Brief regering : Noodpakket 2.0
35 420 Noodpakket banen en economie
Nr. 42 BRIEF VAN DE MINISTERS VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID, VAN FINANCIËN EN VAN
ECONOMISCHE ZAKEN EN KLIMAAT
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 28 mei 2020
Vorige week heeft het kabinet de verlenging van het noodpakket gepresenteerd (Kamerstuk
35 420, nr. 38). Sinds deze presentatie heeft het kabinet nader overlegd met de sociale partners
over het opvangen van de economische gevolgen van de coronacrisis en de verlenging
van het pakket. Het gezamenlijke doel is het zo veel mogelijk behouden van de werkgelegenheid
en beperken van de schade voor werkenden en het bedrijfsleven, en daarmee voor het
land.
Vanaf het begin van de coronacrisis voert het kabinet wekelijks overleg met de werknemers-
en werkgeversorganisaties. Met het eerdergenoemde doel voor ogen vindt het kabinet
het van cruciaal belang dat kabinet en sociale partners gezamenlijk blijven optrekken.
Verschillen van mening over de (precieze vormgeving van) de maatregelen zullen er
altijd zijn, maar juist in de zware periode die voor ons ligt vindt het kabinet het
van belang om de overkoepelende eensgezindheid voorop te stellen.
Naar verwachting gaat de coronacrisis nog een langere tijd bij ons blijven. De inschatting
op dit moment is dat de economische en maatschappelijke gevolgen van de coronacrisis
fors zullen zijn. Dit betekent dat de komende maanden verder moet worden nagedacht
over een combinatie van (nood-) maatregelen die de schade voor werkenden en bedrijven
ook op termijn zo beperkt mogelijk houden en perspectief bieden op herstel voor de
langere termijn. Daar komt bij dat de coronacrisis eens te meer duidelijk heeft gemaakt
dat het nodig is om de arbeidsmarkt en sociale zekerheid nader te bezien. Een discussie
die al was losgemaakt door de rapporten van de Commissie Borstlap en de WRR.
Daarom zijn we verheugd dat het kabinet met de sociale partners een gezamenlijk weg
voorwaarts heeft gevonden. Onder de premisse dat partijen in de Stichting van de Arbeid
komen tot afspraken die enerzijds duidelijkheid bieden aan werknemers, en anderzijds
het aanpassingsvermogen van bedrijven niet in de weg staan, zijn de volgende afspraken
gemaakt:
Het kabinet gaat centraal overleg voeren over een combinatie van kortetermijnmaatregelen
ter bestrijding van de crisis, inzetten op toekomstig verdienvermogen en daarop gerichte
investeringen, alsmede noodzakelijke structurele hervormingen voor de langere termijn.
Concreet kan worden gedacht aan inzetten op het voorkomen van werkloosheid, (om)scholing,
van-werk-naar-werk, deeltijd- en WW-arrangementen en de mogelijkheden die de reeds
in het Pensioenakkoord gemaakte afspraken over duurzame inzetbaarheid en vervroegde
uittreding bieden in deze crisis. Ook het gesprek over hervormingen (o.m. Borstlap
en WRR) staat op deze werkagenda.
Het kabinet verlengt bovendien de periode van Noodpakket 2.0 met een extra maand,
namelijk tot 1 oktober 2020. Dat betreft:
• de Tijdelijke noodmaatregel overbrugging voor werkbehoud
• de Tegemoetkoming Vaste Lasten MKB
• de Tijdelijke overbruggingsregeling zelfstandig ondernemers
• de Corona Overbruggingsleningen (bedrag beschikbaar voor leningen wordt evenredig
verhoogd van 150 miljoen naar 200 miljoen)
• de fiscale noodmaatregelen die zonder nader besluit voor 1 oktober zouden aflopen,
waaronder uitstel van betaling van belastingschulden
• de Tijdelijke subsidieregeling loonkosten en inkomensverlies Caribisch Nederland.
Verlenging met een extra maand geeft tijd en ruimte om tot een consistent en uitvoerbaar
pakket te komen voor de volgende fase.
In het gesprek met sociale partners is opnieuw bevestigd dat behoud van banen en het
ondersteunen van bedrijven het doel is. In dat licht verhoogt het kabinet de maximale
Tegemoetkoming Vaste Lasten MKB naar € 50.000 voor de vier maanden tot 1 oktober 2020.
In dit bedrag is tevens verdisconteerd dat deze subsidie als omzet wordt meegerekend
voor de Tijdelijke noodmaatregel overbrugging voor werkbehoud. Het kabinet zal onderzoeken
of ondernemingen in kapitaalintensieve sectoren met hoge vaste lasten, die ook na
1 oktober nog zeer forse omzetdervingen doormaken, en als gevolg van overheidsmaatregelen
rond Corona een moeilijk toekomstperspectief hebben, door de overheid ondersteund
kunnen worden in een beweging richting een toekomstbestendig verdienmodel. Het kabinet
zal hiervoor vooruitkijkend de vinger aan de pols houden en zal zich hierbij laten
adviseren door werkgevers en werknemers.
Tot slot wordt er een extra bepaling opgenomen in de NOW om misbruik bij bedrijfseconomisch
ontslag tegen te gaan. Bij grotere ontslagaanvragen in het kader van de Wet Melding
Collectief Ontslag (WMCO, ontslag om bedrijfseconomische redenen voor 20 of meer werknemers)
zal een korting van 5% van de uiteindelijke NOW-subsidie worden opgelegd, tenzij er
een akkoord over de ontslagaanvraag is bereikt tussen de werkgever en de belanghebbende
vakbonden (of bij gebreke daarvan een andere vertegenwoordiging van werknemers), of,
indien dat niet het geval is, er door deze partijen om mediation is gevraagd bij een
bij de Stichting van de Arbeid in te richten commissie.
De budgettaire gevolgen van de verlenging met vier in plaats van drie maanden en de
aanpassing van de Tegemoetkoming vaste lasten MKB blijken uit de volgende tabel:
Tabel: budgettaire consequenties verlenging met extra maand en aanpassing Tegemoetkoming
vaste lasten MKB (TVL) (2020)
Meerkosten TVL (incl verhoging cap, waarmee ook wordt gecompenseerd voor het feit
dat de TVL wordt meegerekend als subsidie voor de NOW)
0,4
Meerkosten Corona overbruggingslening (COL)
0,05
Meerkosten NOW (incl. CN)
3,2
Meerkosten TOZO
0,4
Verlenging fiscale maatregelen (grotendeels kasschuif)
0,5
Totaal
4,55
Uw Kamer ontvangt op korte termijn een nadere uitwerking van deze afspraken en verwerking
van de budgettaire consequenties in de begroting.
De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,
W. Koolmees
De Minister van Financiën,
W.B. Hoekstra
De Minister van Economische Zaken en Klimaat,
E.D. Wiebes
Indieners
-
Indiener
W. Koolmees, minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid -
Medeindiener
W.B. Hoekstra, minister van Financiën -
Medeindiener
E.D. Wiebes, minister van Economische Zaken en Klimaat