Brief regering : Voortgang stikstofproblematiek maatregelen natuur
35 334 Problematiek rondom stikstof en PFAS
Nr. 48 BRIEF VAN DE MINISTER VAN LANDBOUW, NATUUR EN VOEDSELKWALITEIT
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 19 februari 2020
De opgave waar Nederland voor staat als gevolg van de stikstofproblematiek is fors.
De aanpak van deze opgave kent meerdere sporen, die alle van belang zijn: verlaging
van stikstofdeposities via (bron)maatregelen, investeringen in natuurherstel en -verbetering,
en een gebiedsgerichte aanpak waarin deze elementen samenkomen. De afgelopen tijd
heeft het kabinet belangrijke stappen gezet. Zo is in november een maatregelenpakket
gepresenteerd ten behoeve van de woningbouw en zeven MIRT-projecten, en zijn deze
maand maatregelen op het gebied van de landbouw gepresenteerd.Van de maatregelen die
bijdragen aan stikstofreductie komt ten minste 30% ten goede aan natuurherstel. Dat
geldt ook voor extern salderen. Met de brief die nu voor u ligt zet het kabinet een
volgende stap op het gebied van natuur.
Voortgang aanpak stikstofproblematiek
Mei 2019:
De Raad van State oordeelt: het Programma Aanpak Stikstof (PAS) is in strijd met de
Europese Habitatrichtlijn en mag niet meer gebruikt worden voor vergunningverlening
Sept 2019:
Vergunningverlening komt weer deels op gang
Okt 2019:
Kabinetsreactie: advies «Niet alles kan» (Adviescollege Stikstofproblematiek)
Okt 2019:
Het kabinet reserveert € 500 miljoen voor stikstofproblematiek.
Nov 2019:
Het kabinet kondigt bronmaatregelen aan om, op korte termijn (maart 2020), woningbouw
en zeven MIRT-projecten te realiseren.
Dec 2019:
Voortgang stikstofproblematiek: structurele aanpak
Feb 2020:
Kabinetsreactie: advies «Beweiden en bemesten» (Adviescollege Stikstofproblematiek)
Feb 2020:
Nieuwe (bron)maatregelen (eerste pakket landbouw) om gebiedsgerichte aanpak verdere
impuls te geven
Eerste pakket natuur en aankondiging natuurbank
Feb 2020:
Publicatie Subsidiemodule brongerichte verduurzaming stal en managementmaatregelen
Feb/Mrt 2020:
Openstelling stikstofregistratiesysteem
Voorjaar 2020:
Kabinetsreactie: advies «Luchtvaart» (Adviescollege Stikstofproblematiek)
Voorjaar 2020:
Verdere aanpak natuurherstel en -verbetering
Voorjaar 2020:
Volgende (bron)maatregelen in betrokken sectoren
Voorjaar 2020:
Vaststellen van een streefwaarde voor de reductie van stikstofuitstoot in 2030
Voor zomer 2020:
Kabinetsreactie: advies «Lange termijn» (Adviescollege Stikstofproblematiek)
Zomer 2020:
Eerste resultaten doorlichting Natura 2000-gebieden
Zomer 2020:
Voortgang Grondbank en instrumenten voor landinrichting
In de brief aan uw Kamer van 13 november 2019 heeft het kabinet tijdelijke wetgeving
aangekondigd voor projecten die zorgen dat de veiligheid van onze (vaar)wegen en de
waterveiligheid worden gegarandeerd (Kamerstuk 35 334, nr. 1). Nadelige effecten op de natuur van dergelijke projecten voor nationale wegen- en
waterveiligheid zouden worden gecompenseerd. In deze brief geeft het kabinet met de
instelling van een wettelijk te verankeren natuurbank invulling aan dit voornemen.
De reservering van € 250 mln. (onderdeel van de bij Najaarsnota ingestelde begrotingsreserve)
voor natuurherstel en -verbetering wordt voor 50% aangewend in het kader van de natuurbank
en voor 50% in het kader van een regeling voor terreinbeherende organisaties voor
het nemen van gerichte maatregelen voor natuurherstel en -verbetering ter vermindering
van de stikstofgevoeligheid van de natuur.
Voor projecten van het Rijk en waterschappen die geen beroep op de ADC-toets kunnen
doen staan de «reguliere» vormen van vergunningverlening open. Waar deze geen soelaas
bieden en er wel sprake is van een urgent belang, zal per casus actief worden gezocht
naar de mogelijkheden om een project doorgang te laten vinden.
Perspectief op natuur
Nederland ligt niet op koers voor het behalen van de instandhoudingsdoelen van de
Vogel- en Habitatrichtlijn. Eén van de oorzaken hiervoor is het teveel aan stikstofdepositie
op Natura 2000-gebieden. De uitspraak over het PAS van de afdeling bestuursrechtspraak
van de Raad van State van 29 mei 2019 heeft als consequentie dat vergunningverlening
op basis van de Wet Natuurbescherming in veel mindere mate dan voorheen mogelijk is.
Dit samen vormt de kern van de stikstofproblematiek. Natuurherstel en -verbetering
is één van de sleutels om uit de stikstofproblematiek te geraken. Het is belangrijk
daarbij een breder perspectief op natuur te nemen dan stikstof alleen: uiteindelijk
is het bereiken van een gunstige staat van instandhouding het doel, en stikstof is
daarbij één van de factoren. Het Planbureau voor de Leefomgeving (PBL) onderschrijft
deze lijn in de policy brief «Stikstof in perspectief» van 13 december 2019 (Kamerstuk
35 334, nr. 45).
Het kabinet heeft een robuust en realistisch natuurbeleid voor ogen. Robuust, door
het creëren van condities waardoor de natuur tegen een stootje kan. En realistisch,
door scherp te blijven kijken of natuurdoelen wel haalbaar zijn, en of de regels daar
wel bij passen. In overleg met provincies, die verantwoordelijk zijn voor het natuurbeleid,
wil het kabinet hieraan invulling geven.
Middelen voor natuur
Bij Najaarsnota is een begrotingsreserve van € 500 mln. ingesteld in het kader van
de stikstofproblematiek (Kamerstuk 35 350, nr. 1). Met deze brief geeft het kabinet verder invulling aan de reservering van € 250 mln.
voor natuurherstel en -verbetering.
Het kabinet stelt € 125 mln. beschikbaar in het kader van een natuurbank. Met dit
geld kan gericht compensatienatuur worden aangelegd, ter compensatie van projecten
van het Rijk en waterschappen die een groot openbaar belang vertegenwoordigen. De
tweede € 125 mln. komt beschikbaar voor terreinbeherende organisaties voor natuurherstel
en -verbetering ten behoeve van het bereiken van de instandhoudingsdoelstellingen.
Er wordt een regeling ingesteld waarmee terreinbeherende organisaties, in samenspraak
met provincies, gericht middelen kunnen aanvragen voor maatregelen die bijdragen aan
het verminderen van de stikstofgevoeligheid van de natuur en die op korte termijn
tot uitvoering kunnen komen. Maatregelen die in aanmerking voor financiering kunnen
komen zijn bijvoorbeeld het versnellen en waar nodig intensiveren van natuurherstelmaatregelen,
het nemen van hydrologische maatregelen in en rondom natuurgebieden, het versneld
inrichten van reeds verworven natuurgronden, het verwerven van zogenoemde «sleutelhectares»
om versnippering van natuur tegen te gaan en robuuste ecologische verbindingen te
realiseren, en het behalen van doelen in het kader van de Kaderrichtlijn Water.
De hierboven genoemde maatregelen zijn no-regret om de natuur weerbaarder te maken tegen stikstofdepositie en stappen te zetten richting
een goed staat van instandhouding van de natuur. In overleg met provincies moet worden
zeker gesteld dat de voorgestelde maatregelen aanvullend zijn op bestaande plannen
en het gebiedsproces. In de voorwaarden van de regeling zal worden vastgelegd dat
deze middelen moeten worden ingezet voor die maatregelen en locaties waar ze het meest
effectief bijdragen aan een hoger doelbereik.
Later dit voorjaar besluit het kabinet over langjarige investeringen in natuurherstel
en -verbetering. Het PBL rekent investeringen in natuur door in relatie tot het onderliggende
streefdoel van 100% doelbereik en biedt zo een basis voor besluitvorming. De middelen
zullen worden betrokken bij het programma natuur met provincies, zoals aangekondigd
in de brief aan uw Kamer van 16 december (Kamerstuk 35 334, nr. 25).
Natuurbank
De natuurbank die het kabinet in deze brief aankondigt heeft tot doel om op een gecoördineerde
manier natuurcompensatie- en -verbeteringsmaatregelen te nemen en vast te leggen.
Deze maatregelen worden zogezegd «op voorraad» uitgevoerd: stikstofgevoelige habitats
worden aangelegd en uitgebreid op die plekken waar ze al voorkomen. Projecten van
het Rijk en waterschappen die een groot openbaar belang vertegenwoordigen en voor
hun vergunning een beroep doen op de ADC-toets kunnen de natuur uit de natuurbank
gebruiken als compensatiemaatregel voor de nadelige effecten die ze aan de natuur
toebrengen, om zo te voorkomen dat de natuur per saldo verslechtert als gevolg van
het project. In de nadere uitwerking zal worden vastgelegd dat er altijd meer wordt
gecompenseerd dan strikt noodzakelijk is op grond van de mogelijke nadelige effecten
van een project.
Een belangrijk voordeel van de natuurbank is dat geen losse snippers compensatienatuur
per project hoeven te worden aangelegd, maar dat sprake is van een samenhangende strategie.
Dit is efficiënter voor de initiatiefnemers van de projecten, voorkomt versnippering
van natuur, en draagt zo bovendien bij aan robuuste en toekomstbestendige natuur.
Het systeem helpt een initiatiefnemer ook in die zin dat hij bij indiening van een
vergunningaanvraag op grond van een ADC-toets helder maakt hoe hij, met een beroep
op de natuurbank, zal compenseren. Daarmee is vooraf geborgd dat het mogelijke significant
negatieve effect van de berekende depositiebijdrage wordt gecompenseerd. Zo wordt
voldaan aan de verplichting van de Habitatrichtlijn.
Projecten van het Rijk en van waterschappen die een dwingende reden van groot openbaar
belang vertegenwoordigen kunnen een beroep doen op de natuurbank. Het gaat hierbij
prioritair om projecten in het kader van rijksinfra- en waterveiligheid en defensieprojecten
die een veiligheidsbelang vertegenwoordigen. Deze projecten kunnen een beroep doen
op de natuurbank zodra de compensatienatuur daadwerkelijk is geborgd. Dit zal enkele
jaren in beslag nemen. Het kabinet nodigt provincies uit om in samenspraak met gemeenten
aan te sluiten op dit Rijksinitiatief, dan wel zelf een soortgelijke regionale natuurbank
op te zetten.
De € 125 mln. die beschikbaar is voor de natuurbank wordt besteed aan het opzetten,
vullen en beheren van de natuurbank. Tot het moment dat de bank volledig operationeel
is, is een deel van de middelen beschikbaar voor het treffen van compenserende maatregelen
voor rijksinfra- en waterveiligheidsprojecten.
Het kabinet zal de natuurbank op korte termijn samen met de provincies en terreinbeherende
organisaties nader uitwerken, inclusief wettelijke verankering van de bank.
Ruimte in regels
Doel van het natuurbeleid is robuuste natuur met ruimte in regels waar dat wenselijk
en nodig is. Zo moeten we onder ogen durven te zien dat er wellicht plekken zijn waar
er geen perspectief is op een duurzame instandhouding van een bepaald habitat. Of
dat sommige doelen beter of efficiënter kunnen worden bereikt op een andere plek dan
waar ze nu zijn aangewezen. In dergelijke gevallen is er behoefte aan meer ruimte
en flexibiliteit in de regels.
De doorlichting van Natura 2000 zoals aangekondigd in de brief van 13 november is
inmiddels gestart en moet rond de zomer concrete casussen opleveren waarover ik het
gesprek met de Europese Commissie aan ga. Ook de actualisatie van het Natura 2000-doelensysteem
levert input voor een dergelijk gesprek. Dat is niet een gemakkelijk gesprek, maar
wel een belangrijk gesprek. Want natuurbeleid is gebaat bij breed draagvlak. Robuuste
natuur en realistische regels dragen bij aan dat draagvlak.
Tot slot
Stap voor stap werkt het kabinet aan een oplossing voor de stikstofproblematiek. De
afgelopen tijd zijn al belangrijke stappen gezet voor de natuur. Met deze brief kondigt
het kabinet de instelling van een natuurbank aan en gaat het kabinet in op de besteding
van € 250 mln. voor natuur. Later dit voorjaar besluit het kabinet over langjarige
middelen voor het programma natuur met provincies, een streefwaarde voor de reductie
van stikstofdepositie en (bron)maatregelen in betrokken sectoren.
Ten slotte informeer ik uw Kamer met deze brief dat de samenstelling van het Adviescollege
Stikstofproblematiek is gewijzigd (Kamerstuk 32 670, nr. 164).
Per 1 januari 2020 is mevrouw W.H. Maij MBA eervol ontslag verleend, en is de heer
J.J. van Dijk lid geworden, van het Adviescollege Stikstofproblematiek.
De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, C.J. Schouten
Indieners
-
Indiener
C.J. Schouten, minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit