Brief regering : Maatregelen Coronavirus COVID-19 en de gevolgen voor onderwijs, cultuur en wetenschap
35 300 VIII Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (VIII) voor het jaar 2020
25 295
Infectieziektenbestrijding
Nr. 150
BRIEF VAN DE MINISTERS VAN ONDERWIJS, CULTUUR EN WETENSCHAP EN VOOR BASIS- EN VOORTGEZET
ONDERWIJS EN MEDIA
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 13 maart 2020
Het coronavirus COVID-19 stelt het onderwijs, de wetenschap en de culturele sector
voor grote uitdagingen. Op donderdag 12 maart 2020 heeft het kabinet nieuwe adviezen
en maatregelen aangekondigd om het virus zoveel mogelijk in te dammen en verdere verspreiding
zoveel mogelijk te beperken (Kamerstuk 25 295, nr. 124). Daarbij staat de volksgezondheid voorop. We zullen niemand aan het onmogelijke
houden, we ondersteunen scholen zo goed mogelijk.
In Nederland gelden vanaf donderdag 12 maart 2020 nieuwe maatregelen tegen de verspreiding
van het coronavirus. Voor de OCW terreinen gaat het daarbij specifiek om:
Scholen in het primair-, voortgezet- en middelbaar beroepsonderwijs en kinderopvang
blijven gewoon open: er zijn daar weinig besmettingen en die omgeving is minder internationaal.
Kinderen en jongeren vormen bovendien niet de groep met de hoogste risico’s. Bovendien
zouden de maatschappelijke gevolgen van het sluiten van deze scholen groot zijn en
draagt sluiten weinig bij aan het beperken van de verspreiding. Kinderen die verkouden
zijn, moeten thuis blijven.
• Voor hogescholen en universiteiten geldt dat de onderwijsactiviteiten niet meer op
de locaties van hogescholen en universiteiten zullen plaatsvinden. Het onderwijs zal
zoveel als mogelijk via afstandsonderwijs moeten worden vormgegeven. De reden hiervoor
is de schaal en organiseerbaarheid, het meer internationale karakter van de instellingen
en de relatief hogere leeftijd van de doelgroep.
• Bijeenkomsten met meer dan 100 personen worden in heel Nederland afgelast. Dat geldt
ook voor publieke locaties zoals musea, concertzalen, bioscopen, theaters, sportclubs
en sportwedstrijden.
Wij en de medewerkers van ons ministerie hebben de afgelopen weken intensief contact
gehad met de vertegenwoordigers van het onderwijsveld om hen zo goed mogelijk van
informatie te voorzien. Zo zijn met de vertegenwoordigers van onderwijsinstellingen
de adviezen van het RIVM gedeeld en is er op de website van de rijksoverheid specifieke
informatie beschikbaar voor het onderwijs. Op dinsdag 10 maart hebben wij een brief
gestuurd aan het onderwijs via alle sectorraden, vakbonden en diverse belangenorganisaties.
Gisterenmiddag hebben wij met al deze partijen overleg gevoerd over de uitwerking
en uitvoering van de maatregelen in het onderwijs en over de impact die dit heeft
voor scholen, onderwijspersoneel, leerlingen en ouders.
Wij hebben afgesproken dagelijks contact te hebben over actuele ontwikkelingen.
Vanmiddag is er opnieuw overleg met alle betrokken partijen om hen te ondersteunen
bij het vinden van praktische oplossingen. Er is tevens een centraal informatiepunt
ingericht op www.rijksoverheid.nl/onderwerpen/coronavirus-covid-19.
In deze brief vindt u onder meer de afspraken die wij hebben gemaakt rond enkele actuele
vraagstukken in de verschillende sectoren. Met deze brief informeren wij uw Kamer
over de onderwijsaspecten rondom het coronavirus. Dit ook naar aanleiding van het
verzoek van de vaste commissie voor Onderwijs, Cultuur en Wetenschap van 12 maart
2020.
Op 12 maart 2020 is tijdens het plenaire debat over de bestrijding van het coronavirus
het OCW-domein ook uitgebreid aan de orde geweest. Daarbij is een drietal moties aangenomen.
Wij gaan snel aan de slag met de uitvoering van deze moties en zullen uw Kamer en
de onderwijsorganisaties daar zo spoedig mogelijk over informeren.
In het algemeen geldt dat iedereen werkzaam in het onderwijs, alle leerlingen en studenten
wordt geadviseerd om de adviezen van het RIVM en de lokale GGD op te volgen. We zien
dat veel onderwijsinstellingen contact hebben met hun lokale GGD en lokale autoriteiten
over de continuïteit van het onderwijs.
Funderend onderwijs
Het kabinet ziet op dit moment geen reden om scholen te sluiten, op advies van het
RIVM. Het naar huis sturen van kinderen draagt relatief weinig bij aan het voorkomen
van verspreiding en bestrijding van het virus. Dat heeft er mee te maken dat jonge
mensen niet snel besmet raken en het virus niet snel verspreiden. Het kabinet roept
onderwijspersoneel en leerlingen op om thuis te blijven als zij of neusverkouden zijn
en/of keelpijn hebben en/of hoesten en daarbij eventueel koorts hebben.
Wij snappen dat dit van de scholen veel flexibiliteit en inspanning vraagt in deze
onzekere tijden. Toch vragen we aan scholen om het onderwijs – dáár waar het kan –
door te laten gaan. Als dat onverhoopt niet lukt, dan is de oproep om kinderen in
de school een passend programma aan te bieden. Daarbij kan gedacht worden aan een
gecombineerd team van docenten, vrijwilligers en ouders. Daarnaast blijft gelden dat
de lokale veiligheidsregio en de GGD kunnen besluiten dat een school of een deel daarvan
dicht moet. Ook kan er sprake zijn van overmacht, als bijvoorbeeld veel leraren ziek
zijn.
Wij hebben met de betrokken partijen afgesproken de ontwikkelingen dagelijks te volgen.
Het spreekt voor zich dat de inspectie bij verlies aan onderwijstijd uitgaat van overmacht.
Eindtoetsen in het po
Binnenkort breekt de spannende periode van eindtoetsen in het primair onderwijs aan.
Wettelijk is geregeld dat scholen de eindtoetsen mogen afnemen tussen 15 april en
15 mei. Voor de Centrale Eindtoets en de IEP Eindtoets gelden de vaste afnamedagen
15 en 16 april. Indien een school vanwege de huidige omstandigheden op de (door hen)
geplande datum geen eindtoets kan afnemen, dient de school contact op te nemen met
de toetsaanbieder. De toetsaanbieders bepalen dan, in overleg met ons ministerie een
nieuw moment voor afname van de eindtoets. Afhankelijk van de situatie wordt bekeken
welke toets hiervoor kan worden ingezet. Het kan voor komen dat leerlingen zich onvoldoende
hebben kunnen voorbereiden op de eindtoetsen. Mocht blijken dat dit de uitslag van
de eindtoets negatief heeft beïnvloed, dan is het advies van de school leidend.
Voortgezet onderwijs
Specifieke aandachtspunten in het VO zijn de schoolexamens, de centrale examens en
de onderwijstijd. We begrijpen dat hier veel vragen over zijn, van docenten, ouders
en leerlingen.
Uitdrukkelijke aandacht voor kwetsbare leerlingen in het (voortgezet) speciaal onderwijs
We realiseren ons dat er in (voortgezet) speciaal onderwijs kwetsbare kinderen zitten
die onze aandacht verdienen de komende periode. In het speciaal onderwijs zijn diverse
en verschillende al bestaande zorgstructuren. Deze samenwerking tussen onderwijs en
zorg is cruciaal voor het kunnen blijven bieden van onderwijs op deze scholen. We
zullen nadrukkelijk contact onderhouden met de raden Lecso, Vivis (cluster 1) en Simea
(cluster 2) om gezamenlijk te bezien hoe de situatie zich ontwikkelt en hoe daar specifiek
naar te handelen. We zullen per dag zien of er nieuwe ontwikkelingen zijn die ons
vragen om anders te handelen, daarover houden we u op de hoogte. Zoals ook door de
Tweede Kamer is gevraagd tijdens het plenaire debat op donderdag 12 maart.
Schoolexamens
De schoolexamens worden nu afgerond, de Centraal Schriftelijke en Praktische Examens
(CSPE’s) kunnen vanaf eind maart beginnen en de papieren centrale examens starten
per 7 mei a.s. Voor wat betreft de schoolexamens kunnen de scholen hun reguliere procedures
toepassen, wanneer leerlingen ziek thuis zitten of in thuisquarantaine. Ter voorbereiding
op de schoolexamens kunnen scholen leerlingen op afstand ondersteunen, zoals ook gedaan
wordt in andere situaties van zieke leerlingen. Als scholen of leerlingen een of enkele
schoolexamen-toetsen hebben gemist of zich onvoldoende hebben kunnen voorbereiden
kunnen scholen ook hiervoor hun reguliere procedures toepassen. Indien dit niet toereikend
is kunnen zij contact opnemen met de inspectie.
Centrale examens
Waar het gaat om centrale examens met flexibele afnametijdstippen (de digitale flexibele
examens in vmbo bb en kb en de cspe’s) hebben scholen de mogelijkheid om de afnames
hiervan te verplaatsen naar een later moment zodat er ruimte ontstaat om het schoolexamen
af te ronden.
Middelbaar beroepsonderwijs
Ook voor het mbo geldt, net als in het funderend onderwijs, dat het onderwijs doorgang
kan vinden. In het mbo hebben scholen vooral de vraag of zij maatwerk mogen toepassen
als het onderwijs, de examens en/of de stages van studenten op grote schaal geen doorgang
kunnen vinden. Ze vragen de overheid om coulance en begrip bij het voldoen aan wet-
en regelgeving en bijbehorend recht op bekostiging. Vooral de scholen in Noord-Brabant
hebben bijvoorbeeld nu al te kampen met veel ziekmeldingen onder zowel personeel als
studenten en stagebedrijven die de deur dicht houden. We onderstrepen de (toekomstige)
noodzaak van maatwerkoplossingen en geven de scholen daarvoor de ruimte. We vragen
daarbij wel van scholen zich redelijkerwijs in te spannen om de nadelige gevolgen
voor het onderwijs en de studenten zoveel mogelijk te beperken en daarover met elkaar
(scholen, OCW, inspectie, GGD en gemeente) in overleg te blijven. Verder maken scholen
zich zorgen over het verzoek van zorginstellingen om extra inzet van studenten bij
mogelijke tekorten. De studenten hebben namelijk nog niet altijd de kennis en kunde
om de benodigde medische handelingen te verrichten. Met de scholen zijn wij van mening
dat de veiligheid van de patiënten en studenten voorop moet staan. Dit betekent dat
studenten alleen die medische handelingen kunnen verrichten waarvoor dat redelijkerwijs
verantwoord is. We vragen van de scholen dit ook uit te dragen en in de gaten te houden
richting de zorginstellingen.
Hoger onderwijs
Sinds donderdagmiddag geldt voor het hoger onderwijs dat de onderwijsactiviteiten
niet meer op de locaties van hogescholen en universiteiten zullen plaatsvinden. Het
onderwijs zal zoveel als mogelijk via afstandsonderwijs moeten worden vormgegeven.
Het onderzoek zal wel kunnen doorgaan, de gebouwen zullen niet worden gesloten.
Van de hogescholen en universiteiten wordt verwacht dat zij studenten die vanwege
corona(maatregelen) niet in de gelegenheid zijn om deel te nemen aan onderwijsactiviteiten,
in de gelegenheid stellen op een later moment, of op alternatieve wijze aan de activiteit
deel te nemen, bijvoorbeeld door colleges online te geven. Het is aan de instellingen
om aan deze inspanningsverplichting vorm te geven op een manier die in de concrete
situatie het meest passend is. Als alternatieven niet mogelijk zijn zonder aan te
lopen tegen knellende wet- en regelgeving zullen wij samen met de instellingen hier
een oplossing voor zoeken.
De inspanningsverplichting geldt in beginsel ook voor aspirant-studenten. Dus wanneer
individuele studenten wegens corona(maatregelen) niet kunnen deelnemen aan een selectiedag
of een studiekeuzecheck, moeten instellingen zich binnen het redelijke inspannen om
een andere mogelijkheid te creëren. Voor opleidingen (bachelor en Ad) met selectie
geldt dat de selectie voor 15 april moet zijn afgerond. Er is nu nog geen zicht op
gevallen waarbij deze deadline niet gehaald dreigt te worden. Wij houden hierover
nauw contact met de onderwijskoepels.
Cultuur
De gevolgen van COVID-19 worden in de gehele culturele en creatieve sector gevoeld
en er leven brede zorgen. Die zorgen delen wij. Zeker de komende maanden zijn voor
festivals en openlucht-evenementen essentieel voor hun inkomsten. Het raakt de gesubsidieerde
organisaties, commerciële bedrijven, cultuurproducenten en ook ZZP-ers. Bijeenkomsten
met meer dan 100 personen worden in heel Nederland afgelast, en dat geldt dus ook
voor publieke locaties zoals bijvoorbeeld musea, bioscopen, concertzalen en theaters.
Wij hebben goed contact met de sector en hieruit blijkt dat de instellingen de ontwikkelingen
en richtlijnen nauwgezet volgen. De belangen en zorgen van deze sector worden meegenomen
in de rijksbrede maatregelen. Over de aangenomen motie, die oproept tot een steunpakket
voor de culturele sector, ben ik in overleg met de Minister van Financiën over hoe
we deze motie het beste kunnen uitvoeren.
Met deze brief hebben wij u geïnformeerd over enkele actuele kwesties op onze beleidsterreinen.
Wij blijven in nauw contact staan met de vertegenwoordigers van de mensen die in het
onderwijs, de cultuur en wetenschap werken. Als zich nieuwe ontwikkelingen voordoen
zullen wij opnieuw bezien wat dit betekent voor onze sectoren en zonodig nieuwe maatregelen
nemen. Wij brengen u daarvan uiteraard op de hoogte. Voor nu willen wij onze grote
steun uitspreken voor iedereen die de gevolgen van COVID-19 aan den lijve ondervindt.
De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,
I.K. van Engelshoven
De Minister voor Basis- en Voortgezet Onderwijs en Media,
A. Slob
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
I.K. van Engelshoven, minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap -
Mede ondertekenaar
A. Slob, minister voor Basis- en Voortgezet Onderwijs en Media