Brief regering : Voorbeelden van de dagelijkse inzet van Nederlandse diplomatieke vertegenwoordigingen op de bevordering en versterking van de rechtsstaat
32 734 Nederlandse diplomatie
Nr. 49
BRIEF VAN DE MINISTER VOOR BUITENLANDSE HANDEL EN ONTWIKKELINGSSAMENWERKING
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 10 augustus 2020
Hierbij bied ik u mede namens de Minister van Buitenlandse Zaken de reactie aan op
het verzoek van de heer Stoffer (SGP) tijdens de begrotingsbehandeling Buitenlandse
Handel en Ontwikkelingssamenwerking d.d. 28 november 2019 om voorbeelden van de dagelijkse
inzet van Nederlandse diplomatieke vertegenwoordigen op de bevordering en versterking
van de rechtsstaat (Handelingen II 2018/19, nr. 30, item 3).
Het verzoek van de heer Stoffer is een reactie op de beantwoording van motie (Kamerstuk
35 000 XVII, nr. 49) van de leden Stoffer (SGP) en Voordewind (CU) om het tegengaan van straffeloosheid
en bevorderen van goed bestuur expliciet doel te maken voor diplomatieke vertegenwoordigingen
en waar nodig steun te verlenen aan relevante ngo’s. Deze motie over het Duurzame
Ontwikkelingsdoel 16 (SDG 16) is ingediend tijdens de begrotingsbehandeling Buitenlandse
Handel en Ontwikkelingssamenwerking d.d. 29 november 2018 (Handelingen II 2018/19,
nr. 30, item 8). Het kabinet beschouwt de motie als ondersteuning van beleid.
Rechtsstaatsbevordering is verankerd in het DNA van het Ministerie van Buitenlandse
Zaken. De bevordering van vreedzame, rechtvaardige en inclusieve samenlevingen (SDG
16) is een belangrijke doelstelling in zowel de beleidsnota Buitenlandse Handel en
Ontwikkelingssamenwerking (BHOS) als in de Geïntegreerde Buitenland- en Veiligheidsstrategie
(GBVS). Het departement in Den Haag en de Nederlandse diplomatieke vertegenwoordigingen
zetten zich actief in voor de bescherming van mensenrechten waaronder de rechten van
vrouwen, de bevordering van een onafhankelijk maatschappelijk middenveld, het aanpakken
van mensenrechtenschendingen en straffeloosheid, de bevordering van toegang tot recht
en de onafhankelijkheid van de rechtsstaat.
In deze brief komt eerst de multilaterale inzet aan de orde en vervolgens de bilaterale
inzet. In de bijlage treft u een uitgebreider overzicht van de dagelijkse inzet van
diplomatieke vertegenwoordigingen.
Inzet in multilateraal kader
Nederland zet zich internationaal in om mensenrechten te bevorderen en te beschermen.
Voortbouwend op de internationale voortrekkersrol op het terrein van de mensenrechten,
spant Nederland zich voor de periode 2020–2022 in voor een actief lidmaatschap van
de VN-Mensenrechtenraad. Nederland organiseert bijeenkomsten en side-events en marge van de zittingen van
de Mensenrechtenraad over het bevorderen van respect voor mensenrechten, het aanpakken
van mensenrechtenschendingen, het betrekken van relevante stakeholders en het tegengaan
van straffeloosheid. Ook benadrukt Nederland zowel in de publieke interventies als
in de resolutieonderhandelingen in de multilaterale fora het belang van bevordering
van mensenrechten en versterking van de rechtsstaat.
Nederland is trekker van diverse VN-resoluties, zoals VN-resolutie 2447 over police, justice and corrections, die is aangenomen tijdens het Nederlandse lidmaatschap van de VN Veiligheidsraad in 2018. De resolutie focust op betere
coördinatie en coherentie van inzet op rechtsorde, conflictpreventie, en mensenrechten
binnen het VN-systeem. De Permanente Vertegenwoordiging (PV) in New York speelde een
actieve rol bij het tot stand komen van deze resolutie.
Daarnaast werkt Nederland in accountability-fora samen met diverse partners om straffeloosheid tegen te gaan en om gerechtigheid voor
slachtoffers te bevorderen. Dit gebeurt via de Permanente Vertegenwoordigingen in
New York en Genève, maar bijvoorbeeld ook met behulp van onze ambassades in landen
die verdragspartij zijn van het Internationaal Strafhof (ICC).
Nederland is tevens aanjager van initiatieven die vervolging van mensenrechtenschendingen
mogelijk maken, zoals de onafhankelijke bewijzenbank voor Syrië (het International, Impartial and Independent Mechanism for Syria, opgericht in 2011), en het onafhankelijk mechanisme voor de verzameling van bewijslast
voor Myanmar (het Independent Investigative Mechanism for Myanmar, opgericht in 2018). Mede door de Nederlandse inzet op het departement en in New
York en Genève is het IIIM opgenomen in het reguliere budget van de VN en is het IIIM
verder geoperationaliseerd.
Ook draagt Nederland bij aan de technische assistentie die het kantoor van de Hoge
Commissaris voor de mensenrechten (OHCHR) verleent op het gebied van rechtsstaatopbouw, bijvoorbeeld in Georgië, Myanmar,
Liberia en Tunesië. In het kader van de universal periodic review doet Nederland concrete aanbevelingen ten behoeve van de versterking van de rechtsstaat.
Internationaal speelt Nederland een actieve rol in de bevordering van SDG 16. In 2018
en 2019 was Nederland covoorzitter van de internationale Task Force on Justice
, waarmee het belang van uitbreiding van toegang tot recht hoger op de politieke agenda
is gezet. Nederland heeft diverse bijeenkomsten georganiseerd met als resultaat dat
39 landen verklaarden zich hard te maken voor toegankelijke rechtsstelsels die uitgaan
van de juridische behoeftes van mensen en ruimte bieden voor innovaties. De komende
jaren zullen departement en diplomatieke vertegenwoordigingen samenwerken om deze
verklaring te implementeren.
In Afrika, Azië en Latijns-Amerika voert Nederland in EU-verband, in het kader van Artikel 8 van het Cotonou-verdrag, met regelmaat politieke dialoog
over de rol van de overheid in bescherming van mensenrechten. In de dialogen met de
Malinese en Oegandese overheden komen bijvoorbeeld hervormingsmaatregelen van de rechtsstaat
en persvrijheid aan de orde. In Europa spant Nederland zich in voor borging van voortgang
op het gebied van de rechtsstaat. De geografische focus ligt op landen met een EU-toetredingsperspectief
en de landen die in het kader van het Oostelijk Partnerschap een samenwerkingsrelatie
met de Europese Unie hebben. Zes medewerkers op ambassades op de Westelijke Balkan
vormen het Rule of Law-netwerk. Zij ondersteunen met hun expertise zowel rechtsstaathervormingen ter plekke
als de Nederlandse Permanente Vertegenwoordiging (PV) in Brussel. De PV Raad van Europa,
in Straatsburg, neemt deel aan de commissies op het terrein van rechtsstatelijkheid,
wetgeving en anti-corruptie.
Bilaterale inzet
Bevordering van rechtstaat en bescherming van mensenrechten zijn prioriteiten voor
de diplomatieke inzet van Nederlandse diplomatieke vertegenwoordigingen. Bilateraal
zetten diplomatieke vertegenwoordigingen actief in op dialogen en programma’s gericht
op deze onderwerpen. De programma’s voeden tevens de bredere diplomatieke inzet.
Binnen Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking (BHOS) is toegang tot recht een belangrijk onderdeel1. Nederland werkt hiervoor samen met verschillende internationale en Nederlandse partnerorganisaties.
Dertien ambassades in de prioritaire regio’s voeren Veiligheid en Rechtsorde-programma’s
uit en steunen daarbij projecten van nationale en internationale partners. De resultaten
hiervan zijn terug te vinden op www.osresultaten.nl/thema/veiligheid-en-rechtsorde.
In 2019 steunden daarnaast 81 ambassades programma’s ter bevordering van de rechtsstaat en bescherming van mensenrechten.
Hier wordt jaarlijks over gerapporteerd in de mensenrechtenrapportage.
Met het Shiraka Fonds (Arabische regio) worden programma’s gesteund die, via jaarlijks aangeboden trainingen
op het gebied van lokaal bestuur, wetgeving en recht, direct bijdragen aan de bevordering
van de rechtsstaat. Via het Matra fonds (Europa) worden programma’s gesteund voor maatschappelijke transformatie in de EU-pre-accessieregio
en de landen van het Oostelijk Partnerschap. Rechtsstaatsontwikkeling is daarbij een
van de drie kernthema’s.
