Brief regering : Beleidsreactie ARVODI en Nederlandse gedragscode Wetenschappelijke Integriteit
31 288 Hoger Onderwijs-, Onderzoek- en Wetenschapsbeleid
Nr. 869 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN BINNENLANDSE ZAKEN EN KONINKRIJKSRELATIES
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 29 juni 2020
Zoals uw Kamer op 9 oktober 20181 door de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (OCW) is toegezegd, zijn de
Algemene Rijksvoorwaarden (i.c. de ARVODI) getoetst aan de nieuwe Nederlandse gedragscode
wetenschappelijke integriteit (NGWI)2. Mede namens de Minister van OCW informeer ik u hierbij over de resultaten van deze
toetsing en geef ik mijn reactie hierop.
Achtergrond
Op 3 september 2018 verscheen in NRC het artikel «Overheid breidelt wetenschap». Het
artikel geeft als signaal dat de ARVODI bepalingen bevatten die strijdig zijn met
de NGWI.
Naar aanleiding hiervan heb ik samen met de Minister van OCW een ad hoc toetsingscommissie3 verzocht de ARVODI en de bijbehorende modelovereenkomsten te toetsen aan de NGWI.
De toetsingscommissie heeft haar eerste bevindingen op 22 januari 2019 besproken met
de rijksbrede Commissie Bedrijfsjuridisch Advies (CBA). De CBA onderhoudt en beheert
namens het Rijk de ARVODI en de bijbehorende modelovereenkomsten en adviseert over
aspecten die betrekking hebben op de ARVODI en over eventuele aanpassingen.
Na de bespreking met de CBA heeft de toetsingscommissie op 8 juli 2019 een conceptrapportage
uitgebracht. Daar heeft de CBA bij brief van 23 oktober 20194 op gereageerd. In deze reactie heeft de CBA aangegeven hoe zij aankijkt tegen de
door de toetsingscommissie in haar rapportage genoemde punten en welke aanpassingen
zij al dan niet adviseert door te voeren. Vervolgens heeft de toetsingscommissie de
definitieve rapportage vastgesteld (d.d. 9 januari 2020, door het Ministerie van BZK
ontvangen op 21 januari 2020.5 De definitieve rapportage komt inhoudelijk overeen met de conceptrapportage.
Bevindingen toetsingscommissie en beleidsreactie
Hieronder zullen de bevindingen van de toetsingscommissie puntsgewijs worden weergegeven,
met daarbij de beleidsreactie daarop en voorgenomen acties.
Wijzigingen modelovereenkomsten beleidsgericht onderzoek ARVODI
De bevindingen van de toetsingscommissie en de reactie hierop van de CBA gaan over
opdrachten voor beleidsgericht onderzoek. De ARVODI echter hebben betrekking op allerlei
soorten dienstverleningsopdrachten. Gelet hierop zullen niet de ARVODI zelf worden
gewijzigd, maar de daarbij behorende specifieke modelovereenkomsten voor beleidsgericht
onderzoek.
NGWI en Europese gedragscode wetenschappelijke integriteit
Een belangrijke bevinding van de toetsingscommissie is dat daar waar het beleidsgericht
onderzoek een wetenschappelijk onderzoek is, dit onderzoek aan de NGWI moet voldoen.
Deze bevinding steun ik, maar met de aantekening dat de NGWI vervangen wordt door
de Europese gedragscode voor wetenschappelijke integriteit.
In Europese aanbestedingsprocedures wordt, gelet op de aanbestedingsrechtelijke beginselen
(m.n. de beginselen van non-discriminatie/gelijke behandeling en transparantie), niet
verwezen naar nationale bepalingen en verplichtingen, zoals de NGWI, maar wel naar
Europese bepalingen. Daarom zal in de betreffende modelovereenkomsten verwezen worden
naar de Europese gedragscode voor wetenschappelijke integriteit, The European Code
of Conduct for Research Integrity, gepubliceerd door ALLEA6. De NGWI zijn hiermee inhoudelijk in lijn.
Omdat niet in alle gevallen duidelijk is wanneer beleidsgericht onderzoek als wetenschappelijk
kan worden aangemerkt, zal deze Europese gedragscode – ook gelet op de daarin opgenomen
beginselen van eerlijkheid, zorgvuldigheid, transparantie, onafhankelijkheid en verantwoordelijkheid,
die ook van belang zijn voor onderzoek dat niet aangemerkt kan worden als wetenschappelijk –
van toepassing zijn op al het beleidsgerichte onderzoek.
In de modelovereenkomsten behorende bij de ARVODI staat nu alleen de term «beleidsgericht
onderzoek». Om duidelijker te maken dat alle beleidsgerichte onderzoeken naar de wetenschappelijke
maatstaven van de Europese gedragscode (moeten) worden uitgevoerd, zal zowel in de
titel als in de daarvoor geschikte onderdelen van de betreffende modelovereenkomsten
opgenomen worden dat het gaat om beleidsgericht onderzoek dat op wetenschappelijke
wijze moet worden uitgevoerd.
Overige punten
De toetsingscommissie noemt verder als belangrijkste spanningen tussen de ARVODI-documenten
en de NGWI de volgende vijf aspecten: bewaartermijn, onafhankelijkheid, publicatierecht,
transparantie en FAIR-data.
– Bewaartermijn
De toetsingscommissie stelt dat de huidige bewaartermijn van onderzoeksmateriaal van
vier jaar te kort is. Ze geeft aan dat de NGWI verwijst naar wat in de desbetreffende
disciplines gebruikelijk is, en dat veelal die termijn 10 jaar of langer is.
Aangezien de NGWI zelf geen termijn noemt, maar een «gedurende een voor de discipline
en methodologie passende termijn», kan vier jaar een passende termijn zijn. Aangezien
een termijn van vier jaar in de praktijk gebruikelijk is gebleken, wordt er vooralsnog
geen directe noodzaak gezien die termijn in het model «raamovereenkomst beleidsgericht
onderzoek» geheel te schrappen. Bovendien fungeert de termijn van vier jaar als een
soort vangnet; de bewaartermijn is vier jaar, tenzij schriftelijk anders overeengekomen.
Om duidelijker te maken dat die termijn van vier jaar ook langer kan zijn, zal in
het betreffende artikel in het model «raamovereenkomst beleidsgericht onderzoek» toegevoegd
worden dat het materiaal door opdrachtnemer gedurende een periode van vier jaar na
nadere opdrachtverstrekking of nadat de diensten uit de nadere overeenkomst zijn geaccepteerd,
of zoveel langer als in de nadere overeenkomst wordt overeengekomen, bewaard dient
te blijven.
In de modellen «onderzoeksovereenkomst beleidsgericht onderzoek» en «nadere overeenkomst
behorende bij raamovereenkomst beleidsgericht onderzoek» zal de termijn van vier jaar
geschrapt worden en vervangen worden door «... jaar», zodat de termijn kan worden
aangepast aan de praktijk.
– Onafhankelijkheid en transparantie
De toetsingscommissie geeft aan dat de opdrachtgever niet zonder overleg met de opdrachtnemer
zelf analyses van of bewerkingen op de onderzoeksgegevens kan (doen) uitvoeren en
dat vermeden dient te worden dat de indruk kan ontstaan dat onderzoeksresultaten buiten
de onderzoeker(s) om worden beïnvloed.
Bij de uitvoering van beleidsgericht onderzoek – dat op wetenschappelijke wijze moet
worden uitgevoerd – wordt veel waarde gehecht aan onafhankelijkheid en transparantie.
Bij het opstellen van de modelovereenkomsten is uiteraard nooit beoogd rechten te
bedingen waarmee de conclusies van onderzoekers kunnen worden beïnvloed. Om nog duidelijker
te maken dat dit niet de bedoeling is, zullen de desbetreffende artikelen in de modelovereenkomsten
aangepast worden. Opgenomen zal worden dat opdrachtgever analyses of andere bewerkingen
op de onderzoeksgegevens alleen kan (doen) uitvoeren of het onderzoek kan (doen) voltooien
door onderzoekers die de ALLEA-gedragscode onderschrijven. Een onderzoeksbureau dat
of een onderzoeker die offreert voor een beleidsgericht onderzoek, gaat derhalve akkoord
met de ALLEA-gedragscode.
– Publicatierecht
De toetsingscommissie is van mening dat het publicatierecht niet (uitsluitend) bij
de opdrachtgever dient te liggen, maar (tevens) bij de opdrachtnemer.
In de ARVODI modelovereenkomsten is ervoor gekozen het publicatierecht bij de opdrachtgever
te beleggen, aangezien er bijvoorbeeld gelet op politieke, beleidsmatige of uit veiligheidsoverwegingen
niet altijd meteen gepubliceerd kan worden.
Uiteraard wordt ook het belang van de opdrachtnemer op dit punt erkend. Het is absoluut
niet de bedoeling dat de indruk ontstaat dat via het publicatierecht invloed uitgeoefend
kan worden op de conclusies van de onderzoeker. Om dit nog meer te onderstrepen zal
in de betreffende artikelen in de modelovereenkomsten worden opgenomen dat opdrachtgever
publicatie niet kan ophouden omdat de resultaten van het onderzoek hem onwelgevallig
zijn.
– FAIR-data
Wat betreft onderzoeksgegevens/-data geeft de toetsingscommissie aan dat deze FAIR
dienen te worden bewaard en dat in de ARVODI-documenten niet of niet voldoende geëxpliciteerd
is dat volgens de in de NGWI vastgestelde normen zal worden gehandeld.
Uiteraard is het van belang dat volgens het FAIR-beginsel7 met deze gegevens wordt omgegaan en deze gegevens ook FAIR worden bewaard. Zowel
in het model «onderzoeksovereenkomst beleidsgericht onderzoek» als in de «nadere overeenkomst
bij de raamovereenkomst beleidsgericht onderzoek» wordt ook uiteengezet hoe onderzoeksgegevens/data
moeten worden aangeboden en hoe het proces rondom de uitvoering van het onderzoek
dient te verlopen. Daarnaast dient de opdrachtnemer, zoals vermeld in deze twee documenten,
de databestanden aan te bieden aan het online archiveringssysteem EASY van DANS. DANS
is een instituut van de KNAW dat zich aan het FAIR-beginsel houdt en waarbij het FAIR-zijn
van (het bewaren van) onderzoeksgegevens een gegeven is.
Tot slot
De CBA zal op korte termijn bovengenoemde wijzigingen in de betreffende modelovereenkomsten
doorvoeren.
Ik hecht eraan ter afsluiting nogmaals te benadrukken dat het niet de bedoeling is
dat er vanuit de overheid invloed wordt uitgeoefend op (de conclusies van) onafhankelijk
onderzoek noch dat deze indruk ontstaat.
De Staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, R.W. Knops
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
R.W. Knops, staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties
Bijlagen
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.