Brief regering : Agenda Digitale Overheid: NL DIGIbeter actualisatie 2020
26 643 Informatie- en communicatietechnologie (ICT)
Nr. 700
BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN BINNENLANDSE ZAKEN EN KONINKRIJKSRELATIES
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 29 juni 2020
Hierbij bied ik uw Kamer de geactualiseerde versie van NL DIGIbeter 2020, de Agenda
Digitale Overheid, aan1. Hierin wordt gerapporteerd over de voortgang van acties uit NL DIGIbeter 2019 en
zijn de acties voor 2020–2021 beschreven. Deze agenda valt samen met de Nederlandse
Cybersecurity Agenda onder de paraplu van de Nederlandse Digitalisering Strategie
welke recent aan uw Kamer aangeboden is.
Digitalisering is allesomvattend en raakt dagelijks aan het leven van iedereen in
Nederland. Dat werd duidelijk in de afgelopen maanden, waarin we van de een op de
andere dag moesten omschakelen naar digitaal werken, digitaal onderwijs volgen en
het gebruik van digitale dienstverlening.
Het belang van een goed gedigitaliseerde overheid wordt hiermee nogmaals benadrukt.
Een digitale overheid is nodig, zodat ook in tijden dat fysiek contact beperkt mogelijk
is, burgers hulp en ondersteuning kunnen krijgen en ondernemers toegang hebben tot
inkomensvoorzieningen zoals de Tijdelijke overbruggingsregeling zelfstandig ondernemers
(Tozo). en
Toch is het nog maar twee jaar geleden dat we enkele digitale voorzieningen vitaal
hebben verklaard. Met gepaste trots meld ik dat onze digitale infrastructuur tijdens
de afgelopen periode stabiel heeft gewerkt. De systemen kunnen het aan. De komende
tijd moeten we de lessen die we in de afgelopen intensieve maanden en eerdere jaren
hebben opgedaan gebruiken om de digitale overheid verder te verbeteren. Dat werkt
als een vergrootglas; het belicht het belang van gebruiksvriendelijke, toegankelijke
en betrouwbare dienstverlening en laat zien welke uitdagingen, zoals veiligheid, privacy
en toegankelijkheid voor iedereen, dit met zich mee brengt. Het uitgangspunt is en
blijft dat we de menselijke maat in het oog houden en dat iedereen mee kan blijven
doen.
De geleerde lessen leiden tot drie aandachtspunten waar we in NL DIGIbeter 2020 extra
aandacht aan besteden:
1. We nemen extra maatregelen die zorgen dat iedereen (digitaal) mee kan blijven doen.
2. We blijven zorgen voor veilige en betrouwbare digitale dienstverlening, waarbij de
mens centraal staat. Burgers en ondernemers moeten nu en in de toekomst steeds makkelijker
digitaal zaken kunnen doen met de overheid.
3. We hebben extra aandacht voor de ethische vragen die de inzet van technologie om maatschappelijke
doelen te realiseren oproept.
In vijf hoofdstukken behandelt NL DIGIbeter 2020 thema’s die relevant zijn voor de
digitale transformatie van de overheid. De bijlage bij de agenda biedt per actielijn
inzicht in de voortgang, concrete resultaten en de te verwachten resultaten. Ik licht
graag een aantal thema’s uit de agenda uit:
De aanpak levensgebeurtenissen: werken als één overheid
In 2019 is een grootschalig onderzoek2 uitgevoerd naar het oordeel van burgers en ondernemers over de dienstverlening van
de overheid. Ruim 60 procent bleek tevreden met de dienstverlening en 25 procent gaf
aan ontevreden te zijn. Uit het onderzoek kwam ook naar voren dat mensen persoonlijke
dienstverlening belangrijk vinden en dat op dit vlak verbetering mogelijk is. De mens
centraal zetten betekent dat we moeten weten wat mensen belangrijk vinden. Onder andere
met de aanpak levensgebeurtenissen zorgen we dat we vanuit de behoefte van de burgers
vertrekken en dat de dienstverlening in samenhang en samenwerking wordt aangeboden,
als één overheid. Een naadloze overheidsdienstverlening waarmee burgers en ondernemers
zo eenvoudig mogelijk hun zaken met de overheid kunnen regelen. Een van de concrete
producten die in het kader van NL DIGIbeter is ontwikkeld en deels gefinancierd is
uit de Innovatiepost is een chatbot. De innovatiegroep Chatbots bestaat uit VNG Realisatie,
A&O Fonds, de gemeenten Tilburg, Utrecht en Dongen, Drechtsteden en de Vereniging
Directeuren Publiekszaken. De chatbot is onlangs als proef van start gegaan in de
gemeente Dongen.
Innovatie
Met het ondersteunen van innovaties zetten we in op de ontwikkeling van dienstverlening
die inclusiever, persoonlijker, gebruiksvriendelijker en veiliger is. Innovatie is
een middel om (versneld) oplossingen te bieden voor maatschappelijke vraagstukken
en om overheidsdienstverlening slimmer in te richten.
Het Innovatiebudget is een voorbeeld van een nieuwe manier van werken: hierin selecteren
we projecten die op een andere manier kijken naar oplossingen voor bestaande maatschappelijke
vraagstukken. Eén van de succesvoorbeelden van klein, iteratief beginnen en vervolgens
opschalen is de app «Perceelwijzer». Met deze app kunnen perceeleigenaren informatie
vinden over onder meer de grondwaterstand en waterkwaliteit. Het Waterschap Aa en
Maas en agrariërs zijn erg enthousiast over de kleinschalige testversie. Het Waterschapshuis
(de regie- en uitvoeringsorganisatie van de 21 waterschappen) heeft een voorstel ingediend
om de Perceelwijzer bij alle waterschappen uit te rollen. Bij een positief besluit
van de deelnemende waterschappen zullen de nieuw deelnemende waterschappen de app
vullen met hun data en krijgt de app een landelijke dekking.
Tegelijkertijd dagen we bedrijven uit om via het programma «Startup in Residence»
met slimme oplossingen te komen voor maatschappelijke opgaven. Zo heeft Agents of
Change binnen de looptijd van het «Startup in Residence» (SiR) programma 2019 «Kaart
het Aan» ontwikkeld. Dit kaartspel stimuleert mensen die nog nooit online zijn geweest
om kennis met het internet te maken. In vijf pilots speelden ongeveer 2000 minder
digitaal vaardige mensen mee. In 2020 is het programma SiR van BZK interbestuurlijk
geworden. Naast het Ministerie van BZK nemen nu ook de Ministeries van EZK, LNV en
SZW, de provincie Zuid-Holland en de gemeente Den Haag deel. Door deze interbestuurlijke
samenwerking realiseren we meer impact bij het oplossen van maatschappelijke opgaven.
Ook in 2020–2021 blijven we experimenteren met andere werkwijzen en stimuleren we
onderzoeken die aansluiten bij de doelen van NL DIGIbeter. In de komende periode investeren
we in het opschalen en borgen van innovaties die in het kader van NL DIGIbeter zijn
ontwikkeld. We zorgen dat geleerde lessen en ontwikkelingen verspreid worden bij overheden
in heel Nederland.
Grondrechten en publieke waarden
Uiteraard roepen verregaande digitalisering en de opkomst van nieuwe technologieën
ook vragen op met betrekking tot grondrechten en publieke waarden. Dit zijn de fundamenten
waarop digitalisering van de overheid gebaseerd moet zijn. Daarom hebben we een toolbox
«Ethisch Verantwoorde Innovatie3» ontwikkeld. De toolbox bevat goede voorbeelden, methodieken en leidraden voor ambtenaren
om ethisch verantwoord innoveren mogelijk te maken.
Daarnaast zijn er samen met de Minister voor Rechtsbescherming richtlijnen voor het
toepassen van algoritmen4 door de overheid ontworpen. Om burgers laagdrempelig kennis te laten maken met de
werking van algoritmen hebben we samen met SETUP het pop-up Algoritmisch Museum opgezet.
Digitalisering kan ook een belangrijke bijdrage leveren aan onze democratische rechtsstaat.
Dankzij de spoedwet digitale besluitvorming konden gemeenteraden, eilandraden, algemeen
besturen van waterschappen en de provinciale staten tijdens de coronacrisis blijven
functioneren. Met de inzet van verschillende digitale middelen konden vergaderingen,
inspraak en besluitvorming doorgang vinden. Ook op digitale participatie, inspraak
en toegang tot vergaderstukken zijn de afgelopen jaren flinke stappen gezet. Denk
daarbij bijvoorbeeld aan de inzet/ontwikkeling van participatieplatformen Consul en
OpenStad. Het zijn open source e-participatie tools waarmee gemeenten bewoners op
innovatieve wijze kunnen betrekken in de besluitvorming. De tool biedt meerdere participatiefuncties
die elkaar versterken, waaronder: discussies starten, voorstellen indienen, participatief
begroten en stemmen. Doordat de tools open source ontworpen zijn, kan elke geïnteresseerde
gemeente de software downloaden en deze aanpassen aan de eigen gemeentewebsite.
Naast voortzetting van maatschappelijke dialogen over publieke waarden en het organiseren
en volgen van noodzakelijk verdiepend onderzoek, leggen we de focus in 2020–2021 op
het (door)ontwikkelen van concrete beleidsinstrumenten die kunnen bijdragen aan het
vroegtijdig borgen van publieke waarden en grondrechten bij technologische veranderingen.
Denk daarbij aan een Mensenrechten Impact Assessment voor AI-toepassingen. Daarnaast zetten we onder de paraplu van NL DIGIbeter in op NL DIGITAAL, Data
Agenda overheid. Deze heeft onlangs een update gehad met de onlangs geactualiseerde
NL DIGITAAL, Data Agenda Overheid 2020–20215.
Ook zetten we in op versterken van de digitale democratie, participatie en open source
raad- en stateninformatie. Daarnaast werken we door aan onze wetgevingsagenda. Zo
zullen verschillende wetten naar verwachting in 2021 in werking treden. Denk daarbij
aan de Wet digitale overheid (Wdo) en de Wet modernisering elektronisch berichtenverkeer.
Digitale Inclusie
In onze samenleving moet iedereen mee kunnen blijven doen. Hiermee onderschrijft het
kabinet de motie van de leden Futselaar en Van Raak6 en deelt het kabinet de mening dat de overheid altijd en voor iedereen toegankelijk
moet zijn.
Daarvoor is het nodig om te investeren in toegankelijke en begrijpelijke communicatie
en in het verbeteren van digitale vaardigheden. Er wordt gewerkt aan een aanpassing
van de Algemene Wet Bestuursrecht om passende ondersteuning bij wet te regelen. Voor
burgers is het plezierig als ze hulp dichtbij huis kunnen vinden. We hebben in 2019
met het informatiepunt Digitale Overheid een start hiermee gemaakt. Het informatiepunt
biedt burgers via laagdrempelig en menselijk contact hulp bij het vinden van informatie
over digitale overheidsdiensten. Het doel is om dit jaar met 60 nieuwe punten te groeien
naar een landelijke dekking.
Met het programma «Vermindering regeldruk burgers» werken BZK, gemeenten en uitvoeringsorganisaties
samen aan maatwerk om burgers die in de knel komen door te starre digitale overheidsformulieren
te helpen. De dienst moet werken op een manier die een gebruiker niet onnodig blootstelt
aan de interne structuren van de organisatie die de dienst levert. Tegelijkertijd
bieden we de burger zelf handelingsperspectief door ruim in te zetten op digitale
vaardigheden. Met het programma «Tel mee met Taal» maken we de burger zo niet alleen
digitaal vaardiger in de interactie met de overheid, maar ook zelfredzamer in alle
facetten van het dagelijks leven. Met dit pakket aan maatregelen maken we overheidsdienstverlening
dus niet alleen toegankelijker, maar zorgen we ook voor alternatieven voor diegenen
die wat meer moeite hebben met digitalisering. Juist nu in de Corona-crisis wordt
extra zichtbaar dat voortdurende inzet noodzakelijk is om te zorgen dat mensen digitaal
mee kunnen blijven komen. Zo zorgen we met de actie #allemaaldigitaal ervoor dat duizenden
mensen de beschikking krijgen over een gebruikte laptop of tablet, zodat ook zij digitaal
mee kunnen doen. Deze actie is een gezamenlijk initiatief van publieke en private
partijen en wordt gecoördineerd door de alliantie Digitaal Samenleven, NL Digital
en SIVON. Ook is er een hulplijn geopend (0800–1508) om mensen te helpen die vastlopen
bij het gebruik van een laptop of tablet. Met de Raad van Kinderen wordt samengewerkt
om ouderen te helpen om digitaal meer contact te hebben en zo sociaal isolement te
bestrijden. We geven zo ook gehoor aan de motie van het lid Krol7 die vraagt om bij digitalisering altijd aandacht te hebben voor minder digivaardigen
en hier ook middelen ter beschikking te stellen om voor hen de dienstverlening makkelijker
te maken.
Digitale identiteit
Omdat de ontwikkeling van digitale identiteiten snel gaat en er allerlei nieuwe vormen
ontstaan, vinden we het belangrijk al die ontwikkelingen te duiden en met visie richting
te geven aan beleid en uitvoering van digitale identiteit. Het gaat dan om het gebruik
van eNIK als inlogmiddel, naast DigiD, eID, publiek private middelen, Self Sovereign
Identity. Dit doen we terwijl we verder werken aan inloggen bij digitale overheidsdiensten
op een betrouwbaarheidsniveau dat past bij de gevoeligheid van de gebruikte persoonsgegevens.
Het betrouwbaarheidsniveau van inloggen door bedrijven bij de overheid (met eHerkenningsmiddelen)
wordt geleidelijk naar niveau 3 (eIDAS-betrouwbaarheidsniveau «Substantieel») verhoogd.
Voor ondernemers ondersteunen we de bredere beschikbaarheid van eHerkenningsmiddelen.
Regie op Gegevens
In een algemeen overleg met de Tweede Kamer is op 7 november 2019 gevraagd om over
de uitvoering van de voornemens uit de beleidsbrief «Regie op Gegevens te rapporteren
(Kamerstukken 25 764 en 27 859, nr. 124). Voor een belangrijk deel is de rapportage ingepast in de actualisering van de beleidsagenda
NL DIGIbeter 2020. Nu is het afgelopen jaar op veel plekken, zowel in het openbaar
bestuur als daarbuiten, gewerkt aan vergroting van de zeggenschap van burgers over
hun persoonsgegevens in het verkeer met «instanties». Denk bijvoorbeeld aan het eerdergenoemde
concept Self Sovereign Identity; denk aan het hergebruik van gegevens uit de basisregistraties,
of aan stappen in de doorontwikkeling van MijnOverheid; denk ook aan spelregels voor
delen van gegevens die in sectoren als zorg of werk en inkomen al gelden of in ontwikkeling
zijn. Hoe we daar samenhang en richting in bewaken en welke accenten nodig zijn, wordt
nader beschreven in de rapporterende bijlage «Voortgang uitvoering regie op gegevens»
bij deze brief8.
Standaardisatie en informatieveiligheid
Juist nu is het van belang dat de informatieveiligheid van de overheid goed op orde
is. Veel mensen zijn nu online op zoek naar informatie van de overheid en doen de
zaken zoveel mogelijk digitaal. Betrouwbare dienstverlening heeft standaarden en afspraken
nodig. De monitor Open Standaarden 20199, bijgevoegd bij deze brief, laat zien dat de uitvraag van open standaarden bij aanbestedingen
nog steeds toeneemt. Zo werd in 2019 in 89% van de aanbestedingen om een of meer relevante
standaarden van de «pas-toe-of-leg-uit»-lijst (in 2018 was dat 85%) gevraagd. Tegelijkertijd
blijkt uit de meting dat er verbeteringen nodig zijn omdat het gebruik van open standaarden
nog niet optimaal is. Een voorbeeld daarvan is dat slechts in 6% van de onderzochte
aanbestedingen om alle relevante open standaarden wordt gevraagd.
Uit de meest recente halfjaarlijkse informatieveiligheidsmeting10 van het Forum Standaardisatie, die u ook bij deze brief ontvangt, blijkt dat de toepassingsgraad
van de meeste informatieveiligheidsstandaarden inmiddels ruim boven de 90% ligt. Verbetering
is vooral nodig om misbruik van e-mails van overheidsdomeinnamen te voorkomen. In
de Wet digitale overheid is een grondslag opgenomen die, als sluitstuk van alle beleidsmatige
interventies, de mogelijkheid biedt om standaarden verplicht te stellen. Dat is bijvoorbeeld
het geval voor de informatieveiligheidsstandaarden HTTPS en HSTS.
In de kabinetsreactie op de Inventarisatie Standaardisatie11 heb ik een aantal maatregelen aangekondigd met als doel het gebruik van open standaarden
te vergroten. De diverse acties zijn in gang gezet en enkele resultaten worden in
de brief genoemd. Bijvoorbeeld over een pilot met het beschikbaar stellen van consultaties
van standaarden via de website www.internetconsultatie.nl. Hiermee wordt een breder publiek bereikt, waarmee de kwaliteit van standaarden kan
worden vergroot.
Bij deze brief stuur ik u ook de Monitor Digitale Overheid 202012. Op hoofdlijnen kan worden geconcludeerd dat zowel de aansluitingen als het gebruik
van de onderdelen van de generieke digitale infrastructuur zijn toegenomen, maar dat
sprake is van een afvlakking van de toename bij de voorzieningen. De grootste groeicijfers
(45%-50%) zijn te vinden bij het gebruik van geo-gegevens in de Basisregistratie Topografie
(BRT), Basisregistratie Grootschalige Topografie (BGT) en de Digitale Kadastrale Kaart uit de
Basisregistratie Kadaster (BRK).
In oktober 2019 vond de eerste Overheidsbrede Cyberoefening plaats, waarbij 600 bestuurders,
managers en professionals vanuit het Rijk, provincies, gemeenten en waterschappen
oefenden met een zo realistisch mogelijk cyberincident. Ook hebben we aandacht voor
de lessen over de handelwijzen van overheden naar aanleiding van het Citrix-incident
en andere cyberincidenten die overheden hebben geraakt of die overheden kunnen raken.
Op gemeentelijk niveau wordt gewerkt aan de Agenda Digitale Veiligheid Gemeenten.
Deze agenda gaat zowel over de veiligheid van de gemeentelijke organisatie als over
de bestuurlijke verantwoordelijkheid bij lokaal optredende cyberincidenten.
We gaan de komende periode extra inzetten op het zorgen dat iedereen zich aan de standaarden
houdt en ondersteunen daarbij. Ook zullen we in 2020 een geheel digitale cyberoefening
organiseren.
Klaar voor de toekomst
De uitdagingen die wij ervaren op het gebied van de digitale overheid spelen niet
alleen bij ons in Nederland. Daarom hebben we in NL DIGIbeter dit jaar meer aandacht
voor de Europese context. In het kader daarvan kom ik graag terug op een eerdere toezegging
aan uw Kamer in het AO Digitale Overheid van 4 december 2019. Hierbij heeft u mij
gevraagd om meer informatie te geven over de Nederlandse positie ten aanzien van Digital
Services Act en AI. Hiervoor verwijs ik u naar het BNC-fiche op de EC-mededeling «Mededeling
Europese digitaliseringsstrategie»13 die de Minister van Buitenlandse Zaken aan uw Kamer heeft toegezonden. Hiermee beschouw
ik de toezegging aan uw Kamer als voldaan.
Digitalisering is in Europa en veel andere individuele landen een belangrijk thema. Daarom was ik afgelopen november delegatieleider van een digitaliseringsmissie
naar Singapore. Nederland kan leren van andere landen om met digitalisering voorop
te lopen. Zelf heb ik in Singapore gezien hoe ze daar vanuit de «whole of government
approach» de digitale overheid vormgeven. Hierbij worden gezamenlijke activiteiten
uitgevoerd door verschillende ministeries, overheidsdiensten en overheidsinstanties
om een gemeenschappelijke oplossing te bieden voor bepaalde problemen. Het is een
mentaliteit van bereidwillig samenwerken om gemeenschappelijke nationale resultaten
te bereiken en de burger centraal te zetten. Het is hierbij belangrijk dat de focus
ligt op het ontwerpen van dienstverlening vanuit de leefwereld van mensen en bedrijven
en dat we moet investeren in de capaciteit van ambtenaren om dit te realiseren. De
grootste uitdaging van de komende tijd wordt om ervoor te zorgen dat we in Nederland,
als één overheid, gezamenlijk de digitale overheid stap voor stap verder gaan brengen.
De Staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,
R.W. Knops
Indieners
-
Indiener
R.W. Knops, staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties
Bijlagen
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.