Met het Accountability Fonds hebben 27 ambassades in 2019 lokale maatschappelijke organisaties versterkt in het
aanspreken van overheden en private sector op het belang van een duurzaam en inclusief
beleid (pleiten en beïnvloeden). Juist een accent op de politieke rol van maatschappelijke
organisaties is relevant voor de bevordering van de rechtsstaat.
De Task Force Vrouwenrechten en Gender (TFVG) zet binnen het thema Women, Peace and Security met verschillende programma’s in op de bevordering van de rechtstaat, bijvoorbeeld
in Zuid-Soedan, de Democratische Republiek Congo en Afghanistan. Deze programma’s
bestaan onder andere uit trainingen over vrouwenrechten en gendergelijkheid aan leden
van traditionele rechtssystemen en lokale autoriteiten. Ook wordt de toegang van slachtoffers
van seksueel- en gender-gerelateerd geweld (SGBV) tot het formele rechtssysteem verbeterd.
Daarnaast wordt binnen Samenspraak & Tegenspraak en Funding Leadership and Opportunities for Women (FLOW) programma’s gepleit voor wetten en beleid op het gebied van vrouwenrechten en gendergelijkheid
hetgeen bijdraagt aan de bevordering en versterking van de rechtstaat. Binnen deze
programma’s worden ook trainingen aangeboden aan dienstverleners zoals politie en
rechtbanken.
Diplomatieke vertegenwoordigingen in de verschillende regio’s hebben een eigen budget
(variërend in omvang per post) waarmee via ondersteuning van het lokale maatschappelijk
middenveld wordt ingezet op duurzame en lokaal gewortelde rechtsstaatsontwikkeling.
In de komende jaren blijft Nederland zich inzetten voor de bevordering en versterking
van de rechtsstaat.
De Minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking,
S.A.M. Kaag
ANNEX
Voorbeelden dagelijkse inzet van diplomatieke vertegenwoordigingen
De ambassade in Abuja zet zich in voor versterking van de stem van jongeren. Zo steunt de ambassade via
een project artiesten die zich muzikaal inzetten om maatschappelijke thema’s kritisch
te bespreken. Deze nummers over verkiezingen en democratisering, politiegeweld en
vrouwenrechten worden ingezet als gespreksstarters. Tijdens de verkiezingen stond
het consolideren van de jonge Nigeriaanse democratie en een actieve deelname van de
overwegend jonge bevolking centraal.
De ambassade in Amman ondersteunt momenteel betere rechtsbescherming van gedetineerden door COVID-19 maatregelen.
De ambassade draagt in samenwerking met Penal Reform International en de Public Security Directorate van Jordanië zorg voor dat politiebureaus, jeugddetentiecentra en vrouwengevangenissen
veiliger en schoner worden. Zo worden gedetineerden en personen die met de politie
in aanraking komen beter tegen COVID-19 beschermd.
In de noordelijke regio’s van Mali ondersteunt de ambassade in Bamako naast juridische voorlichting en rechtshulp eveneens de versterking van de strafrechtketen.
Ook investeert Nederland in het versterken van de rechten en verbeteren van omstandigheden
van gedetineerden in Malinese gevangenissen. Daarnaast steunt de ambassade, in Benelux
verband, de UN Commission of Inquiry. De commissie doet onderzoek naar ernstige schendingen van mensenrechten en het internationaal
humanitair recht sinds 2012.
De ambassade in Beirut werkt aan Making the Government Work for Citizens» Welfare. Dit programma behelst de monitoring, analyse en evaluatie van de besluitvorming
van de Raad van Ministers van de Libanese regering door een gerenommeerde denktank
in Libanon. De verkregen informatie en opgedane inzichten worden in de vorm van een
periodieke Government Monitor nieuwsbrief gedeeld met de burgers en zullen uiteindelijk ook op een digitaal platform
worden gepubliceerd.
De ambassade in Hanoi draagt door verschillende projecten bij aan de versterking van de rechtsstaat. Zo
wordt door een lokale partner ingezet op een inclusievere en eerlijkere wijze van
verdeling van landrechten.
De ambassade in Jakarta ondersteunt een breed Nederlands programma ter versterking van de rechtsstaat in
Indonesië. Een greep uit de inzet: de toegang van sociaal gemarginaliseerde burgers
tot het rechtssysteem is verbeterd, waardoor meer dan 5.000 kwetsbare Indonesiërs
hun rechten opeisen in het rechtssysteem. Ook hielp Nederland door het Studiecentrum
Rechtspleging bij de ontwikkeling van de opleiding van 1.600 Indonesische rechters,
die daardoor beter op hun werk worden voorbereid. De Nederlandse Hoge Raad assisteert
het Indonesische Hooggerechtshof bij de modernisering van diens werkwijze.
De ambassade in Juba zet zich met programma’s voor rechtsstaatontwikkeling en vredesopbouw in om (seksueel)
geweld tegen vrouwen te verminderen. In Juba is met Nederlandse steun een rechtbank
opgericht, die speciaal zaken in behandeling neemt op het gebied van (seksueel) geweld
tegen vrouwen en meisjes. De inzet van mobiele rechtbanken vermindert de achterstand
in rechtszaken van vrouwen.
De ambassade in Kaboel ondersteunt de versterking van de rechtstaat in Afghanistan door het financieren
van diverse programma’s in de veiligheids- en justitiesector, in het bijzonder gericht
op het verbeteren van de positie van vrouwen. Ook draagt Nederland via het Afghan Reconstruction Trust Fund bij aan capaciteitsopbouw bij politie en justitie. De ambassade vraagt samen met
de VN aandacht voor de belangen van burgerslachtoffers in het vredesproces. In contacten
met de Afghaanse regering wordt gezamenlijk bekeken hoe dit thema het beste kan worden
geadresseerd.
De ambassade in Kampala ondersteunt de Justice, Law and Order Sector (JLOS), onder meer bij het voorkomen en bestraffen van geweld tegen vrouwen, bescherming
van de rechten van jongeren in rechtszaken, het verbeteren van transitional justice en het verminderen van achterstanden bij rechtbanken. De ambassade heeft hiervoor
regelmatig op hoog niveau overleg met de Oegandese overheid.
Oekraïne kent grootschalige problematiek op het gebied van landrechten. Landhervorming
is noodzakelijk maar brengt de nodige uitdagingen met zich mee. De ambassade in Kiev steunt een project gericht op informatievoorziening over het belang van landhervorming
en valkuilen in dit proces. Resultaat is dat in maart 2020 een nieuwe wet is aangenomen
die een einde maakt aan het moratorium op de verkoop van land.
De ambassade voor Sana’a (in Den Haag) steunt een programma met Penal Reform International (PRI), waarmee de capaciteit van vrouwelijke politieagenten in Jemen wordt versterkt.
Ook Jemenitische autoriteiten worden betrokken en ontvangen training, om versterkte
participatie van vrouwen binnen de politie in Jemen te faciliteren.
De ambassade in Sarajevo speelt een belangrijke rol bij het faciliteren van peer to peer samenwerking tussen
het gerechtshof in Amsterdam en de Municipal Court in Sarajevo. Het resultaat is betere
kwaliteit van de beslissingen van het hof in Sarajevo en meer transparantie en betere
dienstverlening voor het publiek. Vanwege het succes is het project uitgebreid naar
alle andere gerechtshoven in het land, waarbij de Bosnische counterparts het voortouw
nemen, met begeleiding van de collega rechters uit Amsterdam.
De ambassade in Skopje speelde een belangrijke rol bij het faciliteren van de samenwerking tussen de Nederlandse
Vereniging voor de Rechtspraak met Noord-Macedonische en Servische rechtersverenigingen.
Doel van de samenwerking was de inclusieve ontwikkeling van een «Code of Ethics» voor rechters in Noord-Macedonië. De gedragscode is inmiddels door de Raad voor de
Rechtspraak overgenomen.
De ambassade voor Tripoli (in Tunis) werkt samen met de International Commission for Jurists (ICJ) en Lawyers for Justice in Libya (LJIL). ICJ traint rechters, advocaten en mensenrechtenverdedigers om schendingen
van mensenrechten voor het gerecht te brengen. LJIL ontwikkelt een archief voor het
verzamelen van bewijzen van mensenrechtenschendingen. Verder levert de ambassade expertise
aan het Ministerie van Justitie en het Ministerie van Binnenlandse Zaken voor hervormingen
in de organisatie en het opzetten van een professionele politiemacht. Dit gebeurt
in samenwerking met het United Nations Development Programme (UNDP) en de United Nations Support Mission in Libya (UNSMIL).
De ambassade in Tunis zet zich in voor het uitbreiden van toegang tot recht voor achtergestelde bevolkingsgroepen.
Ook stimuleert de ambassade in haar landenprogramma innovatie in de juridische sector.
De ambassade speelt verder een actieve rol in het ondersteunen van het Hooggerechtshof
en het nog op te zetten nationale mensenrechteninstituut.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
S.A.M. Kaag, minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking