Brief regering : Europese ‘platform-to-business’ verordening
21 501-20 Europese Raad
Nr. 1522
BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN ECONOMISCHE ZAKEN EN KLIMAAT
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 19 februari 2020
Tijdens het notaoverleg over de initiatiefnota van het lid Verhoeven (D66) over mededinging
in de digitale economie van 16 december 2019 (Kamerstuk 35 134, nr. 12), heb ik het lid Aartsen (VVD) toegezegd informatie te sturen over de Europese «platform-to-business»
verordening. Met deze brief geef ik invulling aan die toezegging.
De verordening, voluit «Verordening (EU) 2019/1150 ter bevordering van billijkheid
en transparantie voor zakelijke gebruikers van onlinetussenhandelsdiensten», is op
20 juni 2019 gepubliceerd.1 De verordening legt transparantievereisten en bepalingen over geschilbeslechting
op aan platforms. Doel is om ondernemers te beschermen die gebruikmaken van platforms
en te zorgen voor vertrouwen en eerlijke verhoudingen in deze relatie. De verordening
treedt op 12 juli 2020 in werking. Platforms zullen dan aan de vereisten uit de verordening
moeten voldoen.
Toepassingsbereik
De verordening is van toepassing op platforms in hun relatie met ondernemers die goederen
of diensten op het platform aanbieden. Het gaat om een brede verordening die – met
uitzondering van een aantal bepalingen over geschilbeslechting – zowel op grote als
kleine platforms van toepassing is. De verordening geldt voor platforms waarbij de
ondernemers die op het platform actief zijn, in de EU gevestigd zijn en waarbij de
consumenten die het product of de dienst via het platform afnemen zich in de EU bevinden.
Het platform zelf hoeft niet in de EU gevestigd te zijn.
Een platform valt onder de verordening als het transacties tussen ondernemers en consumenten
faciliteert. De transactie zelf hoeft niet via het platform plaats te vinden. Deze
kan bijvoorbeeld ook fysiek of via de eigen website van een ondernemer plaatsvinden.
Enkele voorbeelden van platforms die onder de verordening vallen zijn appstores, vergelijkingssites
voor bijvoorbeeld energiecontracten, vliegtickets of woningen, reserveringsplatforms
en online marktplaatsen waarop ondernemers producten of diensten aanbieden zoals maaltijden,
hotelovernachtingen of kleding.
De verordening kent twee pijlers, te weten transparantievereisten en bepalingen over
geschilbeslechting.
Transparantievereisten
De verordening bevat de volgende transparantievereisten:
– De algemene voorwaarden die een platform richting ondernemers hanteert, moeten duidelijk
en in begrijpelijke taal zijn geschreven.
– In de algemene voorwaarden moet een platform aangeven onder welke omstandigheden een
ondernemer van het platform kan worden verwijderd.
– In de algemene voorwaarden moeten platforms beschrijven wat de belangrijkste parameters
zijn die de rangschikking op het platform bepalen.
– Als een platform de voorwaarden beperkt waaronder een ondernemer zijn product of dienst
via andere verkoopkanalen mag aanbieden, dan moet het platform hier de redenen voor
aangeven. Een voorbeeld is wanneer een platform eist dat een ondernemer een product
niet tegen een lagere prijs op zijn eigen website mag verkopen.
– Als het platform zowel eigen producten of diensten als die van derden aanbiedt, dan
moeten de algemene voorwaarden omschrijven in welke gevallen en op welke manier de
eigen producten of diensten anders worden behandeld dan die van de ondernemers die
actief zijn op het platform.
– Een platform geeft in de algemene voorwaarden aan in welke mate ondernemers toegang
hebben tot data die het platform verzamelt.
Wanneer een platform de algemene voorwaarden wijzigt, moet het de gebruikers van het
platform hiervan op de hoogte stellen. Hierna heeft de gebruiker een opzegtermijn
van vijftien dagen. Wijzigingen van de algemene voorwaarden mogen in principe niet
met terugwerkende kracht ingaan.
Geschilbeslechting
De verordening zorgt op diverse manieren voor effectieve geschilbeslechting:
– Platforms moeten een intern klachtenafhandelingssysteem hebben. Dit houdt in dat ondernemers
bij een platform terecht kunnen als ze een klacht hebben over het platform.
– Platforms wijzen in hun algemene voorwaarden twee of meer bemiddelaars aan. Deze onafhankelijke
en onpartijdige bemiddelaars lossen geschillen tussen platforms en ondernemers buiten
de rechter om op.
– De verordening creëert ook een mogelijkheid voor organisaties of verenigingen die
ondernemers vertegenwoordigen om namens ondernemers naar de rechter te gaan.
De verplichtingen tot het hebben van een intern klachtenafhandelingssysteem en het
aanwijzen van externe bemiddelaars gelden niet voor kleine platforms. Dat zijn platforms
met minder dan 50 personen in dienst en een jaaromzet van niet meer dan 10 miljoen
euro.
Tot slot
Ik zie de «platform-to-business» verordening als een goede stap. De verordening draagt
bij aan een eerlijke relatie tussen platforms en ondernemers. Juist in de afhankelijkheidsrelatie
die er kan zijn tussen platforms en ondernemers is het belangrijk dat een ondernemer
met vertrouwen zaken kan doen met een platform. Transparantie en effectieve geschilbeslechting
helpen hierbij. Voor platforms waar ondernemers dusdanig afhankelijk van zijn dat
ze er niet meer omheen kunnen om consumenten te bereiken, is echter meer nodig dan
alleen transparantie en effectieve geschilbeslechting. Daarom zet ik me in Europa
onder andere in voor een aanvullend instrument waarbij een toezichthouder maatregelen
op kan leggen aan dergelijke platforms met een poortwachtersfunctie.2 Ik zal uw Kamer zoals toegezegd tijdens het notaoverleg over de initiatiefnota van
het Kamerlid Verhoeven (D66) over mededinging in de digitale economie later dit kwartaal
informeren over de voortgang van het uitdragen van mijn inzet.
De Staatssecretaris van Economische Zaken en Klimaat,
M.C.G. Keijzer
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
M.C.G. Keijzer, staatssecretaris van Economische Zaken en Klimaat