Brief regering : Stand van zaken van de uitvoering en afronding van het landelijk actieplan casemanagement dementie
29 689 Herziening Zorgstelsel
25 424
Geestelijke gezondheidszorg
Nr. 1047
BRIEF VAN DE MINISTER VAN VOLKSGEZONDHEID, WELZIJN EN SPORT
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 18 februari 2020
Steeds meer mensen in Nederland hebben te maken met dementie en dat aantal neemt de
komende jaren alleen nog maar verder toe. Dementie heeft een grote impact op iemands
leven en op dat van zijn omgeving. Daarom zet ik mij op verschillende manieren in
om dementiezorg te verbeteren en om de maatschappij dementievriendelijker te maken.
Om ervoor te zorgen dat mensen met dementie zo lang mogelijk thuis kunnen wonen, is
casemanagement dementie een belangrijk onderdeel van de zorg. Een casemanager ondersteunt
de cliënt en zijn omgeving tijdens het ziekteverloop en bij het organiseren van de
juiste zorg. Ik wil daarom dat casemanagement dementie van een goede kwaliteit beschikbaar
is voor de mensen die dit nodig hebben. Met deze brief informeer ik u over de stand
van zaken van de uitvoering en afronding van het landelijk actieplan casemanagement
dementie.
Kernpunten
Deze brief bevat de volgende kernpunten:
– Een meerderheid van de acties uit het Landelijk actieplan casemanagement dementie
is uitgevoerd door verschillende partijen uit het veld. Er zijn nog enkele openstaande
punten, die ik in de brief verder toelicht.
– De NZa werkt er hard aan om representatieve cijfers te kunnen publiceren over de wachttijden
van casemanagement dementie, op basis van de NZa Regeling transparantie zorgaanbieders
casemanagement dementie. Deze regeling wordt momenteel geëvalueerd. Ondanks dat er
nog geen cijfers over wachttijden zijn die geschikt zijn om openbaar te publiceren,
hebben de cijfers voor de NZa al wel een belangrijke signalerende werking voor het
regionale toezicht.
– Ik ben met Zorgverzekeraars Nederland (ZN) en Alzheimer Nederland in gesprek gegaan
over de informatievoorziening door zorgverzekeraars over casemanagement dementie.
Partijen kijken nu samen hoe relevante informatie werkelijk vindbaar en informatief
kan worden gemaakt.
– Om inzicht te krijgen in de effecten van de uitgevoerde acties laat ik in overleg
met veldpartijen nog eenmalig een onderzoek uitvoeren naar het gebruik van casemanagement
dementie. Naar aanleiding van de uitkomsten hiervan zal ik met partijen bezien of
aanvullende acties noodzakelijk zijn en waar deze, bij voorkeur binnen de structuur
van het huidige hoofdlijnenakkoord wijkverpleging, opgepakt kunnen worden.
Landelijk actieplan
In het landelijk actieplan casemanagement dementie is door partijen in 2016 en 2017
in kaart gebracht wat hiervoor nodig is; in de jaren daarop heb ik met partijen1 gewerkt aan de uitvoer en afronding van deze acties. Met deze brief informeer ik
u over de stand van zaken.
Aanspraak op casemanagement dementie
Mensen die de diagnose dementie krijgen maken aanspraak op casemanagement dementie.
Om dit te realiseren kopen zorgverzekeraars casemanagement in via de aanspraak wijkverpleging.
Uit de monitor contractering wijkverpleging 20192 van de NZa blijkt dat dit in de praktijk ook gebeurt. De bevraagde netwerken zijn
daarbij wel kritisch over de haalbaarheid om casemanagement dementie te leveren vanuit
het integrale tarief. Een integraal tarief is echter altijd een mix is van dure en
goedkope prestaties, en gepaste inzet van de duurdere prestatie is een taak van de
zorgaanbieder. De monitoring van de inkoop van casemanagement dementie blijft een
vast onderdeel van de monitor contractering wijkverpleging.
Om het aanbod van casemanagement dementie te waarborgen, is een goed werkend netwerk
in de regio nodig. Op de website van Dementiezorg voor Elkaar is een kaart beschikbaar
met de dementienetwerken in Nederland, inclusief de contactgegevens. Dementienetwerk
Nederland (DNN) en Vilans hebben onderling afspraken gemaakt over het beheer hiervan.
