Brief regering : Verslag van de videoteleconferentie (VTC) van de Raad Buitenlandse Zaken (RBZ) met de ministers van Defensie van 12 mei 2020
21 501-28 Defensieraad
Nr. 204
BRIEF VAN DE MINISTER VAN DEFENSIE
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 20 mei 2020
Inleiding
Hierbij bied ik u het verslag aan van de videoteleconferentie (VTC) van de Raad Buitenlandse
Zaken (RBZ) met de Ministers van Defensie van 12 mei jl.
De Ministers bespraken de strategische implicaties van het virus op de middellange-
en lange termijn voor het veiligheids- en defensieterrein. De discussie werd gevoerd
aan de hand van vijf thema’s, te weten: (1) solidariteit, (2) responsiviteit, (3)
gereedheid en weerbaarheid, (4) capaciteiten en (5) partnerschappen.
Tijdens een deel van deze VTC waren ook de Secretaris-Generaal van de NAVO, dhr. Jens
Stoltenberg, en de Plaatsvervangend Secretaris-Generaal voor vredesoperaties van de
Verenigde Naties, dhr. Jean-Pierre Lacroix, aanwezig.
Strategische implicaties COVID-19
Ter opening van de vergadering benadrukte de Hoge Vertegenwoordiger (HV), de heer
Borrell, het belang van het tonen van solidariteit en het trekken van lessen en het
in kaart brengen van de gevolgen uit deze periode om optimaal weerbaar te kunnen zijn
tijdens volgende crises. De nieuwe Chief Executive van het Europees Defensie Agentschap (EDA), de heer Sedivy, wees er in navolging
van Borrell voorts op dat het in de komende periode, gezien de effecten van het COVID-19
virus op de veiligheidssituatie, nog belangrijker wordt om de defensie investeringen
op peil te houden. Ook benadrukte hij het belang van het aanbrengen van meer focus
in de investeringen. De Eurocommissaris voor Interne Markt, de heer Breton, die de
opening van de vergadering afsloot, wees tot slot op het belang van de samenwerking
tussen civiele en militaire partners. Breton vroeg daarnaast aandacht voor de gevolgen
van het COVID-19 virus voor de defensie-industrie, de noodzaak om toeleveranciers
te beschermen, ongewenste overnames tegen te gaan en het belang van het vrijmaken
van voldoende budget voor Defensie in het komende Meerjarig Financieel Kader (MFK)
voor de periode 2021–2027.
Vrijwel alle lidstaten, waaronder Nederland, onderschreven de woorden van Borrell
inzake het belang van het tonen van solidariteit in het tegengaan van de negatieve gevolgen van de COVID-19 crisis. De taskforce van de Europese Dienst voor Extern Optreden (EDEO) en de EU Militaire Staf (EUMS),
die naar aanleiding van de vergadering van de Ministers van Defensie van 6 april jl.
werd opgericht, werd daarbij door verschillende lidstaten aangemerkt als middel dat
daarbij goede ondersteuning kan bieden. Ook het belang van een geïntegreerde en samenhangende
inzet van het bredere EU-instrumentarium en de noodzaak om op dit terrein stappen
te gaan zetten werd door een groot aantal lidstaten onderstreept.
Ten aanzien van het thema responsiviteit bespraken de Ministers de noodzaak om de missies en operaties die plaatsvinden in
het kader van het Gemeenschappelijk Veiligheids- en Defensiebeleid (GVDB), snel te
kunnen laten reageren op de veranderende omstandigheden. Het belang van goed ingerichte
procedures daaromtrent werd meermaals benadrukt. De mogelijkheid van inzet van militaire
middelen binnen civiele beschermingsmechanismen zouden in dit kader tegen het licht
gehouden moeten worden. Verschillende lidstaten riepen ook op tot versterking van
de Military Planning and Conduct Capability die de planning en coördinatie van de militaire missies verzorgt. Tot slot benadrukten
de Ministers eraan te hechten dat de GVDB-missies en -operaties zoveel mogelijk operationeel
blijven, mede als teken van blijvend commitment richting de gastlanden.
Met betrekking tot het onderwerp gereedheid en weerbaarheid gaven vrijwel alle lidstaten aan dat de lessen die getrokken kunnen worden uit deze
crisis gereflecteerd dienen te worden in de lopende strategische discussies. Met name
het proces omtrent de ontwikkeling van het Strategisch Kompas, inclusief de dreigingsanalyse
die aan de basis daarvan zal moeten liggen, en de strategische evaluatie van de permanent
gestructureerde samenwerking (PESCO) werden daarbij van belang geacht. Nederland heeft
in dit kader het belang benadrukt om de genoemde strategische discussies niet te laten
vertragen en waar mogelijk zelfs te versnellen. Daarnaast heeft Nederland, evenals
veel andere lidstaten, het adresseren van desinformatie als prioriteit aangemerkt.
Voor wat betreft het thema capaciteiten wezen verschillende lidstaten in lijn met de inleidende woorden van Sedivy en Breton
op het belang van voldoende middelen voor Defensie, alsmede op het belang van het
aanbrengen van focus in de capaciteitsontwikkeling. Voldoende middelen, zo stelden
de Ministers, zijn nodig voor zowel het mitigeren van reeds gedefinieerde tekorten
als om de effecten van het virus op de veiligheidssituatie in de toekomst het hoofd
te kunnen bieden. Focus in de capaciteitsontwikkeling kan onder andere gegenereerd
worden door de ontwikkeling van het Strategisch Kompas. PESCO en het Europees Defensiefonds
(EDF) kunnen worden ingezet om die samenwerkingsprojecten te genereren die de gereedheid
en veerkracht van de Unie vergroten.
Ten aanzien van het thema partnerschappen benadrukten alle lidstaten het belang van goede samenwerking met partners, in het
bijzonder de samenwerking met de NAVO en de VN. Veel lidstaten, waaronder ook Nederland,
spraken de hoop uit dat deze crisis een stimulans kan zijn om de partnerschappen van
de EU en de samenwerking op politiek en operationeel niveau verder door te ontwikkelen.
In het licht van de inschatting dat bestaande veiligheidsdreigingen door het COVID-19
virus worden versterkt, onderschreven ook Borrell, Stoltenberg en Lacroix unisono
het belang van een goede samenwerking tussen de EU, de NAVO en de VN.
Stand van zaken EU-defensiesamenwerking
Zoals toegezegd aan uw Kamer, onder andere tijdens het Algemeen Overleg van 3 maart
jl., treft u hieronder nadere informatie aan over de stand van zaken op de verschillende
EU-defensie dossiers. Er wordt kort ingegaan op de laatste ontwikkelingen betreffende
het Strategisch Kompas, het EDF, de Europese Vredesfaciliteit (EPF) en PESCO.
Strategisch Kompas
In navolging van de informele RBZ Defensie van 4 en 5 maart jl., waar voor het eerst
door de Raad over het Strategisch Kompas werd gesproken (zie verslag RBZ Kamerstuk
21 501-28, nr. 197), wordt op dit moment door EDEO gewerkt aan een voorstel voor de inrichting van het
proces en de terms of reference, opdat daarover tijdens de volgende formele RBZ kan worden besloten. Voorzien is dat
de lidstaten voor dit voorstel op korte termijn input zullen leveren. Uw Kamer zal,
zodra een voorstel voor de RBZ geagendeerd wordt, middels de geannoteerde agenda over
de Nederlandse inzet daaromtrent worden geïnformeerd.
EDF
De bepaling van het EDF-budget is onderdeel van de bredere onderhandelingen over het
Meerjarig Financieel Kader (MFK) voor de periode 2021–2027. Naar verwachting zal de
Europese Commissie in mei 2020 aangepaste voorstellen voor het 2021–2027 MFK en het
Eigen Middelen Besluit (EMB) presenteren. Uw Kamer wordt geïnformeerd over de inhoud
en de Nederlandse appreciatie van de voorstellen zodra deze zijn gepresenteerd.
De budgetten vanuit het European Defence Industrial Development Programme 2019 (EDIDP), de voorloper van het EDF op het gebied van capaciteitsontwikkeling,
worden naar verwachting in juni 2020 toegekend aan de winnende consortia. De call for proposals EDIDP 2020 is eind maart jl. gepubliceerd op de site van Europese Commissie en sluiten
op 1 december 2020.
EPF
Na de informele RBZ te Zagreb van 4 en 5 maart, waar veel aandacht was voor de EPF
(zie verslag RBZ Kamerstuk 21 501-28, nr. 197), is door de EU-lidstaten voornamelijk doorgesproken over de strategie en richtsnoeren
die de inzet van de EPF omkaderen, alsmede over de waarborgen en risico beperkende
maatregelen voor het verlenen van materiële steun. De modaliteiten hieromtrent worden
momenteel vormgegeven.
Ook over het EPF-budget zijn nog geen besluiten gevallen. Hoewel het een voorstel
voor een faciliteit buiten de EU-begroting betreft, beschouwt Nederland de onderhandelingen
over de EPF wat betreft de financiële aspecten als integraal onderdeel van de onderhandelingen
over het nieuwe MFK (2021–2027).
PESCO
Momenteel vinden de voorbereidingen voor de strategische evaluatie van PESCO plaats.
Voorzien is dat tijdens de volgende formele RBZ een Raadsaanbeveling zal worden aangenomen
inzake deze evaluatie waarin zowel op proces als op inhoud uitspraken gedaan zullen
worden. De lidstaten leveren op dit moment input voor deze Raadsaanbeveling. Zodra
de Raadsaanbeveling op de RBZ-agenda komt, zal uw Kamer via de geannoteerde agenda
nader over de Nederlandse inzet daaromtrent worden geïnformeerd. De afronding van
de strategische evaluatie van PESCO is voorzien voor eind 2020.
Het Kroatisch voorzitterschap zet zich in om tot een besluit te komen over de deelname
van derde landen in PESCO-projecten. Indien dit onderwerp weer op de agenda van de
Raad komt, wordt uw Kamer over de Nederlandse appreciatie van het voorliggende besluit
geïnformeerd.
De Minister van Defensie,
A.Th.B. Bijleveld-Schouten
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
A.Th.B. Bijleveld-Schouten, minister van Defensie