Brief regering : Situatie passagiers cruiseschepen
25 295 Infectieziektenbestrijding
Nr. 96
BRIEF VAN DE MINISTERS VOOR MEDISCHE ZORG EN VAN BUITENLANDSE ZAKEN
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 17 februari 2020
Hierbij informeren wij u over de situatie rond de Nederlanders op cruiseschepen «de
Westerdam» en de «Diamond Princess», die respectievelijk in Cambodja en Japan zijn
aangemeerd. Tevens informeren wij u over enkele consulaire aspecten die hiermee verbonden
zijn.
Na de aanvankelijke collectieve inspanningen om voor MS Westerdam een aanleg plek
te vinden, is sinds het aanleggen op 13 februari jl. doorlopend aandacht geweest voor
de Nederlandse passagiers.
De Westerdam ligt afgemeerd in Sihanoukville in Cambodja. Afgelopen vrijdag konden
passagiers het schip verlaten, nadat gebleken was dat er geen verdenking van Coronavirus
aan boord was. Vanaf vrijdag is een deel van de Nederlanders van boord gegaan. Vervolgens
bleek zaterdag een niet-Nederlandse toerist die aan boord was van het cruiseschip
de Westerdam, na onderzoek in Maleisië, besmet te zijn met het nieuwe coronavirus.
Veel passagiers hadden dus het schip al verlaten, voordat de besmetting van de medepassagier
bekend werd.
Uit de passagiersgegevens van Holland America Lijn (HAL) blijkt dat er 89 Nederlandse
passagiers op het cruiseschip zaten; bovendien bevinden zich ook Nederlandse onderdanen
onder het personeel van het cruiseschip. Het Ministerie van Buitenlandse Zaken staat
op dit moment in direct contact met 29 Nederlandse passagiers op het schip en 26 Nederlandse
passagiers in een hotel in Phnom Penh. Een aantal passagiers heeft Cambodja op eigen
gelegenheid verlaten.
De eerste verantwoordelijkheid voor de veiligheid en de terugkeer van de Nederlanders
ligt bij Holland America Line (HAL). Met hen is doorlopend contact en zij zetten zich
hiervoor in. De situatie in Cambodja wordt goed gemonitord door ambassade Bangkok,
die verantwoordelijk is voor consulaire bijstand in Cambodja. Er is nauw contact tussen
het Ministerie van Buitenlandse Zaken, het Ministerie van VWS, het RIVM, en HAL over
de (inter)nationale maatregelen die zowel te maken hebben met de terugreis als met
de gezondheidsmaatregelen. Op dit moment zijn er twee vertegenwoordigers van Buitenlandse
Zaken ter plaatse voor de Nederlanders die assistentie nodig hebben. Deze aanwezigheid
zal onverkort worden voortgezet. Een van hen is bij het schip en zal het schip betreden
nadat daartoe toestemming wordt gegeven en de ander is aanwezig in het hotel in Pnomh
Phen waar de Nederlanders verblijven. Zij staan in dagelijks contact met hen om vragen
te beantwoorden en informatie te delen. Ook HAL heeft informatie desks ingericht op
het schip en in het hotel om de vragen van de Nederlanders over het verdere traject
adequaat te kunnen beantwoorden.
Alle passagiers die zich thans in Cambodja bevinden worden onder verantwoordelijkheid
van de Cambodjaanse autoriteiten getest op aanwezigheid van het nieuwe coronavirus.
Mochten zij besmet blijken met het virus dan is het aan de Cambodjaanse overheid om
te besluiten over isolatiemaatregelen. Mochten de Nederlandse passagiers daarentegen
negatief getest worden, dan zullen zij het land kunnen verlaten. De testen worden
gedaan, omdat niet uit te sluiten is dat zij in contact zijn geweest met de medepassagier
en onbekend is wanneer deze passagier ziek is geworden. Zonder deze testuitslag wordt
door de lokale autoriteiten geen «fit to fly» verklaring afgegeven. HAL is verantwoordelijk
voor de logistiek rond de terugreis van de passagiers en verzorgt voor iedere passagier
een individueel reisschema. Daarbij treedt HAL in contact met alle relevante partijen
ook om in te schatten welke trajecten haalbaar zijn gezien de huidige omstandigheden.
Zolang HAL in staat is passagiers op een veilige en goede manier te laten terugkeren,
is de alternatieve mogelijkheid van begeleide terugkeer van overheidswege niet aan
de orde.
De twee Nederlandse passagiers die zich in de groep bevonden van de niet-Nederlandse
besmette toerist en die eerder vertraging opliepen in Maleisië, zijn na een door Maleisische
autoriteiten uitgevoerde test die negatief bleek, inmiddels onderweg naar huis.
Zoals gezegd zijn er al mensen op eigen gelegenheid naar Nederland vertrokken. Deze
mensen zijn via de media opgeroepen om zich te melden bij de GGD zodra zij in Nederland
zijn. Nog niet iedereen heeft zich gemeld. GGD’en zijn gevraagd op basis van de passagiersgegevens
die ons beschikbaar zijn gesteld door de HAL, de personen die in hun regio wonen te
benaderen.
Alhoewel er geen verdenking was op het coronavirus op het moment dat zij het schip
verlieten wordt aan de Nederlandse passagiers gevraagd contact op te nemen met de
lokale GGD nu bekend is geworden dat een van de medepassagiers wel een coronabesmetting
heeft opgelopen. Omdat niet bekend is waar de medepassagier besmet is geraakt en of
de Nederlanders met deze passagier in contact zijn geweest, wil de GGD wel met deze
mensen in contact komen. Hierdoor kan op basis van de informatie die de passagiers
verschaffen over hun verblijf op de Westerdam, een goede afweging worden gemaakt over
het vervolg (bijvoorbeeld monitoring door GGD of mensen later bij ziekteverschijnselen
testen bij RIVM en Erasmus). De mensen met een negatieve testuitslag die «fit to fly»
zijn worden ook uit voorzorg gevraagd na terugkomst contact op te nemen met de lokale
GGD-en.
Voorts bevinden zich vijf Nederlandse passagiers op het cruiseschip «Diamond Princess»
in Japan. De quarantaineperiode die door de Japanse autoriteiten is opgelegd, zal
– zoals het er nu naar uit ziet – 19 februari worden opgeheven. Het is de verwachting
dat de passagiers, die recent getest zijn op het virus en waarvan de uitkomst negatief
is, vanaf dat moment het schip kunnen verlaten en kunnen doorreizen. De ambassade
in Tokio staat in dagelijks contact met deze vijf Nederlandse passagiers. Ook hier
is het uitgangspunt dat de reizigers en hun reisorganisaties in eerste instantie op
eigen gelegenheid hun terugreis vormgeven. Ook voor deze vijf Nederlanders geldt dat
de GGD met hen contact opneemt na aankomst in Nederland om met ze te spreken over
hun quarantaineperiode en een afweging te maken over het vervolg.
De Minister voor Medische Zorg,
B.J. Bruins
De Minister van Buitenlandse Zaken,
S.A. Blok
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
B.J. Bruins, minister voor Medische Zorg -
Mede ondertekenaar
S.A. Blok, minister van Buitenlandse Zaken