Brief regering : Stand van zaken COVID-19 bij nertsenbedrijven
28 286 Dierenwelzijn
25 295
Infectieziektenbestrijding
Nr. 1100
BRIEF VAN DE MINISTERS VAN VOLKSGEZONDHEID, WELZIJN EN SPORT EN VAN LANDBOUW, NATUUR
EN VOEDSELKWALITEIT
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 1 juni 2020
De afgelopen weken hebben wij uw Kamer meermalen geïnformeerd over COVID-19 op nertsenbedrijven
en over de maatregelen, die we hebben genomen om de volksgezondheids- en diergezondheidsrisico’s
te beperken. We informeren u met deze brief over drie nieuwe met SARS-CoV-2 besmette
nertsenbedrijven en een verdenking op één ander nertsenbedrijf, en wat dit voor het
vervolgproces betekent.
Verplicht onderzoek alle nertsenbedrijven
Op 19 mei heeft de Minister van LNV SARS-CoV-2 aangewezen als besmettelijke dierziekte
en aangekondigd dat alle nertsenbedrijven verplicht moeten worden onderzocht op SARS-CoV-2
(Kamerstukken 28 286 en 25 295, nr. 1092). Dat gebeurt op twee manieren. Allereerst doen we «early warning» onderzoek. Alle
nertsenbedrijven moeten in deze periode wekelijks kadavers inzenden van natuurlijk
gestorven dieren. Deze worden pathologisch en met laboratorium onderzoek (PCR) onderzocht
op het voorkomen van SARS-CoV-2. Dit «early warning» onderzoek is vorige week van
start gegaan. Eind deze week hebben alle nertsenbedrijven voor de eerste weekronde
hun kadavers ingezonden.
Ten tweede doen we screeningsonderzoek. Dit houdt in dat op alle nertsenbedrijven
eenmalig bloedmonsters worden genomen. Met laboratoriumonderzoek worden deze bloedmonsters
met een zogenaamde ELISA test onderzocht op antilichamen. Als antilichamen gevonden
worden betekent dit dat er op dat bedrijf een SARS-CoV-2 infectie is geweest of misschien
nog aanwezig is. Over dat laatste moet door aanvullend onderzoek dan nog uitsluitsel
worden geven. Eind deze week zijn alle bedrijven in deze screening bemonsterd. De
ELISA test wordt momenteel aangepast voor nertsen. Als deze aanpassing goed verloopt
worden eind deze week de eerste resultaten verwacht en zijn in de loop van volgende
week de screeningsuitslagen van alle nertsenbedrijven beschikbaar.
Eerste uitslagen early warning onderzoek
Eind vorige week meldde de Gezondheidsdienst voor Dieren dat kadavers van drie (van
de tot nu toe circa 50 onderzochte) nertsenbedrijven uit de early warning positief
testten voor SARS-CoV-2. Voor een officiële bevestiging van deze verdenkingen neemt
de NVWA officiële monsters en deze worden onderzocht op het nationale referentielaboratorium,
Wageningen Bioveterinary Research (WBVR). Gisteren heeft WBVR deze drie verdenkingen
bevestigd. Het betreft twee bedrijven in de gemeente Sint Anthonis en een bedrijf
in de gemeente Gemert-Bakel. Dit weekend kwam daar een vierde verdenking bij in de
gemeente Venray. Vandaag wordt dit vierde verdachte bedrijf bezocht en dinsdag 2 juni
volgt de uitslag van dit bedrijf.
Voor deze 4 bedrijven gelden momenteel al veterinair strikte maatregelen, die sinds
28 mei jl. uit voorzorg – zolang de uitslag van de screening van alle bedrijven nog
niet bekend is – voor alle nertsenbedrijven in Nederland gelden. Deze maatregelen
hebben we u gemeld in onze brief van 28 mei jl. (Kamerstukken 28 286 en 25 295, nr. 1096) en betreffen:
• een vervoersverbod voor nertsen en mest van nertsen
• een hygiëneprotocol voor bezoekers en vervoermiddelen
• een bezoekersverbod voor de stal (beperking van personen, die de gebouwen met de nertsen
mogen betreden)
• de verplichting dat nertsenhouders er zoveel mogelijk voor moeten zorgen dat andere
dieren (honden, katten en fretten) het bedrijf niet verlaten en niet kunnen binnenkomen.
Het RIVM heeft aangegeven dat correct en consequent gebruik van persoonlijke beschermingsmiddelen
in de stal van een besmet nertsenbedrijf infectie kan voorkomen. Ook aan deze verdachte
en besmette bedrijven is het gebruik van deze beschermingsmiddelen geadviseerd.
Zorgen
In de gemeenten met besmette nertsenbedrijven leven zorgen over de risico’s voor de
volksgezondheid. Zoals wij ook onze brief van 28 mei jl. hebben aangegeven begrijpen
wij deze zorgen goed en hebben daarom frequent contact hierover met het lokale en
regionale bestuur zodat zij steeds tijdig en goed zijn geïnformeerd en hun vragen
zo goed mogelijk beantwoord worden. Het RIVM beoordeelt het risico voor de omwonenden
in de omgeving als verwaarloosbaar en geeft aan dat goed gebruik van persoonlijke
beschermingsmiddelen in de stal van een besmet bedrijf infectie bij medewerkers kan
voorkomen. Hoe het risico voor de volksgezondheid zich op termijn ontwikkelt, hangt
af van of nertsen op termijn een blijvende bron zouden kunnen worden voor her-infectie
van mens en dier. Dat is epidemiologisch op de eerste drie besmette locaties onderzocht.
Vervolgproces
De Deskundigengroep Dierziekten heeft eind vorige week op basis van de uitslagen van
dit veterinair epidemiologisch onderzoek op de eerste drie besmette locaties een inschatting
gemaakt over de mogelijkheid dat SARS-CoV-2 blijft circuleren op de besmette nertsenbedrijven
en zo op termijn een blijvende bron zou kunnen worden voor her-infectie van mens en
dier. Op basis van deze veterinaire inschatting zullen humane en veterinaire deskundigen
deze week in een OMT-Z (Outbreak Management Team Zoönosen) beoordelen wat het risico
hiervan is voor de volksgezondheid. Op basis van de beoordeling en het advies van
het OMT-Z nemen wij een besluit over de maatregelen die nodig zijn om de mogelijke
risico’s af te wenden. Alle denkbare maatregelen zullen daarbij worden overwogen,
waaronder ook de mogelijkheid van het ruimen van besmette nertsenbedrijven. We informeren
uw Kamer hierover voor donderdag 4 juni aanstaande.
De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,
H.M. de Jonge
De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit,
C.J. Schouten
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
H.M. de Jonge, minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport -
Mede ondertekenaar
C.J. Schouten, minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit