Brief regering : Geannoteerde Agenda Informele Raad WSBVC 17 juli 2020
21 501-31 Raad voor de Werkgelegenheid, Sociaal Beleid, Volksgezondheid en Consumentenzaken
Nr. 570
BRIEF VAN DE MINISTER VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 7 juli 2020
Op 17 juli aanstaande vindt een informele Raad WSBVC plaats via videoconferentie.
Hierbij zend ik u de Geannoteerde Agenda voor deze Raad toe.
De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,
W. Koolmees
GEANNOTEERDE AGENDA INFORMEEL VIDEO-OVERLEG RAAD WERKGELEGENHEID EN SOCIAAL BELEID
(WSBVC) 17 juli 2020
Tijdens het informele video-overleg, waaraan ik zal deelnemen, is het overkoepelende
thema «de sociale dimensie van het herstel van Europa». Daarbij gaat het om een korte
informele gedachtenuitwisseling over een aantal onderwerpen. Er is geen sprake van
besluitvorming.
Agendapunt: de sociale dimensie van het herstel van Europa
Doel video-overleg
Informele gedachtenuitwisseling
Inhoud/achtergrond agendapunt
Na de plenaire opening, zullen lidstaten uiteengaan in drie break-out sessies. De
break-out
sessies hebben de volgende thema’s:
– «Betere handhaving van de rechten van seizoenarbeiders en mobiele werknemers in de
praktijk»
– «De bijdrage van socialezekerheidsstelsels aan het herstel van de crisis, met bijzondere
aandacht voor werkloosheidsverzekeringen en minimuminkomensregelingen»
– «De bijdrage van gezondheid en veiligheid op het werk aan herstel»
Ten tijde van het opstellen van deze Geannoteerde Agenda zijn er nog geen voorbereidende
documenten beschikbaar. Ook is nog niet bekend bij welke break-out sessie Nederland
wordt ingedeeld. Daarom word bij het kopje hieronder op elk thema kort ingegaan, en
een algemene Nederlandse lijn beschreven.
Inzet Nederland
Betere handhaving van de rechten van seizoenarbeiders en mobiele werknemers in de
praktijk
Als Nederland wordt ingedeeld bij deze sessie, dan zal Nederland benadrukken dat de
positie van mobiele werknemers, EU-arbeidsmigranten op de Nederlandse arbeidsmarkt een belangrijk thema is. In teveel gevallen
is er sprake van slechte arbeidsomstandigheden en ondermaatse huisvesting. Er lopen
in Nederland al verschillende trajecten op nationaal en lokaal niveau om hierin verandering
te brengen, maar de corona-crisis, die de kwetsbaarheid van mobiele werknemers nog
eens extra onder de aandacht bracht, zoals bij de Corona-uitbraken in de vleesverwerkende
sectoren of op plaatsen waar veel migranten samenwonen, heeft hierin een versnelling
gebracht. Om die reden heeft Nederland het Aanjaagteam Bescherming Arbeidsmigranten
in het leven geroepen om de regering te adviseren over de maatregelen (zowel korte
termijn als structureel) die genomen moeten worden om arbeidsmigranten beter te beschermen.
Het Duitse EU-voorzitterschap heeft aangegeven na te denken over een EU actieplan
voor arbeidsmigranten. Nederland beschouwt de ideeën die leven over een EU actieplan
over arbeidsmigranten als een belangrijke ondersteuning van de nationale processen.
Net als in de nationale context, zal Nederland er toe oproepen om in het actieplan
alle aspecten van arbeidsmigratie mee te nemen. Dus niet alleen op het werk, maar
ook bij de huisvesting. Ook zien we graag een brede doelgroep van seizoenarbeiders
en andere mobiele werknemers. Daarbij zou volgens Nederland het hoofddoel moeten zijn
om in de EU veilige ketens van mobiele arbeid te scheppen. En dat gaat het beste als
nationaal bestaande regels op het gebied van werken en wonen beter worden gehandhaafd,
en als lidstaten in Europa beter samenwerken. Hier is een duidelijke rol weggelegd
voor de Europese Arbeidsautoriteit (ELA).
De bijdrage van socialezekerheidsstelsels aan het herstel van de crisis, met bijzondere
aandacht voor werkloosheidsverzekeringen en minimuminkomensregelingen
Als Nederland wordt ingedeeld bij deze sessie, dan zal Nederland benadrukken dat werkloosheid
als gevolg van de Coronacrisis zoveel mogelijk voorkomen moet worden en als die toch
intreedt een tijdelijk karakter moet hebben en niet structureel mag worden. Herstel
van de interne markt en herstel van het vrije verkeer van personen zijn daarbij van
groot belang. De nationale sociale zekerheidsstelsels kunnen bijdragen als zij een
activerend karakter hebben en werkhervatting bevorderen en als er tijdens een crisis
tijdelijke crisismaatregelen worden toegevoegd die erop gericht zijn werkloosheid
te voorkomen (in Nederland via de Tijdelijke noodmaatregel overbrugging voor werkgelegenheid),
en indien noodzakelijk tijdelijk inkomenssteun geven aan kwetsbare groepen (in Nederland
via de Tijdelijke overbruggingsregeling voor flexibele arbeidskrachten en Tijdelijke
overbruggingsregeling zelfstandig ondernemers). Het Nederlandse stelsel van het «sociaal
minimum» en de steun die in de vorm van toeslagen en belastingaftrekposten wordt verstrekt
borgt dat Nederlandse huishoudens over een minimaal inkomen beschikken. Op de Europese
schaal scoort het Nederlandse toeslagenstelsel relatief goed in het beperken van het
aandeel werkende armen.
Nederland zal verder benadrukken dat een snelle afronding van de herziening van de
coördinatieverordening sociale zekerheid niet noodzakelijk is in het licht van de
Coronacrisis. Tijdens deze crisis is gebleken dat de huidige Verordening zijn functie
goed vervult en voldoende bescherming biedt. Voor zover nodig hebben lidstaten binnen het kader van de huidige Verordening
onderling praktische oplossingen uitgewerkt, zoals het voorkomen van een socialezekerheidswitch
voor grenswerkers die tijdelijk meer zijn gaan thuiswerken.
De bijdrage van gezondheid en veiligheid op het werk aan herstel
Als Nederland wordt ingedeeld bij deze sessie, dan zal Nederland benadrukken dat werkgevers
primair verantwoordelijk zijn voor het creëren van een veilige en gezonde werkomgeving
voor zowel thuiswerkers als werknemers die terugkeren naar hun gebruikelijke werkplek.
Daarbij gelden de wettelijke minimumeisen zoals die zijn vastgelegd in nationale en
Europese regelgeving.
Om werkgevers te ondersteunen bij de risicobeoordelingen van de werkplek en het treffen
van passende maatregelen zijn Europese richtsnoeren en nationale handreikingen beschikbaar.
In Nederland stellen sectoren/branches zgn. coronaprotocollen zelf op om invulling
te geven aan de 1,5 meter en andere RIVM richtlijnen. Protocollen komen tot stand
in overleg tussen (vertegenwoordigers van) werkgevers en werknemers. De sectoren/branches
kunnen bij het opstellen van hun protocol worden geadviseerd door de interdepartementale
werkgroep die kan meelezen op concept protocollen en feedback kan geven.
Nederland zal, indien ingedeeld in deze deelsessie, het belang van gezond en veilig
werken onderstrepen, bovenstaande werkwijze toelichten en aangeven dat het uitwisselen
van goede praktijken in EU-verband en de ontsluiting hiervan via het EU agentschap
voor veilig en gezond werken (EU OSHA) zeer waardevol is. Speciale aandacht is daarbij
nodig voor werkenden in de frontlinie en kwetsbare groepen zoals seizoenarbeiders,
maar ook voor de gevolgen van het vele thuiswerken op de balans tussen werk en zorg.
Zo kan gezond en veilig werken in de herstelfase na de pandemie bijdragen aan het
voorkomen van een tweede golf en daarmee aan het ontstaan van verdere schade aan de
Europese economie.
Indicatie krachtenveld Raad en Europees Parlement
Niet van toepassing
Indieners
-
Indiener
W. Koolmees, minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.