Brief regering : Tegemoetkoming ondernemers getroffen sectoren en aanvullende maatregelen op het gebied van financiering voor bedrijven
35 420 Noodpakket banen en economie
Nr. 16
BRIEF VAN DE MINISTER VAN ECONOMISCHE ZAKEN EN KLIMAAT EN DE STAATSSECRETARISSEN
VAN ECONOMISCHE ZAKEN EN KLIMAAT EN VAN FINANCIËN
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 7 april 2020
Het coronavirus heeft de wereld en Nederland in zijn greep. De eerste prioriteit van
het kabinet ligt uiteraard bij de gezondheid van de bevolking, en een goed functionerende
gezondheidszorg. De impact van het virus is enorm – en heeft ingrijpende gevolgen
voor de economie. Delen van het werk zijn stilgevallen, hele sectoren moeten tijdelijk
hun deuren sluiten, zelfstandigen zien opdrachten wegvallen en werknemers zitten in
onzekerheid thuis.
Op 17 maart jl. heeft het kabinet het noodpakket banen en economie aangekondigd en
heeft uw Kamer hierover geïnformeerd.1 Om de economie zoveel mogelijk draaiende te houden, vragen we van bedrijven zoveel
mogelijk mensen aan het werk te houden – ook mensen met een flexibel contract. Om
zo snel mogelijk duidelijkheid te kunnen verschaffen over de verschillende maatregelen
binnen het noodpakket, informeert het kabinet uw Kamer via afzonderlijke brieven.
De stand van zaken van de verschillende maatregelen die in het pakket zijn aangekondigd
is momenteel als volgt:
• Tijdelijke Noodmaatregel Overbrugging voor Werkbehoud (NOW). Het kabinet heeft dinsdag 31 maart richting uw Kamer gecommuniceerd over de contouren
van de maatregel (Kamerstuk 35 420, nr. 8). De maatregel is door de Minister van SZW vastgesteld in een ministeriële regeling
die gelijktijdig aan uw Kamer is gezonden. Het loket bij UWV is op 6 april geopend.
• Tijdelijke Overbruggingsregeling Zelfstandig Ondernemers. Het kabinet heeft vrijdag 27 maart richting uw Kamer gecommuniceerd over de contouren
van de regeling (Kamerstuk 35 420, nr. 11). Over enkele weken ontvangt uw Kamer een algemene maatregel van bestuur. Op basis
van de contouren die reeds bekend zijn kunnen gemeenten al beginnen met het verwerken
van aanvragen.
• Compensatiemaatregel eigen bijdrage kinderopvang. Het kabinet heeft 20 maart gecommuniceerd over de eerste contouren van de maatregel,
waarbij ouders gecompenseerd worden voor hun eigen bijdrage tot de maximum uurprijs.
Het kabinet streeft ernaar om op zo kort mogelijke termijn nadere duidelijkheid te
geven over de vorm van de compensatie en wanneer die wordt uitgekeerd. De maatregel
geldt vooralsnog tot 28 april maar kan indien nodig verlengd worden.
• Tegemoetkoming Ondernemers Getroffen Sectoren COVID-19 (Noodloket). Het kabinet heeft op vrijdag 27 maart gecommuniceerd over de maatregel. Daarbij is
de regeling aan uw Kamer gezonden. Het loket is inmiddels open.
• BMKB, GO, Qredits, Borgstelling Landbouw. De BMKB is open onder de nieuwe voorwaarden sinds 16 maart. Sinds 27 maart jl. is
de aangekondigde verruiming van de GO eveneens open. Voor Qredits geldt dat aanvragen
voor uitstel tot aflossing inmiddels kunnen worden ingediend. De borgstelling landbouw
is sinds woensdag 18 maart open en inmiddels ook bij de grote banken operationeel.
• Bijzonder uitstel van betaling. Ondernemers kunnen sinds 12 maart bijzonder uitstel van betaling krijgen voor de
inkomstenbelasting, vennootschapsbelasting, omzetbelasting (btw) en loonbelasting
als zij door de coronacrisis in betalingsproblemen zijn gekomen. Uitstel kan worden
aangevraagd nadat er aangifte is gedaan en de ondernemer een aanslag heeft ontvangen.
Op 17 maart zijn de voorwaarden voor het aanvragen van uitstel van betaling verder
versoepeld. Ondernemers krijgen sindsdien bij een aanvraag meteen uitstel van betaling
voor een periode van drie maanden. Voor uitstel langer dan drie maanden zal de Belastingdienst
om aanvullende informatie vragen.
• Schrappen verzuimboete betalingsverzuim. Als een ondernemer in verband met de coronacrisis uitstel van betaling vraagt voor
een naheffingsaanslag omzetbelasting of loonbelasting, zorgt de Belastingdienst er
ook voor dat een eventuele bij de aanslag opgelegde boete voor een betalingsverzuim
wordt geschrapt.
• Tijdelijke verlaging belasting- en invorderingsrente. Het percentage voor de invorderingsrente is per 23 maart verlaagd naar 0,01%. Dit
geldt niet alleen voor een belastingschuld waarvoor bijzonder uitstel van betaling
wordt gevraagd, maar voor alle belastingschulden. Ook het percentage voor de belastingrente
wordt verlaagd. Daarbij geldt om uitvoeringstechnische redenen dat dit ingaat vanaf
1 juni 2020. De enige uitzondering hierop vormt de tijdelijke verlaging van het percentage
van de belastingrente in de inkomstenbelasting, die zal ingaan vanaf 1 juli 2020.
De Belastingdienst rekent per de aangegeven data met de nieuwe percentages. Belastingplichtigen
hoeven daar niets voor te doen.
• Verminderen voorlopige aanslagen inkomstenbelasting en vennootschapsbelasting. Ondernemers die een voorlopige aanslag inkomstenbelasting of vennootschapsbelasting
2020 hebben ontvangen en nu een lagere winst verwachten, kunnen deze wijzigen zodat
zij direct minder belasting betalen. Ondernemers die helemaal geen winst meer verwachten
te halen, krijgen de belasting die zij voor dit jaar al betaald hebben daarna direct
terug. In aanvulling hierop is op 2 april jl. een aantal aanvullende maatregelen getroffen.
Deze brief strekt ertoe uw Kamer nader te informeren over de beleidsregel Tegemoetkoming
ondernemers getroffen sectoren (TOGS), in verband met de gevolgen van ontwikkelingen
in de economie voor de reikwijdte van de beleidsregel. We gaan tevens in op een aantal
specifieke gevolgen van de coronacrisis voor de detailhandel en de horeca. Tot slot
kondigen we met deze brief een aantal aanvullende maatregelen aan om ondersteuning
te bieden aan andere bedrijven die te maken hebben met de gevolgen van de coronacrisis.
Tegemoetkoming ondernemers getroffen sectoren
Op vrijdag 27 maart jl. informeerden wij uw Kamer over de Tegemoetkoming Ondernemers
Getroffen Sectoren (TOGS).2 Deze maatregel is een tegemoetkoming in de vorm van een belastingvrije gift van 4.000
euro voor ondernemers in sectoren die direct zijn getroffen door kabinetsmaatregelen
ter bestrijding van het coronavirus. De regeling voorziet in een behoefte: inmiddels
zijn meer dan 70.000 aanvragen ingediend en is inmiddels circa 58 miljoen euro toegekend.
Het doel van de TOGS is om ondernemers, die een dominant effect zien op hun bedrijfsvoering
door het wegblijven van de consument als direct gevolg van de kabinetsmaatregelen,
snel ondersteuning te bieden in de dekking van hun vaste kosten, zoals de huur van
een bedrijfspand. Bij de oprichting is aangegeven dat indien blijkt dat deze maatregel
niet toereikend is, in een latere fase besloten kan worden om meer sectoren voor de
eenmalige tegemoetkoming in aanmerking te laten komen. In eerste instantie is bij
het bepalen van de doelgroep gekeken naar sectoren die direct getroffen waren door
de volgende drie overheidsmaatregelen: gedwongen sluiting van bepaalde bedrijven,
het verbod op het organiseren van bijeenkomsten en evenementen en het negatieve reisadvies
van het Ministerie van Buitenlandse Zaken.
Na analyse van de sinds vrijdag 27 maart gedane aanvragen voor de TOGS en de recente
acute, negatieve ontwikkelingen van de winkelomzetten, heeft het kabinet zaterdag
28 maart 2020 aangekondigd dat ondernemers in de non-food retail (inclusief non-food
markthandel) vanaf 30 maart 2020 ook aanspraak kunnen maken op de eenmalige tegemoetkoming,
mits ze aan de overige gestelde vereisten voldoen. Ondernemers in de sector non-food
retail kunnen weliswaar openblijven, maar zien hun inkomsten sterk teruglopen als
direct gevolg van de kabinetsaanwijzing om 1,5 meter afstand te houden en zoveel mogelijk
thuis te blijven. Het betreft eveneens bedrijven die direct getroffen worden door
het wegblijven van consumenten als gevolg van de kabinetsaanwijzingen.
Bij deze brief gaat de aangevulde lijst van SBI-codes van in aanmerking komende sectoren.
Naast de verwerking van bovengenoemd besluit, wordt voorzien in een aanvulling met
een aantal sectoren3 verdeeld in drie modules, waarvan gegeven de huidige economische ontwikkelingen aannemelijk
is dat deze ook direct door de kabinetsmaatregelen zijn getroffen, zoals kampeerterreinen,
monumentenzorg (uitbating van monumentale panden), vervoer per taxi, dierentuinen
en fysiotherapeuten.
Voor bepaalde sectoren geldt dat er andere regelingen voor in werking zijn gesteld,
bijvoorbeeld voor de zorgaanbieders wordt door de zorgverzekeraars een continuïteitsbijdrage
verstrekt, of worden er afspraken gemaakt met zorgkantoren en gemeenten. Om overlap
tussen de regelingen te voorkomen, wordt er aan zorgondernemers een extra verklaring
gevraagd waaruit blijkt in hoeverre de omzetuitval en personeelskosten reeds vergoed
zijn via deze continuïteitsbijdrage.
De nieuwe codes worden toegevoegd aan de beleidsregel en worden ook gepubliceerd op
de website van de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO). De uitbreiding van
de lijst met ondernemingen in sectoren die voor tegemoetkoming in aanmerking komen
zorgt naar verwachting voor een toename van het benodigde budget met circa 1 miljard
euro ten opzichte van de oorspronkelijke beleidsregel (d.d. 27 maart 2020) en de toevoeging
van non-food retail (d.d. 28 maart jl.). RVO streeft ernaar om aanvragen van aanvullende
sectoren vanaf woensdag 15 april 2020 mogelijk te maken. Alle inspanningen zijn erop
gericht om ervoor te zorgen dat getroffen ondernemers de tegemoetkoming zo snel als
mogelijk ontvangen.
Toelichting vestigingsvereiste
De regeling is bedoeld als tegemoetkoming van omvangrijke vaste lasten, anders dan
personeelslasten. Daarom richt de regeling zich op ondernemers die daadwerkelijk beschikken
over een fysieke vestiging of fysieke productiemiddelen, die los staan van de eigen
woning, die essentieel zijn voor de uitoefening van de bedrijfsactiviteiten, en zorgen
voor omvangrijke, periodiek terugkerende vaste lasten. Daarom moet de onderneming
op een ander adres staan ingeschreven dan het huisadres. Echter, in sommige sectoren,
bijvoorbeeld in de sfeer van persoonlijke dienstverlening, is sprake van significante
bedrijvigheid vanuit de eigen woning door sommige ondernemingen, terwijl er daarnaast
andere ondernemingen zijn met meer grootschalige dienstverlening vanuit een fysieke
vestiging met omvangrijke periodieke vaste lasten, terwijl de ondernemer staat ingeschreven
op het huisadres. Dit geldt bijvoorbeeld in de sectoren haarverzorging en schoonheidsverzorging,
maar bijvoorbeeld ook voor de houder van een manege op het eigen erf. Om de ondernemers
met omvangrijke periodieke vaste lasten in aanmerking te laten komen voor de TOGS,
zal er van hen een aanvullende verklaring worden gevraagd, waaruit moet blijken dat
de bedrijfsactiviteiten van de aanvrager een zekere minimale omvang hebben. Kappers
waarbij de onderneming staat ingeschreven op een ander adres dan het woonadres, komen
dus automatisch in aanmerking voor de tegemoetkoming, waar collega’s die ingeschreven
staan op het huisadres pas in aanmerking komen als blijkt uit de verklaring dat zij
omvangrijke bedrijfsactiviteiten hebben.
Daarnaast zijn er sectoren, waarbij het kenmerkend is dat ondernemers een fysieke
inrichting of fysieke productiemiddelen hebben buiten de woning. Voor deze sectoren
is zo’n minimale omvang geen noodzakelijk criterium. Een voorbeeld zijn de auto- en
motorrijschoolhouders die veelal op hun huisadres geregistreerd staan maar omvangrijke
lasten dragen voor hun lesvoertuig(en).
Op deze manier, met op de sector toegesneden criteria, en waar nodig een eigen verklaring
van de ondernemer, wordt het oogmerk van de regeling bereikt met behoud van geautomatiseerde
verwerking.
Beoordeling bij afwijkende SBI-code
Ondernemers die, op basis van hun hoofdactiviteit, menen in aanmerking te komen voor
een tegemoetkoming, maar zien dat zij geregistreerd staan onder een verkeerde SBI-code,
kunnen dit melden bij RVO. RVO zal deze verzoeken dan per geval bekijken op redelijkheid
en billijkheid, dan wel toetsen aan de economische activiteit waarmee de onderneming
in het Handelsregister staat ingeschreven. Tegelijkertijd zullen er gevallen zijn
die zich aan deze logica onttrekken. Ook zullen er aanvragen worden afgewezen, terwijl
het gevoel naar toekenning uitgaat. Echter, de enige manier om zo veel mogelijk rechthebbenden
in deze crisis snel van een tegemoetkoming te voorzien, is deze geautomatiseerd, langs
eenvoudige beslisregels toe te kennen. Individuele beoordeling is in de gegeven tijdspanne,
en gezien de verwachte aantallen, geen haalbare kaart. Het kabinet hecht er zeer aan
dat de tegemoetkoming bij de ondernemers terecht komt die er recht op hebben. Daarom
zal er achteraf gecontroleerd worden of er geen misbruik is van de regelingen is geweest.
Tot slot moet worden opgemerkt dat deze tegemoetkoming dient om acute liquiditeitsproblemen
als gevolg van het doorlopen van vaste lasten voor (mkb) ondernemers te verzachten.
Wij beseffen en willen ook benadrukken dat enkel deze tegemoetkoming geenszins voldoende
zal zijn om de gevolgen van de coronacrisis voor alle ondernemers te mitigeren. Het
kabinet heeft tot een breed pakket aan maatregelen besloten om ondernemers en bedrijven
op verschillende manieren te ondersteunen, met bijvoorbeeld een voorziening gericht
op het doorbetalen van lonen aan werknemers, een regeling voor ZZP-ers, het vergemakkelijken
van kredietverstrekking door de banken en de overige maatregelen zoals hierboven beschreven.
Het is dus goed mogelijk dat ondernemers die weliswaar niet in aanmerking komen voor
de TOGS, wel een beroep kunnen doen op andere regelingen.
Aanvullende gesprekken met horeca en detailhandel
Met de aanvullende maatregel maakt het kabinet de TOGS bereikbaar voor meer ondernemers,
het is daarbij van belang is dat iedereen in de keten zijn verantwoordelijkheid neemt.
In dat verband hebben wij gesprekken gevoerd met vastgoedeigenaren en ondernemers
in de detailhandel en brouwers en ondernemers in de horeca over de gevolgen van het
coronavirus. Inzet is om met elkaar te kijken hoe de pijn in de sector evenredig kan
worden verdeeld. Voor de detailhandel hebben huurders en verhuurders van winkelruimte
een brede oproep gedaan aan alle partijen om tot 20 april de huur op te schorten en
de ruimte die daardoor ontstaat te gebruiken om gezamenlijk tot maatwerkoplossingen
te komen. Ook de brouwers en de horeca zijn in overleg over de verdeling van de lasten.
Wij blijven deze ontwikkelingen volgen en aandringen op een evenredige verdeling van
met name de huurlasten tussen partijen. Voor het geval partijen niet tot redelijke
oplossingen komen zullen nadere stappen worden overwogen.
Vooral kleine winkeliers zonder veel reserves hebben het nu zwaar. Een peiling onder
non-foodwinkeliers laat zien dat een ruime meerderheid van de winkeliers enthousiast
is over een regeling om de uitverkoop pas na 1 juli te starten. Brancheorganisaties
kunnen een goede rol spelen door hier richting aan te geven. Op onze steun kunnen
ze rekenen. We laten onderzoeken op welke mogelijkheden we het tegengaan van massale
kortingsacties voor 1 juli kunnen ondersteunen.
Aanvullende maatregelen voor financiering bedrijven
Het kabinet heeft in de Kamerbrieven van 12 maart jl.4 en 17 maart jl.5 een eerste pakket maatregelen aangekondigd voor burgers en bedrijven die getroffen
zijn door de economische gevolgen van de coronaproblematiek. Veel bedrijven worden
hierdoor geholpen. Er zijn echter ook bedrijven met liquiditeitsproblemen waarvoor
deze maatregelen geen oplossing bieden. Dit zijn de (middel)grote bedrijven of de
(extern) eigen vermogen gefinancierde bedrijven die niet bij een bank terecht kunnen,
waaronder innovatieve bedrijven en startups en scale-ups, die aan de basis staan van
de economische ontwikkeling van Nederland.
Door de coronacrisis worden mkb en (middel)grote ondernemingen uit diverse sectoren
direct dan wel indirect hard getroffen, doordat bijvoorbeeld goederen niet uitgeleverd
kunnen worden of productielijnen stilvallen door een gebrek aan onderdelen. Ook kunnen
ondernemingen fors geraakt worden door vraaguitval. De inkomsten van bedrijven vallen
dan grotendeels weg en de liquiditeitsbehoefte bij ondernemingen zal de komende tijd
dan ook van een grote omvang zijn. Hierdoor ontstaan liquiditeitsproblemen, ook bij
in principe economisch gezonde (middel)grote ondernemingen.
De coronacrisis heeft ook een grote negatieve impact op het startup-ecosysteem: uit
een inventarisatie van TechLeap.NL blijkt dat 55% van de bedrijven de vraag ziet wegvallen
door het wegvallen van bestaande klanten of het wegblijven van nieuwe klanten. Het
ophalen van de benodigde, nieuwe financiering is voor deze groep onder de huidige
omstandigheden een probleem, te meer omdat startups en scale-ups en andere non-bancair
gefinancierde bedrijven geen of slechts beperkt gebruik kunnen maken van de eerder
door het kabinet aangekondigde maatregelen die gericht zijn op met vreemd vermogen
gefinancierde bedrijven. Als we in Nederland deze bedrijven die van belang zijn voor
ons huidige en toekomstige verdienvermogen en innovatiekracht overeind willen houden,
zijn dus ook aanvullende maatregelen voor startups en scale-ups en non-bancair gefinancierde
bedrijven nodig. Uitgangspunt daarbij is dat het kabinet in de kern gezonde bedrijven
ondersteunt.
Verschillende partijen, waaronder ondernemers, financiers, TechLeap.NL, provincies,
Regionale Ontwikkelingsmaatschappijen (ROM’s), de Stichting MKB-Financiering, de Nederlandse
Vereniging van Banken, de Nederlandse Vereniging van Participatiemaatschappijen, Invest-NL
en de Dutch Startup Association, hebben hierover signalen afgegeven. Het kabinet heeft
daarom besloten tot een aanvullend pakket van economische maatregelen, met oog op
deze doelgroep.
1. Een coronamodule in de GO-regeling.
Met de Garantie Ondernemersfinanciering (GO) helpt EZK zowel het mkb als (middel)grote
bedrijven door middel van een garantie op bankleningen en bankgaranties. Inmiddels
is het garantiebudget van de GO verhoogd van 400 euro miljoen naar 1,5 miljard euro
en tevens de GO-faciliteit per onderneming verhoogd van 50 miljoen euro naar 150 miljoen
euro. Echter, in de huidige extreme omstandigheden is de GO, met een garantiepercentage
van 50% en een garantieplafond van 1,5 miljard euro, niet toereikend om de kredietverlening
van de banken aan (middel) grote bedrijven op gang te houden. Daarom heeft het kabinet
besloten tijdelijk een corona-module voor garantie op bankleningen aan de GO-regeling
(GO-C) toe te voegen.6 Dit in lijn met de ruimte die het tijdelijk staatssteunkader (TSSK) van de Europese
Commissie daarvoor biedt. Het garantiepercentage van GO-C zal 80% (voor grootbedrijf
met omzet vanaf 50 miljoen euro), respectievelijk 90% (voor mkb-ondernemingen met
omzet tot 50 miljoen euro) bedragen en het totale garantieplafond voor de GO wordt
verhoogd naar 10 miljard euro. GO-C leningen hebben een maximale looptijd van drie
jaar. Voor een garantiebudget van 10 miljard euro en de aanname van een jaarlijks
schadepercentage van 4% is een minimale kasbuffer van 1 miljard euro noodzakelijk
en beschikbaar gesteld voor het opvangen van verliesdeclaraties.
De GO is anders van opzet dan de BMKB, mede omdat BMKB is een first loss-regeling is. Dit betekent dat de opbrengsten bij een eventuele uitwinning bij de
BMKB eerst naar de financier gaan, en alleen wat resteert aan de Staat toekomt. Bij
de GO deelt de Staat naar rato met de bank in de zekerheden bij een eventueel faillissement.
Ruim 75% van de GO-aanvragen betreft mkb-ondernemingen (<250 FTE) en de GO richt zich
verder op (middel)grote ondernemingen. Het kabinet is in overleg met de banken over
hoe kan worden gezorgd dat de GO-C module zo snel mogelijk na goedkeuring van de Europese
Commissie in werking kan worden gesteld. Vanwege de grote urgentie zal deze module
onder voorwaarden en mits goedgekeurd door de Europese Commissie ook toepasbaar zijn
op kredieten die vanwege de geschetste problemen vanaf 24 maart 2020 tot de datum
van inwerkingtreding van de regeling zijn verstrekt. Zoals aangegeven in de brief
van 17 maart jl. committeert het kabinet alle garantieruimte te verstrekken die nodig
is, zodat bedrijven met een gezond toekomstperspectief aan voldoende financiering
kunnen blijven komen.
2. Fonds voor overbruggingskredieten voor non-bancair gefinancierde bedrijven
Een brede groep bedrijven wordt met eigen vermogen of risicodragend vermogen gefinancierd.
Dat zijn onder andere startups en scale-ups, waarbij de verwachting is dat naast de
behoefte aan overbruggingskrediet ook eigen vermogen een rol zal spelen. Daarnaast
er is ook veel non bancair gefinancierd mkb dat over jaren gefinancierd is door bijvoorbeeld
ingehouden winst. Deze bedrijven hebben doorgaans wel een gezonde balans, maar hebben
geen bankrelatie en kunnen momenteel – als gevolg van de coronacrisis – moeilijk bij
de bank terecht voor een overbruggingskrediet omdat banken zich nu richten op bestaande
klanten. Het kabinet zal overbruggingskredieten toegankelijk maken voor deze door
de coronacrisis getroffen bedrijven. De Regionale ontwikkelingsmaatschappijen (ROM’s)
zullen op verzoek van het kabinet deze kredieten verstrekken. Het kabinet stelt hiervoor
als eerste tranche 100 mln. euro ter beschikking. Via de vereiste cofinanciering bij
de grotere overbruggingskredieten vanuit o.a. de bestaande ROM-fondsen (waarvan de
verschillende provincies ofwel meerderheidsaandeelhouder dan wel enig aandeelhouder
zijn) is er al sprake van provinciale cofinanciering. Er is intensief contact met
de provincies over hoe de financiële slagkracht vergroot kan worden. Deze maatregel
wordt aan de Europese Commissie voorgelegd en de verwachting is dat deze dan in de
vierde week van april toegankelijk zal zijn.
3. Kleinere non-bancair gefinancierde bedrijven
Qredits verstrekt kredieten tot 250.000 euro aan kleine bedrijven die niet bij een
bank terecht kunnen. In de Kamerbrief over het noodpakket voor banen en de economie
van 17 maart jl. heeft het kabinet aangekondigd Qredits financieel te ondersteunen,
zodat Qredits uitstel van aflossing kan verstrekken met rentekorting aan kleine ondernemers
die door de coronacrisis zijn geraakt. Qredits heeft aangegeven dat zij graag haar
doelgroep ook wil voorzien van een overbruggingskrediet tegen een lagere rente. Hiervoor
heeft Qredits aanvullende bijdrage van 25 miljoen euro nodig. De uitwerking hiervan
zal samen met het fonds voor non-bancair gefinancierde bedrijven ter hand genomen
worden.
4. Verlaging premie BMKB coronamodule en ophogen garantiebudget
Banken en ondernemers hebben de overheid gevraagd of de BMKB-provisie van de coronamodule van 3,9% verlaagd kan worden. Dit is tevens aan de orde
gekomen in recente debatten over de coronacrisis. De Minister van Financiën heeft
over de reductie van de BMKB-premie aangegeven dat in overleg met EZK naar de mogelijkheden
zal worden gekeken. Het kabinet heeft besloten om de premie te verlagen naar 2%, waarbij
rekening is gehouden met staatssteunregels en de maximale hoogte van het leenbedrag.
Die bepalen mede of de staatssteun onder de zogenaamde toegestane de-minimisdrempel
blijft. Met deze verlaging wordt financiering toegankelijker voor ondernemers. Daarbij
moet worden benadrukt dat banken ook goed dienen te blijven kijken naar de eigen kosten
die zij in rekening brengen bij de klanten en of die reëel zijn.
Daarnaast wordt op basis van de verwachte benutting van de BMKB het garantiebudget
van de BMKB verhoogd van de beschikbare 765 miljoen euro naar 1,5 miljard euro. Samenhangend
met deze verhoging en inclusief de gevolgen van de premieverlaging wordt aanvullend
in totaal wordt aanvullend 180 miljoen euro ter beschikking gesteld voor het opvangen
van de verwachte verliesdeclaraties.
5. Opschorten uitfasering Groeifaciliteit (GF) met 1 jaar tot 1 juli 2021
Vanwege de coronaproblematiek wordt de geplande uitfasering van de Groeifaciliteit
met één jaar opgeschort tot 1 juli 2021. Met de Groeifaciliteit krijgt de financier
van een onderneming 50% overheidsgarantie op achtergestelde leningen en op aandelen
van participatiemaatschappijen. Opschorting is nodig om de doelgroep tijdens de coronacrisis
te blijven helpen met het aantrekken van financiering. In de Kamerbrief van 15 februari
2018 over Invest-NL was aangekondigd de Groeifaciliteit uit te faseren per 1 juli
2020, omdat de doelen via Invest-NL gerealiseerd kunnen worden. Momenteel is Invest-NL
bezig met een alternatief gericht op snelgroeiende innovatie bedrijven. Echter voor
de andere doelen van de Groeifaciliteit (zoals balansversterking, reorganisatie) is
Invest-NL nog niet up-and running. De verlenging kan binnen de huidige garantiebudget
worden gerealiseerd
6. Uitstel van betaling Vroege Fase Financiering (VFF) en Innovatiekrediet (IK)
De overheid verstrekt via de VFF en het IK leningen aan innovatieve en startende ondernemers.
Door de coronacrisis getroffen ondernemers kunnen uitstel van aflossing en rentebetaling
verkrijgen voor een periode van zes maanden (van 1 april jl. tot 1 oktober). Tevens
wordt voor de VFF de rente voor deze periode opgeschort.
7. Openstellen coronamodule BMKB voor niet-bancaire financiers.
Non-bancaire financiers zijn inmiddels een belangrijk distributiekanaal voor financiering
van mkb. Daarom kunnen non-bancaire financiers zich accrediteren om hun bestaande
klanten te financieren onder de coronamodule van de BMKB. Voor de coronamodule is
een verkort schriftelijk accreditatie proces ingericht. Als niet bancaire financiers
een keurmerk van Stichting MKB-Financiering kan dat de accreditatie vereenvoudigen.
8. Herverzekering van kortlopende kredietverzekeringen
Veel bedrijven zoals winkels en horecazaken uit het mkb-segment worden bevoorraad
op basis van leverancierskrediet. Dit wordt mogelijk gemaakt doordat de kortlopende
– doorgaans dertig of zestig dagen – betalingstermijnen worden verzekerd door kredietverzekeraars.
Op jaarbasis wordt op deze wijze ruim 200 miljard euro aan leveringen mogelijk gemaakt
tussen Nederlandse leveranciers en hun afnemers, waarvan ongeveer 30% binnen Nederland.
Indien, zoals in de huidige omstandigheden, de betalingsrisico’s toenemen, kunnen
en moeten de verzekeraars hun posities snel afbouwen door de toegekende verzekeringslimieten
op bedrijven te verlagen of geheel in te trekken. Zonder overheidsingrijpen zal dat
voor door de coronacrisis getroffen bedrijven en sectoren op korte termijn gebeuren,
waarmee de leveringen aan 75.000 bedrijven tot stilstand dreigen te komen en vele
faillissementen en een groot verlies aan werkgelegenheid dreigen. Het Ministerie van
Financiën werkt daarom aan een herverzekering voor het hele jaar 2020 die snel in
werking moet treden waardoor kredietverzekeraars niet genoodzaakt zijn op korte termijn
hun limieten terug te brengen. De garantie vanuit de Staat die hiervoor nodig is zal
naar huidige inschatting circa 12 miljard euro bedragen. Een dergelijke garantie kan
gezien de verslechterde risico’s niet kostendekkend worden ingevoerd. De te verwachten
schade voor de Staat bedraagt naar huidige inzichten ongeveer 1 miljard euro, maar
dit wordt nog onderzocht door externe adviseurs.
De details voor de herverzekeringsovereenkomst, waaronder maatregelen om de belangen
van de Staat gelijk te laten vallen met die van de verzekeraars en de hoogte en vormgeving
van de kostenvergoeding voor de verzekeraars, worden nog nader uitgewerkt. Voor deze
maatregel moet bovendien goedkeuring worden verkregen van de Europese Commissie. In
omringende landen zijn soortgelijke maatregelen in voorbereiding. Deze maatregel zal
worden verantwoord op de begroting van het Ministerie van Financiën (IX) onder het
begrotingsartikel voor exportkredietverzekeringen (artikel 5) als nieuwe garantie.
De budgettaire gevolgen en het invoeren van de benodigde nieuwe garantie zullen, tegelijk
met deze Kamerbrief, in een incidentele suppletoire begroting vanuit het Ministerie
van Financiën aan uw Kamer worden voorgelegd vergezeld van een ingevuld garantiekader
risicoregelingen. Zodra de details zijn uitgewerkt en toestemming van de Europese
Commissie is verkregen zal uw Kamer nader worden geïnformeerd. Gezien de toenemende
druk op verzekeraars en de betrokken bedrijven is het echter van belang nu al duidelijk
te maken dat aan een oplossing wordt gewerkt. Met deze aankondiging blijft er vertrouwen
in de verschaffing van leverancierskrediet. Het is het kabinet er immers veel aan
gelegen te voorkomen dat mensen en bedrijven de dupe worden van de coronacrisis.
De mogelijkheden voor bedrijven om gebruik te maken van de exportkredietverzekering
zijn op een aantal manieren verruimd door het verruimen van voorwaarden en het versnellen
van processen. Een volledig overzicht van de aanpassingen is te vinden op de website
van Atradius DSB.7
Overig
De Europese Commissie heeft aanpassingen voorgesteld voor het betalen van voorschotten
op subsidies in het kader van het Gemeenschappelijk Landbouwbeleid (GLB). De aanpassingen
aan de Uitvoeringsverordening betreffen een verhoging van 50% naar 70% van de standaardpercentages
voor de voorschotbetalingen van de directe inkomenssteun van het GLB en een verhoging
van 75% naar 85% van de standaardpercentages voor het Agrarisch Natuurbeheer (ANLb).
Daarnaast mogen voorschotbetalingen gedaan worden zonder dat alle fysieke controles
hebben plaatsgevonden, al moeten de administratieve controles wel zijn afgerond. De
vroegst mogelijke datum van de uitbetaling van de voorschotten blijft staan op 16 oktober.
Het kabinet vindt deze aanpassingen een stap in de goede richting, maar ontoereikend
om de Nederlandse boeren te helpen om hun liquiditeitsproblemen tijdig te overbruggen.
Omdat veel boeren nu liquiditeitsproblemen hebben of snel zullen gaan krijgen, is
het essentieel dat zo vroeg mogelijk betalingen kunnen worden gedaan. Het kabinet
wil daarom vanaf 1 juli kunnen betalen, zo spoedig mogelijk nadat de aanvragen voor
de directe inkomenssteun binnen zijn. Daarnaast zou het kabinet graag zien dat het
percentage voor de voorschotbetalingen van de directe inkomenssteun wordt verhoogd
naar 80%. Veel lidstaten delen de Nederlandse wensen.
Het kabinet werkt nu ook een nationale maatregel uit om boeren toch in juli te laten
beschikken over de GLB-inkomenssteun.
Tot slot
Niet alleen overheden treffen maatregelen om het bedrijfsleven te ondersteunen. Verschillende
partijen (de ROM’s, Invest-NL en TechLeap.NL) werken aan een gezamenlijk programma
gericht op de verstrekking van overbruggingskrediet in de vorm van (converteerbare)
leningen aan innovatieve start- en scale-ups.
Het kabinet beoogt met deze nieuwe maatregelen een bijdrage te leveren aan het overbruggen
van de moeilijke positie waarin het bedrijfsleven verkeert om zo snel mogelijk na
de crisis de draad weer op te kunnen pakken. Het kabinet monitort voortdurend hoe
het pakket van generieke maatregelen voor diverse economische actoren uitwerkt. Zo
zijn enkele van deze maatregelen niet toepasbaar voor sommige sectoren – de NOW verhoudt
zich bijvoorbeeld niet tot seizoensarbeid, die onder meer kenmerkend is voor de sierteelt.
Het kabinet werkt op dit moment aan oplossingen voor knelpunten in de liquiditeits-
en kostenkant in specifieke sectoren.
De Minister van Economische Zaken en Klimaat,
E.D. Wiebes
De Staatssecretaris van Economische Zaken en Klimaat,
M.C.G. Keijzer
De Staatssecretaris van Financiën,
J.A. Vijlbrief
Indieners
-
Indiener
E.D. Wiebes, minister van Economische Zaken en Klimaat -
Medeindiener
M.C.G. Keijzer, staatssecretaris van Economische Zaken en Klimaat -
Medeindiener
J.A. Vijlbrief, staatssecretaris van Financiën