Brief regering : De inzet van het Koninkrijk der Nederlanden in de VN-Mensenrechtenraad (2020-2022)
32 735 Mensenrechten in het buitenlands beleid
Nr. 287 BRIEF VAN DE MINISTERS VAN BUITENLANDSE ZAKEN EN VOOR BUITENLANDSE HANDEL EN ONTWIKKELINGSSAMENWERKING
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 14 februari 2020
Met verwijzing naar het verzoek van 16 januari informeert het kabinet uw Kamer met
deze brief over de inzet van het Koninkrijk der Nederlanden voor het lidmaatschap
van de VN-Mensenrechten-raad voor de periode 2020–2022. Tijdens de begrotingsbehandeling
van BZ in november 2019 werden reeds de contouren van de Nederlandse inzet met de
Kamer gedeeld (Handelingen II 2019/20, nr. 24, item 24).
Op 17 oktober jl. is het Koninkrijk met 172 stemmen voor de vierde maal gekozen tot
lid van de Mensenrechtenraad. Het kabinet beschouwt de Mensenrechtenraad als het belangrijkste
VN-forum voor de bescherming en de bevordering van mensenrechten. Daarnaast speelt
de Mensenrechtenraad een steeds belangrijker rol in het tegengaan van straffeloosheid.
In een context waar de universaliteit en naleving van mensenrechten wereldwijd onder
druk staan, zet het Koninkrijk – voortbouwend op onze internationale voortrekkersrol
op het terrein van de mensenrechten – in op een (wederom) actief Mensenrechtenraad
lidmaatschap, waarin we pal staan voor het universele respect voor de mensenrechten
en voor het behoud en versterking van de instellingen die dit bevorderen. Dat doet
het kabinet vanuit de grondwettelijke overtuiging dat mensenrechten voor allen wereldwijd
gelden en in de wetenschap dat staten met een goed functionerende rechtsstaat die
de mensenrechten respecteren de beste garantie bieden voor stabiliteit en ontwikkeling.
De inzet van het kabinet zal gericht zijn op het bevorderen van respect voor mensenrechten
en het aanpakken van mensenrechtenschendingen, en het betrekken van alle relevante
stakeholders in het werk van de Mensenrechtenraad (respect, reach out, respond).
Respect – Het Koninkrijk zal zich tijdens het driejarige lidmaatschap inzetten voor de bescherming
en bevordering van universele mensenrechtennormen en -standaarden. Het kabinet zet
daarbij specifiek in op het bereiken van resultaten op de prioriteiten van het mensenrechtenbeleid
en de BHOS-nota (Kamerstuk 34 952, nr. 1), en het behoud van een sterke Mensenrechtenraad, in lijn met de motie van lid Sjoerdsma
c.s. (Kamerstuk 35 300 V, nr. 33) over persvrijheid, gelijke rechten van LHBTI’s en bescherming van religieuze minderheden
als speerpunt in de VN-Mensenrechtenraad, en de motie van de leden Ploumen en Van
Ojik (Kamerstuk 35 300 V, nr. 35) over versterking van de Mensenrechtenraad.
Reach out – Het Koninkrijk wil een betrouwbare partner zijn voor leden en niet-leden, grote
en kleine landen, het maatschappelijk middenveld en mensenrechtenverdedigers. De Mensenrechtenraad
is gebaat bij een transparante en inclusieve samenwerking tussen staten om grensoverschrijdende
uitdagingen met implicaties voor de mensenrechten, zoals bijvoorbeeld klimaatverandering,
het hoofd te bieden. Het Koninkrijk zal afhankelijk van de onderwerpen met wisselende
partners optrekken om effectief te opereren. Het Koninkrijk zal erop toezien dat maatschappelijke
organisaties en mensenrechtenverdedigers in de Mensenrechtenraad hun verhaal kunnen
doen. Dit is belangrijk nu hun werk wereldwijd moeilijker en gevaarlijker wordt.
Respond – De Mensenrechtenraad is bij uitstek een goed platform voor kritische dialoog. Waar
sprake is van ernstige misstanden zal het Koninkrijk de Mensenrechtenraad aanjagen
om in actie te komen, bijvoorbeeld door mensenrechtenrapportages, plenaire debatten
en de instelling van passende accountability mechanismen. Een responsieve Mensenrechtenraad speelt bovendien een belangrijke rol
in het voorkomen van verdere mensenrechtenschendingen.
De nadere uitwerking van de agenda rond de versterking van de Mensenrechtenraad en
de inhoudelijke focus van de inzet van het kabinet zijn hieronder opgenomen.
Versterking van de VN-Mensenrechtenraad
Ook in de Mensenrechtenraad is de druk op het multilaterale systeem en de internationale
rechtsorde zichtbaar. China verkrijgt in de Mensenrechtenraad toenemend steun voor
een eigen visie op mensenrechten die de focus verlegt naar economische rechten en
het soevereiniteitsprincipe: individuele rechten zijn ondergeschikt aan het belang
van het collectief en landen dienen zich niet met elkaars «interne aangelegenheden»
te bemoeien. De VS zegden in 2018 het lidmaatschap op uit onvrede over de kwaliteit
van het lidmaatschap en de disproportionele aandacht voor Israël. Intussen neemt het
werk van de Mensenrechtenraad en de bijbehorende mechanismen toe, terwijl de financiering
terugloopt. Het kabinet wil de Mensenrechtenraad van binnenuit versterken en hervormen. Daartoe zet het kabinet in op het afbouwen van agendapunt 7, de verbetering van
de kwaliteit van het Mensenrechtenraad lidmaatschap en afdoende financiering.
Het Koninkrijk is voornemens om samen met onze partners te blijven werken aan het
geleidelijk afbouwen van het aparte agendapunt 7 («Mensenrechtensituatie in de Palestijnse
gebieden en andere bezette Arabische gebieden») conform motie van het lid Van der
Staaij (Kamerstuk 34 775, nr. 44), zoals uiteengezet in de Kamerbrief van 19 september 2018 (Kamerstuk 23 432, nr. 471). Bovendien zal het Koninkrijk – bij voorkeur in EU-verband – in Genève en New York
participeren in de voorbereidingen van de hervormingsdiscussie van de Mensenrechtenraad
en de VN-Verdragscomités. Het Koninkrijk zal tevens pleiten voor een betere integratie
van de mensenrechtenbenadering voor vrede, veiligheid en ontwikkeling, alsook versterking
van de derde VN-pilaar (mensenrechten) in de brede VN-hervormingsdiscussie. De VN
Agenda 2030/Duurzame Ontwikkelingsdoelen (SDGs) zullen hierbij betrokken worden.
De slagkracht en geloofwaardigheid van de Mensenrechtenraad hangt in grote mate af
van de samenstelling. Het lidmaatschap komt met een verantwoordelijkheid om de mensenrechten
ook in eigen land te respecteren en te bevorderen, en de bereidheid hierover te rapporteren,
maar afzonderlijke leden hanteren hiervoor uiteenlopende standaarden. Om de kwaliteit
van het lidmaatschap te vergroten, ziet het Koninkrijk graag dat kandidaatleden zich
verplicht presenteren aan de Algemene Vergadering van de Verenigde Naties, conform
het model van de verkiezingen van de Secretaris-Generaal van de Verenigde Naties.
Daarnaast wil het Koninkrijk dat Mensenrechtenraadleden na afloop van hun lidmaatschap
rekenschap afleggen over hun bijdrage aan de bevordering van mensenrechten wereldwijd
en in hun eigen land. Het is ook belangrijk dat meer landen zich kandidaat stellen
voor de Mensenrechtenraad. Ongeveer 90 landen zijn nog niet eerder lid geweest, waaronder
hoofdzakelijk kleine eilanden en ontwikkelingslanden (SIDS). Eind 2018 richtte het
Koninkrijk samen met het Verenigd Koninkrijk een contactgroep op om het belang van
het lidmaatschap onder de aandacht te brengen van een brede groep landen. Tijdens
het huidige lidmaatschap zal het Koninkrijk er naar streven via deze contactgroep
ten minste drie landen uit te nodigen zich verkiesbaar te stellen.
Het Koninkrijk geeft sinds de oprichting van de Mensenrechtenraad jaarlijks een significante
vrijwillige bijdrage aan het kantoor van de Hoge Commissaris voor de Mensenrechten
(OHCHR), gedeeltelijk geoormerkt voor de prioriteiten van het Koninkrijk. Het Koninkrijk
behoort tot de top-donoren van de OHCHR en staat in nauw contact met de OHCHR. Aangezien
het reguliere VN-budget slechts een derde van de OHCHR-begroting dekt, zijn vrijwillige
bijdragen noodzakelijk om het werk van de OHCHR te kunnen uitvoeren. Het Koninkrijk
zal pleiten voor een hoger regulier VN-budget voor mensenrechten en voor een bredere
donorbasis die garant staat voor vrijwillige bijdragen. Als inkomend lid zal het Koninkrijk
vanaf 2020 de vrijwillige bijdrage voor meerdere jaren committeren. Dit biedt het
Koninkrijk de kans concrete resultaten na te streven en biedt de OHCHR financiële
stabiliteit.
Resultaten ten aanzien van de prioriteiten van het geactualiseerd mensenrechtenbeleid
en de BHOS-nota
Landensituaties
Het Koninkrijk zal altijd ernstige mensenrechtensituaties in landen blijven aankaarten.
Het gaat dan onder meer over het aanspreken van landen als Venezuela, Myanmar, Jemen,
Syrië, Iran, Eritrea, Burundi, Libië, Saoedi-Arabië, Egypte en China op de mensenrechtensituatie
in hun land. Om effectief te kunnen zijn, treedt het Koninkrijk daarbij op in gezelschap
van gelijkgezinde landen en bij voorkeur in EU-verband. Als lid zal het Koninkrijk
actief blijven inzetten op mensenrechten in Jemen via de jaarlijkse resolutie met
een specifieke focus op eerbiediging van mensenrechten en humanitair oorlogsrecht,
en accountability. Het Koninkrijk trekt hierbij op als core group met België, Canada, Ierland en Luxemburg voor verlenging en versterking van het mandaat
van de Group of Eminent Experts.
Vrijheid van meningsuiting en internetvrijheid
Samen met Canada zal het Koninkrijk in de Mensenrechtenraad de resolutie voor de mandaatverlenging
van de VN-expert voor vrijheid van meningsuiting trekken. We zetten daarnaast met
gelijkgestemde landen in op een versterkt normstellend kader voor persvrijheid, veiligheid
van (vrouwelijke) journalisten en vrijheid van meningsuiting online en offline. De
focus zal daarbij ook op accountability voor mensenrechtenschendingen tegen journalisten, media-actoren en mensenrechtenverdedigers
liggen. Het Koninkrijk zal in de Mensenrechtenraad voortbouwen op de resultaten van
de World Press Freedom conferentie in Nederland in april 2020. We zullen in de Mensenrechtenraad het geweld
tegen journalisten veroordelen en concrete misstanden op het gebied van persvrijheid
aan de orde stellen.
Vrijheid van religie en levensovertuiging
In november 2019 was Nederland gastheer van de 7e zitting van het Istanboel Proces. In het eerste jaar van ons hernieuwde Mensenrechtenraadlidmaatschap
zal het Koninkrijk zichtbaar opvolging bieden aan de resultaten van de bijeenkomst,
onder meer door de publicatie van het rapport van die zitting en lancering van een
website. Verder zal het Koninkrijk zich onder meer in EU-verband inspannen voor vrijheid
van religie en levensovertuiging en de mandaatverlenging van de VN-rapporteur ondersteunen. We zullen ons inspannen om accountability voor schendingen van het recht op vrijheid van religie en levensovertuiging via de
Mensenrechtenraad te vergroten. Waar relevant zullen we aandacht vragen voor de rechten
van niet-gelovigen, afvalligen, andersdenkenden en bekeerlingen, inclusief het decriminaliseren
van blasfemie/afvalligheid en afschaffen van de doodstraf op deze gronden.
Gelijke rechten voor LHBTI’s
Het Koninkrijk blijft als lid van de Mensenrechtenraad een zichtbare rol spelen op
het dossier gelijke rechten voor LHBTI’s. Tijdens interactieve dialogen met de VN-expert
voor seksuele oriëntatie en genderidentiteit zal het Koninkrijk het mandaat nadrukkelijk
steunen, constructief bijdragen aan de discussie en inzetten op een ambitieuze EU-verklaring.
Ook in andere dialogen en debatten zullen we waar nodig de specifieke positie van
LHBTI’s benoemen. Het Koninkrijk zal in 2020–2022 de OHCHR ondersteunen met een geoormerkte
financiële bijdrage om specifiek op gelijke rechten voor LHBTI’s in te zetten. We
zijn daarmee de grootste donor voor dit thema bij de OHCHR.
Gelijke rechten voor vrouwen en meisjes
Het Koninkrijk blijft een onverminderd actieve speler ter verdediging en bevordering
van de gelijke rechten van alle vrouwen en meisjes, keuzevrijheid en seksuele en reproductieve
gezondheid en rechten (SRGR). In de Mensenrechtenraad is, in tegenstelling tot andere
multilaterale fora, nog terrein te winnen met name als het gaat om zelfbeschikking en keuzevrijheid
van vrouwen en meisjes over hun eigen lichaam. De leiderschapsrol van het Koninkrijk,
samen met gelijkgezinde landen, is daarin onontbeerlijk. We zullen nauw samenwerken
met jongeren-, vrouwenrechten- en SRGR-organisaties om de beoogde vooruitgang te bereiken,
bestaande taal te verdedigen en bredere steun te mobiliseren, met name bij landen
die zich (nog) niet actief hebben uitgelaten over deze thema’s.
Mensenrechtenverdedigers en ruimte voor maatschappelijk middenveld
De Mensenrechtenraad is het VN-forum waar maatschappelijke organisaties spreekrecht
hebben. Deze betrokkenheid van maatschappelijke organisaties staat echter onder druk.
Het Koninkrijk zal een constructieve en principiële partner zijn voor het maatschappelijk
middenveld en bevordert daarom actief de deelname, onder andere van (vrouwelijke)
mensenrechtenverdedigers, aan debatten in de Mensenrechtenraad. Samen met de Benelux-partners
geeft het Koninkrijk bovendien regelmatige scherpe verklaringen af ter veroordeling
van represailles (reprisals) tegen mensenrechtenverdedigers als gevolg van hun interactie met de VN. Het Koninkrijk
zal als lid bovendien expliciete steun verlenen aan de bestaande resoluties en initiatieven
van partners ter bescherming van mensenrechtenverdedigers en de ruimte voor het maatschappelijk
middenveld, inclusief het recht op vrijheid van vereniging en vergadering. We leggen
daarbij de nadruk op onder meer milieurechtenverdedigers, vrouwelijke mensenrechtenverdedigers,
jongeren, online aspecten van de maatschappelijk ruimte en de legitieme rol van sociale-
en protestbewegingen.
Internationale rechtsorde en strijd tegen straffeloosheid
Naast de consequente inzet op verwijzingen naar accountability via de landen- en thematische resoluties van de Mensenrechtenraad, zal het Koninkrijk
inzetten op een meer consistente en kwalitatieve ondersteuning door OHCHR aan de uiteenlopende
accountability mechanismen (zoals onderzoekscommissies, bewijsgaringmechanismen etc.) die door de
Mensenrechtenraad worden ingesteld. Het Koninkrijk biedt de OHCHR hiervoor jaarlijks
geoormerkte financiële ondersteuning. Het Koninkrijk zal zich bovendien inspannen
voor versterkte samenwerking tussen het Internationaal Strafhof en de bewijsgaringsmechanismen.
Het Koninkrijk zal hiervoor het komend jaar twee conferenties in Genève en New York
organiseren.
Tot slot
Het Koninkrijk ziet mensenrechten als een hoeksteen van het buitenlandbeleid. Als
lid nemen we zichtbaar verantwoordelijkheid voor het VN-mensenrechtensysteem en dragen
we bij aan een sterkere Mensenrechtenraad die de internationale mensenrechtennormen
en -standaarden verdedigt, de uitdagingen van de 21e eeuw het hoofd biedt, landensituaties aankaart en focust op voor ons belangrijke
onderwerpen, zoals vrijheid van meningsuiting, gelijke rechten van LHBTI’s, vrouwenrechten
en vrijheid van religie en levensovertuiging. De Ministers, Mensenrechtenambassadeur,
Speciaal Gezant voor Religie en Levensovertuiging en hoogste ambtenaren zullen het
Koninkrijk bij de zittingen van de Mensenrechtenraad vertegenwoordigen. Over de bereikte
resultaten wordt jaarlijks in de Mensenrechtenrapportage gerapporteerd.
De Minister van Buitenlandse Zaken,
S.A. Blok
De Minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking,
S.A.M. Kaag
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
S.A. Blok, minister van Buitenlandse Zaken -
Mede ondertekenaar
S.A.M. Kaag, minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking