Brief regering : Voortgang van de hersteloperatie Toeslagen
31 066 Belastingdienst
Nr. 630
BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN FINANCIËN
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 28 april 2020
Op 13 maart 2020 zond ik uw Kamer, mede namens de Staatssecretaris van Sociale Zaken
en Werkgelegenheid, de kabinetsreactie1 op het rapport van de de maatregelen om de verspreiding van COVID-19 te beperken
ingevoerd. Dit heeft ervoor gezorgd dat onze manier van werken veranderd is, maar
het lijkt tot nu toe weinig gevolgen te hebben voor de snelheid waarmee we de hersteloperatie
toeslagen kunnen aanpakken.
Door de corona-maatregelen kan ik de ouders niet persoonlijk spreken. Maar ik heb
de afgelopen weken toch tientallen gedupeerden gesproken via beeldbellen of andere
systemen. Wat mij blijft raken is de ellende die veel ouders hebben meegemaakt. De
financiële problemen die voor de meesten nog akelig actueel zijn. Maar niet alleen
dat, veel ouders zijn ook emotioneel zwaar in de problemen gekomen, zijn hun huis
kwijtgeraakt of hun baan of partner en konden er niet voldoende voor hun kinderen
zijn. In veel van de gesprekken gaat het over een domino-effect: van kwaad tot erger.
Ik heb persoonlijke gesprekken gevoerd, maar ik was ook samen met de Belastingdienst
betrokken bij een aantal bijeenkomsten en webinars. 1250 ouders deden mee. Zij waardeerden
het webinar gemiddeld met een 7,5. Ook op andere manieren proberen wij de ouders zo
goed mogelijk op de hoogte te stellen. Het vertrouwen in de overheid zijn veel ouders
kwijtgeraakt. Dat vertrouwen kunnen we alleen maar terugwinnen door de gedupeerden
recht te doen, zo snel mogelijk. En daarnaast door over het traject zo open mogelijk
te communiceren en er door onafhankelijke deskundigen toezicht op te laten houden.
In deze brief leest u wat ik na de presentatie van de Adviescommissie in gang heb
gezet. U leest over voortgang van de compensatie, de herstelorganisatie, het Strategisch
Crisisteam (SCT), de Bestuurlijke Adviesraad en het ouder- en kindpanel. U leest over
de Ombudsman die mee gaat kijken met een deel van ons werk. We doen zoveel als mogelijk
is om gedupeerde ouders te helpen, en om ervoor te zorgen dat het niet opnieuw kan
gebeuren. Daarom in deze brief ook aandacht voor cultuurverandering bij Toeslagen
en nadere onderzoeken naar wat er is gebeurd en wat we daarvan kunnen leren.
Om uw Kamer in deze tijd toch zo goed mogelijk te informeren treft u bij deze brief
diverse andere documenten aan:
• De Voortgangsrapportage Toeslagen (VGR, bijlage 1)2, waarin ik in meer detail beschrijf welke stappen er zijn gezet in de voortgang van
de compensatie van ouders, het Verbeterprogramma Toeslagen en de tijdelijke Uitvoeringsorganisatie
Herstel Toeslagen. Ik ga in op een aantal maatregelen om te voorkomen dat dit andere
ouders kan overkomen. Daar bespreek ik ook lopende onderzoeken. Tevens besteed ik
aandacht aan de reguliere uitvoering van toeslagen en de verbetering van het toeslagenstelsel;
• De antwoorden, mede namens de Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,
op de vragen die de leden van een aantal fracties van de vaste Kamercommissie voor
Financiën in een schriftelijk overleg over de kabinetsreactie hebben gesteld (Kamerstuk 31 066, nr. 629);
• De antwoorden van de vragen van het lid Omtzigt over Elektronisch Berichtenverkeer (Aanhangsel Handelingen II 2019/20, nr. 2617);
• De antwoorden, mede namens de Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,
op de vragen van de leden van de vaste Kamercommissie voor Financiën over FTM en toeslagenaffaire (Kamerstuk 31 066, nr. 628)
• De antwoorden op de vragen van het lid Leijten over «morele corruptie» de business case Fraude en over beschermingsbewind (Aanhangsel Handelingen II 2019/20, nr. 2634)
Parallel aan deze brief zend ik u tenslotte, mede namens de Staatssecretaris van Financiën,
Fiscaliteit en Belastingdienst, een eerder aan uw Kamer toegezegde brief over de Fraude
Signaleringsvoorziening (FSV)(Kamerstuk 31 066, nr. 632).
Communicatie met ouders
Ik vind het van groot belang in contact met gedupeerde ouders te zijn. De bijeenkomsten
zoals die waren aangekondigd in de kabinetsreactie zijn door de maatregelen rondom
COVID0–19 nu niet mogelijk. Ik heb na het verschijnen van het eindrapport van de Adviescommissie
en de kabinetsreactie alle ouders die zijn betrokken in CAF-dossiers een brief gezonden.
Ik heb hen daarin gewezen op twee webinars die zijn gehouden op 30 maart en 2 april.
Op 30 maart is ook gestart met het benaderen van burgers die hun telefoonnummer achter
hebben gelaten naar aanleiding van het «Webinar ouderbijeenkomsten».
Er hebben aan de twee webinars in totaal 1250 ouders deelgenomen. Het betreft ouders
die betrokken zijn bij CAF-dossiers, een opzet/grove schuld (O/GS) kwalificatie hebben
gehad en ouders die zichzelf hebben gemeld. Uit een evaluatie achteraf blijkt dat
de webinars door ouders goed worden gewaardeerd. Ik zal op deze manier contact met
ouders blijven houden. Het is een goede manier om veel ouders tegelijkertijd over
één specifiek onderwerp te kunnen spreken. Alhoewel persoonlijk contact mijn voorkeur
blijft houden.
Naar aanleiding van mijn aanbod hebben vele ouders aangegeven het op prijs te stellen
mij ook persoonlijk te spreken. Er hebben zich ruim 300 ouders gemeld met wie ik persoonlijke
gesprekken heb gevoerd of nog ga voeren. Ik spreek nog elke week met minimaal een
ouder. Deze gesprekken zijn voor mij zeer waardevol. Alle ouders waarmee ik heb gesproken,
hebben inmiddels ook een persoonlijke zaakbehandelaar om hen te ondersteunen in het
vervolgtraject.
Compensatie; aanpassingen van regelgeving
Alle ouders uit het CAF 11-dossier die een aanspraak hebben op compensatie en waarvan
de contactgegevens bekend zijn, hebben inmiddels compensatie ontvangen. Voor de ouders
die mogelijk zijn gedupeerd in andere CAF-dossiers dan CAF-11 geldt dat de voorbereidingen
voor de beoordeling van dossiers in volle gang zijn. Die ouders krijgen in mei van
de Dienst Toeslagen een brief. Ik streef ernaar om uiterlijk in juni te starten met
de beoordeling van de eerste categorie dossiers «waarschijnlijk vergelijkbaar met CAF 11».
In de kabinetsreactie is aangegeven dat ik zowel voor de compensatie van ouders gedupeerd
in CAF-dossiers als voor ouders gedupeerd door de hardheid van het stelsel op zo kort
mogelijke termijn regelgeving zal introduceren om de compensatie, de reparatie en
het herstel mogelijk te maken. Op 22 april jongstleden is het Verzamelbesluit toeslagen
gepubliceerd in de Staatscourant. Daarin is voorzien in de mogelijkheid om met terugwerkende
kracht het beleid inzake proportioneel toekennen van de kinderopvangtoeslag toe te
kunnen passen. Onherroepelijk geworden beschikkingen kinderopvangtoeslag kunnen worden
herzien tot vijf jaar in het verleden. Hetzelfde geldt voor de mogelijkheid tot matiging
van de terugvordering kinderopvangtoeslag in bijzondere situaties. Daarmee kan een
start worden gemaakt met de reparatie van het «alles-of-niets»-karakter van de wet
voor de periode tot vijf jaar in het verleden. Voor besluiten van meer dan vijf jaar
geleden werk ik op dit moment aan een spoedwetsvoorstel, zoals aangekondigd in de
brief van 14 april jongstleden.3
In dit spoedwetsvoorstel wordt de uitbreiding van de bestaande hardheidsclausule en
de invoering van een zogenoemde hardheidsregeling in de Algemene wet inkomensafhankelijke
regelingen (Awir) opgenomen. Dit voorstel zal op korte termijn bij uw Kamer worden
ingediend. Ik beoog de maatregelen in dit wetsvoorstel in werking te laten treden
met ingang van 1 juli 2020, zodat zo spoedig mogelijk kan worden begonnen met uitbetalingen
aan de getroffen ouders. Voor die tijd beginnen we al wel met de beoordeling van de
dossiers.
In de kabinetsreactie heb ik ook aangegeven dat, in aanvulling op de compensatieregeling
voor CAF-zaken en de daarin opgenomen forfaitaire bedragen voor materiële en immateriële
schade, ik het mogelijk maak dat ouders in schrijnende gevallen meer schade vergoed
krijgen. Het gaat dan om situaties waarbij de compensatieregeling evident onvoldoende
is en de ouders uitzonderlijk hard zijn geraakt. Deze regeling wordt nog nader uitgewerkt.
Ik stel in ieder geval een onafhankelijke commissie in die tot taak heeft verzoeken
van ouders om meer schade vergoed te krijgen, te beoordelen. Het oordeel van deze
commissie zal steeds door de Dienst Toeslagen worden gevolgd. De Commissie aanvullende
schadevergoeding werkelijke schade zal binnen enkele weken worden ingesteld.
Herstelorganisatie
In de brief van 27 februari jongstleden is de crisisorganisatie aangekondigd.4 Ik heb binnen die organisatie een Strategisch Crisisteam (hierna: SCT) ingericht
om de crisisorganisatie via korte lijnen te besturen. Het Strategisch Crisisteam staat
onder leiding van de secretaris-generaal van het Ministerie van Financiën. Het SCT
bestaat uit leden uit alle benodigde disciplines en departementen, waaronder ook het
Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid. Het SCT komt momenteel twee keer
per week bij elkaar om voortgang te bespreken, obstakels weg te nemen en richting
te geven aan de organisatie.
Daarnaast heb ik een Bestuurlijke Adviesraad opgericht, waarin experts van verschillende
relevante disciplines inmiddels zijn benoemd om de crisisorganisatie te adviseren
in de hersteloperatie. De eerst vergadering van de Bestuurlijke Adviesraad vond plaats
op 31 maart jongstleden. Ook ben ik bezig een ouder- en kindpanel op te richten om
het belangrijkste perspectief – dat van betrokken ouders en kinderen – op continue
wijze te borgen in ontwerp, communicatie en uitvoering van toeslagen.
Verder is de uitvoeringsorganisatie druk bezig met het werven en opleiden van personeel
en het inregelen van processen en systemen. We werken samen met gemeentes om te bezien
hoe we burgers bredere ondersteuning kunnen bieden dan alleen compensatie en reparatie
van kinderopvangtoeslag. Inmiddels is met drie van de 13 gemeenten, Amsterdam, Rotterdam
en Eindhoven, een pilot gestart. Binnenkort zal er met alle 13 gemeenten een vervolgbijeenkomst
zijn.
Ik streef ernaar om uiterlijk in juni de uitvoeringsorganisatie volledig operationeel
te hebben.
Cultuur bij Toeslagen en onderzoek naar wat er fout is gegaan en wat we daarvan kunnen
leren
Zoals ik eerder heb aangegeven, besteed ik veel aandacht aan cultuur en leiderschap
binnen de Dienst Toeslagen van de Belastingdienst. Als eerste stap daarin worden nu
de voorbereidingen getroffen voor een serie gesprekken met medewerkers en leidinggevenden.
In die gesprekken wordt gereflecteerd op de uitvoering van de toeslagenregelgeving
vanaf 2012, ook op basis van de ervaringen van gedupeerde ouders en de rapporten van
de Adviescommissie en de ADR.
Deze gesprekken zijn gericht op een reconstructie van de toeslagenaffaire en de verschillende
rollen van de betrokken organisaties en afdelingen daarin. Daar wordt stilgestaan
bij wat er fout is gegaan en bij de achterliggende waarden, keuzes, overwegingen en
intenties. De uitkomsten van dit proces moeten de basis bieden voor de stapsgewijze
ontwikkeling van een nieuwe cultuur en een nieuw «waardenkompas». Dat wordt vormgegeven
in een goede wisselwerking met de vernieuwing van de dienstverlening met meer ruimte
voor maatwerk. Stap voor stap en dicht op de werkpraktijk.
Omdat in dit proces persoonlijke gesprekken een centrale rol spelen, loopt dit vanwege
de huidige situatie met COVID 19 wel enige vertraging op. Wel zijn inmiddels de in
de brief van 11 januari 2020 aangekondigde personeelsraadspersonen benoemd.5
Om een goede reconstructie van de toeslagenaffaire te kunnen maken, worden er intern
en door externe onafhankelijke partijen en toezichthouders nog een aantal onderzoeken
uitgevoerd. Het betreft interne onderzoeken naar de vraag of bij signalen van fraude
de gepaste middelen worden ingezet, een onderzoek naar het informatiebeheer bij Toeslagen
en een onderzoek door een externe partij in overleg met de ADR en Docdirekt naar vermiste
stukken. Daarnaast wordt door de Autoriteit Persoonsgegevens het eerdergenoemde onderzoek
uitgevoerd naar etnisch profileren, door de Inspectie overheidsinformatie en Erfgoed
wordt een onderzoek uitgevoerd naar de kwaliteit van archivering binnen Toeslagen
en er wordt een second opinion uitgevoerd naar de vraag of sprake is geweest van ambtsmisdrijven.
Zodra de resultaten van de diverse onderzoeken beschikbaar zijn, zal ik uw Kamer nader
informeren.
Verbeteringen in het toeslagenstelsel
De problemen bij de kinderopvangtoeslag in het verleden laten zien dat het toeslagenstelsel
aangepast moet worden. Er moet een betere balans komen tussen de complexiteit van
het stelsel en het doenvermogen én de zelfredzaamheid van burgers.
Zoals aangekondigd in de kabinetsreactie van 13 maart wordt in lijn met de in januari
door uw Kamer unaniem aangenomen motie van het lid Lodders c.s.6 wetgeving voorbereid om verbeteringen en alternatieven door te voeren op weg naar
een beter en menselijker systeem. Het kabinet streeft ernaar op Prinsjesdag, als onderdeel
van het pakket Belastingplan 2021, een afzonderlijk wetsvoorstel bij uw Kamer in te
dienen met maatregelen ter verbetering van de uitvoerbaarheid van het toeslagenstelsel.
Daarnaast vindt de voorbereiding plaats van de kabinetsreactie op het IBO Toeslagen.7 Deze kabinetsreactie staat vooral in het teken van het uitvoering geven aan de eveneens
door uw Kamer unaniem aangenomen motie van de leden Bruins en Van Weyenberg c.s. over
de toekomst van het toeslagenstelsel.8
In het Verzamelbesluit Toeslagen zijn vooruitlopend op wetswijzigingen al drie andere
aanpassingen opgenomen om enkele hardheden van het toeslagenstelsel te verzachten.
Het Verzamelbesluit Toeslagen is op 22 april jongstleden in de Staatscourant gepubliceerd
en ik heb uw Kamer op diezelfde datum daarover geïnformeerd.
Daarnaast heb ik eerste stappen gezet om ouders met beperkt doenvermogen te ondersteunen
bij het actueel houden van hun gegevens. Daarom worden dit jaar alle kinderopvanginstellingen
gevraagd om maandelijks de afgenomen opvanguren in te sturen. Daarnaast worden vanuit
Dienst Uitvoering Onderwijs (DUO) en het UWV periodiek gegevens aangeleverd. Met deze
informatie zullen ouders worden geattendeerd als er een aanwijzing is dat de toeslag
moet worden bijgesteld. Deze attenderingen zullen via een app worden gestuurd. Deze
app komt binnenkort voor alle ouders ter beschikking. Hierin kunnen ook de gegevens
van de toeslagen worden geraadpleegd en wijzigingen worden ingevoerd. Ook zal in het
voorjaar worden gestart met het telefonisch benaderen van ouders met deze attenderingen.
Daar waar blijkt dat ouders meer begeleiding nodig hebben in het goed aanvragen en
aanpassen van de toeslag zal dit worden geboden. Deze persoonlijke benadering is op
kleine schaal uitgeprobeerd en binnen enkele weken gereed voor bredere toepassing
als voldoende capaciteit is aangetrokken.
De Dienst Toeslagen start daarnaast een voorlichtingscampagne over de kinderopvangtoeslag
om de kennis bij ouders over het systeem te vergroten. Ten slotte streef ik ernaar
om voor de zomer een verbeterprogramma te presenteren ten aanzien van het huidig functioneren
van de Dienst Toeslagen in het algemeen met als doelstelling een meer klantgerichte
dienstverlening en zo min mogelijk terug- of nabetalingen.
Ten slotte
In de kabinetsreactie heb ik aangegeven dat de uitvoering van de aanbevelingen van
de Adviescommissie en de overige maatregelen uit die brief de eerste stap naar herstel
van vertrouwen zijn. We zijn druk bezig met de uitvoering, maar we weten ook dat we
nog een lange weg te gaan hebben. Ik zeg toe u nauw te betrekken bij het vervolg en
vertrouw op uw steun.
De Staatssecretaris van Financiën,
A.C. van Huffelen
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
A.C. van Huffelen, staatssecretaris van Financiën
Bijlagen
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.