Brief regering : Voortgang Brede Schuldenaanpak
24 515 Preventie en bestrijding van stille armoede en sociale uitsluiting
Nr. 533 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 15 juni 2020
Met deze brief informeer ik uw Kamer over de voortgang van de Brede Schuldenaanpak.
In deze tweede voortgangsrapportage geef ik u een overzicht van wat het kabinet en
de betrokken partijen in de afgelopen periode hebben gerealiseerd en aan welke maatregelen
ook de komende periode (verder) wordt gewerkt. Dit doe ik mede namens de Minister
van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, de Minister voor Rechtsbescherming,
de Minister van Financiën, de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, de Staatssecretaris
van Economische Zaken en Klimaat, beide Staatssecretarissen van Financiën en de Staatssecretaris
van Volksgezondheid, Welzijn en Sport.
In bijlage 1 – «Voortgang Brede Schuldenaanpak»1 – ga ik per actielijn nader in op de stand van zaken en voortgang van een groot aantal
maatregelen om de schuldenproblematiek terug te dringen. Het geactualiseerde overzicht
van alle maatregelen die binnen de Brede Schuldenaanpak worden uitgevoerd is opgenomen
in bijlage 2 – «Voortgang Actieplan Brede Schuldenaanpak»2.
De maatregelen zijn erop gericht te voorkomen dat problematische schulden ontstaan.
Als mensen toch in de schulden raken, moeten zij snel en effectief geholpen worden.
En mensen met schulden moeten kunnen rekenen op een zorgvuldige en maatschappelijk
verantwoorde incasso3. Deze doelstellingen vormen samen de drie actielijnen van de Brede Schuldenaanpak:
• Problematische schulden voorkomen: preventie en vroegsignalering
• Ontzorgen en ondersteunen
• Zorgvuldige en maatschappelijk verantwoorde incasso
Maatregelen in verband met de rechtscrisis
Nederland bevindt zich in een uitzonderlijke situatie door de uitbraak van het coronavirus.
Die raakt niet alleen onze gezondheid, ook de economische gevolgen zijn groot. Mensen
kunnen door de crisis acuut in financiële problemen raken. Ook op de langere termijn
kunnen de economische effecten nog merkbaar zijn en invloed hebben op de schuldenproblematiek.
Het kabinet, de gemeenten, overheidsorganisaties en andere betrokken organisaties
zetten alles op alles om mensen met schulden te ondersteunen en maatregelen te treffen
die de financiële gevolgen van de coronacrisis voor kwetsbare mensen zo veel mogelijk
beperken. Het kabinet heeft met het noodpakket banen en economie noodmaatregelen getroffen om werkgelegenheid te behouden en zelfstandig ondernemers
te ondersteunen. Ook heeft het kabinet aangekondigd de maximale kredietvergoeding
tijdelijk te verlagen naar 10 procent om consumenten beter te beschermen tegen hoge
kosten van krediet.
Vanuit onze gezamenlijke verantwoordelijkheid om te voorkomen dat mensen in (grotere)
financiële problemen terechtkomen, zie ik bij vrijwel alle partijen een bereidwillige
en constructieve houding. Het kabinet heeft bijvoorbeeld met verhuurdersorganisaties
en brancheverenigingen afgesproken gedurende de crisisperiode in principe geen huisuitzettingen
te doen.4 De Landelijke Armoedecoalitie heeft aan veel partijen de oproep gedaan om de gevolgen
van de crisis voor kwetsbare mensen te beperken. Het kabinet ondersteunt deze oproep.5 Beroepsgroepen zoals de gerechtsdeurwaarders en overheidsorganisaties, zoals de Manifestpartijen
hebben hun werkwijze aangepast om meer coulance te kunnen betrachten. Het Nibud heeft
een geldkrant gelanceerd om handvatten te bieden aan mensen die als gevolg van de
coronacrisis met een sterke daling van hun inkomen te maken hebben. Juist in deze
crisistijd is het van belang dat maatregelen zoveel mogelijk het perspectief van de
mensen om wie het gaat als uitgangspunt nemen en aansluiten bij het doenvermogen van
kwetsbare mensen. Een voorbeeld daarvan is Wijzer in geldzaken, dat de website heeft
uitgebreid met geldtips voor in coronatijd en de belangrijkste tips heeft laten visualiseren
voor laaggeletterden.
De hierboven genoemde afspraken over een coulante opstelling van zowel publieke als
private schuldeisers zijn bedoeld als tijdelijke ondersteuning voor mensen die als
gevolg van de coronacrisis in financiële problemen komen. Gezamenlijk zullen we moeten
bezien op welke wijze maatregelen na deze crisis – geleidelijk – kunnen worden afgebouwd.
SZW is in gesprek met stakeholders zoals VNG, Divosa, Nibud en SchuldenlabNL om te
bezien wat partijen kunnen doen om te anticiperen op de toenemende vraag op het terrein
van armoede en schulden en welke specifieke groepen daarbij specifieke aandacht vragen.
Met deze stakeholders bespreken we oplossingsrichtingen zoals een impuls een voor
de schuldencampagne versterking van het collectief schuldregelen. Hierbij zal ik ook
de bevindingen van de Tijdelijke Werkgroep Sociale Impact betrekken.
Daarnaast werkt het kabinet samen met gemeenten, uitvoeringsorganisaties en maatschappelijke
organisaties onverminderd door aan de uitvoering van het Actieplan Brede Schuldenaanpak.
Gezamenlijk hebben we veel werk verzet en de resultaten daarvan worden steeds beter
zichtbaar. Om de gezamenlijkheid van onze inspanningen en successen te benadrukken
heb ik ook de inbreng gevraagd van de leden van het Samenwerkingsverband Brede Schuldenaanpak
(SBS). De reacties heb ik betrokken bij de voortgangsrapportage.
Resultaten op hoofdlijnen
Ik constateer dat de Brede Schuldenaanpak een omslag teweeg heeft gebracht in de wijze
waarop alle partijen de schuldenproblematiek benaderen en in het denken over mensen
met schulden. Dat beeld komt ook naar voren uit de bijdragen van de leden van het
SBS. Het kan immers iedereen overkomen, bijvoorbeeld door een scheiding of werkloosheid.
Of door de coronacrisis, die voor veel mensen ingrijpende gevolgen heeft.
De aandacht voor schulden is de afgelopen twee jaar toegenomen en er is consensus
dat problematische schulden een urgent maatschappelijk probleem zijn. Organisaties
binnen het SBS – en ook daarbuiten – weten elkaar steeds beter te vinden en werken
nauw samen.
Een aansprekend voorbeeld daarvan is de aanpak van SchuldenlabNL, dat – vooralsnog
vier – beproefde programma’s aanbiedt die gemeenten en andere organisaties kunnen
inzetten. Zo kan meer tempo en eenheid in de aanpak van schulden ontstaan en hoeft
het wiel niet steeds opnieuw te worden uitgevonden.
Uit de reacties die ik heb ontvangen komt naar voren dat partners in het SBS aan een
groot aantal initiatieven en maatregelen werken die de komende periode verder gestalte
krijgen. Veel aandacht gaat daarbij uit naar de dienstverlening op lokaal niveau.
De Inspectie SZW beoordeelt op basis van eigen onderzoek de gemeentelijke schuldhulpverlening
als adequaat. Vrijwel alle cliënten die de Inspectie sprak, zijn tevreden over de
hulp. Multiproblematiek blijkt een oorzaak van uitval. De Inspectie ziet verbetermogelijkheden:
hulpverlening kan meer bijdragen aan financiële zelfredzaamheid en beter aansluiten
op minder redzame burgers.6 Een goed voorbeeld van verbetering van de dienstverlening zijn de bestuurlijke uitgangspunten
voor een kwaliteitskader voor schuldhulpverlening die de VNG heeft vastgesteld en
die nu in samenwerking met de NVVK worden vertaald in een basisnorm voor de uitvoering.
Daarnaast heeft het kabinet een groot aantal initiatieven en wetstrajecten in gang
gezet. Van het merendeel daarvan is de behandeling vergevorderd. Nog niet eerder is
zoveel wetgeving geïnitieerd om mensen met schulden beter te ondersteunen. De implementatie
van de Wet vereenvoudiging beslagvrije voet is in volle gang en ook is het afgelopen
jaar hard gewerkt om uitvoering te geven aan de tussenmaatregelen. In mijn brief van
29 mei jl.7 heb ik uw Kamer over de voortgang daarvan geïnformeerd. Tevens heb ik het Bureau
ICT-toetsing (BIT) gevraagd advies te geven over het implementatieprogramma. Het advies,
dat ik voor het zomerreces verwacht, zal ik rond de zomer aan uw Kamer doen toekomen.
Het voorstel van wet tot wijziging van de Wet gemeentelijke schuldhulpverlening ten
behoeve van de uitwisseling van persoonsgegevens is op 10 maart jl. aangenomen door
de Tweede Kamer en ligt nu voor behandeling in de Eerste Kamer.8 De wijziging van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering en de Faillissementswet
in verband met de herziening van het beslag- en executierecht is op 2 juni jl. aanvaard
door de Eerste Kamer.9 Het Wetsvoorstel adviesrecht gemeenten bij schuldenbewind is in april ingediend bij
de Tweede Kamer.10 Het wetsvoorstel stroomlijning keten voor derdenbeslag en het wetsvoorstel kwaliteit
incassodienstverlening zijn eerder dit jaar in (internet)consultatie geweest. Het
verwerken van de reacties is in volle gang.
De afgelopen twee jaar hebben we met al deze maatregelen en initiatieven uit het Actieplan
Brede Schuldenaanpak een stevige basis gelegd. Het komende jaar richten we ons op
het verder uitvoeren en afronden van de maatregelen uit het Actieplan. Zo houden we
focus en koersen we aan op tastbare resultaten waarmee we problematische schulden
zoveel mogelijk kunnen voorkomen en oplossen.
Tegelijkertijd staat het denken en doen niet stil. Binnen alle actielijnen van het
Actieplan worden nieuwe maatregelen genomen. Zo hebben de Belastingdienst, CAK, CJIB,
DUO, SVB en UWV recent een convenant getekend met de NVVK om eenvoudiger en sneller
tot schuldregelingen te komen.
De Nationale ombudsman heeft op 11 juni jl. zijn onderzoek gepresenteerd over de toegang
tot de Wet schuldsanering natuurlijke personen (Wsnp).11 De ombudsman vraagt hierin terecht aandacht voor de knelpunten die mensen met schulden
ervaren. Het laat het belang zien om samen verder te werken. Ik zal zijn onderzoek
dan ook betrekken bij de brief die ik u deze zomer met de Minister voor Rechtsbescherming
zal sturen over de stappen die we nemen om de aansluiting tussen de gemeentelijke
schuldhulpverlening en de wettelijke schuldsanering te verbeteren. Ook in andere programma’s
van het kabinet wordt gewerkt aan maatregelen die bijdragen aan de aanpak van de schuldenproblematiek,
zoals voor dak- en thuislozen. De Staatssecretaris van VWS, de Minister van BZK en
ik hebben op 3 juni jl. uw Kamer geïnformeerd over Een (t)huis, een toekomst; een plan van aanpak om het aantal dak- en thuisloze mensen fors terug te dringen.
Uw Kamer en ook maatschappelijke organisaties vragen regelmatig aandacht voor nieuwe
initiatieven. Ook ik wil blijven kijken of ik nieuwe initiatieven in verbinding kan
brengen met de bestaande maatregelen uit het actieplan, bijvoorbeeld door initiatiefnemers
de gelegenheid te bieden hun ideeën te pitchen in een volgende bijeenkomst van het
SBS en te kijken waar we verder mee kunnen.
Naar aanleiding van de gewijzigde motie van de leden Peters (CDA) en Jasper van Dijk
(SP)12 ben ik een verkenning gestart om te onderzoeken hoe de invoering van een «uitzonderingsjaar»
mogelijk zou zijn. Partners in het SBS hebben ook een aantal zaken, waaronder (meer)
aandacht voor preventie en vroegsignalering, benoemd die volgens hen meer aandacht
behoeven.
Tot slot
Ik hoop dat we met onze gezamenlijke inspanning de gevolgen van de coronacrisis voor
financieel kwetsbare mensen zo veel als mogelijk beperken. Ook de komende maanden
zal dit onze prioriteit zijn. Daarnaast zet ik in op het verder uitvoeren en afronden
van de maatregelen uit het Actieplan Brede Schuldenaanpak. Ik vind het belangrijk
om focus te houden. Tegelijkertijd blijf ik waar mogelijk initiatieven, die passen
binnen de Brede Schuldenaanpak en potentie hebben, betrekken bij de agenda voor de
komende tijd, conform de toezegging die ik uw Kamer heb gedaan in het algemeen overleg
Armoede en Schuldenbeleid op 10 oktober 2019 (Kamerstuk 24 515, nr. 498). Ik bezie nog hoe ik dit kan vormgeven, mede in het licht van de coronamaatregelen.
Ik blijf ook in gesprek met de partners van het SBS over de maatschappelijke opgaven
die nog resteren op het terrein van schulden. In januari 2021 zal ik uw Kamer wederom
informeren over de voortgang en resultaten.
De Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, T. van Ark
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
T. van Ark, staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid