Brief regering : Stand van zaken Subsidieregeling sanering varkenshouderijen (Srv)
28 973 Toekomst veehouderij
Nr. 238 BRIEF VAN DE MINISTER VAN LANDBOUW, NATUUR EN VOEDSELKWALITEIT
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 10 juni 2020
Met deze brief informeer ik uw Kamer over de huidige stand van zaken aangaande de
Subsidieregeling sanering varkenshouderijen (Srv), zoals ik aan uw Kamer heb toegezegd
in het AO Landbouw, Klimaat en Voedsel van 6 februari 2020 (Kamerstuk 35 300 XIV, nr. 72).
In mijn brief van 7 februari 2020 (Kamerstuk 35 334, nr. 44) heb ik u gemeld dat ik met de varkenshouderijsector afspraken heb gemaakt in het
kader van sanering en verduurzaming. De sector heeft een plan met ambitieuze doelstellingen
ontwikkeld, het Programma Vitale Varkenshouderij om een toekomstbestendige varkenshouderij
mogelijk te blijven maken. Daarbinnen wordt onder meer gewerkt aan een «gezonde leefomgeving»,
waaronder het verminderen van emissies en terugdringen van geuroverlast. In het Regeerakkoord
(Bijlage bij Kamerstuk 34 700, nr. 34) en het Hoofdlijnenakkoord (Kamerstuk 28 973, nr. 200) geeft het kabinet aan dat met de decentrale overheden en de sector samen de problematiek
van geuroverlast zal worden aangepakt en wordt de Srv aangekondigd op hoofdlijnen.
De Srv is gericht op de reductie van geuroverlast en zorgt daarnaast voor een reductie
van andere emissies, waaronder stikstof en broeikasgassen. Daarmee verbetert de Srv
de leefomgeving en draagt deels bij aan de opgaves vanuit stikstof en klimaat.
Er zijn 502 aanvragen voor een beëindigingssubsidie op grond van de Srv ingediend.
Hiervan voldoen er 407 aan de gestelde vereisten. Gelet op het huidige subsidieplafond,
zoals bepaald in de Srv (Stcrt. 2019, nr. 55830) is er voor de verstrekking van subsidies op grond van de Srv een bedrag van € 180
miljoen beschikbaar. Dit bedrag is onvoldoende om alle aanvragen die voldoen aan de
vereisten, te kunnen toewijzen, zo zou slechts toewijzing plaatsvinden voor de gevallen
met de grootste geurbelasting voor de omgeving. Het kabinet heeft besloten dat het
de voorkeur verdient alle aanvragen die aan de vereisten van de regeling voldoen,
te honoreren, zoals aangekondigd in mijn brief over de structurele aanpak van de stikstofproblematiek
op 24 april jl. (Kamerstuk 35 334, nr. 82). Daarom wordt voorzien dat het subsidieplafond met € 275 miljoen wordt verhoogd,
zodat € 455 miljoen beschikbaar is. Deze verhoging van het subsidieplafond is relevant
vanuit staatssteunoptiek en bijgevolg is hiervoor de goedkeuring van de Europese Commissie
noodzakelijk. Op 20 mei jl. heeft de Commissie goedkeuring verleend voor het verhogen
van het subsidieplafond. Deze verhoging zal nu worden geëffectueerd met een wijziging
van de Srv en publicatie daarvan in de Staatscourant.
In het navolgende overzicht is aangegeven om welke reden aanvragen zijn afgewezen
of niet in behandeling zijn genomen. In het overzicht is tevens aangegeven hoeveel
varkensrechten er op grond van de 407 aanvragen definitief doorgehaald zullen worden
en wat de verdeling is over de types varkenshouderijen, mits alle beschikte aanvragers
ook blijven deelnemen aan de Srv.
Totaal aantal ingediende aanvragen
502
Door aanvrager ingetrokken
10
Onvolledige aanvragen
2
Voldoen niet aan drempelwaarde
40
Voldoen niet aan het Besluit emissiearme huisvesting
40
Voldoen niet aan de vijfjaarseis
3
Totaal (dat voldoet aan vereisten)
407
Totaal door te halen varkensrechten (407 aanvragen)
Regio Zuid
802.243
Regio Oost
108.402
Totaal
910.645
Verdeling 407 aanvragen naar soort
Vleesvarkensbedrijf
176
Vermeerderingsbedrijf
133
Gesloten bedrijf
80
Anders
18
Totaal
407
Inmiddels hebben de eerste varkenshouders een subsidiebeschikking ontvangen. Daarmee
kunnen de varkenshouders een start maken met de feitelijke beëindiging van hun bedrijfslocatie.
De volgorde waarin varkenshouders een subsidiebeschikking ontvangen, wordt bepaald
door de rangschikking op basis van de geurscore. De varkenshouderijlocaties met de
hoogste geurscore komen als eerste in aanmerking voor een subsidiebeschikking. Binnen
het subsidieplafond van € 180 miljoen kunnen de 124 varkenshouderijlocaties met de
hoogste geurscore worden beschikt. Het streven is om uiterlijk in de loop van juli
2020 op alle 407 aanvragen die daarvoor in aanmerking komen positief te hebben beschikt.
Doel van de Srv is het beëindigen van de geuroverlast die wordt veroorzaakt door varkenshouderijlocaties.
Dat doel wordt bereikt op het moment dat alle dieren en mest zijn afgevoerd, uiterlijk
acht maanden na het verstrekken van de subsidiebeschikking. Dat is tevens het moment
dat niet langer sprake is van stikstofemissie en -depositie op stikstofgevoelige N2000-gebieden.
Het effect op individuele N2000-gebieden is afhankelijk van de exacte locatie van
de varkenshouderijlocaties die beëindigd worden en het moment waarop deze beëindiging
definitief is. Lopende het uitvoeringstraject zal de voortgang gemonitord worden.
Ik zal uw Kamer hierover informeren. Na afloop zal de Srv worden geëvalueerd. Daarbij
zal onder andere aandacht zijn voor het effect van de Srv op emissies naar het milieu.
Ik vind het van belang om aanmelders die het zwaarwegende besluit hebben genomen te
willen stoppen met hun varkenshouderijlocatie en die aan alle vereisten van de Srv
voldoen, maar net onvoldoende geuroverlast veroorzaken, perspectief te gaan bieden buiten de Srv om. Daarom ben ik in
overleg met de betrokken provincies en de VNG overeengekomen om met maatwerk door
de decentrale overheden te bezien of en hoe deze aanmelders gefaciliteerd kunnen worden
bij het stoppen met hun bedrijfslocatie. Regionale verschillen in beleid door bevoegd
gezag zullen de maatwerkaanpak uiteraard beïnvloeden. Provincies treden in overleg
met betreffende gemeenten, waar deze gevallen zich voordoen. Aanmelders die een afwijzing
ontvangen vanwege het niet behalen van de drempelwaarde, wordt geadviseerd zich te
melden bij een contactpersoon van provincie of betreffende gemeente. Daarover worden
zij in de afwijzingsbrief geïnformeerd.
De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit,
C.J. Schouten
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
C.J. Schouten, minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit