Brief regering : Effecten corona op Caribische delen van het Koninkrijk
35 420 Noodpakket banen en economie
Nr. 5 BRIEF VAN DE MINISTERS VAN BINNENLANDSE ZAKEN EN KONINKRIJKSRELATIES, VAN ECONOMISCHE
ZAKEN EN KLIMAAT, VAN FINANCIËN EN DE STAATSECRETARISSEN VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID,
VAN ECONOMISCHE ZAKEN EN KLIMAAT EN VAN FINANCIËN
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 25 maart 2020
Net als in het Europese deel van Nederland zijn er ook in de Caribische delen van
het Koninkrijk grote zorgen over de effecten van het coronavirus. Ook op Aruba, Curaçao,
Sint Maarten, Bonaire, Sint Eustatius en Saba geldt de nieuwe werkelijkheid van tot
stilstand gekomen bedrijvigheid. Voor de Caribische delen van het Koninkrijk geldt
bovendien dat het nagenoeg stilleggen van vliegverkeer en cruisetoerisme grote economische
gevolgen zal hebben. De gevolgen voor kleinschalige samenlevingen die zwaar leunen
op toerisme is enorm.
Binnen de autonomie van de landen Aruba, Curaçao en Sint Maarten liggen de verantwoordelijkheden
anders dan voor Caribisch Nederland. Bonaire, Saba en Sint Eustatius maken integraal
onderdeel uit van Nederland, daarvoor bestaat een directe verantwoordelijkheid. Deze
brief concentreert zich op het vormgeven van die verantwoordelijkheid. Dit neemt niet
weg dat het kabinet intensieve contacten onderhoudt met de autonome landen en we proberen
elkaar waar nodig met raad en daad terzijde te staan.
In Caribisch Nederland heeft elk eiland zijn specifieke aandachtspunten. Ter illustratie:
veel inwoners van Saba zijn afhankelijk van huurinkomsten van studenten van de Medical
School, waarvan opening in mei nog zeer onzeker is. Tenslotte baren de problemen rondom
logistieke stromen steeds meer zorgen. Door de toenemende grensbeperkingen zowel in
het Caribisch gedeelte van het Koninkrijk, als in de VS en Europa, wordt het zeker
stellen van (commerciële) goederenstromen een grote uitdaging.
Werknemers, zzp’ers en bedrijven in Caribisch Nederland hebben (net als in Europees
Nederland) zorgen over geld om de rekeningen te betalen, zorgen over het in dienst
houden van mensen of zorgen over het overeind houden van het bedrijf. In de brief
van het kabinet van 17 maart jl. is daarom reeds aangekondigd dat Caribisch Nederland
zoveel mogelijk meeloopt in de maatregelen, die het kabinet heeft aangekondigd om
bedrijven en werknemers in Europees Nederland te ondersteunen (Kamerstuk 35 420, nr. 2). In deze brief worden deze maatregelen voor Caribisch Nederland nader uitgewerkt.
Ook voor Caribisch Nederland acht het kabinet het van groot belang om in deze situatie
banen te behouden en ondersteuning te bieden bij acute problemen die werknemers, zzp’ers
en bedrijven (gaan) ondervinden. Het kabinet kiest voor een vergelijkbaar massief
en breed pakket met als doel banen te behouden en de economische gevolgen te beperken.
Zodat mensen hun inkomen behouden en in deze moeilijke periode worden ondersteund.
Om goed in te kunnen spelen op ontwikkelingen geldt dit noodpakket voor de komende
drie maanden. Het kabinet volgt de ontwikkelingen nauwlettend en is daarbij voortdurend
in gesprek met de bestuurscolleges van de openbare lichamen, de waarnemend Rijksvertegenwoordiger
en werkgevers- en werknemersorganisaties op de eilanden.
De in deze brief beschreven maatregelen zijn vergelijkbaar met de maatregelen die
in Europees Nederland zijn aangekondigd. Indien maatregelen niet 1 op 1 kunnen worden
ingezet in Caribisch Nederland is gezocht naar vergelijkbare instrumenten die zoveel
mogelijk hetzelfde effect kunnen bewerkstelligen.
Noodpakket banen en economie Caribisch Nederland
1. Loon- en inkomstenderving
Bij de vormgeving van een regeling voor loon- en inkomstenderving naar analogie van
de inzet in Europees Nederland wordt aangesloten bij de lokale context van Caribisch
Nederland, waarbij rekening moet worden gehouden met de uitvoerbaarheid binnen een
uiterst korte termijn. Met het oog daarop wordt gekozen voor een regeling die in hoge
mate aansluit op de systematiek van de Wet ziekteverzekering (ZV) BES, die in de kern
een loondervingsregeling is. Het uitvoeringsproces zal zoveel als mogelijk parallel
aan dat van de ZV worden ingericht, met een daarmee overeenkomstig uitkeringspercentage
(80% van het gemaximeerde dagloon). Voor de ICT-ondersteuning wordt gebruik gemaakt
van dezelfde applicatie.
Alleen door aan te sluiten bij een bestaand werkproces en ICT-applicatie, kan tijdige
en betrouwbare invoering van een spoedeisende regeling – die het karakter van noodmaatregel
heeft – worden gegarandeerd. Gevolg van deze (noodzakelijke) keuze om gebruik te maken
van de systematiek van de ZV is dat het uitkeringspercentage afwijkt van de Europees
Nederlandse regeling. Daar staat tegenover dat het aanvraagproces omkleed is met minder
administratieve eisen. De vormgeving van een regeling voor Caribisch Nederland, waarvan
de contouren hierna worden geschetst, is onvermijdelijk «passen en meten». Verbijzondering
ten opzichte van de Europees Nederlandse regeling is een gegeven.
Vertrekpunt voor de beoogde regeling is dat er sprake moet zijn van omzetverlies bij
de werkgever. Net als in de regeling die voor Europees Nederland wordt voorbereid,
wordt de eis gehanteerd dat er sprake is van minder werk als gevolg van een omzetverlies
van tenminste 20%. Gelet op de lokale omstandigheden wordt in Caribisch Nederland
van de eis tot het achteraf overleggen van een accountantsverklaring afgezien.
De beoogde financiële tegemoetkoming wordt op aanvraag verstrekt, waarbij de werkgever
bij de aanvraag de inkomensgegevens van de werknemer verstrekt en de omvang van de
werktijdvermindering opgeeft. De uitkering geldt overeenkomstig de ZV BES ook voor
werknemers met een nul-urencontract. Net als in Europees Nederland wordt de tegemoetkoming
voor een periode van (in eerste instantie) maximaal 3 maanden verleend, met een verlengingsmogelijkheid
van nogmaals van 3 maanden.
Het is noodzakelijk om in de regeling een bepaling op te nemen die ziet op de situatie
dat een werknemer voor wie een loondervingsuitkering op grond van de onderhavige maatregel
wordt verstrekt, gedurende de periode van aanspraak op deze regeling, ziek wordt.
Samenloop van loondervingsuitkering op grond van deze regeling en die van de ZV BES,
wordt uitgesloten. Bovendien zal de werkgever gebonden zijn aan de eis van loondoorbetaling
en wordt het hem zolang hij gebruik maakt van de regeling niet toegestaan een werknemer
wegens bedrijfseconomische redenen te ontslaan. Bij gebleken misbruik van de regeling
kan een maatregel worden opgelegd.
Binnen de noodmaatregel voor Caribisch Nederland wordt eveneens een voorziening getroffen
om zzp’ers tegemoet te komen. Voor deze groep is een maximale tegemoetkoming van 80%
van het WML voorzien. Een andere potentiële groep die in aanmerking kan komen zijn
gewezen werknemers. Hierdoor kan een aparte regeling via de onderstand – die de uitvoering
te zeer zou belasten – achterwege blijven. Dit laat onverlet dat er in voorkomende
gevallen een beroep kan worden gedaan op de onderstand, zoals in verband met uit bijzondere
omstandigheden voortvloeiende noodzakelijke kosten van het bestaan vanuit de bijzondere
onderstand.
Naast bovengenoemde maatregelen worden vanuit het totaal beschikbare budget voor de
noodmaatregelen extra middelen aan de openbare lichamen beschikbaar gesteld om aanvullend
vanuit het eilandelijk beleid een bijdrage te kunnen leveren.
De ingangsdatum van de regeling wordt afgestemd op het tijdstip waarop de gevolgen
van de maatregelen in verband met het coronavirus aanmerkelijk voelbaar zijn geworden
in Caribisch Nederland. Hiervoor wordt de datum van sluiting van het luchtruim van
Bonaire aangehouden. Daarom zal de regeling zien op omzetverlies vanaf 13 maart 2020.
2. Noodloket
De in de brief van 17 maart jl. genoemde tegemoetkoming in de vorm van een gift voor
de eerste nood bij ondernemers die getroffen zijn door de overheidsmaatregelen ter
bestrijding van de coronacrisis, wordt momenteel uitgewerkt. In lijn hiermee onderzoekt
het kabinet de vormgeving van een dergelijke regeling voor Caribisch Nederland.
3. Liquiditeitssteun
Uitstel van betaling van belastingen
In Europees Nederland is voor ondernemers die door de coronacrisis in liquiditeitsproblemen
zijn gekomen of zullen komen bijzonder uitstel van betaling van belastingen mogelijk.
Voor de details van deze bijzondere tijdelijke regeling wordt verwezen naar de brief
van 17 maart 2020 aan de Tweede Kamer inzake het «noodpakket banen en economie».
Voor Caribisch Nederland wordt tijdelijk een mogelijkheid voor bijzonder uitstel van
betaling geïntroduceerd voor ondernemers die door de coronacrisis in liquiditeitsproblemen
zijn gekomen of zullen komen. Deze mogelijkheid is vergelijkbaar met de mogelijkheid
die ondernemers in Europees Nederland wordt geboden. Ondernemers op Bonaire, Sint
Eustatius of Saba die vanwege de coronacrisis in liquiditeitsproblemen zijn gekomen
of dreigen te komen kunnen schriftelijk of telefonisch om uitstel van betaling verzoeken
bij de Belastingdienst/Caribisch Nederland (BCN). BCN zal deze verzoeken, net zoals
de Belastingdienst in Europees Nederland, in beginsel direct toekennen. Zo spoedig
mogelijk zal BCN, op basis van de individuele situatie van de ondernemers op Caribisch
Nederland, en na overleg met en onderbouwing door de betrokken ondernemers, maatwerk
leveren bij het vaststellen van de reikwijdte en de tijdsduur van het bijzondere uitstel
van betaling. Gelet op de achtergrond van deze bijzondere regeling zal BCN daarbij
coulance betrachten en individueel maatwerk bieden. Ondernemers zullen gedurende dit
bijzondere betalingsuitstel nog wel normaal aangifte moeten blijven doen. Dit biedt
de mogelijkheid om eventuele nieuwe belastingschulden die ontstaan na de initiële
toekenning van het betalingsuitstel ook onder het tijdelijke betalingsuitstel te laten
vallen.
BMKB en GO-regeling
Evenals in Europees Nederland zal de tijdelijke faciliteit onder de BMKB voor een
jaar open worden gesteld in Caribisch Nederland. Onder deze tijdelijke maatregel worden
financieringen (tot een maximum van $ 1,5 miljoen) met een verhoogd borgstellingskrediet,
van 50 naar 75% toegelaten worden om opgekomen of te verwachten liquiditeitsproblemen
vanwege de Corona problematiek te verzachten. Hierdoor kunnen financiers (met name
banken) gemakkelijker en sneller krediet verruimen. Omdat de BMKB in Caribisch Nederland
tot nu toe nog betrekkelijk weinig gebruikt wordt door banken, zal in overleg met
de Kamers van Koophandel Bonaire, Sint Eustatius en Saba extra voorlichting over dit
instrument worden gegeven. Overigens staat de BMKB anders dan in Europees Nederland
ook open voor agrarische ondernemers, inclusief de visserijsector en aquacultuur.
De GO-regeling zal op dezelfde wijze als in Europees Nederland voor een jaar verruimd
worden. Deze regeling is bedoeld voor (middel-) grote ondernemingen, voor leningen
boven de $ 1,5 miljoen, tot een (verruimd) maximum van $ 150 miljoen. Aan de GO-regeling
zal ook in overleg met de Kamers van Koophandel extra publiciteit en voorlichting
worden gegeven zodat banken en bedrijven er optimaal gebruik van kunnen maken.
Qredits
In de Kamerbrief van 17 maart jl. over het noodpakket banen en economie voor Europees
Nederland werd ook aangekondigd dat het kabinet bereid is aan Qredits een financiële
bijdrage van maximaal € 6 mln. ter beschikking te stellen zodat Qredits door coronaproblematiek
geraakte ondernemingen kan ondersteunen. Qredits biedt deze ondersteuning ook aan
in Caribisch Nederland. Kern van de maatregel is dat ondernemers voor een periode
van maximaal 6 maanden uitstel krijgen van de aflossingsverplichting krijgen, waarbij
over deze periode tevens een rentekorting wordt aangeboden. Deze verruiming geldt
alleen voor Corona gerelateerde aanvragen en deze openstelling loopt tot eind mei
2020.
Eilandelijke belastingen
Binnen hun mandaat kunnen de openbare lichamen zelf maatregelen nemen middels de eilandelijke
belastingen. Om de liquiditeit van getroffen bedrijven in de toeristische sector niet
verder te raken zal het Ministerie van BZK in overleg treden met de openbare lichamen
over eventueel te nemen maatregelen en de budgettaire inpassing hiervan. Voor ondernemers
kan deze maatregel in samenhang met het gehele pakket van maatregelen tot een financiële
verlichting leiden in deze moeilijke tijden.
Vervolg
Met dit noodpakket aan maatregelen voor Caribisch Nederland doen we het maximale om
banen te behouden en gevolgen voor de economie te beperken. De maatregelen die we
nu nemen zijn fors en nadrukkelijk voor de komende weken en maanden. Het kabinet monitort
continue de specifieke situatie in het Caribisch gebied, bijvoorbeeld ten aanzien
van logistieke vervoersstromen. Het kabinet is volledig doordrongen van de moeilijke
periode waar de inwoners en bedrijven van Bonaire, Sint Eustatius en Saba mee te maken
hebben. Afhankelijk van de ontwikkelingen, zal het kabinet niet aarzelen noodzakelijke
en passende vervolgmaatregelen te treffen indien de situatie daartoe noopt.
Landen binnen het Koninkrijk
Zoals gezegd, ook de Caribische landen van het Koninkrijk worden geconfronteerd met
de effecten van het coronavirus: medisch, sociaal, economisch en financieel. Binnen
de autonomie van de landen liggen hier de verantwoordelijkheden anders. Maar de contacten
zijn intensief, zodat de landen elkaar waar nodig kunnen bijstaan. In de zeer uitzonderlijke
omstandigheden van dit moment, wordt gekeken of we op basis van de mogelijkheden die
het Statuut voor het Koninkrijk biedt en de uitzonderingsbepalingen in de wet- en
regelgeving de landen in staat kunnen stellen de crisis zo goed mogelijk het hoofd
te bieden.
De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,
R.W. Knops
De Minister van Economische Zaken en Klimaat,
E.D. Wiebes
De Minister van Financiën,
W.B. Hoekstra
De Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,
T. van Ark
De Staatssecretaris van Economische Zaken en Klimaat,
M.C.G. Keijzer
De Staatssecretaris van Financiën,
J.A. Vijlbrief
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
R.W. Knops, minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties -
Mede ondertekenaar
E.D. Wiebes, minister van Economische Zaken en Klimaat -
Mede ondertekenaar
T. van Ark, staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid -
Mede ondertekenaar
J.A. Vijlbrief, staatssecretaris van Financiën -
Mede ondertekenaar
M.C.G. Keijzer, staatssecretaris van Economische Zaken en Klimaat -
Mede ondertekenaar
W.B. Hoekstra, minister van Financiën
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.