De zorgverzekeraars zijn verantwoordelijk voor een aanbod van dementiezorg in iedere
regio. Afgesproken is dat DNN de preferente zorgverzekeraar in de regio aanspreekt
bij eventuele problemen. Vektis deed daarnaast in 2019 op verzoek van ZN onderzoek3 naar de zorg voor thuiswonende mensen met dementie. Op basis van dit onderzoek verbeteren
zorgverzekeraars de inkoop van dementiezorg. Omdat de beelden per regio verschillen,
worden met regionale ketenpartijen afspraken gemaakt voor verbeteringen.
Verwijzing naar casemanagement dementie
Het is belangrijk dat mensen met dementie en hun naasten gewezen worden op de mogelijkheid
om casemanagement dementie te ontvangen. Huisartsen, maar ook wijkverpleegkundigen,
verpleegkundig specialisten, praktijkondersteuners, WMO-consulenten en medisch specialisten
spelen hierbij een belangrijke rol. Om de verwijzing naar casemanagement dementie
te verbeteren hebben partijen met elkaar in kaart gebracht hoe de verwijzing naar
en aanmelding van casemanagement dementie verloopt en hoe dit beter kan. Dit heeft
geresulteerd in landelijke workshop en een Ronde Tafel in 2019 over de toekomstbestendigheid
en vindbaarheid van casemanagement dementie. Partijen deelden daarbij de conclusie
dat verbetering in zowel verwijzing als bekendheid belangrijk is en dat verbetering
in verwijzing vooral vraagt om een regionale aanpak. Alzheimer Nederland heeft informatiemateriaal
ontwikkeld over casemanagement dementie, voor zowel mensen met dementie en hun naasten
als voor huisartsen en andere zorgprofessionals. Het verbeteren van de vindbaarheid
van casemanagement dementie is een opdracht voor alle partijen in het veld.
Omdat verwijzing naar casemanagement een punt van aandacht blijft, spreek ik dit voorjaar
opnieuw met de LHV en V&VN en waar nodig met andere betrokken veldpartijen4. Inzet van dit overleg is het maken van afspraken om verwijzing naar casemanagement
dementie te verbeteren. Over de uitkomsten van dit overleg informeer ik u voor de
zomer.
Kwaliteit van casemanagement dementie
Een brede groep van 22 veldpartijen heeft de afgelopen periode gewerkt aan de herziening
van de Zorgstandaard Dementie. De partijen hebben met elkaar een visie op persoonsgerichte
en integrale zorg en ondersteuning voor mensen met dementie en hun mantelzorgers ontwikkeld,
over het hele beloop van de ziekte, in regionale netwerken. In deze standaard worden
ook aanbevelingen opgenomen t.a.v. casemanagement dementie. Het traject loopt onder
de vlag van Dementiezorg voor Elkaar. Inmiddels zijn laatste punten aangescherpt en
zijn de partijen nu in de autorisatiefase beland. Gestreefd wordt om de Zorgstandaard
Dementie begin maart aan te bieden aan het Zorginstituut. In vijf regio’s loopt momenteel
een proefimplementatie. De landelijke partijen zullen dit jaar de gehele proefimplementatie
gezamenlijk monitoren. Voor verdere landelijke uitrol wordt eind 2020 een op de praktijk
gebaseerd implementatieplan opgeleverd. Ik ben tevreden met het werk dat partijen
hebben verricht om met elkaar te komen tot een nieuwe versie van de Zorgstandaard
Dementie, zodat mensen met dementie en hun naasten nu en in de toekomst kunnen rekenen
op kwalitatief goede zorg.
Wachttijden
Omdat gedurende de uitvoer van het Actieplan casemanagement dementie duidelijk werd
dat het lastig was om goed zicht te krijgen op de wachttijden voor casemanagement
dementie, is op 1 december 2018 de NZa Regeling transparantie zorgaanbieders casemanagement
dementie (NR/REG-1827) in werking getreden. Deze regeling heeft tot doel wachttijden
voor casemanagement dementie op eenduidige wijze transparant en vergelijkbaar te maken
voor patiënten.
Beschikbare data
De NZa werkt momenteel aan het beschikbaar stellen van de informatie over wachttijden
op de website www.volksgezondheidenzorg.info, waar ook andere wachttijdgegevens zijn vermeld, zoals bijvoorbeeld van medisch specialistische
zorg. Om betrouwbare cijfers te kunnen publiceren is, net als bij andere zorgsectoren,
aanscherping en ervaring nodig in het werken met de data. Belangrijkste punt daarbij
is dat in de praktijk niet altijd duidelijk is of er overlap of juist gaten zitten
in de aanlevering van netwerken en losse aanbieders. Dit biedt aanleiding voor de
NZa om de regeling te evalueren. Deze evaluatie is inmiddels gestart en in de 1e helft van 2020 worden de uitkomsten van deze evaluatie verwacht. Eventuele wijzigingen
in de regeling kunnen meegenomen worden in de reguliere beleidscyclus voor 2021. Ik
reken erop dat bovengenoemd probleem met aanscherping van de regelgeving grotendeels
verholpen kan worden.
Toezicht
Vanuit haar rol als toezichthouder houdt de NZa toezicht op zowel zorgverzekeraars
als zorgaanbieders. In het geval van casemanagement dementie ziet dit toezicht er
als volgt uit: de NZa heeft in maart 2019 een rapport5 gepubliceerd met de uitkomsten van haar onderzoek naar de inspanningen van zorgverzekeraars
om wachttijden te verminderen. Dit onderzoek is herhaald in het najaar van 2019 en
heeft geleid tot een vervolgrapport6 in december 2019. In beide rapporten was ook specifieke aandacht voor casemanagement
dementie. De NZa heeft in december 2019 de conclusie getrokken dat zorgverzekeraars
hun aanpak voor wachttijden hebben verbeterd. Uit het rapport komen ook nog verbeterpunten
naar voren. Het aantal verbeterpunten verschilt per verzekeraar. Ik verwacht van zorgverzekeraars
dat zij met deze verbeterpunten aan de slag gaan.
Ondanks dat er nog geen cijfers over wachttijden zijn die geschikt zijn om openbaar
te publiceren, hebben de cijfers voor de NZa al wel een belangrijke signalerende werking
voor het regionale toezicht. De NZa spreekt actief met zorgaanbieders, dementienetwerken
en zorgverzekeraars in de regio’s die opvallen in de data, om ervoor te zorgen dat
de wachttijden in die regio’s worden aangepakt.
Informatievoorziening door zorgverzekeraars
Goede en begrijpelijke informatievoorziening over (de vergoedingen van) casemanagement
dementie is van groot belang, zodat mensen met dementie en hun naasten weten op welke
zorg zij aanspraak maken. Alzheimer Nederland deed recent onderzoek naar informatievoorziening
over dementiezorg door zorgverzekeraars (Keuzewijzer 2020) en vond daarbij een aantal
aandachtspunten. Ik ben daarom met ZN en Alzheimer Nederland in gesprek gegaan over
de informatievoorziening door zorgverzekeraars over casemanagement dementie. De resultaten
van dat gesprek zijn als volgt:
– Een aantal zorgverzekeraars heeft op verzoek van Alzheimer Nederland na het vorige
onderzoek (Keuzewijzer 2019) casemanagement dementie aan het vergoedingenoverzicht
op de website toegevoegd.
– Alzheimer Nederland is met in ieder geval drie individuele zorgverzekeraars verder
in gesprek om te kijken hoe zij relevante informatie werkelijk vindbaar en informatief
kunnen maken. Onderwerp van dat gesprek is vooral welke zoektermen verzekerden gebruiken
bij hun zoektocht en welke informatie zorgverzekeraars vervolgens actief aanbieden.
Zorgverzekeraars richten hun informatievoorziening logischerwijs in op termen waar
verzekerden (veel) op zoeken. Voor Alzheimer Nederland is van belang dat verzekerden
breed geïnformeerd worden over de mogelijkheden bij dementiezorg, ook over vormen
van zorg waarvan zij het bestaan (nog) niet weten en waar zij dus niet direct op zoeken,
zoals casemanagement dementie.
– Zorgverzekeraars geven wel aan dat de informatie over andere relevante vergoedingen
voor mensen met dementie momenteel te vinden is op hun websites. Dit blijkt ook uit
het overzicht van Alzheimer Nederland.
Ik reken erop dat zorgverzekeraars hun informatievoorziening over casemanagement dementie
waar nodig verder optimaliseren.7
Afsluiting
Ik concludeer dat het grootste deel van de acties uit het Landelijk actieplan afgerond
is. Wel deel ik de behoefte van partijen om inzicht te krijgen in de effecten en resultaten
van de uitgevoerde acties. Daarom heb ik met partijen afgesproken om in 2020 nog eenmaal
onderzoek te laten uitvoeren naar het gebruik van casemanagement dementie. Op basis
van dit onderzoek en de te verwachten cijfers over de wachttijden casemanagement dementie
van de NZa zal ik met partijen bezien of aanvullende acties noodzakelijk zijn en waar
deze, bij voorkeur binnen de structuur van het huidige hoofdlijnenakkoord wijkverpleging,
belegd kunnen worden. Ik zal u hier voor de zomer over informeren.
De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,
H.M. de Jonge
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
H.M. de Jonge, minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport