Brief regering : Vertraging programma Machtigen
26 643 Informatie- en communicatietechnologie (ICT)
Nr. 693
BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN BINNENLANDSE ZAKEN EN KONINKRIJKSRELATIES
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 18 juni 2020
In mijn brieven van 271 en 292 januari informeerde ik u over de voortgang in het programma Machtigen. Zo meldde
ik u onder andere dat er gewerkt wordt aan een concrete planning voor het aansluiten
van dienstverleners op de machtigingsvoorziening, en dat ik verwachtte u in de zomer
van 2020 een plan van aanpak te kunnen toesturen. Inmiddels heb ik moeten constateren
dat de planning van het programma Machtigen vertraagd is. Met deze brief informeer
ik u, mede namens de Minister voor Medische Zorg en Sport, over de actuele stand van
zaken, de oorzaken en gevolgen van de ontstane vertraging en het plan van aanpak om
alsnog snel resultaat te boeken.
Programma Machtigen: waar staan we nu?
Binnen het programma Machtigen wordt er, globaal gesteld, aan twee doelen gewerkt:
• Burgers die niet digi-vaardig zijn een laagdrempelige en gebruiksvriendelijke oplossing
bieden om een beroep te kunnen doen op hulp van anderen (vrijwillig machtigen);
• Voor burgers waarvan de wetgever of rechter heeft bepaald dat deze niet handelingsbekwaam
of -bevoegd zijn, of nabestaanden, moeten wettelijke vertegenwoordigers snel en zonder
tijdrovende administratieve rompslomp zaken met de overheid voor ze kunnen doen (wettelijke vertegenwoordiging: ouderlijk gezag en bewindvoering).
In januari gaf ik u de laatste stand van zaken op deze twee sporen in bovengenoemde
brieven.
Op vrijwillig machtigen meldde ik u dat er gewerkt werd aan het gebruiksvriendelijker maken van de website
en de registratieprocessen van de reeds bestaande basisvoorziening voor Machtigen
(DigiD Machtigen). Deze nieuwe website is begin juni live gegaan. Het gebruiksvriendelijk maken
van de registratieprocessen is een doorlopend proces. Het werk hieraan vordert, maar
is nog niet af. Zo wordt bijvoorbeeld nog gewerkt aan de mogelijkheid om een machtiging
vast te leggen aan een balie.
Omdat het aansluiten op deze machtigingsvoorziening arbeidsintensief is en langzaam
gaat (in een tempo van 2 a 3 aansluitingen per kwartaal), wordt er gewerkt aan een
nieuwe manier van aansluiten, via een routeringsvoorziening. Hierdoor wordt het mogelijk
dat er in snel tempo grote aantallen dienstverleners kunnen aansluiten. Voor wat betreft
deze nieuwe manier van aansluiten op DigiD Machtigen, meldde ik u dat er in maart
getest zou worden, zodat de eerste dienstverleners vanaf de zomer daadwerkelijk zouden
kunnen aansluiten. Een plan hiertoe zou ik u voor de zomer toesturen. Deze planning
wordt niet gehaald; dit licht ik hieronder nader toe (in de paragraaf Oorzaken van de vertraging). Het streven is nu om begin 2021 te starten met het aansluiten van nieuwe dienstverleners
op de basisvoorziening, namelijk de zorgsector. Daarna zullen andere sectoren volgen.
Ik licht deze planning verder toe onder Plan van aanpak.
Voor wat betreft de doelen rond wettelijke vertegenwoordiging meldde ik u dat er voor ouder-kind-machtigen een pilot was gestart in het ziekenhuis
Tjongerschans in Heerenveen. Deze pilot is inmiddels afgerond. Dit onderdeel van het
programma blijkt met name juridisch zeer complex; zo is er onder andere geen eenduidige
digitale bron voorhanden op basis waarvan ouderlijk gezag kan worden vastgesteld,
ook door de complexe juridische definitie van vaderlijk gezag en kan het tot 3 maanden duren voordat wijzigingen zijn doorgevoerd na een rechterlijke uitspraak. Later
in deze brief licht ik toe hoe dit verder gebracht kan worden, in de paragraaf Wettelijke vertegenwoordiging.
Daarnaast meldde ik u dat er in de eerste helft van 2020 een pilot zou worden uitgevoerd
op het onderdeel bewindvoering. Deze pilot heeft niet plaatsgevonden. In plaats daarvan
is de prioriteit gelegd bij het samen met de Raad voor Rechtspraak bouwen van een
digitaal register dat hiervoor als basis moet fungeren. Ook voor dit onderdeel geldt
dat er nog de nodige beleidsmatige en juridische vraagstukken uitgewerkt moeten worden,
voordat er verder ontwikkeld kan worden. Daarnaast dient dit register van de Raad
voor de Rechtspraak verder gevuld te worden met data.
Oorzaken van de vertraging
Dat het programma Machtigen omvangrijk en complex is, weten we al vanaf de start.
Er is daarom gekozen voor een aanpak waarbij de machtigingsfunctie stapsgewijs ontwikkeld
wordt, en er gaandeweg nieuwe functionaliteiten worden ontwikkeld en beschikbaar komen.3 Door de stapsgewijze ontwikkeling en tussentijdse monitoring kan de prioritering
van de diverse onderdelen zo nodig worden aangepast aan de ontwikkelingen.
Het BIT-advies van juli 20194 bevestigt de complexiteit, maar is kritisch over de aanpak en voortgang. Belangrijkste
redenen hiervoor zijn volgens het BIT het ontbreken van een goed doordachte machtigingsoplossing
voor wettelijke vertegenwoordiging, en het achterblijven van aansluiting van dienstverleners.
In mijn reactie op het advies heb ik u laten weten dit ter harte te nemen, en enerzijds
(voor wettelijke vertegenwoordiging) het integraal ontwerp van de voorziening in de
praktijk uit te werken, en anderzijds (voor vrijwillig machtigen) aan de slag te gaan
met het aansluiten van dienstverleners. De oorspronkelijke scope, met beheerste aansluiting
via launching customers, was daarvoor te beperkt en moest worden uitgebreid.
Tot maart van dit jaar leek het haalbaar om dit jaar resultaat te boeken op zowel
de oorspronkelijke scope (basisvoorziening vrijwillig machtigen en doelen wettelijke
vertegenwoordiging), als op de uitbreiding (het aansluiten van dienstverleners op
de basisvoorziening) conform de planning die ik u in januari meldde. In maart werd
echter duidelijk dat zowel de verdere ontwikkeling van de oplossing voor wettelijke
vertegenwoordiging, als de aanpak voor het aansluiten van dienstverleners op DigiD
Machtigen (de basisvoorziening voor vrijwillig Machtigen) meer tijd en capaciteit
zullen kosten dan voorzien. Beide zullen in 2020 in ieder geval niet meer tot maatschappelijk
resultaat leiden.
Ik heb in de afgelopen weken in kaart laten brengen wat de oorzaken van deze vertraging
zijn. In de eerste plaats blijkt de integrale sturing op de voortgang binnen het programma
onvoldoende te zijn geweest. In een programma met veel verschillende ketenpartners
is dit essentieel; vertraging in de planning van de een heeft direct gevolgen voor
de planning van de ander. Daar komt bij dat Logius, opdrachtnemer in het programma,
begin 2019 een nieuwe werkwijze heeft ingevoerd (SAFe/Agile). Deze bleek niet goed
te combineren met de aanpak van het programma Machtigen, die gebaseerd was op een
andere planningsmethodiek. Dit kostte niet alleen tijd, maar zorgde ook voor nieuwe
onduidelijkheid. De oorspronkelijke doelen en planning raakten buiten beeld, en daar
kon niet meer afdoende op gestuurd kon worden.
Tegelijkertijd werd duidelijk dat de vertraging niet makkelijk kan worden opgelost
door opschaling in capaciteit bij de uitvoeringsorganisatie (Logius). De werkzaamheden
van Logius zijn breder dan het programma Machtigen alleen; voor de gehele digitale
dienstverlening aan burgers en bedrijven is Logius onze belangrijkste leverancier.
Naast het werk aan nieuwe ambities zoals Machtigen moet de organisatie er ook voor
zorgen dat de continuïteit van de dienstverlening wordt geborgd. Een storing of uitval
van DigiD of de Digipoort heeft grote maatschappelijke impact. Logius is daarom een
verandertraject gestart en er lopen de noodzakelijke investeringen in de infrastructuur.5 Net als is geconstateerd bij andere uitvoeringsorganisaties in het rapport Werk aan uitvoering, loopt Logius tegen de grenzen aan van wat haalbaar is.
Plan van aanpak
Om de problemen binnen het programma Machtigen op te lossen, dient onder andere de
aansturing structureel versterkt te worden, en het programma integraal herijkt. Het
uitwerken van deze acties kost tijd; ik zal u in de volgende voortgangsrapportage
nader informeren over de uitwerking en voortgang. Wel is er direct gestart met een
tijdelijke versteviging van de aansturing om alsnog zo snel als mogelijk maatschappelijk
resultaat te boeken, en is daartoe focus aangebracht binnen het programma.
Duidelijk is dat het werk aan de twee sporen binnen het programma Machtigen op dit
moment zo omvangrijk is, dat het niet mogelijk is om op beide binnen de oorspronkelijke
planning resultaat te boeken. Ik heb daarom in kaart gebracht welke doelen het meest
urgent zijn, en waar het werk zich eerst op moet richten. In overleg met de Minister
voor Medische Zorg en Sport heb ik ervoor gekozen nu prioriteit te geven aan het aansluiten
van de zorg. Het beleid van het Ministerie van VWS is er namelijk op gericht dat iedereen
die dat wil, kan beschikken over de eigen medische gegevens en zo meer regie kan voeren
op de eigen gezondheid. Daarvoor is veilige uitwisseling van gegevens tussen zorgaanbieders
en hun cliënten noodzakelijk. Veilig inloggen en machtigen zijn daarbij randvoorwaardelijk,
om er zeker van te zijn dat een dienstverlener met de juiste persoon te maken heeft.
Voor deze sector geldt dus dat niet alleen een machtigingsvoorziening nodig is, maar
dat ook op korte termijn de invoering van inlogmiddelen op een hoger betrouwbaarheidsniveau
moet worden geregeld. Om zorgaanbieders en andere dienstverleners te ontzorgen bij
het aansluiten op al deze voorzieningen is een routeringsvoorziening ontwikkeld.
Vrijwillig machtigen: focus op de zorg
Om daadwerkelijk gegevens uit te kunnen wisselen op een hoger betrouwbaarheidsniveau,
dienen de dienstverleners niet alleen aangesloten te zijn op DigiD Substantieel, maar
ook op Machtigen. Immers, als het niveau van DigiD verhoogd wordt naar Substantieel,
wordt de nu gebruikelijke en onwenselijke informele vorm van machtigen (waarbij gebruikersnaam
en wachtwoord simpelweg uitgeleend worden) onmogelijk. Voor de zorgsector, met veel ouderen en kwetsbare personen, is dat onacceptabel.
Er dient altijd een gebruiksvriendelijk alternatief voor handen te zijn, om te voorkomen
dat deze groepen uitgesloten worden van de digitale dienstverlening.
Dat betekent allereerst dat er op korte termijn gestart zal worden met het aansluiten
van zorgverleners op DigiD via de eerdergenoemde routeringsvoorziening: vanaf juni
2020 met een beperkt aantal partijen om ervaring op te doen, en vanaf september 2020
op grote schaal. Deze planning is essentieel voor het behalen van beleidsdoelstellingen
en afspraken met het zorgveld dat in 2020 persoonlijke gezondheidsomgevingen (PGO’s)
gebruikt kunnen gaan worden om zelf toegang te hebben tot alle eigen medische gegevens.
Parallel daaraan werken we aan het beschikbaar komen van de machtigingsvoorziening
begin 2021 of zoveel eerder als mogelijk. Om dit voor elkaar te krijgen, mogen zich
geen tegenvallers voordoen. Een kleine vertraging betekent vanwege de dan optredende
interferentie met de Digistorm6 direct een vertraging van een half jaar; indien zich een dergelijke vertraging voordoet,
zal de machtigingsvoorziening uiterlijk in de tweede helft van 2021 beschikbaar komen.
Die slag moet ik om de arm houden, waarbij mijn inspanning gericht zal zijn op begin
2021.
De focus op het aansluiten van de zorgsector, heeft tot gevolg dat andere dienstverleners
nu nog niet op de beoogde eenvoudige manier kunnen aansluiten op de voorziening voor
vrijwillig machtigen. Op dit moment is nog niet duidelijk hoe de planning eruitziet
voor de andere groepen dienstverleners (denk daarbij aan de gemeenten). Ik zal u daarover
in de volgende voortgangsrapportage informeren (in de zomer van 2020). Mogelijk is
het in dit scenario voor een aantal dienstverleners toch een snellere optie om – via
de arbeidsintensieve methode- rechtstreeks aan te sluiten op de machtigingsvoorziening.
Wettelijke vertegenwoordiging: onderzoek naar alternatieven
De focus op het aansluiten van de zorgsector op digitale toegangsvoorzieningen betekent
dat het werk aan de doelen rond wettelijke vertegenwoordiging (ouder-kind-machtigen
en bewindvoering) bij Logius tijdelijk zijn stilgelegd zodat de volledige capaciteit
naar de opgave in de zorg gaat. Ondertussen onderzoek ik de mogelijkheden om op alternatieve
wijze toch resultaat te kunnen boeken op dit onderdeel van het programma. Dat betreft
in de eerste plaats werk aan de nog openstaande complexe vraagstukken, met name op
beleidsmatig en juridisch gebied; hier is de uitvoering nog niet voor nodig. Daarnaast
ben ik in overleg met betrokken partijen om te bezien of er een machtigingsfunctionaliteit
buiten Logius ontwikkeld kan worden. Mijn uitgangspunt daarbij is dat de samenhang
van de Generieke Digitale Infrastructuur (GDI) van de overheid geborgd blijft. Ik
zal u na het zomerreces in de volgende voortgangsrapportage informeren over de uitkomst
hiervan.
De Staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,
R.W. Knops
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
R.W. Knops, staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties