Brief regering : Nacalculatie Europese afdrachten 2019
21 501-03 Begrotingsraad
Nr. 138 BRIEF VAN DE MINISTER VAN FINANCIËN
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 18 februari 2020
De Europese Commissie presenteerde op 31 januari jongstleden de resultaten van de
nacalculatie 2019 van de BTW- en BNI-afdrachten over de periode 2015–2018. Voor de
Nederlandse afdrachten leidt de nacalculatie tot een eenmalige teruggave van 17 miljoen
euro. In deze brief informeer ik uw Kamer over het proces en de resultaten van de
jaarlijkse nacalculatie.
Proces jaarlijkse nacalculatie
De jaarlijkse afdrachten aan de Europese begroting zijn gebaseerd op de btw-grondslag
en op basis van de omvang Bruto Nationaal Inkomen (BNI) van de lidstaat.1 Voor de vaststelling van de jaarlijkse afdrachten wordt gewerkt met ramingen van
beide grondslagen. Met terugwerkende kracht worden verschillen tussen de ramingen
en de realisaties van deze grondslagen verrekend tussen de lidstaten. Dit is de jaarlijkse
nacalculatie.
In de BNI Expert Groep2 worden de realisaties van het Bruto Nationaal Inkomen (BNI) jaarlijks vastgesteld;
de realisaties kunnen tot vier jaar terug worden bijgesteld. Ook wordt besloten over
eerder aangehouden reserveringen bij de vaststellingen van het BNI. Het opheffen van
eerder geplaatste reserveringen – bijvoorbeeld omdat nog niet alle gegevens van een
bepaalde component van het BNI compleet volledig geanalyseerd zijn – kan eveneens
leiden tot aanpassing van het BNI van afzonderlijke lidstaten. De BNI Expert Groep
presenteert de bijstellingen en realisaties in het Summary Quality Report.3
De Europese Commissie berekent op basis van de realisaties van de BNI Expert Groep
de nacalculatie en presenteert de resultaten vervolgens in januari 2020. De feitelijke
verrekening wordt opgenomen in de maandelijkse betaling van de Europese afdrachten
in juni 2020.
Resultaten nacalculatie 2019
Tabel 1 geeft een overzicht van de nacalculatie 2019. Indien de BNI Expert Groep het
BNI van een lidstaat over een betreffend jaar opwaarts heeft bijgesteld, dan heeft
de betreffende lidstaat in dat jaar op basis van een te laag BNI afgedragen aan de
Europese begroting. De lidstaat dient het verschil in afdrachten te compenseren. Vice
versa, indien de BNI Expert Groep het BNI van een lidstaat in enig jaar neerwaarts
heeft bijgesteld, dan heeft de betreffende lidstaat in dat jaar op basis van een te
hoog BNI afgedragen en dient de lidstaat daarvoor te worden gecompenseerd. Het totaal
van deze compensaties en vergoedingen voor alle lidstaten leidt tot de bruto nacalculatie
– zie hiertoe de tweede kolom in tabel 1.
Tabel 1: Nacalculatie 2019 (in miljoen euro; Europese Commissie)
lidstaat
Bruto
Herverdeling
Netto
België
237
– 91
146
Bulgarije
9
– 12
– 3
Tsjechië
97
– 41
56
Denemarken
72
– 61
10
Duitsland
– 850
– 693
– 1.542
Estland
15
– 5
10
Ierland
8
– 52
– 44
Griekenland
– 4
– 37
– 41
Spanje
– 261
– 244
– 505
Frankrijk
775
– 478
297
Kroatië
13
– 10
3
Italië
577
– 345
231
Cyprus
20
– 4
16
Letland
5
– 6
– 1
Litouwen
17
– 9
9
Luxemburg
– 42
– 8
– 51
Hongarije
64
– 27
37
Malta
0
– 3
– 3
Nederland
139
– -156
– 17
Oostenrijk
– 12
– 78
– 90
Polen
103
– 101
2
Portugal
37
– 40
– 2
Roemenië
22
– 43
– 21
Slovenië
6
– 10
– 3
Slowakije
24
– 19
5
Finland
57
– 47
10
Zweden
287
– 92
195
Verenigd Koninkrijk
1.783
– 487
1.296
Totaal
3.200
– 3.200
0
De nacalculatie 2019 leidt tot een cumulatieve bruto nacalculatie van 3,2 miljard
euro. Omdat de nacalculatie een herverdeling van afdrachten tussen lidstaten is, wordt
de cumulatieve bruto nacalculatie vervolgens weer verdeeld over de lidstaten; het
relatieve BNI-aandeel is hiervoor leidend. De herverdeling is opgenomen in de derde
kolom in tabel 1. De bruto nacalculatie en de herverdeling samen leiden tot netto
nacalculatie – zie hiertoe de vierde kolom in tabel 1. Voor Nederland leidt de netto
nacalculatie tot een eenmalige teruggave van 17 miljoen euro. Deze teruggave wordt
verwerkt in de raming van de Nederlandse afdrachten bij eerste suppletoire begroting
(Voorjaarsnota) 2020.
Voor uw informatie geeft tabel 2 tot slot een overzicht van de netto nacalculaties
over de Europese afdrachten sinds de start van het huidige Meerjarig Financieel Kader
in 2014. U bent indertijd afzonderlijk over de nacalculatie per jaar geïnformeerd.
De omvang van de nacalculatie 2014 werd grotendeels verklaard door de bronnenrevisie
die het CBS uitvoerde; de omvang van de nacalculatie 2015 werd grotendeels verklaard
door het gezamenlijke onderzoek van het CBS en De Nederlandsche Bank om de nationale
rekeningen en de betalingsbalans beter op elkaar te laten aansluiten. De nacalculatie
van 2018 was wederom gekoppeld aan een bronnenrevisie door het CBS.
Tabel 2: Nacalculaties (in miljoen euro)
2014
2015
2016
2017
2018
2019
Netto nacalculatie
643
446
– 124
– 64
318
– 17
Hopende u hiermee voldoende geïnformeerd te hebben.
De Minister van Financiën,
W.B. Hoekstra
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
W.B. Hoekstra, minister van Financiën