Brief regering : Geannoteerde agenda Raad voor Concurrentievermogen 18 september 2020
21 501-30 Raad voor Concurrentievermogen
Nr. 497
BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN ECONOMISCHE ZAKEN EN KLIMAAT
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 2 september 2020
Op vrijdag 18 september organiseert het Duits voorzitterschap een formele Raad voor
Concurrentievermogen (RvC) met EU-Ministers van interne markt en industrie. Bijgevoegd
vindt u de geannoteerde agenda met daarin de inzet van het kabinet.
In de Raad liggen raadsconclusies interne markt voor die de Raad zal aannemen. Ook
zal een gedachtewisseling plaatsvinden over het internationale concurrentievermogen
en de weerbaarheid van de industrie.
De Staatssecretaris van Economische Zaken en Klimaat,
M.C.G. Keijzer
Geannoteerde agenda Raad voor Concurrentievermogen onderdeel interne markt en industrie
Vaststelling raadsconclusies over de interne markt
Aannemen conclusies
Het Duitse voorzitterschap beoogt conclusies vast te stellen over de interne markt.
De aanleiding is tweeledig. Enerzijds zet het voorzitterschap in op herstel van de
interne markt na de coronacrisis. Anderzijds bouwen de conclusies voort op de mededeling
over interne-marktbelemmeringen1 en het actieplan handhaving2 die de Europese Commissie 10 maart jl. presenteerde. Beide documenten zijn onderdeel
van een breder pakket Commissievoorstellen voor de industrie en het mkb. Ook circulaire
economie, waarvoor de Commissie op 11 maart een Actieplan circulaire economie heeft
gepresenteerd, maakt onderdeel uit van dit pakket. Uw Kamer is hierover via BNC-fiches
geïnformeerd.3
Alvorens nader op de inhoud van de conclusies in te gaan wordt kort ingegaan op relevante
ontwikkelingen in de afgelopen maanden, omdat deze terugkomen in de raadsconclusies.
Herstel interne markt na de coronacrisis
Diverse lidstaten hebben in de crisis grenscontroles en exportrestricties ingesteld.
Hierdoor kwam de beschikbaarheid van cruciale producten, waaronder medische producten,
in het geding en zorgden beperkingen op het vrije verkeer van personen ervoor dat
seizoensarbeiders vast kwamen te zitten in lidstaten en het bijvoorbeeld in de landbouwsector
lastig was om seizoensarbeiders in te huren. In reactie daarop heeft de Europese Commissie
op diverse terreinen richtsnoeren vastgesteld, bijvoorbeeld over zogenaamde groene
corridors ten behoeve van een soepel grensoverschrijdend goederenverkeer en het vrije
verkeer van werknemers. Uw Kamer is hierover geïnformeerd via diverse brieven, onder
meer van 7 april 20204 en 4 juni 2020. Ook is in crisisverband op Europees niveau snel gesproken over deze
restricties en hoe gezamenlijk weer kon worden toegewerkt naar een open interne markt.
Op nationaal niveau is een interdepartementale werkgroep in het leven geroepen waarin
de specifieke belemmeringen zijn geïnventariseerd en werd getracht om problemen zo
spoedig mogelijk op te lossen. VNO-NCW heeft op 15 april jl. een Actieagenda gepresenteerd
waarin onder meer acties zijn aangeduid gericht op het wegnemen van belemmeringen
en het herstel van de interne markt door de coronacrisis. De voortgang in deze agenda
wordt regelmatig met VNO-NCW besproken en geactualiseerd.
Commissiemededeling Belemmeringen op de interne markt
Met de Commissiemededeling over interne-marktbelemmeringen kwam de Europese Commissie
tegemoet aan de oproep van de Raad voor Concurrentievermogen van 27 mei 2019 om met
een analyse van de interne markt te komen. Deze mededeling past in de inzet van het
kabinet tot op heden, zoals geschetst in brieven aan uw Kamer van 19 oktober 2018
en van 20 juni 2019.5
Het rapport van de Commissie is een uitgebreid en gedegen onderzoek naar de interne
markt onder stakeholders, bedrijven en consumenten. Ook het kabinet heeft de afgelopen
jaren intensief onderzoek gedaan naar belemmeringen op de interne markt. Het meest
recente onderzoek betreft een zogeheten «customer journey»-onderzoek door onderzoeksbureau
Panteia, gericht op export naar Duitsland, Frankrijk en Polen. Dit onderzoek is beschikbaar
op de website van NLinBusiness.6 De concrete prioriteiten van de Europese Commissie en het kabinet komen in hoge mate
overeen.
Op basis van de uitgevoerde onderzoeken heeft het kabinet inzake het grensverkeer
voor goederen en personen enkele prioriteiten geïdentificeerd voor de interne markt.
De belangrijkste uitdagingen liggen in het verbeteren van de implementatie en handhaving
van interne-marktregels, het verbeteren van de informatievoorziening over geldende
verplichtingen en over mogelijke partners, marktkansen en netwerken, en het verminderen van administratieve
lasten. Een veelgenoemde belemmering daarbij is de meldplicht onder de Detacheringsrichtlijn.
De Commissiemededeling over belemmeringen bevat geen concrete voorstellen voor vervolgstappen.
De uitdaging voor zowel de Commissie als de lidstaten is om de mededeling in concrete
stappen van Commissie en lidstaten om te zetten. In lijn met de inzet tot nu toe zal
het kabinet erop blijven aansturen om concrete acties te formuleren waarmee belemmeringen
worden aangepast en handhaving wordt verbeterd.
Inhoud raadsconclusies
De conceptraadsconclusies bevatten een aantal oproepen aan de lidstaten en aan de
Europese Commissie. Zo worden de lidstaten opgeroepen interne-marktregels te handhaven,
belemmeringen weg te nemen en maatregelen te nemen die bijdragen aan economisch herstel,
onder meer door noodzakelijke hervormingen die bijdragen aan een beter functioneren
van de interne markt.
Daarnaast wordt de Europese Commissie opgeroepen om voor 15 januari 2021 een jaarlijks
strategisch rapport te presenteren. Dit rapport moet bestaan uit drie onderdelen.
Allereerst moet het ingaan op de voortgang van de implementatie van het actieplan
interne-markthandhaving en het wegnemen van belemmeringen, onder andere via het herstelplan
wegnemen. De Task Force Interne-markthandhaving dient hier een belangrijke rol in
te gaan spelen. Deze is ingesteld naar aanleiding van genoemd actieplan. De conclusies
roepen op om de Taskforce een sterk mandaat te geven zodat alle Commissiediensten
hun medewerking zullen moeten verlenen. Ten tweede roepen de conceptconclusies de
Commissie op om de weerbaarheid van de interne markt te beoordelen en de gevolgen
van de coronacrisis en genomen maatregelen voor de interne markt te evalueren. Ten
derde moet het rapport de noodzaak analyseren van verdere regelgevende en niet-regelgevende
acties. Het rapport moet de basis zijn van vervolgacties met duidelijke ijkpunten
die de Raad en de lidstaten moeten nemen als onderdeel van een continu proces. De
Raad voor Concurrentievermogen zal het Strategisch rapport bespreken, evenals voortgang
en toekomstige acties om te zorgen dat de interne markt klaar is voor toekomstige
crises en bijdraagt aan een sterk herstel.
De prioriteiten van het kabinet zijn goed verwerkt in de conclusies. De oproep tot
evaluatie van de coronacrisis zal helpen om lessen te trekken met als doel om de interne
markt sterker te maken voor volgende crises en het kabinet zal hiervoor input aanleveren
en hecht onder meer aan het voorkomen van ongewenste exportrestricties op de interne
markt. Daarnaast bevatten de conclusies een duidelijk tijdpad voor het formuleren
van vervolgacties om belemmeringen weg te nemen en de handhaving van interne-marktregels
te verbeteren. Het kabinet zal de komende maanden verder werken aan de beïnvloeding
van dit proces. Het belang van verbeteren van handhaving en informatievoorziening
en het verminderen van administratieve lasten zijn goed in de conclusies verwerkt.
Ook gaan de conclusies in op enkele aspecten die in het actieplan handhaving onderbelicht
waren. Zo zetten de conclusies onder meer in op het verbeteren van samenwerking tussen
autoriteiten in verschillende lidstaten bij de toepassing van interne-marktregels.
Dit kan bijdragen aan een meer eenduidige interpretatie en toepassing van deze regels,
waar ondernemers nu tegen verschillen aanlopen.
Over de conceptconclusies bestaat brede overeenstemming tussen de lidstaten. Tijdens
de Raad wordt geen discussie meer verwacht.
Internationaal concurrentievermogen en weerbaarheid van de industrie
Beleidsdiscussie
Deze discussie past binnen de integrale benadering van de industriestrategie van de
Europese Commissie. Het kabinet steunt de inzet op het maken van een transitie naar
een digitale, klimaatneutrale en circulaire economie, die is gebaseerd op de Green
Deal en de digitaliseringsstrategie «Making Europe Fit for the Digital Age»7. Tijdens de discussie zal over meerdere onderwerpen worden gesproken. Het eerste
punt richt zich op het door de Europese Commissie gedeelde witboek over het gelijktrekken
van het speelveld op de interne markt in relatie tot overheidssubsidies uit derde
landen. Het kabinet is verheugd dat de Commissie gehoor heeft gegeven aan de oproep8 om een instrument te ontwikkelen dat bijdraagt aan een gelijk speelveld op de interne
markt en heeft een appreciatie met uw Kamer gedeeld op 21 augustus jl.9 Het kabinet staat dan ook zeer positief tegenover het witboek en kijkt uit naar de
wetgevende voorstellen die volgen uit het witboek.
Ook wordt er gesproken over de weerbaarheid van de Europese industrie. Om de uitdagingen
van nu en in de toekomst aan te kunnen en een weerbare industrie te garanderen is
het kabinet van mening dat de EU gezamenlijk moet optrekken, omdat zo meer kan worden
bereikt dan door lidstaten afzonderlijk. Alleen gezamenlijk kunnen de lidstaten –
via de interne markt – mondiaal standaarden zetten (bijvoorbeeld op het gebied van
klimaat, circulariteit en digitaal) en het mondiale speelveld gelijk houden. Voor
een weerbare industrie is het ook van belang dat de interne markt optimaal functioneert.
Dit kan via het verminderen van regeldruk en wegnemen van belemmeringen, betere handhaving,
het beschermen van intellectueel eigendom en sterke en onafhankelijke mededingingskaders.
Het kabinet is van mening dat maatregelen om weerbaarheid te versterken proportioneel
moeten zijn, waarbij elk probleem een eigen oplossing nodig heeft en waarbij niet
onnodig tot schadelijke protectionistische maatregelen wordt overgegaan.
Voor het versterken van de interne markt en het vergroten van het internationale concurrentie
vermogen van de EU moet er ook geïnvesteerd worden in onderzoek, ontwikkeling en innovatie
op het gebied van duurzaamheid (waaronder klimaat), digitalisering en gezondheidszorg.
Het hogere bedrag voor verduurzaming in het nieuwe MFK en de bijdrage uit Next Generation
EU aan het Horizon Europe programma zullen hieraan bijdragen. Horizon Europe levert
een significantie bijdrage aan onderzoek en innovatie door universiteiten, kennis-
en onderzoeksinstellingen en innovatieve bedrijven. Het kabinet is van mening dat
deze investeringen, in het creëren van een kennisbasis, oplossingen bieden voor maatschappelijke
uitdagingen, waardoor het Europese concurrentievermogen versterkt wordt. In dit kader
zal de Europese Commissie voortborduren op het Strategic Forum for Important Projects
of Common European Interest (SF IPCEI) met het Industrieforum. In de verdere uitwerking
hiervan ziet het kabinet graag dat de focus van het SF IPCEI bewaard blijft in 2020.
Hierin is het kabinet positief over de gevormde waterstof alliantie tussen overheden,
instituties en de industrie. Ook loopt er tot 22 september 2020 een open call voor
het bedrijfsleven om de interesse in een IPCEI waterstof te peilen.
Diversenpunten
Onder de diversenpunten zal worden gesproken over een rapport over de consultatie
over de rechtsbescherming van modellen in de EU en een actieplan voor intellectueel
eigendom.
Consultaties over regelgeving voor poortwachtersplatforms
De vaste commissie voor Economische Zaken en Klimaat heeft verzocht om aan te geven
of het kabinet een reactie zal sturen met betrekking tot de Europese consultaties
over regels voor grote onlineplatforms die als poortwachter fungeren en een nieuw
aanvullend mededingingsinstrument. Nederland zal niet formeel op de consultaties reageren.
De consultaties zijn primair gericht praktijkervaringen van bedrijven en burgers.
De vragenlijst leent zich niet goed voor beantwoording door een beleidsdepartement.
Dit neemt niet weg dat het kabinet de komende periode haar beleidsinzet onverminderd
actief zal blijven uitdragen in gesprekken met de Europese Commissie, andere lidstaten
en belanghebbenden. In Europa pleit Nederland al langer voor een bevoegdheid voor
een Europese toezichthouder om vooraf (ex ante) in te kunnen grijpen bij platforms
waar gebruikers nauwelijks omheen kunnen (poortwachtersplatforms). De kabinetsinzet
komt op meerdere vlakken terug in de vragen en beleidsscenario’s in de hierboven genoemde
consultaties van de Commissie. Daar ben ik heel blij mee. Naar verwachting komt de
Commissie aan het einde van het vierde kwartaal van 2020 met voorstellen. Het kabinet
blijft zich er voor inzetten dat deze voorstellen invulling geven aan de Nederlandse
beleidsinzet op het gebied van regelgeving voor poortwachtersplatforms. Zodra de voorstellen
zijn gepubliceerd, zal het kabinet uw Kamer per BNC-fiche informeren over het Nederlandse
standpunt. Voor een nadere toelichting op de kabinetsinzet, verwijs ik verder naar
de brief die uw Kamer op 20 april 2020 heeft ontvangen.10
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
M.C.G. Keijzer, staatssecretaris van Economische Zaken en Klimaat
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.