Brief regering : Contouren aanpak achterstanden strafrechtketen
29 279 Rechtsstaat en Rechtsorde
Nr. 601 BRIEF VAN DE MINISTERS VAN JUSTITIE EN VEILIGHEID EN VOOR RECHTSBESCHERMING
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 25 juni 2020
De uitbraak van het coronavirus en de in dat verband getroffen noodzakelijke maatregelen
hebben grote gevolgen gehad voor de strafrechtketen. Binnen de beperkende maatregelen
om verspreiding van het virus te voorkomen is er alles aan gedaan het werk zo veel
mogelijk door te laten gaan. Dit heeft veel van de organisaties in de strafrechtketen,
hun medewerkers en de strafrechtadvocatuur gevergd. Desondanks kon veel regulier werk
tijdelijk niet doorgaan. Vanaf 17 maart 2020 zijn veel geplande rechtszittingen en
ook OM-zittingen niet doorgegaan. Werk- en leerstraffen konden niet ten uitvoer worden
gelegd en ook de tenuitvoerlegging van (nieuw ingestroomde) gevangenisstraffen was
aan beperkingen gebonden. Dit heeft gezorgd voor een forse toename van de werkvoorraden.
Dit kwam bovenop de reeds bestaande uitdagingen om strafzaken tijdig af te doen.1
Juist in een crisis vormt de rechtsstaat een belangrijke maatschappelijke pijler om
op terug te vallen. Iedereen moet in tijden van crisis kunnen vertrouwen op een goed
functionerende rechtsstaat, waarbij blijvend wordt voldaan aan belangrijke rechtsstatelijke
principes. De coronacrisis heeft de strafrechtketen in dat opzicht voor stevige uitdagingen
gesteld. Ook nu moet zichtbaar zijn dat misdaad niet onbestraft blijft en dat voortvarend
recht wordt gedaan aan verdachten en slachtoffers. Dat staat met de in de strafrechtketen
ontstane en toegenomen achterstanden onder druk. Nu er steeds meer wordt toegewerkt
naar normalisering van de processen in de strafrechtketen is het zaak dat zo snel
mogelijk aan de slag wordt gegaan met het terugdringen van die achterstanden. Vanuit
die breed gedragen urgentie wordt door de organisaties in de strafrechtketen in nauw
overleg gewerkt aan een samenhangende aanpak. Die samenhang is nodig om te voorkomen
dat een oplossing voor de één, vervolgens het probleem voor de ander wordt.
Doel van deze tijdelijke aanpak is om in de justitieketen eind 2021 de door de coronamaatregelen
ontstane achterstanden te hebben weggewerkt en dan minimaal weer op het (voorraad)niveau
van vóór het uitbreken van de coronacrisis te zitten. Dit loopt voor een deel gelijk
op met de afspraak met de Rechtspraak over een structurele aanpak om achterstanden
in de periode 2020 tot en met 2022 weg te werken, waaraan de rechtspraak ondanks de
coronacrisis wil vasthouden.2 Intensivering van de afdoening door het Openbaar Ministerie (OM) en de Rechtspraak
zal later in de tijd ook gevolgen hebben voor de tenuitvoerlegging. In de samenhangende
aanpak wordt dit gemonitord.
In deze aanpak zijn rechtsstatelijke waarborgen van onafhankelijkheid van de Rechtspraak
en het OM goed geborgd.
Het is goed te zien dat in de strafrechtketen constructief wordt samengewerkt aan
deze belangrijke maatschappelijke opgave. De nu gekozen aanpak biedt de professionals
de ruimte om daaraan vanuit de eigen verantwoordelijkheid invulling te geven. Alleen
op die manier kan resultaat worden geboekt. Waar nodig faciliteren wij de organisaties
in de verdere uitwerking. Met deze brief informeren wij u over de hoofdlijnen van
de aanpak.3
Voorraadontwikkeling
A. Vervolging en berechting
Wat betreft de omvang van de achterstanden van te behandelen strafzaken zijn in de
afgelopen periode onder meer in de media verschillende aantallen genoemd. Dat is begrijpelijk
omdat achterstanden geen statisch gegeven zijn. Daarbij is ook van belang achterstand
te onderscheiden van een normale werkvoorraad die elke organisatie nodig heeft.
In de eerste weken van de sluiting van de gerechtsgebouwen konden per week duizenden
geplande zaken niet worden behandeld. Toen de gerechten weer meer zaken zijn gaan
behandelen zijn de achterstanden minder hard toegenomen. Voor de meervoudige en enkelvoudige
zittingen in misdrijfzaken ligt het aantal bij de meeste gerechten ondertussen weer
dicht tegen het regulier geplande aantal zittingen aan. Door de maatregelen, zoals
schoonmaken tussen elke zaak, kunnen vaak nog wel minder zaken op een zitting worden
behandeld. Overtredingszaken (kanton) worden op dit moment nog maar beperkt behandeld.
De voorraad zal dan ook nog toenemen, ook gelet op de verwachting dat de instroom
vanuit de politie die nu nog ongeveer op 80 procent is, zal toenemen.
Het OM en de Rechtspraak komen gezamenlijk tot de volgende voorraadontwikkeling sinds
de start van de coronacrisis tot en met week 24:
Misdrijfzaken
Eerste aanleg
17 maart 2020
(week 11)
11 mei 2020
(week 20)
8 juni 2020
(week 24)
Voorraad te plannen MK-zaken
7.107
8.953
8.965
Verschil MK t.o.v. 17 maart
+ 1.846
+ 1.858
Voorraad te plannen PR-zaken
23.170
34.154
34.566
Verschil PR t.o.v. 17 maart
+ 10.984
+ 11.396
Te plannen jeugdzaken
1.152
1.991
1.896
Verschil Jeugd t.o.v. 17 maart
+839
+ 744
Toename voorraad te plannen misdrijfzaken, gerelateerd aan coronamaatregelen
+ 13.669
+ 13.998
Tweede aanleg
toename sinds 17 maart
Zittingszaken (EK-MK-KA)
+ 3.433
Kantonzaken (overtreding)
Voorraad te plannen kantonzaken
35.533
51.729
57.880
Toename voorraad kantonzaken gerelateerd aan coronamaatregelen
+ 16.196
+ 22.347
Ook het Pieter Baan Centrum (PBC), de psychiatrische observatiekliniek van het NIFP,
heeft hinder ondervonden. Het PBC kon tijdens de crisis maar 50 procent van de capaciteit
inzetten, waardoor de wachttijd op dit moment langer is dan gebruikelijk, namelijk
22 weken. De verwachting is dat dit in het najaar weer terug is op het normale niveau.
B. Tenuitvoerlegging
Voor de coronacrisis was bij de tenuitvoerlegging van vrijheidsbenemende straffen
nagenoeg geen sprake van achterstanden. Wel is in december 2019 bij de Justitiële
Jeugdinrichtingen de procedure rond de zelfmelders opgeschort.4 Deze maatregel voor jeugdigen is gecontinueerd als onderdeel van de coronamaatregelen,
samen met de procedure rond de zelfmelders gevangenisstraffen. Binnen de Dienst Justitiële
Inrichtingen (DJI) is de voorraad voor de groep volwassenen rond de 600 (deze hebben
al een uitstelbrief ontvangen) en bij het CJIB/AICE ligt momenteel een aantal van
rond de 1000 te wachten op een brief met de eerste oproep. Hieronder vallen ook de
jeugdigen. De groep jeugdigen bedraagt momenteel ongeveer 160 zaken.
Ook vervangende hechtenis voor het niet betalen van een geldboete of het niet uitvoeren
van een taakstraf wordt momenteel niet ten uitvoer gelegd.
De uitvoering van toezicht door de reclassering is de afgelopen periode doorgegaan,
waarbij naast beperkt fysiek contact veel gebruik is gemaakt van digitale communicatiemiddelen.
De elektronische monitoring is tijdelijk geïntensiveerd. De uitvoering van taakstraffen
is sinds medio maart tijdelijk volledig stilgelegd en sinds eind mei op kleine schaal
hervat. Gestart is met het plaatsen van werkgestraften op een beperkt aantal eigen
groepsprojecten. Aan de hand van de ervaringen die op deze manier zijn opgedaan wordt
de uitvoering geleidelijk uitgebreid, ook naar externe projectplaatsen. De huidige
werkvoorraad betreft ongeveer 20.000 taakstraffen. Voor de corona-uitbraak was de
gemiddelde voorraad taakstraffen ongeveer 18.000 zaken. De toepassing van de RIVM-richtlijnen
brengt beperkingen met zich voor de uitvoering van taakstraffen. Hierdoor kan voorlopig
slechts 65% van de reguliere capaciteit worden benut. Indien geen maatregelen worden
getroffen zal de werkvoorraad verder toenemen. Dit zal zich versterkt voordoen wanneer
de strafrechtketen de huidige achterstanden gaat aanpakken.
De Raad voor de Kinderbescherming (RvdK) heeft begin juni 460 nog te starten leer-
en taakstraffen jeugdigen als werkvoorraad. Voor de corona-uitbraak was de gemiddelde
voorraad taakstraffen ongeveer 350 zaken. In de eerste weken na het ingaan van de
maatregelen is dit met 200 zaken opgelopen. Inmiddels daalt de voorraad weer en is
de voorraad gemiddeld 100 boven normaal.
Knelpunten
Voorop staat dat in de strafrechtketen veilig, dat wil zeggen met inachtneming van
de adviezen van het RIVM, gewerkt moet worden. Dat betekent dat er rekening mee moet
worden gehouden dat werkprocessen in de gehele strafrechtketen nog geruime tijd anders
moeten zijn ingericht. Dit maakt het terugdringen van achterstanden een extra grote
uitdaging. De omvang van de achterstanden is zodanig dat die veelal niet is terug
te dringen met de reguliere inzet en capaciteit. Aanvullende maatregelen en innovatieve
oplossingen zijn dan ook nodig. Randvoorwaarde daarbij is dat rechtsstatelijke waarborgen
in acht worden genomen.
De belangrijkste knelpunten betreffen:
1. De zittingscapaciteit, zowel in personeel als in gebouwen. Ook nu de gerechtsgebouwen
weer geopend zijn, betekent coronaproof werken dat er beperkingen zijn in het gebruik,
waardoor minder zittingscapaciteit beschikbaar is. De achterstand in zaken is zodanig
dat bij een reguliere afdoening niet voldoende personeel beschikbaar is om die in
te lopen.
2. De inzetbare capaciteit van de penitentiaire inrichtingen. Het verantwoord en veilig
werken volgens de RIVM-richtlijnen heeft impact op de inzetbare capaciteit van de
penitentiaire inrichtingen. Deze is vanwege de corona maatregelen gedaald van ongeveer
9.500 tot 8.000 plaatsen. Dat is minder dan 90% van de capaciteit.
3. Toepassing van de RIVM-richtlijnen leidt ertoe dat ongeveer 2/3 van de bestaande capaciteit
van taakstraffen gebruikt kan worden. De werkvoorraad zal hierdoor blijven stijgen.
De ketenaanpak is daarom in het bijzonder op deze knelpunten gericht. Bij de RvdK
en het Centraal Justitieel Incassobureau (CJIB) zijn de werkvoorraden op dit moment
niet zodanig dat aanvullende maatregelen nodig zijn. Het is wel de verwachting dat
zich bij het CJIB nog effecten zullen gaan voordoen op de tenuitvoerlegging van vrijheidsbenemende,
vrijheidsbeperkende en geldelijke sancties. Ook bij de RvdK zullen zich bij een intensivering
in de afdoening effecten voordoen. Het CJIB monitort de ontwikkelingen ten behoeve
van de keten. Voor geldelijke sancties geldt in het bijzonder dat ook effecten van
de economische gevolgen van de coronacrisis te verwachten zijn. Er wordt bij de inning
van geldelijke sancties rekening gehouden met de persoonlijke omstandigheden. Dat
kan door het treffen van ruimere betalingsregelingen en het toepassen van de noodstopprocedure.
Maatregelen
Om te komen tot samenhangende maatregelen in de keten zijn verschillende werkgroepen
met vertegenwoordigers vanuit de verschillende organisaties ingericht. Waar de maatregelen
ook de advocatuur aangaan wordt de Nederlandse Orde van Advocaten betrokken. Een werkgroep
richt zich op de uitwerking van de maatregelen. Een tweede werkgroep maakt een kwantitatieve
analyse en richt zich op data-analyse van de ontwikkeling van de in- en uitstroom
van zaken per organisatie en in de keten. Op die manier worden de ontwikkelingen in
de strafrechtketen gemonitord en komt er meer inzicht in de effecten van het weer
opschalen door de ketenpartners op de onderdelen van de strafrechtketen. Daarnaast
kan zo een prognose worden gemaakt van te verwachten effecten van te nemen maatregelen
van de ene organisatie op de instroom bij een andere organisatie en of de maatregelen
toereikend zijn. Bij dit monitoren wordt ook de instroom vanuit de politie betrokken.
Tot slot brengt een werkgroep de financiële gevolgen in kaart.
De maatregelen worden vanuit de strafrechtketen zelf ontwikkeld. Voor een deel worden
maatregelen al uitgevoerd of kan daarmee spoedig worden gestart. Voor een deel is
nog verdere uitwerking nodig en zijn kwantitatieve en financiële effecten nog niet
voldoende in beeld. Waar nodig worden maatregelen met regelgeving ondersteund.
Onderverdeeld in de thema’s capaciteit, modaliteit en werkprocessen/innovatie gaat
het om de volgende maatregelen.
1. Verruiming capaciteit
• Fysieke capaciteit gebouwen
– De openingstijden van gerechten zijn verruimd, zodat de beschikbare zalen optimaal
kunnen worden benut. Bij enkele gerechten wordt al in de avond zitting gehouden.
– Gerechten hebben tijdelijke zaalruimte buiten het gerechtsgebouw gehuurd. Daarmee
kunnen faciliteiten in de gerechtsgebouwen optimaal worden benut voor strafzaken.
– Ook het OM onderzoekt de mogelijkheden om extra ruimten buiten de eigen gebouwen en
de rechtbanken te huren voor het houden van de OM-hoorzittingen.
– Er wordt tijdelijk extra detentiecapaciteit voor het gevangeniswezen op Schiphol ingericht.
• Personele capaciteit
– De rechtspraak zal meer gebruik maken van rechter-plaatsvervangers en trekt meer personeel
aan. Als onderdeel van bredere spoedwetgeving hebben wij op verzoek van de Raad voor
de rechtspraak een voorstel in procedure gebracht om tijdelijk rechters- en raadsheren-plaatsvervangers
ouder dan zeventig jaar in te kunnen zetten. Daarmee kunnen zeer ervaren rechters
en raadsheren nog dit jaar tijdelijk extra inzetbaar zijn en een substantiële bijdrage
leveren aan de afdoening door de rechtspraak.
– Om de door het OM voorgestane aanpak (zie hieronder) uit te voeren is extra personeel
– (assistent-)officieren van justitie, juridische ondersteuning en administratief
medewerkers – nodig. Met het oog daarop verkent het College ook de mogelijkheden om
hierbij reeds gepensioneerde OM-medewerkers in te zetten. Met de NVVR en medezeggenschap
zal overleg gevoerd worden over de wijze waarop die extra inzet wordt georganiseerd,
aangezien het gaat om extra inzet terwijl de werkdruk op dit moment al erg hoog is.
• Projectplaatsen taakstraffen
– Recent is op beperkte schaal weer gestart met de uitvoering van taakstraffen. Voldoen
aan de RIVM-adviezen zorgt voor beperkingen. De inzet van de reclassering is om in
2020 en 2021 een forse, tijdelijke uitbreiding van het aantal projectplaatsen te realiseren,
om op deze wijze de opgelopen achterstanden te kunnen wegwerken. Hierbij wordt onder
meer gedacht aan uitbreiding bij bestaande projecten in natuuronderhoud en bij sportclubs
en aan bijvoorbeeld vitale sectoren van de Nederlandse samenleving zoals de agrarische
sector waar taakgestraften tijdelijk een helpende hand kunnen bieden.
– Om dit te realiseren zal er tijdelijk extra personeel aangetrokken moeten worden.
De reclassering werkt dit momenteel verder uit.
2. Aanpassing modaliteiten
Bij de modaliteit gaat het om de wijze waarop een strafzaak wordt afgedaan. Dat kan
via een OM-afdoening, of via de rechter meervoudig of enkelvoudig. Het OM en de Rechtspraak
hebben berekend dat met de hieronder beschreven aanpassingen de corona-achterstanden
kunnen worden ingelopen. In deze werkwijzen wordt de rechtsbescherming van verdachten
en slachtoffers gewaarborgd.
• Enkelvoudig in plaats van meervoudig afdoen
Het OM en de Rechtspraak hebben samen onderzocht in hoeverre het binnen de geldende
regelgeving mogelijk en passend is zaken die doorgaans door de meervoudige kamer worden
behandeld enkelvoudig te laten behandelen. De zaken die daarvoor in aanmerking komen
zijn doorgaans de voor de MK relatief lichte zaken. De inschatting is dat over het
hele land gemiddeld gezien maximaal 30 procent van de MK-zaken enkelvoudig zou kunnen
worden behandeld. Dat betreft zaken met een strafeis van lager dan één jaar waarbij
er geen contra-indicaties zijn voor een enkelvoudige behandeling.5 Afgelopen jaar werd in eerste aanleg ongeveer 84 procent van de strafzaken enkelvoudig
afgedaan. Naar schatting kunnen in eerste aanleg van de huidige werkvoorraad maximaal
1800 MK-zaken enkelvoudig in plaats van meervoudig worden afgedaan. Een deel van de
zittingscapaciteit die vrijkomt door het afschalen van MK-zaken naar Politierechterzaken
zal worden ingezet ten behoeve van het wegwerken van de achterstanden van de zwaardere
MK-zaken.
Voor hoger beroep is de schatting dat in totaal 25 procent van de strafzaken enkelvoudig
kan worden afgedaan, (terwijl dat de afgelopen jaren ongeveer 5 procent was). Dit
betreft ongeveer 5400 zaken van de huidige voorraad. Op basis van de uitgangspunten
in deze tijdelijke corona-aanpak zal binnen de gerechtshoven geselecteerd worden voor
meervoudige, dan wel enkelvoudige afdoening. De beoogde ingangsdatum van deze maatregel
voor eerste aanleg en hoger beroep is 1 september 2020. Op deze manier kunnen met
eenzelfde aantal rechters meer zaken worden afgedaan. Met de NOvA wordt overleg gevoerd
over de effecten hiervan voor de advocatuur.
• Herbeoordeling en brede toepassing strafbeschikking
Het OM zal de voorraad zaken herbeoordelen en is voornemens meer zaken zelf af te
doen. Het zal hierbij met name gaan om straffen door middel van het uitvaardigen van
een strafbeschikking. Het gaat dan om relatief eenvoudige strafzaken die door de politierechter
zouden zijn behandeld, maar waar afdoening met een strafbeschikking mogelijk en onder
de huidige omstandigheden passend is. Dit zorgt voor een snellere afdoening en minder
belasting van de rechtspraak. Een eerste inschatting n.a.v. een doorrekening van de
mogelijke effecten van de extra inzet van de OM-Strafbeschikking is dat de druk op
de politierechterzittingen kan worden verlaagd met circa 30.600 zaken. Dit is het
equivalent van circa 3.700 – 4.100 politierechterzittingen.
Met de advocatuur vindt overleg plaats op welke wijze toegang tot rechtsbijstand laagdrempelig
en adequaat kan worden georganiseerd. Met slachtofferhulp Nederland worden afspraken
gemaakt over een goede invulling van de belangen en rechten van slachtoffers. De nadere
uitwerking en afstemming van de maatregel met advocatuur, reclassering en executiepartners
vinden op dit moment nog plaats. De reclassering zal haar expertise inzetten om –
conform de wettelijke taak – OM en ZM in een vroeg stadium te adviseren over een passende
en uitvoerbare sanctie, zodat zoveel als mogelijk wordt voorkomen dat de tenuitvoerlegging
mislukt en deze zaken opnieuw bij OM en ZM komen te liggen.
Het bestaande sepotbeleid geldt als sluitstuk van de herbeoordeling en wordt niet
uitgebreid. Het oplopen van de doorlooptijden door de gevolgen van de coronamaatregelen
zal wel leiden tot een tijdelijke toename van sepots. Dit geldt in het bijzonder voor
overtredingszaken.
3. Werkprocessen en innovatie
Wijzigingen in werkprocessen kunnen bijdragen aan het terugdringen van achterstanden.
De aanpak richt zich ook op de innovatie van werkprocessen. Enkele voorbeelden hiervan:
• Tenuitvoerlegging vrijheidsstraffen
– DJI zal de inzetbare capaciteit van het gevangeniswezen de komende periode stapsgewijs
verhogen naar maximaal 95% van het niveau van vóór de coronacrisis. Dat zijn ongeveer
9.000 plaatsen. DJI verwacht dit aantal rond oktober te bereiken. DJI realiseert deze
capaciteit door te bezien of gedetineerden bij binnenkomst korter op de vanwege corona
ingerichte inkomstenafdeling kunnen verblijven. Om de RIVM-richtlijnen te kunnen volgen
is het nodig om nieuwe gedetineerden op een eenpersoonscel te plaatsen. Er worden
dan gezondheidscontroles uitgevoerd, klachten gemonitord en indien nodig een test
afgenomen. Het verblijf op de inkomstenafdeling duurt nu 14 dagen. Op basis van informatie
van het RIVM over de besmettingsrisico wordt het verantwoord geacht deze periode in
te korten. DJI blijft de RIVM-richtlijnen volgen en zal de komende tijd onderzoeken
of en zo ja met hoeveel dagen de plaatsing op een eenpersoonscel kan worden verkort.
Bovendien wordt onderzocht of inkomende gedetineerden op een tijdelijke locatie kunnen
worden geplaatst om de risico’s op besmetting binnen de inrichtingen zoveel mogelijk
te beperken en de capaciteit te vergroten. De capaciteit die hiermee wordt vrijgespeeld
binnen de inrichtingen wordt gebruikt om bij te dragen aan het wegwerken van de ontstane
voorraden door:
o de detentie van de groep gedetineerden uit de zeer beperkt beveiligde inrichtingen
(zbbi) waaraan tijdelijk langer aaneengesloten verlof is verleend, te hervatten. Deze
groep bestaat nog uit ongeveer 85 personen.
o de plaatsing van nieuwe gedetineerden in een zbbi (detentiefasering) volledig te hervatten;
o zelfmelders binnen het gevangeniswezen vanaf 1 augustus a.s. weer gefaseerd worden
op te roepen;
o vanaf oktober ruimte te bieden aan alle voorlopig gehechten en een deel van de arrestanten.
Dit vindt plaats op basis van de verwachte instroom van het OM. Hierbij wordt prioriteit
gegeven aan de instroom van voorlopig gehechten en aan een deel van de arrestanten
(de personen die door de politie worden aangehouden om een gevangenisstraf, vervangende
hechtenis of gijzeling uit te zitten).
– Met het hervatten van de werkstromen van OM, ZM en politie kan er (opnieuw) een tekort
ontstaan aan de benodigde inzetbare capaciteit. Voor 2021 wordt daarom verder onderzocht
wat de mogelijkheden zijn om de capaciteit verder te vergroten.
• Project Tijdige rechtspraak
De Rechtspraak continueert het project Tijdige Rechtspraak (doelstelling periode 2020
tot en met 2022), waarin onder andere flexibele kamers (inloopkamers) worden gerealiseerd
om structurele achterstanden weg te werken en doorlooptijden te verkorten. Ook oud-rechters
kunnen daarvoor als rechter-plaatsvervanger worden ingezet. Met zo’n flexibele schil
van rechters kan gerichter worden ingezet op zaakstromen waar zich een achterstand
of piekbelasting voordoet. Tevens wordt het roosteren en plannen van zaken verbeterd,
zodat de capaciteit beter wordt benut.
• Telehoren
Vanaf 15 maart 2020 zijn justitiabelen zo min mogelijk naar de gerechtsgebouwen vervoerd
om besmettingsrisico’s in de inrichtingen te beperken. Sindsdien is er door DJI, OM
en Raad voor de Rechtspraak gezamenlijk op ingezet om rechtszaken zoveel mogelijk
schriftelijk en met behulp van telehoorvoorzieningen te behandelen. Ondertussen worden
er ruim 400 zittingen per week via telehoorvoorziening uitgevoerd. Daarvoor is een
planningsinstrument ontwikkeld. In een operationeel overleg tussen de drie organisaties
wordt de werkwijze gemonitord en worden knelpunten opgelost. Het behandelen van rechtszaken
via telehoorvoorzieningen zal bij zaken die daarvoor geschikt zijn (bijvoorbeeld raadkamer
gevangenhouding) een structurele plek krijgen in de strafrechtketen. Hierdoor kan
ruimte in de gerechtsgebouwen voor andere rechtszaken worden benut en kunnen achterstanden
worden aangepakt. Inmiddels hebben ook andere ketenpartners interesse getoond in het
spreken van gedetineerden via telehoorvoorziening.
De reclassering onderzoekt hoe de ervaringen van de afgelopen periode met videobellen
blijvend ingezet kunnen worden binnen de advies- en toezichttaak, ook wanneer reclasseringswerkers
ter zitting als getuige-deskundige worden gehoord. Dit zal de komende periode verder
worden onderzocht. Ook voor het verlenen van rechtsbijstand bij het politieverhoor
bieden telehoorvoorzieningen mogelijkheden voor verdere procesoptimalisatie.
• Taakstraffen
Reclassering Nederland heeft op kleine schaal in een pilot ervaring opgedaan met de
ontwikkeling van een werkwijze die een snelle en zekere start van de taakstraffen
beoogt te bevorderen. In de pilot stond centraal de snelle start na onherroepelijke
uitspraak, op een centrale locatie in de regio, waarna doorgeplaatst kan worden naar
andere projecten. Hiermee kan een aanzienlijke versnelling worden bereikt.
Het model biedt potentie voor (verdere) groei door slim gebruik van beschikbare technologie
zoals het direct zichzelf aanmelden van werkgestraften in het digitale portaal van
de reclassering, digitaal inloggen voor de werkzaamheden en digitale registratie van
de uren. De reclassering onderzoekt of deze innovatieve werkwijze op grotere schaal
kan worden ingevoerd. Een vlotte start en doorstroming van de taakstraf kunnen bijdragen
aan de reductie van werkvoorraad.
Tot slot
De bestuurders van de Rechtspraak, Openbaar Ministerie, en de executieketen zijn gezamenlijk
tot deze ruime set aan maatregelen gekomen en hebben zich hieraan gecommitteerd. Zoals
aangegeven moeten de maatregelen op onderdelen nog verder worden uitgewerkt, onder
meer ten aanzien van de kwantificering en doorrekening. Wij zullen uw kamer hierover
zo snel mogelijk informeren.
Ook is nog verdere afstemming met bij de strafrechtspleging betrokkenen zoals de advocatuur
nodig.
De aard en omvang van de problematiek maken dat snelle oplossingen niet voorhanden
zijn. Het terugbrengen van de werkvoorraden zal geruime tijd vergen. Dit klemt temeer
nu wij nog enige tijd met beperkingen in verband met corona rekening moeten houden.
Hierbij geldt ook het voorbehoud van een opleving van het virus die weer tot strengere
maatregelen noopt. Dan kan enerzijds worden voortgebouwd op wat in de afgelopen maanden
is bereikt, maar zal tevens moeten worden bezien wat dan mogelijk is.
Deze ketenaanpak gaat in beginsel uit van tijdelijke maatregelen. Wanneer die maatregelen
en vooral ook de innovatieve oplossingen voor de lange termijn behulpzaam kunnen zijn,
bezien de organisaties of structurele inbedding mogelijk is. De opgezette monitoring
voor de hele strafrechtketen blijft in stand zodat ook in toekomst beter kan worden
geanticipeerd op ontwikkelingen. Hierbij is tevens van belang de doorlichting van
de strafrechtketen waarover wij u binnenkort informeren. De maatregelen die nu worden
genomen zullen in onderlinge samenhang met de resultaten van deze doorlichting worden
beoordeeld.
In het voorgaande zijn de omvang van de problematiek en de contouren van de maatregelen
geschetst. De inspanningen zijn erop gericht dat het recht tijdig zijn loop zal hebben
en dat recht wordt gedaan aan de belangen en rechten van verdachten, slachtoffers
en andere betrokkenen. Daarvoor moet nog veel werk worden verzet. We hebben vertrouwen
in de gezamenlijke kracht van de strafrechtketen en blijven in overleg over de resultaten
en concrete oplossingen.
Wij zullen uw Kamer nader informeren over de genomen maatregelen en de voortgang ervan.
De Minister van Justitie en Veiligheid, F.B.J. Grapperhaus
De Minister voor Rechtsbescherming, S. Dekker
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
F.B.J. Grapperhaus, minister van Justitie en Veiligheid -
Mede ondertekenaar
S. Dekker, minister voor Rechtsbescherming