Brief regering : Jaarverslag 2019 van de Inspectie SZW
35 300 XV Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (XV) voor het jaar 2020
Nr. 95 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 14 mei 2020
Hierbij bied ik u het Jaarverslag 2019 van de Inspectie SZW aan1. In deze tijd doet een terugblik op 2019, een jaar waarin de economie nog groeide
en het Covid19 virus nog onbekend was, vreemd aan. De impact van de coronacrisis is
ongekend, ook op de arbeidsmarkt, en heeft niet alleen in Nederland maar in het hele
wereld ingrijpende gevolgen. De directe gevolgen voor de arbeidsmarkt zijn groot omdat
hele sectoren tijdelijk hun deuren moeten sluiten, zelfstandigen opdrachten zien wegvallen
en werknemers in onzekerheid thuiszitten of wel doorwerken in sterk veranderde omstandigheden.
Het zet de bekende risico’s verbonden aan het verrichten van arbeid in een ander daglicht.
Desondanks wil ik u deze verantwoordingsinformatie niet onthouden.
Impact Corona-crisis op werk van de Inspectie
De covid-19 crisis raakt zeker ook het werk van de Inspectie SZW. Door bedrijven,
zzp-ers en werknemers worden veel vragen gesteld over hoe er in deze tijd nog veilig
en gezond gewerkt kan worden. Het inspectiewerk is nu veranderd in de zin dat de inzet
van inspecties en de wijze van inspecteren nadrukkelijker wordt gewogen, enerzijds
met oog voor de veiligheid van inspecteurs en anderzijds met in achtneming van de
wettelijke taak en verantwoordelijkheid van de Inspectie.
Na de aankondiging van de kabinetsmaatregelen op 12 maart 2020 om zoveel mogelijk
thuis te werken om zo besmettingsgevaar te verminderen, heeft de Inspectie SZW bepaald
dat zij inspecties en recherche onderzoeken op locatie blijft uitvoeren bij spoedeisend
ongevalsonderzoek en arbeidsuitbuiting. In overeenstemming met de maatregelen geldt
voor inspecties en onderzoeken die planbaar zijn, dat die later plaatsvinden, dus
«nee, tenzij» er een reden is die wel door te zetten in deze periode. In bepaalde
situaties zullen namelijk ook actieve, onaangekondigde inspecties noodzakelijk kunnen
blijven, indien daartoe aanleiding is.
De Inspectie heeft dus haar werkwijze aangepast en zal dat blijven doen naar gelang
de omstandigheden en kabinetsbesluiten daartoe aanleiding geven.
Onderdeel van de aanpassingen is dat de Inspectie SZW ook haar beoordelingsproces
rond meldingen en vragen heeft aangepast. Ten eerste om tot een heldere registratie
te komen van alles wat met Corona te maken heeft en ten tweede om een goede triage
te kunnen doen om te bepalen welke follow-up gewenst is. Als de melding niet helemaal
duidelijk is, wordt voor meer informatie contact gezocht met de melder. De melder
wordt ook gevraagd welke actie hij/zij zelf al heeft ondernomen en welke contactpersonen
van belang zijn.
Bij meldingen en klachten die Corona-gerelateerd zijn, wordt, gelet op de uitzonderlijke
situatie, telefonisch contact opgenomen met de werkgever en wordt hij gewezen op zijn
verantwoordelijkheden. Vervolgens wordt in een brief aan de werkgever aangegeven wat
hij moet doen om de veiligheid van zijn werknemers te garanderen. Dit wordt ook gecommuniceerd
met de melder en hem wordt gevraagd of het beleid van de werkgever is aangepast. De
Inspectie SZW neemt verder naar aanleiding van meldingen contact op met andere instanties
zoals gemeenten als zij in dat specifieke geval beter in staat zijn te handelen, bijvoorbeeld
in het geval van huisvesting. Handhaving ter plekke wordt niet uitgesloten2. Bij iedere fysieke inspectie zal de veiligheid van de inspecteurs gewaarborgd moeten
zijn.
Werkgevers, dus ook de Inspectie SZW, dienen in hun Risico Inventarisatie en Evaluatie
de Corona risico’s en hoe daarmee om te gaan, op te nemen. Vanuit het Ministerie van
SZW zijn in samenwerking met de Inspectie SZW voorts verschillende maatregelen genomen
en is in overleg getreden met de branches, ambassades, en belangenorganisaties om
zoveel mogelijk problemen aan te pakken. Daarnaast zijn er afspraken gemaakt met onder
andere de uitzendbranche om hen te informeren als er klachten komen.
Deze ontwikkelingen doorkruisen uiteraard in aanzienlijke mate de voorgenomen inzet
van de Inspectie uit het Meerjarenplan 2019–2022 (MJP) en de werkzaamheden die in
2020 vanuit het Jaarplan 2020 zouden worden uitgevoerd.
Mede aan de hand van de reeds geplande Mid-term Review van het Meerjarenplan 2019–2022
zal bezien worden, of, en zo ja, waar en welke (her)allocatie van de inzet en capaciteit
voor de jaren 2021 en 2022 nodig zal zijn op basis van de huidige en nieuwe ontwikkelingen
en risico’s, inclusief die vanuit de coronacrisis.
Korte inhoud van uitgevoerde prioriteiten Jaarverslag 2019
Terugkijkend op 2019, is in dat jaar de uitvoering van prioriteiten uit het Meerjarenplan
2019–2022 van de Inspectie ter hand genomen.
De concrete prioriteiten waaraan gewerkt is zijn:
− Er is een start gemaakt met het stapsgewijs verdubbelen van de inspectiedekking op
oneerlijk werk.
− Meer inzet op het voorkomen van blootstelling aan gevaarlijke stoffen.
− Vaker inspecteren bij grote chemische installaties (Brzo-bedrijven) in de komende
twee jaar.
− Aanpakken van het risico op arbeids(markt)discriminatie.
− Stapsgewijs meer aandacht besteden aan veilig en gezond werken, met meer inzet op
preventie.
− Versterken van het informatie gestuurd werken.
Oneerlijk werk/arbeidsuitbuiting en personele groei in 2019
De Inspectie verwacht dat de aandacht voor eerlijk werk groot blijft en heeft zelf
daarover in 2019 een signalerende rapportage uitgebracht met de Staat van eerlijk
werk.
Op termijn zal het offensief tegen oneerlijk werk en arbeidsuitbuiting op de Nederlandse
arbeidsmarkt substantieel geïntensiveerd gaan worden conform de toedeling van de extra
ICF-middelen.
Blootstelling gevaarlijke stoffen
Ook het voorkomen van blootstelling aan gevaarlijke stoffen kreeg prioriteit in 2019.
Uit controle blijkt dat veel werkgevers nog onvoldoende aandacht hebben voor blootstelling
aan gevaarlijke stoffen. Ze hebben de gevaren van deze stoffen onvoldoende in beeld.
In 2019 heb ik een driesporen beleid voor een intensievere aanpak van risico’s op
blootstelling aan gevaarlijke stoffen uiteengezet. Daarin werd een duidelijke rol
aan het toezicht en handhaving toebedeeld door een bedrag van € 4,5 miljoen per jaar
(als onderdeel van de Inspectie Control Framework-gelden) voor de Inspectie beschikbaar
te stellen. In 2019 is binnen de Inspectie een gespecialiseerd team gevaarlijke stoffen
geformeerd dat hieruit is gefinancierd.
Meer Brzo-inspecties
Het toezicht op de bedrijven, die vallen onder het Besluit risico’s zware ongevallen
(Brzo), gebeurt gecoördineerd via het samenwerkingsverband Brzo+. Daar maken onder
andere zes Omgevingsdiensten, Veiligheidsregio’s en het Openbaar Ministerie (OM) deel
van uit. De Inspectie heeft in 2019 haar bijdrage geïntensiveerd aan het gecombineerde
toezicht door aan een groter aantal gezamenlijke toezichtacties deel te nemen.
Arbeids(markt)discriminatie
Het team arbeidsmarktdiscriminatie van de Inspectie SZW houdt toezicht op discriminatie
en ongelijke behandeling op de werkvloer. Zwangerschapsdiscriminatie krijgt daarbij
speciale aandacht. Op 11 juli 2019 is de Voortgangsrapportage arbeidsdiscriminatie
naar de Tweede Kamer gezonden samen met het Actieplan arbeidsmarktdiscriminatie 2018–2021.
Bij 70% van de inspecties heeft de Inspectie een eis tot naleving opgelegd. Deze eis
richt zich vooral op een onvolledige Risico-Inventarisatie en -Evaluatie (RI&E) of
onvoldoende voorlichting en instructies richting de werknemers. Door middel van een
voorgenomen wetsvoorstel wordt de Inspectie op termijn bevoegd om toezicht te houden
op de aanwezigheid van niet-discriminerend wervings- en selectiebeleid.
Meer aandacht voor gezond en veilig werken met nadruk op preventie
In 2019 loopt – net als voorgaande jaren – het aantal meldingen, onderzoeken en dodelijke
slachtoffers van ernstige arbeidsongevallen nog steeds (licht) op. De balans tussen
capaciteit die nodig is voor het afhandelen van ongevalsonderzoeken en capaciteit
die nodig is voor het doen van actieve, meer preventieve inspecties is al een aantal
jaren verstoord. Om die balans te herstellen, is in het regeerakkoord besloten tot
capaciteitsuitbreiding zoals voorgesteld in het Inspectie Control Framework (ICF).
Een verdere groei van de onbalans is in 2019 tot staan gebracht. De ontwikkelingen
in 2020 zijn onzeker in verband met het corona virus.
In 2019 heeft de Inspectie ingezet op een intensivering van de naleving van de kernverplichtingen
van de Arbeidsomstandighedenwet. Het boetebeleid is door mij aangescherpt, waardoor
het ontbreken van een RI&E direct beboetbaar is geworden. Ook is het boetenormbedrag
verhoogd (aanpassing beleidsregel juli 2019). Voor de intensivering van het beleid
op de RI&E heb ik recentelijk het Meerjarenplan verbetering RI&E aan Uw Kamer kenbaar
gemaakt.
Infomatiegestuurd werken
In haar organisatie en werkwijze geeft de Inspectie invulling aan de koers uit het
meerjarenplan. Op hoofdlijnen gaat het om het toepassen van andersoortige interventies
dan louter inspecties, met het oog op het bereiken van meer effect. Daarbij is ook
de ontwikkeling van het (meer) informatie gestuurd werken van belang evenals een intensieve
samenwerking met externe partners voor een programmatische aanpak van de belangrijkste
risico’s op de arbeidsmarkt.
Voor de overige resultaten en effecten uit 2019 verwijs ik u kortheidshalve naar het
bijgevoegde Jaarverslag waar in deel II een rapportage vanuit de verschillende inspectieprogramma’s
is opgenomen.
De Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,
T. van Ark
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
T. van Ark, staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid