Brief regering : Stand van zaken kraamzorg
32 279 Zorg rond zwangerschap en geboorte
Nr. 196
BRIEF VAN DE MINISTER VOOR MEDISCHE ZORG
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 17 april 2020
Met deze brief informeer ik u zoals toegezegd tijdens het AO zwangerschap en geboorte
op 13 februari jl. (Kamerstuk 32 279, nr. 195) over de stand van zaken rondom de gesprekken in de kraamzorg en over het objectieve
financiële beeld van de kraamzorgsector door de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa).
Daarnaast informeer ik u over de uitvoering van de volgende moties over de kraamzorg
die zijn aangenomen tijdens het VAO zwangerschap en geboorte op 20 februari jl. (Handelingen
II 2019/20, nr. 57, item 3):
• de motie van Kamerleden Van den Berg van het CDA, Bergkamp van D66 en Regterschot
van de VVD over het stimuleren van zorgverzekeraars om de max-max tarieven voor geheel
2020, ook met terugwerkende kracht, toe te passen (Kamerstuk 32 279, nr. 186).
• de motie van Kamerlid Jansen van de PVV over het informeren van de Kamer over het
overleg tussen zorgverzekeraars en kraamzorg aanbieders en over de concrete vervolgstappen
(Kamerstuk 32 279, nr. 188).
Tot slot ben ik blij u te kunnen melden dat er afgelopen week bestuurlijke afspraken
tot stand zijn gekomen tussen Zorgverzekeraars Nederland (ZN), Bo geboortezorg, de
NZa en VWS. Deze afspraken geven op korte termijn financiële ruimte aan de kraamzorg
en geven partijen het vertrouwen het bestuurlijke gesprek over de langere termijn,
als het kostenonderzoek van de NZa rond 1 juli gereed is, te vervolgen.
Het financiële beeld kraamzorg sector
Zoals door de NZa is toegezegd tijdens het bestuurlijk overleg op 4 februari jl. over
de financiële situatie in de kraamzorgsector, heeft de NZa inzicht gegeven in de balansgegevens
van kraamzorgaanbieders op sectorniveau, zie ook tabel 1 (overzicht cijfers kraamzorg)
en tabel 2 (overzicht ontwikkeling kraamzorg).
Deze balansgegevens zijn onderdeel van het kostenonderzoek in de kraamzorg dat input
vormt voor het vaststellen van de maximumtarieven voor 2021 die begin juli 2020 bekend
worden. De basis voor deze feitelijke weergave van de algemene financiële positie
van de kraamzorgsector zijn de balansgegevens uit (gecontroleerde) jaarrekeningen
over de jaren 2017 en 2018. Voor zorgverzekeraars kan deze informatie helpen in het
gesprek met zorgaanbieders bij het maken van een goede inschatting van de risico’s
met betrekking tot de continuïteit van zorg.
De door de NZa gedeelde informatie geeft het inzicht dat gemiddeld genomen de financiële
situatie tussen 2017 en 2018 in de kraamzorgsector is verslechterd: de liquiditeitsratio
daalt van 1,42 naar 1,25 en van de solvabiliteit van 34% naar 23%. Bij ruwweg de helft
van de aanbieders is sprake van een verslechtering. De financiële positie verslechtert
dus niet voor alle aanbieders. Voor ongeveer de helft van de aanbieders is de financiële
positie in 2018 verbeterd. Dit beeld is min of meer vergelijkbaar tussen zorgaanbieders
van verschillende omvang.
Tabel 1: overzicht cijfers kraamzorg1
Indicator
2018
2017
Liquiditeit:
Liquide middelen + vlottende activa / kort vreemd vermogen
1,25
1,42
Solvabiliteit:
eigen vermogen/balanstotaal
23%
34%
eigen vermogen/vreemd vermogen
30%
51%
Bron: berekening NZa
X Noot
1
o.b.v. 90 jaarrekeningen (welke ca 90% van de omzet in de totale kraamzorgsector vertegenwoordigen)
Tabel 2: overzicht ontwikkeling kraamzorg 2017–20181
Aantal aanbieders positieve ontwikkeling
Aantal aanbieders negatieve ontwikkeling
Ontwikkeling liquiditeitsratio:
Liquide middelen + vlottende activa / kort vreemd vermogen
51
36
Ontwikkeling solvabiliteitsratio:
eigen vermogen/balanstotaal
43
44
eigen vermogen/vreemd vermogen
44
43
Ontwikkeling eigen vermogen
46
39
Bron: berekening NZa
X Noot
1
o.b.v. 90 jaarrekeningen (welke ca 90% van de omzet in de totale kraamzorgsector vertegenwoordigen)
Deze financiële cijfers laten zien dat de financiële positie van circa de helft van
de aanbieders in 2018 is verslechterd en voor de andere helft van de aanbieders is
verbeterd. Dit benadrukt het belang van de individuele gesprekken die zorgverzekeraars
en kraamzorgorganisaties met elkaar moeten voeren. Als kraamzorgorganisaties financiële
problemen ervaren moeten hierover tijdig gesprekken worden gevoerd tussen de kraamzorgorganisatie
en de zorgverzekeraars. Maatwerk is hierin daarom van groot belang.
Stand van zaken meldingen bij de NZa
Ondertussen heeft de NZa meerdere meldingen ontvangen van kraamzorgaanbieders. De
NZa heeft mij laten weten dat zij 34 meldingen van zorgaanbieders ontvangen heeft
en 118 anonieme meldingen. Van de 118 anonieme meldingen is het niet mogelijk om aan
te geven hoeveel aanbieders dit betreft, aangezien een aanbieder meerdere meldingen
kan doen over verschillende zorgverzekeraars. De meldingen komen inhoudelijk grotendeels
met elkaar overeen. Kraamzorgaanbieders geven in deze meldingen aan dat de financiële
middelen die ze ontvangen voor kraamzorg ontoereikend zijn voor het leveren van goede
zorg en dat de dialoog met de verzekeraar moeizaam verloopt.
Naar aanleiding van deze meldingen heeft de NZa diverse acties ondernomen. Zo heeft
de NZa de zorgverzekeraars uitdrukkelijk gewezen op hun zorgplicht en een appel gedaan
op hun verantwoordelijkheid voor een transparant inkoopproces met de zorgaanbieders.
De dialoog tussen zorgverzekeraar en zorgaanbieder is onderdeel van dit proces. Richting
de melders heeft de NZa alle niet-anonieme melders geïnformeerd over bovengenoemde
actie en gevraagd of hun gegevens gedeeld morgen worden met de zorgverzekeraar(s)
zodat deze contact met hen kunnen opnemen. Ook heeft de NZa de kraamzorgaanbieders
erop gewezen dat zij, bij acute financiële problemen, onmiddellijk contact op dienen
te nemen met de zorgverzekeraar(s). De NZa gaat alle kraamzorgaanbieders die zich
begin dit jaar hebben gemeld bij de NZa, over de te lage gecontracteerde tarieven
en een gebrek aan dialoog met de verzekeraar, in het tweede kwartaal van dit jaar
bellen om na te gaan hoe het contact met de zorgverzekeraars is verlopen en wat dit
heeft opgeleverd.
Acties naar aanleiding van financiële beeld en meldingen
Naar aanleiding van de ontvangen meldingen en het financiële beeld van de kraamzorgsector
is, ook in het licht van de hiervoor genoemde moties, opnieuw met partijen (VWS, NZa,
ZN en Bo geboortezorg) om tafel gegaan. Alle partijen geven aan dat de combinatie
van de meldingen die de NZa heeft ontvangen en het financiële beeld waardevolle informatie
oplevert over de kraamzorgsector. Maar vooral dat deze informatie laat zien dat het
noodzakelijk is om op korte termijn gesprekken te voeren met aanbieders die financiële
problemen ervaren vanuit het belang het borgen van de continuïteit van de zorg. Dit
heeft ertoe geleid dat een aantal concrete acties is en wordt ingezet.
In een brief van 3 april jl. heeft ZN aangekondigd dat gezien de huidige kwetsbare
financiële positie, is besloten om over te gaan tot een maatregel die direct ingevoerd
kan worden. Zo kunnen kraamzorgaanbieders vanaf 1 april tot 1 juli een toeslag van
10% op het per verzekeraar overeengekomen tarief toepassen over de eerste 24 kraamzorguren
voor de prestatie kraamzorg per uur. Voor de kraamzorguren vanaf 24 uur geldt het
regulier afgesproken tarief. In juni zal ZN de situatie opnieuw gaan beoordelen. Dan
is de uitkomst van het NZa kostenonderzoek bekend en het effect van de coronacrisis
op de vraag naar kraamzorg zal dan ook duidelijker zijn. Met deze afspraken is voor
de periode tot 1 juli vooruitlopend op het kostenonderzoek financiële ruimte geboden
aan kraamzorgorganisaties.
Ook is afgesproken dat in juni tegen de achtergrond van het kostenonderzoek van de
NZa opnieuw gesproken gaat worden. Alle partijen spreken uit, mede gezien de financiële
situatie in de kraamzorgsector, dat als het kostenonderzoek voor bepaalde prestaties
tot hogere tarieven komt, hier vooruitlopend op het feitelijk vaststellen van deze
tarieven, in redelijkheid aan tegemoet zal worden gekomen vanaf 1 juli 2020. Daarbij
zal uiteraard in ogenschouw worden genomen dat er ook tarieven kunnen zijn die neerwaarts
bijgesteld moeten worden. Dit is nodig wanneer een situatie ontstaat dat over de tweede
helft van 2020 per saldo een hogere vergoeding voor kraamzorg plaatsvindt dan per
1 januari 2021 op grond van de nieuwe tarieven op zijn plaats zou zijn.
Daarnaast gaan verzekeraars en aanbieders met elkaar in overleg daar waar organisaties
financiële problemen ervaren.
Bo geboortezorg heeft een lijst met kraamzorgaanbieders opgesteld die signalen afgeven
dat zij in financiële problemen zijn of dreigen te komen met de huidige financiële
afspraken. De preferente zorgverzekeraar neemt proactief contact op met deze kraamzorgaanbieders.
Verder zijn afspraken gemaakt over wat nodig is om dit goede gesprek te voeren. Het
gaat dan bijvoorbeeld om documenten die door een zorgaanbieder aangeleverd worden
en de afspraak dat het geven van openheid in zaken van groot belang is.
De NZa heeft aangegeven dat de huidige tariefstructuur voor partijen zowel vanuit
technisch perspectief als op inhoud de mogelijkheid biedt om daar waar het nodig is
aanvullende maatwerkafspraken te maken. Zo kan in eerste instantie gekeken worden
naar de ruimte die er is binnen de huidig geldende maximumtarieven. In veel gevallen
is nu nog niet alle financiële ruimte benut. Mocht dit nog niet afdoende zijn kunnen
tarieven tot maximaal 10% boven de maximumtarieven worden overeengekomen (max-max
tarieven). Mocht een situatie ontstaan dat de huidig geldende tariefstructuur in individuele
gevallen toch onvoldoende ruimte biedt dan gaat de NZa, samen met VWS en zorgverzekeraars,
actief zoeken naar andere mogelijke oplossingen.
Het is van belang dat de gesprekken tussen aanbieders en verzekeraars snel tot stand
komen daar waar aanbieders financiële problemen ervaren en waar de continuïteit van
de zorg in het geding komt. De NZa zal actief toezien op het verloop van de gesprekken
tussen aanbieders en verzekeraars en bovengenoemde acties en heeft al vernomen dat
hier al concrete stappen in zijn gezet door aantal verzekeraars richting zorgaanbieders
in acute financiële nood.
Tot slot wordt ook een parallel traject ingezet waar het gaat om de coronacrisis.
De huidige coronacrisis zet namelijk extra druk op de financiële positie van kraamzorgorganisaties.
Zorgverzekeraars hebben steunmaatregelen aangekondigd aan alle zorgaanbieders.
Alle partijen hebben aangegeven zich te kunnen vinden in bovengenoemde afspraken.
Ik ga er dan ook van uit dat er de komende tijd in vertrouwen gewerkt wordt aan deze
afspraken. De continuïteit van de zorg geleverd door bevlogen kraamzorgverzorgenden
staat voorop. Het is van belang dat zwangeren en jonge gezinnen goede zorg blijven
ontvangen. Ik blijf de situatie nauwgezet volgen en zal waar nodig partijen wijzen
op hun rol en verantwoordelijkheid.
De Minister voor Medische Zorg,
M.J. van Rijn
Indieners
-
Indiener
M.J. van Rijn, minister voor Medische Zorg
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.