewerkers (niet pensioen
gerelateerd) dan de afgelopen jaren de dienst voortijdig vertrekken, dient 44% van
het huidige personeelsbestand vervangen te worden tot 2025 (scenario 2). Indien uit
word gegaan van een uitstroom die niet significant hoger ligt dan afgelopen jaren,
namelijk 3%, dan dient 25% van het personeel vervangen te worden voor 2025 (scenario
1). Hieronder staat een weergave van deze twee scenario’s.
Grote uitstroom vergt het uiterste van de capaciteit om te werven, op te leiden en
in te werken
De Douane houdt rekening met scenario 2 en dat betekent dat de huidige onderbezetting
van 300 fte niet direct, maar geleidelijk aan over meerdere jaren zal worden ingelopen.
De Douane werft momenteel maximaal op de grens van wat mogelijk is. Die grens wordt
bepaald door de huidige capaciteit om mensen te werven, te selecteren en op te leiden.
De grens ligt nu op ca. 600 vacatures per jaar (3 x een massale werving van 150 vacatures
en ca. 150 vacatures door het jaar heen). Voor 2021 is de verwachting dat de wervingsbehoefte
tussen de 650 en 850 FTE bedraagt. De wervingsinspanningen zijn erop gericht deze
wervingsbehoefte in te vullen, waarmee de onderbezetting de komende jaren geleidelijk
wordt teruggebracht. De response op de Douane vacatures is goed te noemen. Bij de
werving die in maart van dit jaar is gestart zijn op 150 vacatures ruim 2.900 reacties
gekomen. En op de werving die in juli is gestart zijn ruim 3.800 reacties op 150 vacatures
binnengekomen. De meeste, maar niet alle, opengestelde vacatures worden dan ook ingevuld.
De Douane onderzoekt momenteel hoe de capaciteit voor werven, selecteren en opleiden
kan worden uitgebreid, zodat meer dan 600 vacatures per jaar kunnen worden opengesteld.
Waar dat kan, wordt anticiperend op de uitstroom geworven. Daarmee worden meer mogelijkheden
gecreëerd voor overdracht van kennis en ervaring.
Uitstroom leidt tot verlies van kennis en ervaring, maar nieuwe instroom biedt ook
kansen
De kracht van de Douane ligt in het vakmanschap en de betrokkenheid van de medewerkers.
Als gevolg van de hoge uitstroom verliest de Douane kennis en ervaring en kan de werklast
fors toenemen. Daarbij wil de Douane nog slimmer en gerichter handhaven. Medewerkers
(oude en nieuwe) moeten daardoor andere manieren van werken leren en leren functioneren
op een werkpakket dat beïnvloed wordt door inzet van nieuwe en verbeterde technologieën
en in een veranderende organisatiecultuur. Bovendien wil de Douane zowel bij de instroom
(aan de voorkant bij werving en onboarding) als bij de zittende medewerkers (opleiden
en bewustwording) meer aandacht besteden aan kwaliteit, integriteit, flexibiliteit
en vakmanschap. Tegelijkertijd biedt dit ook kansen. Zo kan het personeelsbestand
een meer evenwichtige afspiegeling worden van de maatschappij en daarmee een breder
herkenbare overheidsdienst.
8.6. Smokkel van verdovende middelen
Het kabinet zet zwaar in op de bestrijding van de georganiseerde, maatschappij ondermijnende,
criminaliteit die veelal drugs gerelateerd is. De Douane speelt daarin een belangrijke
rol, gezien haar opdracht van het Ministerie van Justitie en Veiligheid om de smokkel
van verdovende middelen in havens en luchthavens te bestrijden. Zoals de Minister
van Justitie en Veiligheid in zijn brief d.d. 18 oktober 201913 aangeeft, kent Nederland immers een efficiënte logistieke infrastructuur (havens
en vliegvelden), waarvan de keerzijde is dat het een aantrekkelijke gelegenheidsstructuur
biedt voor de georganiseerde misdaad. In het nationale dreigingsbeeld georganiseerde
criminaliteit14, dat om de vier jaar wordt opgesteld, staan de ontwikkelingen en trends op het gebied
van de smokkel van verdovende middelen.
De Douane werkt bij de bestrijding van de smokkel van verdovende middelen, nauw samen
met de andere partners in de rechtshandhavingsketen (o.a. politie, KMar, FIOD en OM),
openbaar bestuur (havengemeenten) en private partijen, zoals havenbedrijven en containerterminals.
De Douane heeft de afgelopen jaren forse inspanningen geleverd in de bestrijding van
de smokkel van verdovende middelen. De informatiepositie van de Douane is verbeterd
door meer internationale samenwerking en informatie uitwisseling, onder andere met
de douaneorganisaties van Brazilië en België. Nationaal wordt nauwer samengewerkt
met de opsporingsdiensten. In de haven van Rotterdam is cameratoezicht geïntroduceerd
door het uitrollen (van een netwerk) van camera’s en wordt gesurveilleerd om de «uithalers»
te onderscheppen. Bij de bestrijding van de smokkel van synthetische drugs in de uitgaande
poststroom werkt de Douane intensiever samen met het Post Interventie Team van de
politie en douane-organisaties van de Verenigde Staten en Australië.
De hoeveelheid door de Douane in beslaggenomen cocaïne in het maritieme goederenverkeer,
vertoont al enige jaren een stijgende lijn: na het recordjaar 2019, is wederom in
het eerste halfjaar van 2020 sprake van een forse toename ten opzichte van de eerste
helft van 2019. In de havens van Rotterdam en Vlissingen heeft de Douane in de eerste
helft van dit jaar in totaal 26 ton cocaïne in beslag genomen. In de eerste helft
van 2019 was dit 12 ton en in de tweede helft 26 ton. De grootste bevinding dit jaar
betrof was 4,5 ton cocaïne in de haven van Vlissingen. De Douane heeft ook meer synthetische
drugs in uitgaande postpakketten in beslag genomen: 385 kilo in 2019 tegen 336 kilo
in 2018.
De Douane zal zich de komende jaren blijven inspannen om de smokkel van verdovende
middelen gericht en in samenwerking met de publieke en private partners te bestrijden.
Op basis van de ondermijningsbeelden voor de haven van Rotterdam, de Luchthaven Schiphol
en de havens van Zeeland en West-Brabant waaraan de Douane heeft meegewerkt, worden
weer nieuwe initiatieven ontwikkeld. Zo wordt het HARC-team uitgebreid waarin zeehavenpolitie,
FIOD en Douane onder leiding van het OM samenwerken in de haven van Rotterdam. De
Douane richt zich ook meer op de logistiek achter de drugshandel en gaat om daar beter
zicht op te krijgen liaisons plaatsen in distributielanden. De Douane gaat deel nemen
aan het Multidisciplinair Interventie Team. In dit interventieteam werken alle betrokken
toezicht- en opsporingsdiensten intensief samen bij het bestrijden van ondermijnende
criminaliteit. De Douane blijft actief zoeken naar mogelijkheden om in samenwerking
de aanpak te verbeteren in de diverse overleggen waaraan ze deelneemt, zoals de Haventafel
van Rotterdam, het bestuurlijke overleg met de havens van Zeeland en West-Brabant,
de RIEC’s en het overleg Beveiliging en Publieke Veiligheid Schiphol.
8.7. Dienstverlening
Een extern onderzoek naar de dienstverlening is als bijlage bij de brief van 14 september
jl. over de Belastingdienst15 naar uw Kamer gestuurd. Ook de dienstverlening van de Douane is daarbij onderzocht.
De onderzoekers constateren geen grote knelpunten in de dienstverlening bij de Douane.
De Douane zal dan ook geen deel uitmaken van het vervolgonderzoek.
Als sterk punt van de Douane wordt genoemd de structurele afstemming van de dienstverlening
met de koepels van het bedrijfsleven; ervaringen van bedrijven worden gebruikt om
de dienstverlening te verbeteren. Daarnaast is een sterk punt de bereidheid om bedrijven
te faciliteren waar dat kan.
Het belangrijkste punt van aandacht is dat de mate waarin douaneprocessen zijn gedigitaliseerd,
nog niet geheel aansluit bij de behoeften en verwachtingen van bedrijven. Daarnaast
kan de handhaving – waarvan dienstverlening onderdeel uitmaakt – beter worden geïntegreerd
met die van andere handhavers aan de grens en kan de visie op dienstverlening worden
aangescherpt. Deze aandachtspunten waren al bekend bij de Douane en zijn al opgepakt:
zo brengt de Douane inhoudelijk meer samenhang aan tussen de diverse kanalen waarlangs
men contact heeft met burgers en bedrijven: telefoon, digitale portalen, brievenpost,
website, e-mail, apps, social media en bedrijfsbezoeken. Telefonische vragen van bedrijven
over hun dossier worden inmiddels centraal afgedaan, wat bijdraagt aan eenheid van
beleid en uitvoering. De planning is dat in 2021 de medewerkers van de Douane beschikken
over de actuele klanthistorie van de vragensteller. Daarnaast wordt de komende jaren
de digitale dienstverlening aan bedrijven verder uitgebreid. Bedrijven kunnen nu al
via EU-portalen bepaalde douanevergunningen aanvragen. Dit aantal wordt de komende
jaren stapsgewijs uitgebreid. Daarnaast is de planning dat eind 2020 het portaal Mijndouane.nl
start, waarmee bedrijven nationale vergunningen kunnen aanvrage, bijvoorbeeld op het
gebied van accijns. De bedoeling is in 2021 als service bedrijven via dit portaal
ook zelf het moment van een fysieke controle kunnen inplannen (behalve wanneer er
sprake is van een hoog risico, zoals bijvoorbeeld bij verdovende middelen).
8.8. Douanetoezicht op strategische goederen
Naar aanleiding van het verzoek van het lid Lodders in de procedurevergadering van
9 september jl. ga ik hier nader in op de wijze waarop de Douane toezicht houdt op
strategische goederen waarmee het verzoek wordt afgedaan.
Strategische goederen zijn militaire goederen en dual use goederen; goederen die voor
zowel militaire als civiele doeleinden kunnen worden gebruikt. De in-, uit- en doorvoer
van strategische goederen is aan beperkingen onderworpen. Er kan, afhankelijk van
de specifieke situatie, sprake zijn van een verbod, van een vergunningplicht of van
een meldplicht. De betrokken bedrijven zijn verantwoordelijk voor het vervullen van
de juiste formaliteiten, zoals het doen van aangifte bij de Douane. Voor militaire
goederen vormt nationale wetgeving de basis, voor dual-use goederen is Europese wetgeving
(verordening) van toepassing.
De Douane houdt toezicht op de in- uit en doorvoer van strategische goederen. De Douane
voert deze taak uit in opdracht van het beleidsverantwoordelijk departement, het Ministerie
van Buitenlandse Zaken. Met dit ministerie maakt de Douane jaarlijks afspraken over
het toezicht en de handhaving. Dit gebeurt zowel in de vorm van aantallen controles
(rond de zesduizend in 2020) als op aspecten waar de handhaving zich op moet richten,
zoals bestemmingslanden of type goederen.
De Douane handhaaft risicogericht. Dat wil zeggen dat zendingen op basis van risicoanalyse
voor een fysieke controle worden geselecteerd. Daarnaast stelt de Douane steekproefsgewijs
en ad hoc controles in op goederen. Aan de hand van de bevindingen bij controles of
vanuit het proces van vergunningverlening worden de risico’s steeds opnieuw beoordeeld.
Controles worden dan bijvoorbeeld gericht op een ander bestemmingsland, of een ander
type goederen.
Ook signalen van bijvoorbeeld het Ministerie van Buitenlandse Zaken of vanuit andere
EU-lidstaten kunnen tot verschuivingen leiden in de controle-aanpak.
Toezicht vindt ook plaats door een specialistisch team binnen de Douane- Team POSS
(Precursoren, Strategische Goederen, Sanctiewetgeving) – dat onderzoeken bij bedrijven
uitvoert in het geval er een vergunning wordt aangevraagd of er signalen zijn van
niet naleving.
Om het bedrijfsleven op de hoogte te houden van de exportcontroleregelingen geven
het Ministerie van Buitenlandse zaken en de Douane in aanvulling op de officiële bekendmakingen,
regelmatig voorlichting aan bedrijven over hun maatschappelijke verantwoordelijkheid
om illegale export en doorvoer tegen te gaan. Deze voorlichting wordt onder meer gegeven
tijdens reguliere controle-onderzoeken en via trainingen voor bedrijven in samenwerking
met Fenex-TLN (Nederlandse organisatie voor expeditie- en logistiek) en door beantwoording
van specifieke vragen van bedrijven of personen over de van toepassing zijnde wetgeving.
8.9 COVID-19
COVID-19 heeft grote gevolgen op de internationale handel en logistiek en dus ook
op de Douane. De internationale handel is sterk afgenomen, behalve e-commerce die
juist verder toenam. Het aantal passagiersvluchten was fors afgenomen en bevindt zich
nog lang niet op het oude niveau. De vraag is of en zo ja in hoeverre deze veranderingen
een blijvend karakter hebben. Zolang mondiaal de Coronacrisis voortduurt, zijn voorspellingen
moeilijk en ongewis. Hieronder wordt nader ingegaan op de steunmaatregelen voor het
bedrijfsleven, de continuering van de dienstverlening en het aangifteproces en de
gevolgen voor de handhaving.
Steun aan het bedrijfsleven
Het COVID-19 virus heeft grote impact op ondernemers actief in het EU-grensoverschrijdende
goederenverkeer. Het kabinet is dan ook op het gebied van de Douane ondernemers tegemoetgekomen.
Zo is op basis van EU-douanewetgeving op aanvraag uitstel van betaling verleend voor
douanerechten16. Het geven van uitstel van betaling draagt bij aan meer liquiditeit voor bedrijven
en verbetering van de logistieke doorgang.
De Douane geeft ook uitvoering aan het bijzonder uitstel van betaling voor nationale
belastingschulden voor binnenlandse accijnzen en verbruiksbelasting van alcoholvrije
dranken. Ondernemers kunnen hierbij tot 1 oktober 2020 belastinguitstel aanvragen.
Daarmee loopt het uitstel op uiterlijk 1 januari 2021 af. Vervolgens geldt een ruime
terugbetalingsregeling van twee jaar om de opgebouwde belastingschuld weer af te lossen.
Daarnaast biedt de Douane in het kader van COVID-19 maatwerk aan bedrijven. Met bedrijven
wordt gezocht naar een passende oplossing binnen de geldende regelgeving. Dit ziet
onder meer op verruiming van wettelijke termijnen, bijvoorbeeld voor het indienen
van aanvullende douaneaangiften (maandaangifte) en op vergunningen. Er geldt een coulance
ten aanzien van het opleggen van boetes. Dit betekent dat de Douane coulant omgaat
om met bedrijven die niet tijdig voldoen aan douaneverplichtingen als gevolg van Covid-19.
Uw Kamer is over de steunmaatregelen geïnformeerd onder andere in de brieven van 2 april
en 20 mei jl. Over deze maatregelen is overleg gevoerd met de koepels van het bedrijfsleven
in het ODB. De steunmaatregelen lopen door tot 1 oktober 2020 waarbij aanvragen tot
uitstel van betaling voor douanerechten tot 15 september 2020 kunnen worden ingediend.
Voor deze aanmeldtermijn is de Douane zo veel mogelijk aangesloten bij de aanmeldtermijn
tot 1 oktober 2020 voor het bijzonder uitstel van betaling van nationale belastingschulden,
die loopt tot 2021.
Tijdens de eerste maanden van de crisisperiode heeft de Douane wekelijks overleg gevoerd
met de koepelorganisaties van het Overleg Douane Bedrijfsleven om knelpunten snel
te kunnen signaleren en daarop te kunnen anticiperen.
Continuering van dienstverlening en aangifteproces
Vanaf de start van de crisis heeft de Douane de dienstverlening en de continuïteit
van de afhandeling van aangiften gewaarborgd. Dit om te voorkomen dat burgers en bedrijven
met vragen blijven zitten en goederen vast komen te staan. Daarbij is medewerking
verleend door met voorrang en zo snel mogelijk medische hulpgoederen douane technisch
af te handelen.
Gevolgen voor de handhaving
Vanaf het begin van de crisis hebben de RIVM-maatregelen en de veiligheid van de douanemedewerkers
voorop gestaan. De Douane heeft dan ook na de uitbraak in maart jl. de handhaving
voor korte tijd gedeeltelijk afgeschaald. Daarbij is het aantal fysieke controles
vanwege fiscale en veiligheidsrisico’s – waaronder verdovende middelen – nagenoeg
op hetzelfde niveau gehouden. Voor de andere risico’s is naar een lager handhavingsniveau
overgegaan. Administratieve controles zijn uitgevoerd voor zover een bezoek aan een
bedrijf niet noodzakelijk was. In april heeft een eerste herijking plaatsgevonden
en de afgelopen maanden is de handhaving geleidelijk aan weer opgeschaald. Dat is
stapsgewijs gegaan aan de hand van protocollen die gebaseerd zijn op de richtlijnen
van het RIVM. Na elke stap is bezien of het veilig en verantwoord was een volgende
stap te zetten. Het af- en opschalen van de handhaving heeft in overleg plaatsgevonden
met de opdrachtgevende beleidsdepartementen in het Opdrachtgevers- Opdrachtnemer Overleg
Douane (OOD). De controles zijn weer op het gangbare handhavingsniveau voor zover
er goederenaanbod is. De handhaving zal aangepast blijven worden op basis van eventuele
nieuwe RIVM-maatregelen en de gevolgen van COVID-19 voor de volumes en het karakter
van het goederen- en reizigersverkeer. De verwachting is dat dit ook in 2021 het geval
zal zijn.
Slotbeschouwing
Hierboven heb ik u meegenomen in de opgave, ontwikkelingen en uitdagingen van de Douane.
Zoals hiervoor is aangegeven is het mijn ambitie om de Nederlandse Douane in de top
van de wereld te houden, de compliance te vergroten en om een evenwicht te bewaren
tussen goederen controleren op fiscale en veiligheidsaspecten (en soms tegenhouden)
en de soepele doorstroom van de internationale logistieke stroom. Deze opgave zal
de komende jaren veel van de organisatie en haar medewerkers blijven vragen, in een
tijd waarin ook nog de gevolgen van de Brexit moeten worden opgevangen. Daarbij zijn
cultuur en leiderschap in samenhang met integriteit essentieel voor een betrouwbare
en open Douane voor burgers, bedrijven en de eigen medewerkers. Mijn voornemen is
om u periodiek op de hoogte te houden van de vorderingen. Het jaarplan 2021 en de
daarbij behorende viermaands rapportages zouden daartoe kunnen dienen.
De Staatssecretaris van Financiën,
A.C. Van Huffelen
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
A.C. van Huffelen, staatssecretaris van Financiën