Brief regering : Evaluatie DWSRA-projecten
29 544 Arbeidsmarktbeleid
Nr. 1011 BRIEF VAN DE MINISTER VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 2 juni 2020
Hierbij zend ik u het rapport van de evaluatie van de projecten die zijn gesubsidieerd
op grond van de Tijdelijke regeling dienstverlening werkzoekenden en samenwerking
en regie arbeidsmarkt (DWSRA)1.
Advies van de SER
In de periode juni 2016 tot juli 2019 werd subsidie verstrekt voor in totaal 47 projecten,
op het terrein van dienstverlening aan werkzoekenden (DW) en ter bevordering van samenwerking
en regie op de arbeidsmarkt (SRA).
Daarmee werd uitvoering gegeven aan het advies van de SER (Werkloosheid voorkomen, beperken en goed verzekeren; een toekomstbestendige arbeidsmarktinfrastructuur
en Werkloosheidswet d.d. 20 februari 2015) en het vervolgadvies (uitwerking pilots
adviescentra en regie d.d. 2 juli 2015), als verkenning hoe de afspraken in het sociaal
akkoord van 2013 verder gestalte konden krijgen. De SER adviseerde tot het inrichten
van pilots om ervaring op te doen met het begeleiden van werkzoekenden en het verknopen
van het regionale en het sectorale niveau in nieuwe en vernieuwende vormen van dienstverlening
en samenwerking. De raad adviseerde om vaker en eerder activiteiten te ontplooien
om werkloosheid te voorkomen en meer persoonlijke en intensieve begeleiding te bieden
voor degenen die werkloos zijn geworden. Daarnaast adviseerde de raad verbinding tot
stand te brengen tussen diverse partijen op de regionale arbeidsmarkt voor een (inter)sectorale
aanpak en initiatieven en beleid voor de regionale arbeidsmarkt.
De projecten
De evaluatie van de projecten op het terrein van dienstverlening laat diverse vormen
van ondersteuning van werkzoekenden zien ter voorkoming van werkloosheid. Veel projecten
zijn van preventieve aard, en gericht op het bewust maken van werknemers van de noodzaak
van duurzame inzetbaarheid op de arbeidsmarkt en zo werkloosheid te voorkomen. Werknemers
werden daarin ondersteund door het betrekken van leidinggevenden bij werkgevers, het
organiseren van groepsbijeenkomsten en individuele advisering en stimulering van het
opstellen van een beeld van hun positie op de arbeidsmarkt van de toekomst. In verschillende
projecten werden daarbij diverse digitale hulpmiddelen ontwikkeld zoals apps en websites.
In verschillende projecten werd persoonlijke begeleiding en ondersteuning geboden
aan werknemers die op korte termijn werkloos dreigden te worden of werknemers die
al werkloos waren geworden. Daarbij werden diverse vormen en combinaties geboden van
persoonlijke begeleiding, en het werken in groepen met lotgenoten. Ook werd soms ondersteuning
geboden aan werkloos geworden werkzoekenden door digitale hulpmiddelen gericht op
matching van vraag en aanbod.
De projecten samenwerking en regie op de arbeidsmarkt tonen activiteiten waarbij op
een of andere manier verbinding en samenwerking tot stand werd gebracht door diverse
partijen op de regionale arbeidsmarkt. Deze projecten legden of versterkten verbindingen
tussen verschillende partijen in de regio zoals werkgevers(organisaties), onderwijsinstellingen,
gemeenten en UWV. Inhoudelijk was de samenwerking vaak gericht op het onderzoeken
van vraag en aanbod op de regionale arbeidsmarkt en in het verlengde daarvan het vaststellen
van sterke sectoren en de ontwikkelingen op de arbeidsmarkt van de toekomst. In een
aantal projecten leidden deze activiteiten tot het opstellen van een human capital
agenda, een agenda voor samenwerking op de arbeidsmarkt ter voorbereiding op de toekomst
voor regio’s en sectoren.
Voor een uitgebreide beschrijving van activiteiten in projecten verwijs ik naar het
evaluatierapport.
De belangrijkste bevindingen uit de evaluatie
1. Projecten met activiteiten dienstverlening aan werkzoekenden (DW)
Uit de evaluatie blijkt dat activiteiten gericht op bewustwording en loopbaanadvies
van toegevoegde waarde zijn. De deelnemers zouden anders niet of minder snel met hun
duurzame inzetbaarheid bezig zijn geweest. Bij door de onderzoekers beschreven «voorbeeldprojecten»
van brancheorganisaties is een succesfactor dat de sector actief, fysiek en zichtbaar
participeert in de regionale arbeidsmarktinfrastructuur en vertrouwen geniet en deuren
opent bij de bedrijven in de betrokken sectoren. Daarnaast hebben resultaten in diverse
projecten deels te maken met het feit dat de vakbeweging dichtbij werknemers en werkzoekenden
staat en als laagdrempelig wordt gezien, al is volgens onderzoekers lastig aan te
geven in hoeverre de resultaten van deze projecten zijn toe te rekenen aan deze specifieke
factoren of aan algemene succesfactoren.
Van groot belang is dat dienstverleningsconcepten zijn gestoeld op kennis over effectieve
dienstverlening en goed zijn gemanaged en georganiseerd met een competente, goed gekozen
projectmanager, en een professionele, bij de doelgroepen aansluitende, marketingcommunicatie
voor aantrekkelijkheid en een groot bereik.
Persoonlijke aandacht en begeleiding maakt dat werknemers en werkzoekenden zich serieus
genomen voelen en meer zelfvertrouwen krijgen en eigen kracht ervaren. In het algemeen
is een proactieve persoonlijke benadering, met menselijke en professionele aandacht,
effectief. Een met goede begeleiding opgesteld plan geeft daarbij houvast en perspectief.
De combinatie van online modules, persoonlijke begeleiding en coaching, en het contact
met anderen in (min of meer) dezelfde positie is een factor voor succes. De evaluatie
laat zien dat dienstverleningsprojecten met een persoonsgerichte aanpak beter scoren
qua bereikte outcome dan projecten die alleen of vooral inzetten op het gebruik van
digitale tools, voor zover het gaat om het verminderen van de kans op werkloosheid.
Digitale ondersteuning (via apps en websites) is interessant omdat de slag lijkt te
worden gemaakt naar matching op niet alleen diploma’s en werkervaring, maar ook op
competenties, passie en toekomstwensen.
2. Projecten samenwerking en regie op de arbeidsmarkt (SRA)
In de projecten gericht op samenwerking en regie op de arbeidsmarkt in de regio blijkt
het belang van aansluiten bij en samenwerken met de al bestaande regionale infrastructuren
en netwerken. Elementen als kwaliteit van projectmanagement, commitment van de partners,
effectieve communicatie en dergelijke lijken overheersend te zijn bij verschillen
in het bereiken van de doelstellingen.
Bij deze bevindingen moet worden opgemerkt dat voor zowel de DW- als de SRA-projecten
geldt dat ze geënt waren op een arbeidsmarkt ten tijde van het sociaal akkoord, 2013,
in een economische crisis met veel overtollige werknemers en veel werkzoekenden. Door
het aantrekken van de economie was de doelgroep van die projecten met ontslag bedreigde
werkenden en nog maar kort werkloze werknemers kleiner dan door de organiserende partijen
verwacht. Ook had volgens hen de aantrekkende economie een negatieve invloed op de
bereidheid en beschikbaarheid van sommige werkgevers en werknemers om tijd vrij te
maken voor deelname aan de samenwerkingsprojecten.
Ontwikkelingen
De projecten op initiatief van sociale partners en de bevindingen daaruit sluiten
aan bij een aantal ontwikkelingen die de afgelopen jaren in gang zijn gezet.
Duurzame inzetbaarheid en preventie van werkloosheid worden van steeds meer belang
geacht. Ook de Commissie Regulering van werk adviseert dat alle werkenden zich voortdurend
bewust zijn van de noodzaak tot wendbaarheid op een beweeglijke arbeidsmarkt. Duurzame
inzetbaarheid van werknemers wordt steeds meer bevorderd door het toepassen van loopbaanadvies
en het stimuleren van leven lang ontwikkelen. De projecten voor 50plussers, en het
tot stand brengen van een persoonlijk ontwikkelbudget (STAP) zijn onderdeel daarvan.
In het verlengde daarvan vind ik het verheugend dat sociale partners in diverse projecten
zo veel aandacht hebben besteed aan de bewustwording van werknemers voor duurzame
inzetbaarheid. Een goede zaak is dat zij daarbij verschillende werkwijzen hebben ingezet,
variërend van individueel advies, groepsgewijze activiteiten, het betrekken en actief
inzetten van leidinggevenden bij werkgevers, acties gericht op bepaalde sectoren en
ook op een bredere arbeidsmarkt, en de ontwikkeling van apps en websites waar werknemers
ondersteuning en advies kunnen vinden. Ik nodig sociale partners uit om hun verantwoordelijkheid
te blijven nemen voor het uitoefenen van hun invloed op het voorkomen van werkloosheid
en de beproefde aanpakken van duurzame inzetbaarheid en loopbaanadvies voort te zetten
en de goede ervaringen breder te benutten ook in andere sectoren en regio’s.
Uit de evaluatie blijkt ook dat persoonlijke aandacht bijdraagt aan de kans op het
vinden van werk. Deze notie heeft ook ten grondslag gelegen aan de persoonlijke dienstverlening
die sinds 2016 bij het UWV is geïntensiveerd en waarvoor in het huidige regeerakkoord
extra middelen zijn vrijgemaakt. Bij deze dienstverlening aan werkloos geworden werknemers
wordt door het UWV steeds meer ingezet op snel oppakken bij dreigende langdurige werkloosheid
door de inzet van de werkverkenner en het bieden van maatwerk op basis van wetensschappelijke
inzichten, praktijkervaring van de dienstverleners en de behoeften en wensen van de
werkzoekende. Steeds meer wordt daarbij ook gekeken naar competenties en vaardigheden
(skills) van de werkzoekende en de vraag daarnaar op de arbeidsmarkt en de mogelijkheden
voor de werkzoekende om aansluiting te vinden bij de vraag. Het project verbetering
uitwisseling matchingsgegevens beoogt vraag en aanbod op de arbeidsmarkt beter te
laten aansluiten voor de publieke en private arbeidsbemiddelaars door verbetering van de onderliggende
gegevensuitwisseling. Dit is in overeenstemming met het advies van de commissie Regulering
van werk tot het verstrekken van persoonlijke ondersteuning en begeleiding bij overgangen
van werk naar werk of van uitkering naar werk.
Conclusie
De DWSRA-projecten laten zien dat sociale partners een belangrijke rol kunnen spelen
bij het aan het werk houden en aan (ander) werk helpen van werkzoekenden, mede in
het verlengde van acties gericht op duurzame inzetbaarheid. Dat sluit ook aan bij
hun verantwoordelijkheid in de fase nog voordat mensen eventueel werkloos zijn geworden.
Persoonlijke begeleiding met een begeleidingsplan en eventueel in combinatie met groepsactiviteiten
of digitale middelen ook al voordat werkloosheid is ingetreden kan een bijdrage leveren
aan het voorkomen van werkloosheid of beperken van de duur van werkloosheid. Dat vormt
ook een belangrijk samenspel met de publieke dienstverlening in de fase van werkloosheid,
die steeds nadrukkelijker op persoonlijk contact en maatwerk is gericht.
Samenwerking op de arbeidsmarkt tussen alle partijen die betrokken zijn bij het arbeidsmarktbeleid
acht ik van groot belang. Ik waardeer de inspanning van sociale partners gericht op
het tot stand brengen en uitbreiden en versterken van verbindingen en het komen tot
samenwerking tussen sectorale en landelijke organisaties, en regionale partijen zoals
werkgevers, onderwijsinstellingen en gemeenten. In het kader van Perspectief op Werk
zijn in alle 35 arbeidsmarktregio’s actieplannen ontwikkeld en in uitvoering voor
een samenwerkingsstructuur op de arbeidsmarkt waarin overheid, onderwijs en sociale
partners vertegenwoordigd zijn om mensen die niet zelfstandig aan het werk kunnen
komen aan een baan of leerwerkplek te helpen.
Ook op intersectorale samenwerking kan verder worden ingezet. Daarmee kunnen werkenden
beter worden geholpen bij het voorkomen van werkloosheid en werkzoekenden bij het
vinden van werk.
Het land verkeert nu weer in een crisis, als gevolg van het coronavirus. De ervaringen
uit de projecten op het terrein van duurzame inzetbaarheid en voorkomen van werkloosheid,
persoonlijke ondersteuning en maatwerk bij aan het werk helpen, en samenwerking tussen
partijen op sectoraal en regionaal gebied zijn onverminderd van belang om uit de crisis
te komen. Ik ga hierover graag in gesprek met sociale partners.
Ik zal tot slot de bevindingen uit de evaluatie ook betrekken bij de reactie op de
lopende beleidsdoorlichting van begrotingsartikel 11 (uitvoering) en de evaluatie
van de Wet SUWI (Kamerstuk 30 982, nr. 48), alsmede bij de uitwerking van maatregelen naar aanleiding van het advies van de
commissie Regulering van werk (Kamerstuk 29 544, nr. 970).
De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,
W. Koolmees
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
W. Koolmees, minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid