Brief regering : Reactie op het verzoek van het lid Sjoerdsma, gedaan tijdens de Regeling van werkzaamheden van 12 maart 2020, over de uitlevering van Julio Poch aan Argentinië
35 300 VI Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Justitie en Veiligheid (VI) voor het jaar 2020
Nr. 121
BRIEF VAN DE MINISTER VAN JUSTITIE EN VEILIGHEID
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 30 april 2020
Op maandag 10 februari 2020 informeerde ik uw Kamer over een gespreksverslag in het
dossier van de heer Poch, dat het Openbaar Ministerie (hierna: OM) mij had doen toekomen1. Uw Kamer heeft mij vervolgens verzocht een aanvullende brief te sturen. Daarnaast
is in de Regeling van Werkzaamheden van 12 maart 2020 door het lid Sjoerdsma (D66)
verzocht om twee documenten, door hem aangeduid als «de beslismemo waarop de voormalig
Minister Hirsch Ballin heeft ingestemd met de verkapte uitlevering van de Poch», en
«het Journaal van een politieliaison die in januari/februari 2008 voor de eerste dienstreis
naar Argentinië is afgereisd». In dezelfde regeling heeft het lid Van Dam (CDA) verzocht
om een inventarislijst van alle stukken die in het bezit zijn van de Commissie Dossier
J.A. Poch onder leiding van de heer Machielse.
Onafhankelijk onderzoek
Zoals ik uw Kamer eerder heb gemeld hecht ik er aan dat er duidelijkheid is over de
feiten.2 Waarheidsvinding is in een reeds langlopende zaak als deze dermate belangrijk dat
een uiterste inspanning hiertoe op zijn plaats is. Dat vind ik vanuit rechtsstatelijk
perspectief van belang, voor de heer Poch in de eerste plaats, maar ook voor alle
overige betrokkenen. Daarom doet de Commissie Dossier J.A. Poch op mijn verzoek, sinds
1 maart 2019, onder leiding van de heer Machielse, onderzoek. Dit onderzoek dient
grondig en zorgvuldig te gebeuren. Dit vereist dat de Commissie haar onderzoek in
onafhankelijkheid kan uitvoeren. Deze onafhankelijkheid moet boven elke twijfel verheven
zijn. Daarvoor is ruimte voor de Commissie nodig en distantie van andere partijen.
De Commissie heeft mijn ambtenaren recent uitdrukkelijk laten weten dat haar onderzoek
kan worden gehinderd indien voor oplevering van haar rapport telkens afzonderlijke
documenten in de openbaarheid komen. Dit kan er toe leiden dat personen die de Commissie
in het kader van haar onderzoek nog wil horen, beïnvloed of vooringenomen worden.
Ik heb begrip voor deze zorg van de Commissie. Gezien het belang van de waarheidsvinding
ben ik dan ook terughoudend met het verstrekken van separate documenten zoals de nota
en het Journaal aan uw Kamer. De Commissie heeft daarnaast laten weten dat zij van
mening is dat het onderzoek erbij gebaat is dat de Commissie na een integrale analyse
van alle beschikbare informatie tot een goed onderbouwde reconstructie van de gebeurtenissen
en een samenhangend oordeel kan komen. De verschillende onderdelen, waaronder de afzonderlijke
documenten, uit het dossier dienen daartoe door de Commissie in samenhang en context
beoordeeld te worden.
Om genoemde redenen zie ik geen mogelijkheid de nota en het Journaal nu aan uw Kamer
te verstrekken. Eveneens acht ik het strijdig met het nog lopende onderzoek om nu
een nadere duiding te geven op het gespreksverslag. Ik kan immers niet vooruitlopen
op het onderzoek van de Commissie.
Artikel 13 van het Besluit van 9 december 2019, Stcrt. 2019, nr. 68436, houdende instelling van de Commissie Dossier J.A. Poch, bepaalt dat rapporten, notities,
verslagen, adviezen en andere producten die door of namens de commissie worden vervaardigd
of vergaard niet door de commissie openbaar worden gemaakt, maar uitsluitend aan de
Minister worden uitgebracht of overgedragen. De Commissie stelt haar eigen werkwijze
vast en verantwoordt haar werkwijze in het eindrapport. Een verzoek aan de commissie
om tussentijds een inventarislijst op te maken van ontvangen documenten staat op gespannen
voet met dit artikel van het Instellingsbesluit en met de onafhankelijkheid waarin
de commissie haar werkzaamheden moet kunnen verrichten. Deze onafhankelijkheid vereist
distantie die, door een verzoek dezerzijds om een inventarisering van documenten waarover
de commissie beschikt, onder druk komt te staan. Ik zal daarom op dit moment geen
inventarislijst verstrekken.
Voortgang onafhankelijk onderzoek
De Commissie heeft het volgende laten weten over de voortgang van de werkzaamheden
van de Commissie. Op dit moment vindt een omvangrijk en breed archief- en dossieronderzoek
plaats in combinatie met dossieranalyse. De Commissie beschikt al over veel van de
uitgevraagde bescheiden maar heeft nog dossier- en archiefverzoeken uitstaan. De volgende
door de commissie geplande fase omvat het horen van personen. De Commissie heeft gemeld
dat nu niet is te voorzien welke gevolgen het coronavirus voor deze fase kan hebben.
De Commissie heeft mij laten weten dat de voorzitter van de Commissie mij medio juni
nader zal informeren over de voortgang van het onderzoek en zich dan ook zal uitlaten
over de termijn waarbinnen de commissie haar onderzoek denkt af te ronden. Ik zal,
zodra ik deze informatie heb ontvangen, uw Kamer hierover informeren.
De Minister van Justitie en Veiligheid,
F.B.J. Grapperhaus
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
F.B.J. Grapperhaus, minister van Justitie en Veiligheid