Brief regering : Onderzoek dienstverlening SAR helikopters
30 490 Kustwacht In Nederland
Nr. 32 BRIEF VAN DE MINISTER VAN INFRASTRUCTUUR EN WATERSTAAT
            
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 26 februari 2020
De Search and Rescue (SAR)-diensten omvatten het 24 uur per dag, zeven dagen per week
                  garanderen dat in nood verkerende bemanningen en passagiers van schepen, luchtvaartuigen
                  en mijnbouwinstallaties of mensen betrokken bij andere activiteiten op zee en de ruime
                  binnenwateren snel kunnen worden opgespoord en redding in gang kan worden gezet. De
                  SAR-helikoptercapaciteit is een onderdeel van het pakket aan middelen dat voor de
                  SAR beschikbaar is. Omdat geen twijfel over de kwaliteit van deze dienstverlening
                  mag bestaan heb ik ten aanzien van de SAR-helikopters zoals aangekondigd1 een onderzoek laten uitvoeren naar de uitoefening van het contract van de SAR helikopters
                  door Noordzee Helikopters Nederland (NHN).2 De onderzoeksresultaten bied ik uw Kamer met deze brief aan3.
               
Het onderzoek heeft waardevolle bevindingen opgeleverd. Samen met de andere betrokken
                  partijen ga ik aan de slag met de aanbevelingen voor zowel de korte als lange termijn.
               
Dit onderzoek staat los van de safety survey die in opdracht van Airport Medical Services
                  (AMS) is uitgevoerd, waarover de leden Van den Berg en Amhaouch (beiden CDA) op 15 januari
                  jl. vragen stelden, die ik heden mede namens de Minister voor Medische Zorg en Sport
                  heb beantwoord.
               
Wel hebben de onderzoekers de uitkomsten van de safety survey van AMS waar relevant
                  betrokken in het onderzoek.
               
Bevindingen
De onderzoekers geven met hun aanbevelingen aan dat de uitoefening van het contract
                  voor SAR helikopter dienstverlening en de eisen die daaraan worden gesteld niet los
                  kunnen worden gezien van wetgeving en toezicht. Deze onderdelen samen bepalen de kwaliteit
                  van de dienstverlening. De onderzoekers constateren dat op dit geheel verbetering
                  nodig is. Op drie punten plaatsen zij kritische kanttekeningen.
               
«Ten eerste is het Programma van Eisen dat ten grondslag ligt aan de dienstverlening
                     zeer breed interpreteerbaar en moeilijk te handhaven. Dit heeft ertoe geleid dat er
                     al sinds de gunning voortdurend discussie is of NHN al dan niet voldoet aan de gestelde
                     eisen. Het al dan niet voldoen aan deze eisen is ons inziens niet objectief vast te
                     stellen. Er is twijfel of NHV met de geboden oplossing kan voldoen aan de normstelling
                     om onder de meeste omstandigheden binnen 90 minuten in het gehele verantwoordelijkheidsgebied
                     te zijn voor het redden van 16 personen.»
Dit is voor mij aanleiding om de contracteisen opnieuw te beoordelen en de interpretatie
                  die ik hierbij heb op structurele wijze vast te leggen met NHN, om onduidelijkheid
                  op dit punt weg te nemen. In aanvulling op de contacten met het Ministerie van Defensie
                  en het Koninklijk Nederlands Lucht- en Ruimtevaartcentrum (NLR), wordt externe expertise
                  betrokken.
               
Ik vind het belangrijk dat de afgesproken capaciteit voor het redden van mensen op
                  zee gewaarborgd is. Dat NHN kan voldoen aan de zorgnorm is beoordeeld door het NLR.
                  Aanvullend zal ik NHN vragen om met een praktijktest aan te tonen dat ze kan voldoen
                  aan de normstelling.
               
Daarnaast start ik op korte termijn met een beleidsevaluatie van de zorgnorm met betrekking
                  tot de SAR helikopter dienstverlening. Ik zal een externe partij vragen te onderzoeken
                  of de zorgnorm in de huidige omstandigheden nog steeds haalbaar en doelmatig is. Onderdeel
                  van dit onderzoek is ook een vergelijking met andere landen. De resultaten van deze
                  beleidsevaluatie zal ik in het najaar met uw Kamer delen.
               
«Ten tweede is er geen externe luchtvaartregelgeving en -toezicht op de SAR operatie
                     van kracht, en is ook intern toezicht door NHV op de primaire basis Den Helder ontoereikend.
                     Daardoor is de vliegveiligheid op Den Helder onvoldoende geborgd. NHV voldoet op Den
                     Helder niet volledig aan de Arbowet en arbeidstijdenwet. Op de andere basis Pistoolhaven
                     is de operatie vervlochten met andere helikopterdiensten door NHV en daardoor is de
                     vliegveiligheid en het voldoen aan de Arbowet daar afdoende geborgd.»
Met mijn brief van 27 november 2019 heb ik uw Kamer ook geïnformeerd dat ik in samenwerking
                  met de ministeries die betrokken zijn bij de Kustwacht een onderzoek start naar het
                  operationele toezicht op de vliegende eenheden (vliegtuigen en helikopters) van de
                  Kustwacht en de SAR organisatie in Nederland en Caribisch Nederland.4 Daarin betrek ik ook de verhouding tot het toezicht door buitenlandse autoriteiten.
                  Dit onderzoek is inmiddels begonnen. Voor de zomer verwacht ik uw Kamer over de uitkomsten
                  te kunnen informeren.
               
NHN is eind 2019 gestart met een SAR verbeterprogramma. Met dit verbeterprogramma
                  zal onder meer de operatie van Den Helder worden verbeterd en in lijn worden gebracht
                  met de operatie van de Pistoolhaven. NHN heeft mij met een statement aangegeven de
                  kwaliteitsverbetering door te voeren in de SAR helikopter dienstverlening. Dit blijkt
                  ook uit de betrokkenheid op alle niveaus binnen NHN en het moederbedrijf NHV. Het
                  verbeterprogramma en de aanbevelingen van de onderzoekers maak ik onderdeel van het
                  te verlengen contract. Samen met de aanscherping van het Programma van Eisen moet
                  dit leiden tot een verbeterd contract voor SAR helikopter dienstverlening en de uitvoering
                  daarvan in het algemeen en van de basis in Den Helder in het bijzonder.
               
Over het intern toezicht heb ik afspraken gemaakt met NHN.
«Ten derde hebben zowel Rijkswaterstaat als NHV ontoereikend gereageerd op zorgen,
                        klachten en vragen vanuit betrokken partijen.
RWS heeft deze zorgen, klachten en vragen en de antwoorden erop onvoldoende gedeeld
                        met de operationeel betrokkenen. RWS wordt in het contractbeheer gehinderd door geringe
                        kennis van luchtvaart en SAR.
NHV heeft onvoldoende voorkomend duidelijkheid verschaft en oplossingen ingeregeld
                        ten aanzien van langdurige klachten, onduidelijkheden en vragen. Het contractbeheer
                        en diverse audits geven geen volledig en geen representatief beeld van de situatie
                        als geheel.»
Rijkswaterstaat heeft vertrouwd op de jaarlijkse audits naar de uitvoering van de
                  SAR helikopter dienstverlening. Deze audits waren sterk gericht op de vraag of wordt
                  voldaan aan het Programma van Eisen. Hierbij is mogelijk onvoldoende oog geweest voor
                  signalen van derden. De audits zullen in de toekomst worden verbreed, waarbij ook
                  veiligheidscultuur, veiligheidsorganisatie, operaties, (intern) toezicht, naleving
                  van regelgeving en behandeling van signalen en klachten van derden integraal worden
                  meegenomen in de audit.
               
Vorig jaar is al ingezet om de organisatie van het programma Kustwacht binnen Rijkswaterstaat
                  te versterken door het aantrekken van meer expertise. Daarnaast zal Rijkswaterstaat
                  vaker externe deskundigheid betrekken in het proces. Tenslotte zal Rijkswaterstaat
                  de wijze waarop invulling wordt gegeven aan contractbeheer versterken door de afspraken
                  met betrekking tot contractuitvoering beter vast te leggen.
               
Aanbevelingen
De onderzoekers hebben concrete aanbevelingen gedaan op het gebied van contractvoorwaarden,
                  contractbeheer, dienstuitvoering en de nieuwe aanbesteding. In de bijlage bij deze
                  brief ga ik in op de aanbevelingen gericht aan de rijksoverheid5.
               
Daarnaast zijn zestien aanbevelingen gericht aan NHN. NHN heeft aangegeven alle aanbevelingen
                  waar zij verantwoordelijk voor is over te nemen, dit is ook aan mij bevestigd door
                  het moederbedrijf NHV. Opvolging van deze aanbevelingen is reeds onderdeel van het
                  genoemde SAR verbeterprogramma, of zal hieraan worden toegevoegd. Het verbeterprogramma
                  zal ik bij de contractverlenging ook contractueel vastleggen. Gedurende de looptijd
                  van het contract blijf ik met NHN in gesprek met NHN over de opvolging van deze aanbevelingen.
                  De voortgang op deze aanbevelingen zal tevens onderdeel uit maken van de jaarlijkse
                  audit.
               
Vervolg
Gelet op de constructieve houding van NHN en de wijze waarop zij in gesprek is met
                  Rijkswaterstaat over de vorderingen met betrekking tot het SAR verbeterprogramma,
                  hebben Rijkswaterstaat en de Kustwacht voldoende vertrouwen dat ze samen met NHN kunnen
                  komen tot een verbetering van de SAR helikopter dienstverlening.
               
Hierbij voel ik mij gesteund door de onderzoekers. Zij concluderen:
«Overwegende dat NHV op de basis Pistoolhaven laat zien dat ze een degelijke helikopteroperatie
                     onder regelgeving en toezicht uit kan voeren, en een hernieuwde commerciële aanbesteding
                     op korte termijn niet te realiseren is, kunnen de onderzoekers zich voorstellen dat
                     het Ministerie IenW tot verlenging van het contract met NHV overgaat onder de volgende
                     voorwaarden»
En verder concluderen de onderzoekers:
«NHV heeft gedurende de looptijd van het contract aan elke individuele aanvraag voor
                     een SAR-inzet kunnen voldoen. De beschikbaarheid van bemanningen en middelen is steeds
                     voldoende; de bemanningen zijn toegewijd, en er worden daadwerkelijk reddingen uitgevoerd.»
Ik heb vertrouwen dat met hulp van de aanbevelingen de SAR helikopter dienstverlening
                  kan worden verbeterd en de twijfel over de kwaliteit wordt weggenomen. Om de continuïteit
                  van de dienstverlening te borgen zal ik het contract met NHN verlengen voor een periode
                  van twee jaar, waarbij de kwaliteitsverbeteringen onderdeel worden van het contract.
               
Al bij de aanbesteding van het huidige contract voor SAR helikopter dienstverlening
                  was voorzien dat het Ministerie van Defensie het volgende contract voor de SAR helikopter
                  dienstverlening zal aanbesteden. De voorbereiding van deze aanbesteding loopt en is
                  erop gericht dat het nieuwe contract op 1 juli 2022 kan aanvangen. Deze periode is
                  nodig om de uitvraag voor te bereiden en af te stemmen met de verschillende partijen
                  binnen de Kustwacht. Daarnaast wordt voor een complex contract zoals de SAR helikopter
                  dienstverlening meer tijd genomen voor de dialoog met marktpartijen om te zorgen dat
                  duidelijk is wat wordt gevraagd en wat de partijen kunnen bieden. Tenslotte heeft
                  de partij die de dienst zal uitvoeren na gunning tijd nodig om materieel gereed te
                  maken en personeel te werven. Ook bij deze aanbesteding worden de aanbevelingen van
                  de onderzoekers meegenomen. In de loop van dit jaar kunnen partijen inschrijven.
               
De Minister van Infrastructuur en Waterstaat, C. van Nieuwenhuizen Wijbenga
Indieners
- 
              
                  Indiener
 C. van Nieuwenhuizen Wijbenga, minister van Infrastructuur en Waterstaat
