Brief regering : MSC Zoe: onderzoek ecologische effecten
29 684 Waddenzeebeleid
Nr. 202 BRIEF VAN DE MINISTER VAN INFRASTRUCTUUR EN WATERSTAAT
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 21 februari 2020
Op verzoek van Rijkswaterstaat is onder regie van de Waddenacademie vorig jaar een
advies gemaakt over hoe lange termijn ecologische effecten van het bij de containerramp
met de MSC Zoe overboord geslagen materiaal, waaronder kleine plastic deeltjes, kunnen
worden onderzocht. Dit advies heb ik op 24 juni 2019 aan uw Kamer gestuurd (Kamerstuk
29 684, nr. 184).
Op basis van het voornoemde advies is een onderzoek naar ecologische effecten van
de containerramp met de MSC Zoe gestart. Op 30 januari jl. is conform afspraak een
(tussen)rapportage met een korte stand van zaken en eerste beeld opgeleverd door het
Koninklijk Nederlands Instituut voor Onderzoek ter Zee en Wageningen University (Wageningen
Marine Research). Bijgevoegd treft u dit document getiteld «notitie status onderzoek
ecologische effecten van micro-plastics verloren door MSC Zoe» aan1. Het beschrijft het tot 1 januari 2020 uitgevoerde onderzoek, de eerste bevindingen
en het geplande onderzoek in de periode januari 2020–september 2020.
Er kunnen nog geen conclusies aan de notitie worden verbonden. In de komende periode
wordt immers nog veel onderzoek uitgevoerd. Dit moet uiteindelijk resulteren in een
eindrapport van de onderzoekers dat wordt verwacht in oktober van dit jaar. Ik zal
uw Kamer op dat moment daarover informeren.
De Minister van Infrastructuur en Waterstaat,
C. van Nieuwenhuizen Wijbenga
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
C. van Nieuwenhuizen Wijbenga, minister van Infrastructuur en Waterstaat