Brief regering : Reactie op verzoek commissie over het Verslag van de Europese Commissie aan Europees Parlement en Raad over de voortgang bij ontwikkeling van elektronische systemen van het douanewetboek van de Unie
22 112 Nieuwe Commissievoorstellen en initiatieven van de lidstaten van de Europese Unie
31 934 Douane
Nr. 2995 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN FINANCIËN
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 3 juni 2020
Naar aanleiding van uw verzoek van 24 januari 2020 om een reactie op het Verslag van
de Europese Commissie aan het Europees parlement en de Raad over de voortgang bij
de ontwikkeling van de elektronische systemen waarin het douanewetboek van de Unie
voorziet, overeenkomstig artikel 278 bis van dat wetboek, kenmerk COM (2019) 6291, bied ik u hierbij mijn reactie aan.
Aanleiding
Het douanewetboek van de Unie (verder: DWU2) is van toepassing sinds 1 mei 2016. Het DWU beoogt onder andere om te komen tot
de volledig elektronische en uniforme afhandeling van alle douaneformaliteiten. Artikel
278 van het DWU bepaalde dat uiterlijk eind 2020 alle hiervoor benodigde douanesystemen
zouden zijn ontwikkeld dan wel aangepast, zowel op nationaal als op EU-niveau. Deze
einddatum bleek niet haalbaar voor zowel de Europese Commissie als de lidstaten. Daarom
is op voorstel van de Europese Commissie artikel 278 DWU gewijzigd3 waarbij er twee overgangsperiodes zijn voor het gebruik van de douanesystemen, een
voor nationale systemen (31-12-2022) en een voor trans-Europese systemen (31-12-2025).
Verschillende lidstaten hebben hun zorgen geuit bij de totstandkoming van het gewijzigde
artikel 278 DWU. Nederland heeft bijvoorbeeld haar bezorgdheid geuit over het onderscheid
dat wordt gemaakt tussen trans-Europese en nationale systemen, elk met verschillende
uiterste termijnen4. Ondanks de bezwaren hebben de Raad, de Europese Commissie en het Europees parlement
overeenstemming bereikt over de hiervoor genoemde termijnen.
Met de aanpassing van het DWU is ook de verplichting ingevoerd voor de Europese Commissie
om jaarlijks verslag te doen aan het Europees parlement en de Raad over de voortgang
van ontwikkeling en aanpassing van de elektronische systemen. Alle lidstaten leveren
hiertoe twee keer per jaar een voortgangsverslag aan bij de Europese Commissie. Waar
de Europese Commissie vertragingen constateert, moet gerapporteerd worden over mitigerende
maatregelen. Het eerste verslag is op 13 december 2019 gepubliceerd. Dit verslag is
de verantwoordelijkheid van de Europese Commissie, en hoeft als zodanig niet te worden
goedgekeurd door de lidstaten.
Bevindingen van de Europese Commissie
De Europese Commissie concludeert in het verslag dat er tastbare voortgang wordt geboekt
bij de invoering van nieuwe geautomatiseerde systemen en dat de systeemontwikkeling
grotendeels op schema ligt. Ook wordt geconstateerd dat de lidstaten met uitdagingen
worden geconfronteerd: het is moeilijk om (voldoende) middelen te vinden en systemen
zijn complex en onderling met elkaar verbonden. Tegelijk moet de invoering van nieuwe
systemen vlot verlopen om ongewenste effecten voor het bedrijfsleven zoveel mogelijk
te beperken.
Positie Nederland en inzet bij de ontwikkeling van de elektronische douanesystemen
Ik herken mij in de constateringen in het verslag dat zowel op EU-niveau als in Nederland
voortgang wordt geboekt. De systeemontwikkeling ligt vrijwel op schema, ondanks dat
er (zoals genoemd in het verslag) zowel binnen de DWU-ontwikkeling maar ook daarbuiten
factoren zijn die voor vertraging kunnen zorgen.
Voor de komende jaren staat er een ambitieus pakket van aanpassing en vernieuwing
op de agenda, voor zowel de Europese Commissie als voor de lidstaten, bijvoorbeeld
de noodzakelijke modernisering om het Europese bedrijfsleven beter te faciliteren.
Op dit moment wordt gewerkt aan aanpassing en vernieuwing van de systemen voor invoer,
douanevervoer en uitvoer, inclusief risicomanagement (AES, NCTS, ICS2).
Door de Douane worden op dit moment geen knelpunten geconstateerd. Het is echter een
meerjarige inspanning die gepaard gaat met de nodige onzekerheid over de aard en omvang
van de inspanningen en inpasbaarheid van de automatiseringsopgave. Deze onzekerheid
en de hiervoor getroffen mitigerende maatregelen worden hieronder benoemd:
• Samenloop DWU met andere grote dossiers bij Douane
De ontwikkeling van systemen voor het DWU loopt samen met andere majeure ontwikkelingen
binnen de EU en bij Belastingdienst/Douane. Voorbeelden daarvan zijn de nodige aanpassingen
van systemen voor Brexit en de IT-aanpassingen door de groei van aantallen aangiften
in het kader van e-Commerce. Door een wendbare manier van werken met de Agile aanpak
voor IT-ontwikkeling, stuurt Douane op een juiste en tijdige inzet van expertise en
middelen zodat uitvoering binnen de op EU-niveau vastgestelde planning gebeurt.
• Samenhang met modernisering IT-landschap Douane
De aanpassingen in het kader van DWU en de andere, genoemde ontwikkelingen, moeten
in samenhang worden bezien met de opgave om de verouderde IT bij Douane te moderniseren
via standaardisatie en rationalisatie. Deze coördinatie door Douane van de totale
IT-veranderagenda vindt plaats door een gedegen portfoliobesturing.
• Afhankelijkheid Europese IT-producten
De producten zoals specificaties en centrale systemen die de Europese Commissie oplevert,
sluiten niet altijd aan bij de Nederlandse standaarden. Soms worden producten te laat
opgeleverd, zijn deze niet volgens de afgesproken kwaliteit of worden instabiel door
aangebrachte wijzigingen. Dit zorgt voor aanvullende inspanningen van Douane. Om hier
zo goed mogelijk mee om te gaan en modellering zoveel mogelijk plaats te laten vinden
naar Nederlandse maatstaven, zowel voor Douane als bedrijfsleven, oefent de Douane
proactief invloed uit op de kwaliteit van producten via deelname aan Europese projectgroepen
en comités.
Resumerend onderschrijf ik de inhoud van de rapportage van de Europese Commissie en
onderken ik de complexiteit van de inspanningen die ook de komende jaren nog moeten
worden verricht. Over de voortgang van de algemene IT-realisatie DWU wordt uw Kamer
periodiek geïnformeerd via de Jaarrapportage Bedrijfsvoering Rijk, bijlage Grote ICT-projecten.
Ik zal u tijdig informeren als zich bij de verdere ontwikkeling en implementatie knelpunten
voordoen.
De Staatssecretaris van Financiën,
A.C. van Huffelen
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
A.C. van Huffelen, staatssecretaris van Financiën