Brief regering : Appreciatie van het gewijzigd amendement van het lid Smeulders c.s. over het uitstellen van ontruimingen
35 431 Tijdelijke regels omtrent het kunnen verlengen van huurovereenkomsten voor bepaalde tijd (Tijdelijke wet verlenging tijdelijke huurovereenkomsten)
Nr. 32 BRIEF VAN DE MINISTER VAN BINNENLANDSE ZAKEN EN KONINKRIJKSRELATIES
            
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 15 april 2020
In het wetgevingsoverleg van 15 april 2020 over het wetsvoorstel Tijdelijke wet verlenging
                  tijdelijke huurovereenkomsten (Kamerstuk 35 431) heb ik toegezegd uw Kamer schriftelijk te informeren over de appreciatie van het
                  amendement van de leden Smeulders (GL), Nijboer (PvdA) en Beckerman (SP) met Kamerstuk
                  35 431, nr. 21). Laat ik vooropstellen dat de indieners en ik ongeveer hetzelfde doel voor ogen
                  lijken te hebben, namelijk dat in de periode van de coronacrisis zoveel mogelijk in
                  redelijkheid wordt vermeden dat mensen zonder woonruimte komen te zitten.
               
Dit amendement van de leden Smeulders (GL), Nijboer (PvdA) en Beckerman (SP) bepaalt
                  dat rechters bij alle huurcontracten geen ontruimingen mogen uitspreken die op een
                  datum vóór 1 september 2020 zijn gelegen indien de huurder in de beëindiging van de
                  huurovereenkomst niet heeft toegestemd op de grond dat hij de huur redelijkerwijs
                  niet op kan brengen.
               
Tijdens het wetgevingsoverleg van 15 april 2020 ging de discussie zowel over huisuitzettingen
                     in het algemeen als over het beëindigen van (tijdelijke) huurcontracten.
                  
In beide situaties kunnen zwaarwegende belangen spelen voor de verhuurder die maken
                     dat hij niet in de gelegenheid kan zijn om deze huurders in hun woning te laten wonen
                     en die maken dat de woning weer beschikbaar moet komen voor de verhuurder. Ik heb
                     in de memorie van toelichting van het wetsvoorstel de balans geschetst die ik hierin
                     zie, waarbij ik het wenselijk vind om de toetsing van de rechter van geval tot geval
                     te laten plaatsvinden. Hoewel de gedachte achter het amendement mij sympathiek voorkomt
                     ben ik van mening dat aanvaarding van het amendement de genoemde balans verstoort.
                  
Het amendement laat een uitspraak door de rechter over beëindiging van de huur bij
                     het niet kunnen opbrengen van de huur toe, maar over de ontruiming van de woning niet.
                     Ontruiming kan in sommige gevallen echter wel nodig zijn om materieel invulling te
                     geven aan de weging die de rechter heeft gemaakt ten aanzien van de continuïteit van
                     de verhuurder. De rechter bepaalt gelijktijdig bij die uitspraak een hierbij passend
                     moment van ontruiming. Ik wil ook voor die afweging graag de ruimte houden voor de
                     rechter. Om deze redenen ontraad ik het amendement.
                  
De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,
                  K.H. Ollongren
Ondertekenaars
- 
              
                  Eerste ondertekenaar
K.H. Ollongren, minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties