Brief regering : Stand van zaken uitvoering van de motie van de leden Van der Staaij en Van der Graaf over eventuele consequenties van de verwachte doorbraak van virtuele technologie (Kamerstuk 35300-VI-73)
26 643 Informatie- en communicatietechnologie (ICT)
Nr. 689
BRIEF VAN DE MINISTER VOOR RECHTSBESCHERMING
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 4 juni 2020
Uw kamer heeft de regering in een motie van de leden Van der Staaij en Van de Graaf
verzocht te onderzoeken of de verwachte doorbraak van virtuele technologie tot aanpassingen
moet leiden van de bestaande reguleringskaders en wettelijke voorschriften.1
In dat kader deel ik u graag mee dat hierover een onderzoek wordt uitgevoerd door
het Wetenschappelijk Onderzoeks- en Documentatie Centrum (WODC). Het onderzoek spitst
zich toe op virtual reality, augmented reality en mixed reality tezamen ook wel immersieve
technologie genoemd.
De voorlopige onderzoeksvragen zijn:
1) Onder welke bestaande reguleringskaders en regelgeving valt immersieve (waaronder
virtuele) technologie nu? Graag specificeren ten aanzien van:
a. Consumententoepassingen
b. Toepassingen in de zorg
c. Toepassingen in het justitiedomein
2) Zijn het huidige reguleringskader en de huidige regelgeving voldoende? Welke maatstaven
worden daarbij gehanteerd?
3) Zo niet, welke regulering en regelgeving is er nodig?
4) Hoe richten wij de kaders en regelgeving in om ze aan te laten sluiten actueel te
houden, ook bij de verdere ontwikkeling van immersieve technologie?
Het onderzoek maakt onderdeel uit van de jaarlijkse onderzoeksprogrammering van mei/juni.
Over de uitkomsten daarvan wordt u te zijner tijd geïnformeerd.
De Minister voor Rechtsbescherming,
S. Dekker
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
S. Dekker, minister voor Rechtsbescherming