Brief regering : Regeling Subsidie financiering Vaste Lasten MKB COVID-19
35 420 Noodpakket banen en economie
Nr. 87
BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN ECONOMISCHE ZAKEN EN KLIMAAT
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 29 juni 2020
Op 20 mei jl. heeft het kabinet het tweede pakket van maatregelen aangekondigd in
verband met de economische gevolgen van het coronavirus1. Een onderdeel hiervan is een regeling die voorziet in een subsidie van de vaste
lasten van getroffen mkb-ondernemers. Deze regeling is vandaag in de Staatscourant
gepubliceerd.2 Vanaf dinsdag 30 juni a.s. kunnen ondernemers bij de Rijksdienst voor Ondernemend
Nederland (RVO.nl) een aanvraag indienen. In deze brief zet ik het doel en de werkwijze
van de regeling nader uiteen.
De economie wordt zwaar getroffen door de gevolgen van de corona uitbraak. De meest
recente schattingen van het Centraal Planbureau geven aan dat de economie dit jaar
met 6% zal krimpen en de werkloosheid zal verdubbelen3. Het kabinet heeft diverse steunmaatregelen ingevoerd om de getroffen ondernemers
tegemoet te komen, zoals de tijdelijke noodmaatregel overbrugging werkgelegenheid
(NOW) en diverse maatregelen op het gebied van het verschaffen van liquiditeit. Om
de eerste, acute nood te lenigen in sectoren die direct werden getroffen door de overheidsmaatregelen
om verdere verspreiding van het virus tegen te gaan was de Tegemoetkoming Ondernemers
Getroffen Sectoren (TOGS) onderdeel van het eerste maatregelenpakket. Deze regeling
voorziet in een tegemoetkoming voor de vaste lasten die een ondernemer heeft. De TOGS
sluit op vrijdag 26 juni 2020.
Vervolg subsidie vaste lasten
Inmiddels is de situatie zodanig dat steeds meer sectoren hun activiteiten kunnen
hervatten. Dit neemt niet weg dat in veel sectoren de nood nog hoog is. En ook al
kunnen de bedrijven hun activiteiten weer opstarten, vaak wordt nog niet de omzet
gedraaid die zou zijn behaald zonder deze crisis. Daarom is het kabinet van mening
dat ook de komende maanden in de meest getroffen sectoren een vorm van ondersteuning
nodig is, waarbij bedrijven worden ondersteund in het bekostigen van de vaste lasten.
De Regeling Subsidie financiering Vaste Lasten MKB COVID-19 (TVL) komt in de plaats van de TOGS-regeling. De regeling bouwt voort op de TOGS,
maar biedt gerichtere ondersteuning rekening houdend met de omvang van de vaste lasten
van een ondernemer en de omvang van het omzetverlies. Daarmee sluit deze regeling
beter aan bij de ondernemer en de werkelijke effecten van de crisis. De regeling loopt
vier maanden, van 1 juni tot 1 oktober 2020.
Doelgroep
De doelgroep van de regeling is dezelfde als bij de TOGS. Dit zijn mkb-ondernemingen
in sectoren die het hardst geraakt zijn door de maatregelen die het kabinet getroffen
heeft om het coronavirus te bestrijden. Dit betekent dat de ondernemers in sectoren
die in aanmerking komen voor de TOGS ook in aanmerking komen voor de TVL-regeling,
mits ze aan de overige criteria voldoen. Ook geldt net als bij de TOGS dat ondernemers
op basis van hun nevenactiviteiten in aanmerking kunnen komen.
Een ruwe inschatting is dat zo’n 140.000 ondernemers in aanmerking zullen komen voor
de TVL. Het budget is geraamd op 1,4 miljard euro. Het gebruik van de regeling zal
sterk afhangen van de economische ontwikkeling de komende maanden en de mate waarin
ondernemers weer open kunnen en hoeveel omzetverlies ze zullen leiden. Dat is medebepalend
voor hoeveel ondernemers daadwerkelijk van de regeling gebruik zullen gaan maken en
welk bedrag daarmee gemoeid zal zijn.
Zoals bij de TOGS is gebleken staan ondernemers niet altijd in het handelsregister
ingeschreven met een SBI-code passend bij de activiteit die ze uitvoeren volgens datzelfde
register. Ondernemers die dit betreft, en van wie de huidige activiteiten behoren
tot een sector die voor de TOGS in aanmerking komt, kunnen daarom een verzoek indienen
om alsnog voor de regeling in aanmerking te komen. De ondernemers van wie dit verzoek
wordt gehonoreerd bij de TOGS komen automatisch ook in aanmerking voor de TVL-regeling,
uiteraard mits ze aan de overige criteria voldoen. Dezelfde procedure blijft bij de
TVL bestaan, die is echter alleen nog maar nodig voor ondernemers die geen TOGS hebben
aangevraagd, maar wel TVL willen aanvragen.
Voorwaarden
De regeling geldt voor ondernemers die voldoen aan de volgende voorwaarden. Ze staan
ingeschreven in het handelsregister op 15 maart 2020 en hebben maximaal 250 werknemers
in dienst en kwalificeren zich als kleine of middelgrote onderneming4. Het omzetverlies is tenminste 30% ten opzichte van de referentieperiode en de vaste
lasten bedragen minimaal € 4.000 in de referentieperiode.
Wat zijn vaste lasten en hoe worden deze berekend?
Vaste lasten zijn de doorlopende kosten die een onderneming heeft, met uitzondering
van de loonkosten. Denk bijvoorbeeld aan huur van een bedrijfspand, verzekeringen
en afschrijving van apparatuur. Het is in de uitvoering niet mogelijk om voor elk
bedrijf de daadwerkelijke vaste lasten vast te stellen. Daarom worden de vaste lasten
berekend via een vaste verdeelsleutel van de vaste lasten ten opzichte van de omzet
per sector. Dit gebeurt op basis van gegevens van het CBS op het niveau van 2 digit
SBI-codes. In de regeling zijn deze vaste lasten percentages opgenomen als bijlage.
Hoe wordt het subsidiebedrag bepaald?
De subsidie wordt bepaald op basis van de hoogte van de omzet in een referentieperiode
(standaard is dat de periode juni-september 2019), de mate van het omzetverlies in
de betreffende maanden in 2020 ten opzichte van de referentieperiode en de hoogte
van de vaste lasten, berekend zoals hierboven toegelicht. De omzet in de referentie
periode tonen ondernemers aan met de omzetgegevens van de btw-aangifte, of zij die
daarvan vrijgesteld zijn, met een jaarrekening of een vergelijkbaar bewijsmiddel.
Vervolgens wordt daarvan 50% vergoed. De maximale subsidie bedraagt € 50.000 per onderneming
en de minimale subsidie € 1.000.
Een ondernemer met 100% omzetverlies krijgt dus 50% van zijn of haar (berekende) vaste
lasten vergoed. Een ondernemer krijgt na goedkeuring van de subsidie een voorschot
van 80% uitgekeerd. Na afloop van de subsidieperiode vraagt een ondernemer de vaststelling
van de subsidie aan op basis van het daadwerkelijke omzetverlies, waarna indien van
toepassing het resterende bedrag wordt uitbetaald. Indien het omzetverlies uiteindelijk
lager is dan vooraf geraamd, kan het ook zijn dat een deel van het voorschot moet
worden terugbetaald.
Naast deze subsidie in de kosten van de vaste lasten zullen ondernemers zelf ook een
deel van de lasten moeten blijven dragen en moeten daar zo nodig afspraken over maken
met andere partijen in de keten om de lasten te verdelen.
Relatie met de NOW
Zoals in de brief van 20 mei jongsleden is beschreven wordt de TVL, net als andere
subsidies, gezien als omzet in de NOW-regeling. Dit leidt tot een lagere subsidievaststelling
bij de NOW. Zoals de Minister van Economische Zaken en Klimaat heeft toegezegd in
het debat van 28 mei jl. over het «Noodpakket 2.0» (Handelingen II 2019/20, nr. 76,
items 3 en 6), heeft het kabinet gekeken of hier een oplossing voor gevonden kan worden.
Aanpassing van de NOW-regeling leidt echter tot problemen in de controleerbaarheid
van subsidieaanvragen in de NOW. Aangezien de verwachting is dat dit er slechts in
een beperkt aantal gevallen toe leidt dat ondernemers een deel van de ontvangen NOW-subsidie
moeten terugbetalen en dit op voorhand bekend is, acht het kabinet de nadelige consequenties
van een aanpassing van de NOW op dit punt doorslaggevend en daarmee niet wenselijk.
Regeldruk en privacy
Het Adviescollege Toetsing Regeldruk (ATR) en de Autoriteit Persoonsgegevens (AP)
hebben beide advies uitgebracht in verband met de gegevensuitwisseling tussen RVO.nl
en de Belastingdienst. Het ATR adviseert dat bedrijven niet zelf gegevens zouden moeten
aanleveren die de Belastingdienst ook aan RVO.nl kan verstrekken. De AP beschouwt
de inzet van beschikbare belastinggegevens voor een toets op juistheid van aanvragen
op zichzelf aanvaardbaar, maar adviseert om geen gegevens van de Belastingdienst aan
RVO.nl te verstrekken, maar RVO.nl gegevens te laten toesturen aan de Belastingdienst,
die vervolgens door deze dienst getoetst kunnen worden. Op dit moment is het echter
technisch en organisatorisch niet mogelijk om hier invulling aan te geven, dit zou
de regeling onuitvoerbaar maken voor RVO.nl. In de toelichting op de regeling wordt
hier nader op ingegaan.
Onderbouwing van het voorstel in het kader van de Comptabiliteitswet
Op basis van Artikel 3.1 in de Comptabiliteitswet wordt bij voorstellen een toelichting
verwacht op nagestreefde doelstellingen, doeltreffendheid, doelmatigheid, ingezette
beleidsinstrumenten en financiële gevolgen voor het Rijk en, waar mogelijk, maatschappelijke
sectoren. Voorstellen die tot een substantiële beleidswijziging leiden dienen ook
een evaluatieparagraaf te bevatten conform de motie Van Weyenberg en Dijkgraaf5. In de bijlage wordt invulling gegeven aan de vereiste toelichting, die mogelijk
verder wordt aangevuld bij opvolgende brieven aan de Tweede Kamer. Deze bijlage is
onderdeel van een pilot die in het kader van de operatie Inzicht in Kwaliteit wordt
uitgevoerd om de vindbaarheid van de vereiste toelichtingen te vergroten.
Terugblik op de TOGS-regeling
Op 26 juni as. sluit de TOGS regeling. Op 17 maart jl. heeft het kabinet het noodpakket
banen en economie aangekondigd (Kamerstuk 35 420, nr. 2). Onderdeel van dit pakket is de TOGS. De regeling wordt uitgevoerd door RVO.nl en
is op 27 maart jl. opengesteld.
Sinds de openstelling wordt de TOGS-regeling continu gemonitord en geëvalueerd. Dat
heeft geleid tot diverse uitbreidingen en aanpassingen, meest recent nog op 12 juni
jl.
Via deze regeling zijn per 18 juni circa 200.000 aanvragen toegekend, wat een totale
waarde vertegenwoordigt van ca. 800 miljoen euro. Daarvan is 53% uitgekeerd aan bedrijven
met één werkzaam persoon en in totaal 93% aan bedrijven met minder dan 10 werkzame
personen. Daarmee wordt de regeling goed benut door het kleinbedrijf. Verwacht wordt
dat per 26 juni het totaal toegekende bedrag tussen de 800 miljoen euro en 850 miljoen
euro zal uitkomen. Ik ben blij dat daarmee via de regeling in korte tijd een groot
aantal ondernemers is bereikt en ondersteuning is geboden in de eerste periode van
de crisis. Bij een dergelijk grofmazige regeling die zoveel mogelijk geautomatiseerd
wordt uitgevoerd, zijn er ook grensgevallen. Zo kan het zijn dat ondernemers met een
onjuiste SBI-code geregistreerd staan. Deze gevallen worden door RVO.nl en de Kamer
van Koophandel samen getoetst en deze ondernemers zullen naar verwachting voor het einde van de regeling een antwoord krijgen. Als zij in aanmerking komen
zal hun TOGS aanvraag nog worden verwerkt.
Na sluiting van de TOGS op 26 juni 2020, zullen door RVO.nl in de komende tijd controles
worden uitgevoerd. De afgelopen periode zijn al enkele gevallen van misbruik ontdekt
en verdere steekproeven zullen we risicogericht uitvoeren. De ervaringen van deze
controles zullen ook bij de TVL-regeling worden gebruikt.
In de onderstaande tabel staat weergegeven in welke branches de meeste aanvragen zijn
toegekend.
Branche
Aantal toegekend
Restaurants
14.452
Haarverzorging
13.247
Fastfoodrestaurants, cafetaria's, ijssalalons, eetkramen, e.d.
11.877
Vervoer per taxi
9.617
Cafés
8.538
Schoonheidsverzorging/pedi-/manicures
8.299
Auto- en motorrijscholen
5.830
Overige paramedische praktijken
5.453
Praktijken van tandartsen
4.246
Overig sport- en recreatieonderwijs
3.834
Totaal top 10
85.393
Aandeel van top 10 op totaal toegekend
43%
Tot slot
Met deze TVL-regeling ondersteunt het kabinet de zwaarst getroffen mkb-ondernemingen
ook in de komende maanden met de financiering van de vaste lasten. Met deze en met
de andere regelingen zoals de NOW-regeling, de BMKB-C, de GO-C en de Corona-Overbruggingslening
voor startups, scale-ups en innovatieve mkb’ers (COL) hoopt het kabinet dat deze ondernemers
in staat zijn de economische gevolgen van het coronavirus te dragen en daarmee de
basis te vormen voor een verder herstel van de economie.
De Staatssecretaris van Economische Zaken en Klimaat,
M.C.G. Keijzer
Bijlage 1: Onderbouwing en Evaluatie van het voorstel in het kader van de comptabiliteitswet
(CW 3.1)
Regeling Subsidie financiering Vaste Lasten MKB COVID-19
Onderdeel
Toelichting
Nagestreefde doelen
In de brief «Noodpakket banen en economie»1 van 17 maart jl. heeft het kabinet een aantal noodmaatregelen aangekondigd, bedoeld
om de eerste acute en breed verspreide economische schok ten gevolge van het coronavirus
en de ingestelde crisismaatregelen te dempen. In de brief «Noodpakket 2.0» van 20 mei
jl. heeft het kabinet aangekondigd diverse maatregelen uit het eerste noodpakket met
drie maanden te verlengen en in sommige gevallen uit te breiden en aan te vullen.
Op 28 mei heeft het kabinet in een aanvullende brief «Noodpakket 2.0»2 enkele aanpassingen aangekondigd ten opzichte van de brief van 20 mei jl. In deze
brieven is een nadere toelichting op de achtergronden en hoofdlijnen van deze noodpakketten
beschreven.
Deze subsidieregeling betreft de uitwerking van de in de brieven van 20 mei jl. en
28 mei jl. aangekondigde subsidie voor de vaste lasten voor een specifieke groep mkb-bedrijven.
Voor veel bedrijven en organisaties zijn de vaste kosten een probleem in het licht
van de economische gevolgen van de strijd tegen het coronavirus. Deze groep mkb-bedrijven
is direct getroffen door de coronamaatregelen door sluiting of het ontmoedigen van
klanten om te komen. Ook als de voorgenomen versoepeling van de coronamaatregelen
betekent dat sectoren weer open kunnen, zijn ze niet altijd in staat een normale omzet
te draaien. De regeling is bedoeld om in de kern gezonde bedrijven een ondersteuning
in de vaste lasten te geven en daarmee de kans te verkleinen dat ze de economische
gevolgen van de corona crisis niet overleven.
Ingezette beleidsinstrument(en)
Deze maatregel voorziet in een subsidie voor deze kosten ten behoeve van de hardst
geraakte sectoren in het mkb.
Deze regeling schept het kader op grond waarvan bepaalde ondernemingen aanspraak kunnen
maken op financiële ondersteuning. Zo is opgenomen welke ondernemingen in aanmerking
komen voor de financiële subsidie, aan welke randvoorwaarden zij moeten voldoen om
in aanmerking te komen, hoe de aanvraag ingediend moet worden en binnen welke termijn
beslist wordt op de aanvraag.
Onderhavige nieuwe subsidieregeling is op onderdelen vergelijkbaar met TOGS, zoals
de afbakening van de doelgroep, maar heeft ook op onderdelen een andere systematiek.
De regeling houdt, anders dan de TOGS regeling, rekening met de hoogte van het omzetverlies
en de omvang van de vaste lasten in een sector en sluit daarmee gerichter aan op de
behoeften per individuele onderneming. Dit betekent ook dat de subsidie voor een onderneming
hoger, maar ook lager kan uitvallen dan de tegemoetkoming die op grond van de TOGS
kan worden ontvangen.
Financiële gevolgen voor het Rijk
De geraamde kosten van de regeling bedragen € 1.400.000.000.
Financiële gevolgen voor maatschappelijke sectoren – als van toepassing
Niet van toepassing.
Nagestreefde doeltreffendheid
Het is op voorhand duidelijk dat een groot deel van de bedrijven waarop deze regeling
betrekking heeft te kampen heeft met de economische gevolgen van de crisis. Bovendien
komen alleen bedrijven in aanmerking die minimaal 30% omzetverlies lijden. Omdat bedrijven
die omzet nodig hebben om de vaste lasten te financieren, komen bedrijven daardoor
in de knel. De ontvangen subsidie stelt de bedrijven in staat een deel van die vaste
lasten te financieren.
Het is op voorhand heel moeilijk aan te geven in welke mate de regeling bijdraagt
aan de overlevingskans van de bedrijven. Dit hangt met veel factoren samen, waaronder
de financiële positie van de bedrijven zelf en de mate waarin met ketenpartners de
lasten verdeeld kunnen worden.
De economische situatie is dermate uniek dat we de verwachte doeltreffendheid van
de regeling niet kunnen afzetten tegen andere subsidie instrumenten.
Nagestreefde doelmatigheid
De hoogte van de subsidie is gebaseerd het omzetverlies en de omvang van de vaste
lasten van de getroffen onderneming. Daartoe wordt de omzet in de referentieperiode
vermenigvuldigd met het gemiddelde aandeel vaste lasten in de omzet voor de branche
waar de onderneming toe behoort.
Uitgangspunt is voorts dat de subsidie niet ziet op het gehele bedrag aan vaste lasten
dat de uitkomst van de berekening is. Ten principale is er voor gekozen om maximaal
50% van de vaste lasten te subsidiëren. Het kabinet acht dit reëel om liquiditeitsproblemen
te voorkomen. Ondernemingen hebben bijvoorbeeld ook andere mogelijkheden tot financiering
of om de vaste lasten omlaag te brengen. Daarnaast wordt de subsidie verleend naar
rato van het omzetverlies. Wie omzet heeft, kan dat immers gebruiken om de vaste lasten
te bekostigen. Dit betekent dat de subsidie ten hoogste 50% van de totale vaste lasten
bedraagt (bij het volledig wegvallen van de omzet) en ten minste 15% van de totale
vaste lasten (bij het halen van de drempel van het omzetverlies van 30%).
De subsidie bedraagt maximaal € 50.000, met het oog op een verantwoorde besteding
van de beschikbare overheidsmiddelen heeft de subsidie een bovengrens. Deze bovengrens
is € 50.000 voor de volledige vier maanden. Hiermee worden tevens mogelijkheden voor
misbruik en oneigenlijk gebruik gemitigeerd.
In het grotendeels geautomatiseerde uitvoeringsproces worden aanvragen gecontroleerd
op validiteit, plausibiliteit en signalen van misbruik of oneigenlijk gebruik. Hierbij
worden onder andere referentiegegevens van de Belastingdienst en het CBS gebruikt
en signalen van de FIOD en eigen observaties van medewerkers van RVO.nl. Voor het
geautomatiseerd bepalen van plausibiliteitskenmerken worden statistische gegevens
van (een deel van) de set ingediende aanvragen gebruikt. Aanvullend worden met steekproeven
en handmatige controles, waarbij ondernemers ook gevraagd kan worden aanvullende bewijzen
te verstrekken, een op basis van risico gestuurde selectie van aanvragen handmatig
gecontroleerd en beoordeeld.
Evaluatieparagraaf (of en hoe)
Het is op dit moment nog niet duidelijk hoe en wanneer de regeling zal worden geëvalueerd.
Hier wordt de Tweede Kamer nog over geïnformeerd.
De regeling wordt op dagelijkse basis gemonitord. De Tweede Kamer zal op gezette tijden
over de voortgang worden gerapporteerd.
Daarnaast wordt de regeling opgenomen in de monitoring van het CBS van de gevolgen
van het corona virus. Tot slot wordt informatie over het gebruik van de regeling opgenomen
op www.bedrijvenbeleid.nl/corona
X Noot
1
Kamerstuk, 35 420, nr. 2.
X Noot
2
Kamerstuk, 35 420, nr. 42
Indieners
-
Indiener
M.C.G. Keijzer, staatssecretaris van Economische Zaken en Klimaat
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.