Brief regering : Reactie op het verzoek het lid Bosma, gedaan tijdens de Regeling van Werkzaamheden van 11 maart 2020, over de excuses die de Koning heeft gemaakt aan Indonesië
26 049 Indonesië
Nr. 86 BRIEF VAN DE MINISTER VAN BUITENLANDSE ZAKEN
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 2 april 2020
In het ordedebat van 11 maart jl. (Handelingen II 2019/20, nr. 62, Regeling van Werkzaamheden)
verzocht het lid Bosma (PVV) om een brief van de Minister-President over de excuses
die Z.M. de Koning heeft gemaakt aan Indonesië. Aan dit verzoek voldoe ik hierbij,
mede namens de Minister-President.
Op 10 maart 2020 heeft de Koning stilgestaan bij het feit dat in de jaren na de Proklamasi, de Indonesische onafhankelijkheidsverklaring, een pijnlijke scheiding van onze landen
volgde die aan velen het leven heeft gekost. Daarbij heeft hij, in navolging van eerdere
uitspraken van de regering, spijt en excuses uitgesproken voor geweldsontsporingen
van Nederlandse zijde, in de jaren 1945–1949. De Koning deed dit in aanwezigheid van
de Indonesische president Joko Widodo in het presidentiële paleis in Bogor, tijdens
het staatsbezoek aan Indonesië.
Voor de verklaring van de Koning geldt uiteraard de ministeriële verantwoordelijkheid.
De regering hecht aan een zorgvuldige omgang met het verleden. Het betreft een bewogen
periode die voor veel emoties zorgt bij alle betrokkenen.
De Minister van Buitenlandse Zaken, S.A. Blok
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
S.A. Blok, minister van Buitenlandse Zaken