Brief regering : Schriftelijke reactie op een aantal elementen van de goedkeuringswet voor het Comprehensive Economic and Trade Agreement met Canada (CETA)
35 154 Goedkeuring van de op 30 oktober 2016 te Brussel tot stand gekomen Brede Economische en Handelsovereenkomst (CETA) tussen Canada, enerzijds, en de Europese Unie en haar lidstaten, anderzijds (Trb. 2017, 13)
35 155
Goedkeuring van de op 30 oktober 2016 te Brussel tot stand gekomen Strategische partnerschapsovereenkomst
tussen de Europese Unie en haar lidstaten, enerzijds, en Canada, anderzijds (Trb.
2016, 190)
Nr. 26
BRIEF VAN DE MINISTER VOOR BUITENLANDSE HANDEL EN ONTWIKKELINGSSAMENWERKING
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 14 februari 2020
Tijdens de behandeling van de goedkeuringswet voor het Comprehensive Economic and
Trade Agreement met Canada (CETA) (Handelingen II 2019/20, nrs. 54 en 55) heb ik op
verzoek van verschillende leden aangegeven schriftelijk in te gaan op een aantal elementen.
Controles
Alle naar de EU geëxporteerde producten, dus ook Canadese landbouwproducten, moeten
voor toelating op de interne EU-markt voldoen aan alle Europese standaarden op het
gebied van plant- en diergezondheid, voedselveiligheid en etikettering. «Hormoonvlees»
mag de EU niet binnenkomen. De Europese regelgeving over GMO’s blijft onverkort van
kracht en zal strikt worden gehandhaafd. Het kabinet is bereid de controles van onze
eigen douane te intensiveren.
Momenteel zijn er 36 Canadese bedrijven gecertificeerd om hormoonvrij vlees te exporteren
naar de EU. Het kabinet is van mening dat het systeem van «track and trace» bij deze bedrijven adequaat is. De Canadese autoriteiten houden toezicht op de hormoonvrije
keten van deze bedrijven, de EU controleert het functioneren van het Canadese toezicht
middels audits en ook hier in Nederland vinden controles plaats. Niettemin zal Nederland
er bij de Europese Commissie op aandringen de audits op het toezicht van de Canadese
autoriteiten op het certificatiesysteem (inclusief «track and trace»-systeem) voor de export van hormoonvrij vlees te intensiveren. Tevens zal het kabinet
er bij de Europese Commissie op aandringen om zich er in de contacten met de Canadese
autoriteiten van te vergewissen dat de Canadese regelgeving ten aanzien van het gebruik
van diermeel bij de productie van diervoeder strikt wordt gehandhaafd.
Verschillen in wet- en regelgeving tussen de EU en Canada zullen blijven bestaan,
zo ook bij het gebruik van pesticiden. Ieder land produceert op eigen wijze, in grote
mate bepaald door lokale context. Het stellen van importeisen aan producten die gerelateerd
zijn aan de wijze waarop, of omstandigheden waaronder deze producten geproduceerd
zijn op het grondgebied van derde landen, is slechts zeer beperkt mogelijk binnen
het stelsel van WTO-verdragen. Niettemin zal het kabinet zich inspannen om – vooral
via de band van de Europese Unie – Canada te bewegen tot extra inspanningen. Dit gesprek
wordt ook nu gevoerd, vanuit het in CETA vastgelegde principe dat de EU en Canada
gezamenlijk streven naar hogere standaarden op duurzaamheidsgebied. Nederland zal
er bij de Europese Commissie op aandringen dat het gebruik van pesticiden prioritair
onderwerp van bespreking wordt, met als doel om met Canada tot extra afspraken te
komen inzake het certificeren van het gebruik van pesticiden in het productieproces
in Canada.
De comités onder CETA
Evenals bij andere handelsakkoorden kent CETA comités die toezien op de uitvoering
van het verdrag. Deze comités kunnen het verdrag niet wijzigen. Wijzigingen van CETA
zijn alleen mogelijk conform de gebruikelijke verdragswijzigingsprocedures van partijen.
Zoals ik eerder heb gemeld, kan het SPS-comité geen EU-wet- en regelgeving aanpassen.
Dit laatste kan alleen via de in de EU-verdragen voorgeschreven besluitvormingsprocedures,
waarmee de democratische controle gewaarborgd is. In de bijlage bij deze brief is
nader uitgewerkt hoe de besluitvorming heeft plaatsgevonden over de residuwaarden
van een neonicotinoïde (clothianidine)1.
Onder artikel 5.14, lid 2, d, van CETA en artikel 30.2, lid 2, kunnen het Gemengd
Comité van beheer voor sanitaire en fytosanitaire maatregelen, respectievelijk het
CETA gemengd comité, besluiten om de protocollen en een aantal bijlagen bij het akkoord
te wijzigen. Het gaat hier om technische, uitvoerende aspecten van CETA. Voorbeelden
hiervan zijn het toevoegen of verwijderen van geografische indicaties (waarbij moet
worden opgemerkt dat verwijderen alleen kan als de betreffende geografische indicaties
niet meer beschermd zijn in de EU of niet meer worden gebruikt), het aanpassen van
de procedures voor het afgeven van oorsprongscertificaten, het aanpassen van de lijst
van contactpunten van lidstaten waar professionele dienstverleners zich kunnen melden,
mochten deze contactpunten in de toekomst wijzigen, of het aanpassen van de bijlage
met richtlijnen voor wederzijdse erkenning van beroepskwalificaties die gelden voor
professionele dienstverleners (van architecten tot verpleegkundigen). In deze specifieke
gevallen stelt de Raad, op voorstel van de Europese Commissie en op grond van artikel
218, lid 9, VWEU het namens de Europese Unie in het comité in te nemen standpunt vast.
De verslagen en agenda’s van bijeenkomsten van alle comités worden gepubliceerd op
de website van de Europese Commissie. Naar aanleiding van de publicatie van Foodwatch
heb ik gemeld dat de door Foodwatch gepubliceerde stukken verkregen zijn van de Canadese
regering. Naar het zich laat aanzien zijn dit interne ambtelijke documenten van de
Canadese regering over de inzet in het SPS-comité van 26 en 27 maart 2018. Het kabinet
geeft geen commentaar op de mogelijke motivatie van bepaalde standpunten. Van een
aanpassing van het Europese voorzorgsbeginsel kan geen sprake zijn, daar dit in het
Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie is vastgelegd in artikel 191,
lid 2.
Mogelijkheid tot een Nederlands voorbehoud bij ICS
Op de vraag of Nederland een voorbehoud kan maken bij de ratificatie van CETA op ICS,
acht het kabinet een dergelijk voorbehoud in strijd met voorwerp en doel van het verdrag
en daarmee niet toegestaan op grond van het verdragenrecht, zoals neergelegd in het
Weens Verdragenverdrag. CETA is één (handels- en investerings-)verdrag. Zoals ook
aangegeven in de preambule van CETA, beoogt het verdrag een uitgebreide en betrouwbare
markt voor de goederen en diensten van de verdragspartijen tot stand te brengen door
de verlaging of afschaffing van handels- en investeringsbelemmeringen; duidelijke,
transparante en tot wederzijds voordeel strekkende regels voor hun handel en investeringen
vast te stellen; en (in het bijzonder) dat de bepalingen van CETA investeringen en
investeerders met betrekking tot hun investeringen beschermen, en beogen een stimulans
te zijn voor tot wederzijds voordeel strekkende zakelijke activiteiten, zonder afbreuk
te doen aan het recht van de partijen op hun grondgebied regels te stellen in het
openbaar belang. ICS vormt daarbij een wezenlijk onderdeel van het verdrag. Een voorbehoud
bij ICS is derhalve niet verenigbaar met voorwerp en doel van het CETA verdrag.
Op 30 januari jl. sprak ik Commissaris Hogan in Brussel, onder andere over de zorgen
die zijn geuit in uw Kamer en in de samenleving. Mede naar aanleiding van dit gesprek
ontving ik op 11 februari een brief van hem, ten behoeve van mijn informatie voor
de behandeling van CETA in uw Kamer, waarin hij de inzet van de Commissie om deze
zorgen te adresseren expliciteert. In zijn brief vindt het kabinet aanknopingspunten
voor de door uw Kamer gevraagde extra waarborgen. Op basis van de beraadslagingen
heb ik daarom op 13 februari jl. toestemming gevraagd om deze brief met uw Kamer te
delen. U vindt deze in de bijlage2. Ik heb tevens een bijlage toegevoegd over de procedures voor het aanpassen van Europese
regelgeving over residuwaarden van het gebruik van pesticiden3.
De Minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking,
S.A.M. Kaag
Indieners
-
Indiener
S.A.M. Kaag, minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking