Brief regering : Onderzoek NLR HEPA-filters aan boord van vliegtuigen
31 936 Luchtvaartbeleid
Nr. 796 BRIEF VAN DE MINISTER VAN INFRASTRUCTUUR EN WATERSTAAT
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 1 juli 2020
Tijdens het Notaoverleg van 18 juni 2020 heb ik toegezegd uw Kamer voor het zomerreces
te informeren over de vraag of er op Nederlandse luchthavens vliegtuigen landen zonder
HEPA-filter (Kamerstukken 31 936 en 25 295, nr. 793). Bij deze informeer ik u over de resultaten van het onderzoek dat NLR daarnaar heeft
uitgevoerd. Ook zal ik kort ingaan op de mogelijke gevolgen bij afwezigheid van een
HEPA-filter.1
NLR concludeert dat van 99,1% van de vliegbewegingen die in 2019 van en naar Nederlandse
luchthavens zijn uitgevoerd zeer waarschijnlijk is dat deze zijn uitgevoerd door vliegtuigen
met HEPA-filters aan boord. Voor 0,9% van de vliegbewegingen in 2019 van en naar Nederlandse
luchthavens kan op basis van de uitgevoerde inventarisatie niet vanuit meerdere bronnen
geconcludeerd worden of deze zijn uitgevoerd met HEPA-filters aan boord. Voor overige
informatie verwijs ik u naar het bijgevoegde onderzoeksrapport2.
Ondanks dat er op dit moment geen eisen worden gesteld met betrekking tot HEPA-filters,
beschikken nagenoeg alle toestellen die op Nederlandse luchthavens landen over HEPA-filters.
Omdat er geen eisen zijn met betrekking tot HEPA-filters, kunnen toestellen zonder
die filters niet geweigerd worden. Het stellen van technische eisen aan luchtvaartuigen
kent een geƫigend kader dat vanwege de gevolgen voor de luchtvaartveiligheid primair
onder de verantwoordelijkheid van de EU valt.
De Minister van Infrastructuur en Waterstaat, C. van Nieuwenhuizen Wijbenga
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
C. van Nieuwenhuizen Wijbenga, minister van Infrastructuur en Waterstaat