Brief regering : Verslag van de extra Raad Buitenlandse Zaken van 14 augustus 2020, de geannoteerde agenda voor de ingelaste videoconferentie van de leden van de Europese Raad van 19 augustus 2020 en de geannoteerde agenda informele Raad Buitenlandse Zaken Gymnich van 27 en 28 augustus 2020
21 501-02 Raad Algemene Zaken en Raad Buitenlandse Zaken
21 501-20 Europese Raad
Nr. 2193 BRIEF VAN DE MINISTER VAN BUITENLANDSE ZAKEN
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 18 augustus 2020
Hierbij bied ik u het verslag van de extra RBZ aan van 14 augustus 2020, de geannoteerde
agenda voor de ingelaste videoconferentie van de leden van de Europese Raad van 19 augustus
2020 en de geannoteerde agenda informele Raad Buitenlandse Zaken Gymnich van 27 en
28 augustus 2020.
De Minister van Buitenlandse Zaken, S.A. Blok
VERSLAG INFORMELE VIDEOCONFERENTIE RAAD BUITENLANDSE ZAKEN VAN 14 AUGUSTUS 2020 EN
GEANNOTEERDE AGENDA VOOR DE INGELASTE VIDEOCONFERENTIE VAN DE LEDEN VAN DE EUROPESE
RAAD VAN 19 AUGUSTUS 2020 EN GEANNOTEERDE AGENDA VOOR DE INFORMELE RAAD BUITENLANDSE
ZAKEN VAN 27 EN 28 AUGUSTUS 2020.
Op vrijdag 14 augustus jongstleden vond een extra ingelaste informele Raad Buitenlandse
Zaken plaats per videoconferentie. De Minister van Buitenlandse Zaken nam hieraan
deel. De Raad sprak over de situatie in Wit-Rusland en de ontwikkelingen in de Oostelijke
Middellandse Zee. Daarnaast stond de Raad stil bij de ontwikkelingen in Libanon en
Venezuela.
De voorzitter van de Europese Raad, Charles Michel heeft op woensdag 19 augustus een
extra informele bijeenkomst van de leden van de Europese Raad per videoconferentie
bijeengeroepen naar aanleiding van de ontwikkelingen in Wit-Rusland. De Minister-President
is voornemens aan deze bijeenkomst deel te nemen.
Op donderdag 27 en vrijdag 28 augustus 2020 zullen de Ministers van Buitenlandse Zaken
tijdens de informele RBZ (Gymnich) in Berlijn, Duitsland, zich andermaal buigen over
de ontwikkelingen in Wit-Rusland en de bredere EU-Turkije relatie. Daarnaast zullen
zij spreken over Rusland en de positie van de EU in de wereld. Het betreft een informele
Raad; discussies zijn niet conclusief en er zullen geen Raadsbesluiten of mededelingen
uit voortvloeien. De Minister van Buitenlandse Zaken is voornemens aan deze informele
Raad deel te nemen.
In deze brief zijn de geannoteerde agenda voor de informele bijeenkomst van de leden
van de Europese Raad op woensdag 19 augustus en de geannoteerde agenda voor de informele
Raad Buitenlandse Zaken van 27 en 28 augustus naast het verslag van de extra informele
Raad Buitenlandse Zaken opgenomen.
Wit-Rusland
De Raad sprak over het verloop en de gewelddadige nasleep van de presidentverkiezingen
in Wit-Rusland van zondag 9 augustus jl. Volgens de (voorlopige) officiële uitslag
heeft president Loekasjenko de verkiezingen gewonnen (80% van de stemmen tegen 10%
voor oppositieleider Svetlana Tichanovskaja). Tichanovskaja heeft bij de kiescommissie
bezwaar aangetekend tegen de uitslag. Direct na de verkiezingen ontstonden grootschalige
demonstraties tegen de uitslag. Deze werden zeer gewelddadig neergeslagen door politie
en ordetroepen. Voor zover bekend vielen hierbij honderden gewonden en tenminste twee
doden. Ook zijn duizenden mensen gearresteerd. Tichanovskaja heeft moeten uitwijken
naar Litouwen.
In lijn met de eerdere verklaring van Hoge Vertegenwoordiger Borrell namens de 27
EU-Lidstaten stelde de Raad op basis van de beschikbare informatie dat de verkiezingen
niet als vrij en eerlijk beoordeeld kunnen worden, noch als zijnde in lijn met internationale
standaarden. De EU kan derhalve de resultaten van de verkiezingen, zoals gepresenteerd
door de Belarus Central Election Commission, niet accepteren. De Raad heeft de autoriteiten nogmaals opgeroepen onmiddellijk
te stoppen met het geweld tegen vreedzame demonstranten. De Raad sprak zijn waardering
uit voor het werk van journalisten dat zij onder moeilijke omstandigheden uitvoeren
en veroordeelde het geweld tegen en de detentie van journalisten, inclusief EU-burgers.
Binnen de Raad was brede steun om gerichte maatregelen te nemen tegen de verantwoordelijken
voor het geweld richting demonstranten en de verkiezingsfraude. Het werk aan deze
additionele sancties is meteen gestart. Verder stelde de Raad dat de gebeurtenissen
nopen tot een herziening van de EU relatie met Wit-Rusland. De Europese steun aan
Wit-Rusland moet om die reden in het licht van recente ontwikkelingen kritisch worden
bezien. Daarbij is het evenwel van belang dat de Wit-Russische bevolking niet door
eventuele maatregelen wordt geraakt en dat het Wit-Russisch maatschappelijk middenveld
op Europese steun kan blijven rekenen. De Raad zegde tevens toe te bezien hoe de steun
aan de Wit-Russische bevolking en het maatschappelijk middenveld vergroot kan worden.
Enkele Lidstaten, waaronder Nederland, spraken steun uit voor het inroepen van het
OVSE Moskou Mechanisme. Dit mechanisme biedt de mogelijkheid een internationale missie
van onafhankelijke experts naar Wit-Rusland te sturen om onderzoek te doen naar mensenrechtenschendingen.
Dit zal dan een onafhankelijk rapport opleveren waarin de situatie in Wit-Rusland
beschreven zal worden.
In navolging van de extra ingelaste informele RBZ zullen ook de leden van de Europese
Raad op woensdag 19 augustus over Wit-Rusland spreken en zich verder buigen over de
te nemen vervolgstappen. De ontwikkelingen in Wit-Rusland volgen elkaar snel op: de
demonstraties van afgelopen weekend waren van ongekend formaat.
Nederland acht een passende EU reactie van groot belang. Uitgangspunt blijft: de Wit-Russische
bevolking heeft recht op een uitslag die hun stem eerlijk weergeeft. De kaders voor
EU-actie zijn reeds geschetst tijdens de Raad Buitenlandse Zaken van 14 augustus jl.:
de EU erkent de resultaten van deze verkiezingen niet. Er moet in dialoog worden gezocht
naar een oplossing die recht doet aan de stem van de Wit-Russische bevolking. De EU
is bereid dit te faciliteren, en zal een voorstel voor bemiddeling uitwerken. De EU
werkt daarnaast aan gerichte sancties tegen degenen die verantwoordelijk zijn voor
de fraude en het geweld, en zal de EU-Wit-Rusland relatie kritisch tegen het licht
houden. Tegelijkertijd wil de EU bezien hoe de steun aan de Wit-Russische bevolking
en het maatschappelijk middenveld vergroot kan worden. Het kabinet zal tijdens de
informele Europese Raad deze inzet ondersteunen, en aandringen op een proactieve benadering
gericht op bemiddeling en gerichte maatregelen tegen personen die verantwoordelijk
zijn voor de verkiezingsfraude en geweld tegen demonstranten.
In navolging van de Europese Raad op woensdag 19 augustus en voortbouwend op de informele
Raad Buitenlandse Zaken van 14 augustus zal Wit-Rusland ook tijdens de informele Raad
Buitenlandse Zaken (Gymnich) aan bod komen.
Oostelijke Middellandse Zee
Tijdens de extra ingelaste informele Raad Buitenlandse Zaken van 14 augustus sprak
de Raad ook over de toegenomen spanningen tussen Griekenland en Turkije in de oostelijke
Middellandse Zee, samenhangend met maritieme afbakening en proefboringen.
De Raad sprak zijn zorgen uit over de ontwikkelingen, sprak solidariteit uit met Griekenland
en Cyprus in het licht van de recente Turkse (militaire) acties, en benadrukte het
belang van de-escalatie. Binnen de Raad bestond brede steun voor directe dialoog en
onderhandelingen tussen de betrokken partijen om te komen tot wederzijds acceptabele
maritieme afbakening in overeenstemming met het internationaal recht. De bemiddelende
rol van de Hoge Vertegenwoordiger en Duitsland werden hierbij verwelkomd.
Nederland heeft de oproepen gesteund om direct met elkaar in dialoog en onderhandeling
te treden, en om te komen tot wederzijds acceptabele maritieme afbakening in overeenstemming
met het internationaal recht. Nederland blijft eerdere verklaringen van de Raad steunen
waarin Turkije wordt opgeroepen de boringen te staken en de soevereiniteit en soevereine
rechten van Griekenland en Cyprus te respecteren. In geval van voortdurende Turkse
activiteiten blijft het kabinet aanvullende maatregelen niet uitsluiten, waarbij ook
de effectiviteit van eventuele maatregelen moet worden meegewogen.
Tijdens de Gymnich-bijeenkomst op 27 en 28 augustus zullen de Ministers van Buitenlandse
Zaken zich buigen over de bredere relatie tussen de EU en Turkije. Zoals besproken
tijdens de Raad Buitenlandse Zaken van 13 juli jl. (Kamerstuk 21 501-02, nr. 2187) en de ingelaste informele Raad Buitenlandse Zaken van 14 augustus jl., bestaan er
brede zorgen over de Turkse opstelling in de regio en de binnenlandspolitieke situatie
in Turkije.
Nederland zal tijdens deze bespreking benadrukken dat effectieve samenwerking tussen
de EU en Turkije, o.a. op het gebied van veiligheid, terrorismebestrijding, handel
en migratie van evident belang is, maar dat de EU Turkije tegelijkertijd moet aanspreken
op punten van zorg, zoals het Turkse optreden in de regio en de mensenrechtensituatie
in Turkije.
Naar verwachting zal de Hoge Vertegenwoordiger tijdens de Gymnich-bijeenkomst ingaan
op opties ten aanzien van de ongewenste spanningen tussen de EU en Turkije. Nederland
steunt het streven naar de-escalatie van deze spanningen. De Nederlandse inzet voor
Gymnich komt verder overeen met die voor de Europese Raad, zoals hierboven is aangegeven.
Nederland zal tenslotte opnieuw aandacht vragen voor de implementatie van de EU-Turkije
Verklaring over migratie en de Hoge Vertegenwoordiger oproepen om hier prioriteit
aan te geven in zijn gesprekken met de Turkse Minister van Buitenlandse Zaken Çavuşoğlu.
OVERIGE PUNTEN VERSLAG INFORMELE VIDEOCONFERENTIE RAAD BUITENLANDSE ZAKEN VAN 14 AUGUSTUS
2020
Libanon
De Raad stond stil bij de enorme ramp die Libanon trof op dinsdag 4 augustus. De explosie
heeft geleid tot meer dan 170 dodelijke slachtoffers, ruim 6000 gewonden en naar schatting
300.000 daklozen. Deze gevolgen komen bovenop die van een zware economische crisis
en de COVID-19 crisis. Sinds de explosie vinden er dagelijks demonstraties plaats
die gepaard gaan met geweld. Protesterende Libanezen eisen rekenschap en het vertrek
van de politieke elite. Dat de regering op 10 augustus jl. haar ontslag indiende,
wordt niet als voldoende gezien. Het belang van een goed gecoördineerde respons om
de acute noden te adresseren is daarbij van belang. Wat betreft herstel en opbouw
is een nieuwe geloofwaardige en verantwoordelijke overheid cruciaal. Het is daarom
zaak dat Libanon haast maakt met de formatie van een nieuwe regering.
Venezuela
Hoge Vertegenwoordiger Borrell informeerde de Raad over zijn gesprekken met vertegenwoordigers
van de oppositie en het regime. Het doel van deze gesprekken was te bezien of overeenstemming
kon worden bereikt over minimale condities voor de aankomende parlementsverkiezingen.
Daarnaast heeft de EU van het Maduro-regime een verzoek ontvangen om een verkiezingswaarnemingsmissie
te sturen. Omdat niet wordt voldaan aan de minimale condities voor vrije en eerlijke
verkiezingen is dit verzoek afgewezen. Hoge Vertegenwoordiger Borrell gaf aan in te
blijven zetten op overeenstemming over minimale voorwaarden van geloofwaardige verkiezingen,
zodat de EU alsnog een verkiezingswaarnemingsmissie zou kunnen sturen en de-institutionalisering
van het land voorkomen kan worden. Als laatste kondigde Hoge Vertegenwoordiger Borrell
aan op 1 september as. een ministeriële bijeenkomst van de Internationale Contact
Groep (ICG) te willen organiseren.
Bolivia
Als laatste stond Hoge Vertegenwoordiger Borrel kort stil bij de ontwikkelingen in
Bolivia. Hij sprak daarbij de hoop uit dat door thans het voorziene tijdspad (verkiezingen
zouden uiterlijk 18 oktober as. moeten plaatsvinden) de verkiezingen op georganiseerde
wijze plaats kunnen vinden. De EU is dan voornemens om een verkiezingswaarnemingsmissie
te sturen.
OVERIGE PUNTEN GEANNOTEERDE AGENDA INFORMELE RAAD BUITENLANDSE ZAKEN (GYMNICH) VAN
27 EN 28 AUGUSTUS 2020
EU en Rusland
De Ministers zullen een discussie voeren over de EU-relatie met Rusland. De Hoge Vertegenwoordiger
en de Duitse Minister van Buitenlandse Zaken stellen voor dat de discussie zich richt
op het EU-beleid ten aanzien van Rusland van de afgelopen jaren en hoe dit in de toekomst
effectiever kan. Uitgangspunt zijn hierbij de zogeheten vijf «guiding principles», die sinds 2016 de leidraad vormen voor de gezamenlijke EU-inzet in de relatie met
Rusland1. Het kabinet zal het belang van EU-eenheid onderstrepen om door gezamenlijk optreden
meer gewicht in de schaal te leggen en effectiever te zijn. Conform de kabinetsreactie
op de motie van de leden Stoffer en Verhoeven2 zal kabinet daarbij het belang onderstrepen van een goed evenwicht tussen enerzijds
druk en anderzijds dialoog/selectieve samenwerking. Het gaat er bijvoorbeeld om het
handhaven van sancties in verband met de destabilisering van Oost-Oekraïne zolang
er geen voortgang bestaat ten aanzien van de Minskakkoorden, maar tegelijk in te zetten
op dialoog (om veiligheidsvraagstukken te bespreken of waarden uit te dragen) en pragmatische
samenwerking op onderwerpen van gemeenschappelijk belang (zoals bijvoorbeeld bij de
bestrijding van klimaatverandering)3.
Een sterker Europa in de wereld
Tijdens de lunch op donderdag zullen de Ministers een strategische discussie voeren
over de rol van de EU in de wereld in het licht van geopolitieke verschuivingen op
het wereldtoneel als gevolg van de COVID-19 pandemie. Het kabinet acht een dergelijke
discussie opportuun. Zoals ook toegelicht in de Staat van de Europese Unie 2020 ziet
het kabinet een noodzaak voor een meer geopolitieke, assertieve EU op het wereldtoneel
omdat traditionele partnerschappen minder vanzelfsprekend zijn geworden en het multilateralisme,
en daarmee een wereldorde gebaseerd op regels, onder druk staat.4 De COVID-19 crisis versterkt deze ontwikkeling en dwingt de EU nadrukkelijker na
te denken over de vraag hoe zij zich wenst te verhouden tot andere geopolitieke spelers,
hoe zij haar rol als veiligheidsactor verder dient vorm te geven en hoe zij een voortrekkersrol
kan blijven spelen bij de aanpak van mondiale uitdagingen als klimaatproblematiek,
vrijhandel en armoedebestrijding.
Voor een antwoord op genoemde uitdagingen is een sterk Europa essentieel. Om haar
belangen op het wereldtoneel adequaat te kunnen verdedigen dient het Gemeenschappelijk
Veiligheids- en Defensiebeleid versterkt te worden, moet de EU zich meer bewust zijn
van de geopolitieke implicaties van ogenschijnlijk EU-interne dossiers, dient regelmatiger
en meer strategisch over economische veiligheid en de kansen en risico’s van technologische
ontwikkeling te worden gesproken en moeten kwetsbaarheden rondom de leveringszekerheid
van strategische goederen worden geadresseerd. Het uitdragen van een op waarden als
rechtsstaat, democratie en vrijheid gebaseerde agenda blijft daarbij voor de EU onverminderd
van belang. Om deze agenda ten uitvoer te kunnen brengen, is de slagvaardigheid van
de EU essentieel. Nederland blijft daarom inzetten op zowel een effectiever EU Gemeenschappelijk
Buitenland en Veiligheidsbeleid als ook een effectiever Gemeenschappelijk Veiligheids-
en Defensiebeleid.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
S.A. Blok, minister van Buitenlandse Zaken
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.