Brief regering : Resultaten VN-klimaatconferentie COP25 in Madrid, Spanje
31 793 Internationale klimaatafspraken
Nr. 193 BRIEF VAN DE MINISTER VAN ECONOMISCHE ZAKEN EN KLIMAAT
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 10 februari 2020
Op 29 november 2019 is uw Kamer geïnformeerd over de verwachtingen en de inzet van
Nederland tijdens de 25e Conferentie van Partijen (COP25) bij het Klimaatverdrag van de Verenigde Naties (United
Nations Framework Convention on Climate Change, UNFCCC) in Madrid, Spanje (Kamerstuk
31 793, nr. 192). Met deze brief informeer ik uw Kamer, mede namens de Minister-President, de Minister
voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking en de ministers van Infrastructuur
en Waterstaat, en Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, over de uitkomsten van deze
conferentie.
Uitkomst COP25
De 25ste COP is na een marathonsessie afgesloten zonder een akkoord op het belangrijkste onderwerp
waarover een besluit nagestreefd werd: regels voor het gebruik van internationale
marktmechanismen. Pogingen van progressieve landen om een boodschap af te geven dat
in 2020 de ambitie van nationaal bepaalde bijdragen (Nationally Determined Contributions, NDC’s) omhoog moet, kwamen onder druk te staan van grote en opkomende economieën.
Deze COP is er dan ook niet in geslaagd het gevoel van urgentie en roep om meer ambitie
vast te leggen in een robuust onderhandelingsresultaat.
Desondanks zijn er kleine stapjes vooruit gezet op de regels voor internationale marktmechanismen,
is er een akkoord bereikt op het Gender Action Plan en is de herziening van het Warsaw International Mechanism for loss and damage afgerond.
Internationale marktmechanismen
Over internationale marktmechanismen – instrumenten om broeikasgassen te reduceren
door internationale handel in emissierechten- kon geen consensus worden bereikt. Een
aantal landen wilde uitzonderingen op de algemene regels, bijvoorbeeld het tijdelijk
toestaan van het gebruik van oude Kyoto Protocol rechten onder de Overeenkomst van
Parijs. Voor de EU – dat een ambitieus, helder en sluitend systeem wil – waren de
risico’s te groot dat dergelijke uitzonderingen zouden leiden tot een afzwakking van
het klimaatbeleid.
Hoewel veel voortgang is geboekt op verschillende technische punten, slaagde Chili
als COP-voorzitter er niet in om een voorstel op tafel te leggen dat steun van alle
landen kreeg. Een besluit is daarom uitgesteld tot COP26 in Glasgow. Het Paris Agreement Work Program, waarmee de Overeenkomst van Parijs nader wordt uitgewerkt in regels, is hierdoor
nog niet afgerond. Dit zal de implementatie van andere onderwerpen, zoals mitigatie,
echter niet in de weg staan.
Loss and Damage
Tijdens de herziening van het Warsaw International Mechanism for Loss and Damage (WIM) is afgesproken dat de WIM zowel onder het Klimaatverdrag van de Verenigde Naties
als onder de Overeenkomst van Parijs zal vallen. Dit betekent dat alle landen betrokken
zullen zijn bij de aansturing van de WIM, ook landen die het voornemen hebben uitgesproken
uit de Overeenkomst van Parijs te stappen maar bij het Klimaatverdrag te blijven (de
Verenigde Staten).
Verder hebben partijen ingestemd met de oprichting van een Santiago Network on Averting, Minimizing and Addressing Loss and Damage associated
with the adverse effects of climate change als onderdeel van de WIM. Dit Network heeft als doel technische ondersteuning bieden
aan organisaties, netwerken en experts in kwetsbare ontwikkelingslanden. Tijdens de
discussie over mogelijke aanvullende financiële steun voor ontwikkelingslanden is,
in lijn met de EU inzet, afgesproken dat er geen nieuwe middelen worden vrijgemaakt,
maar dat de bestaande fondsen gerichter worden ingezet, onder meer via een nieuw op
te richten expertgroep.
Gendergelijkheid
Positief is het akkoord over een nieuw Gender Action Plan. In het actieplan zijn concrete acties afgesproken om gender-responsiviteit in klimaatactie
te versterken en de participatie van vrouwen bij beleidsvorming en besluitvorming
op het gebied van klimaat te vergroten.
Ambitie
Er was rondom de COP veel politieke aandacht voor de mondiale actie agenda (Global Climate Action Agenda) die de samenwerking tussen landen en niet-statelijke actoren moet bevorderen op het
gebied van mitigatie en adaptatie. Secretaris-generaal van de Verenigde Naties, António
Guterres, en COP25 voorzitter Chili hebben landen aangemoedigd om inspanningen in
NDC’s te verhogen en om in 2020 langetermijnstrategieën in te dienen. Formeel stonden
deze onderwerpen niet op de agenda van COP25 en het resultaat is dan ook beperkt gebleven
tot een oproep in de slotverklaring dat meer ambitie nodig is en dat daar tijdens
COP26 in Glasgow, als de NDC’s zijn ingediend, verder over wordt gesproken. Een resultaat
dat vooral mogelijk was door nauwe samenwerking tussen de EU en kwetsbare ontwikkelingslanden.
Klimaatfinanciering
Discussies over de financiering van klimaatactie in ontwikkelingslanden domineerden
de onderhandelingen. Ontwikkelingslanden hadden een gecoördineerde inzet om hierover,
in aanloop naar de discussie over een nieuw langetermijndoel voor klimaatfinanciering,
tijdens COP25 al afspraken te maken. Dat is niet gelukt maar geeft wel aan dat de
discussies hierover tijdens COP26 opnieuw intensief zullen zijn. Ook de discussie
over de verdere operationalisering van het langetermijndoel van de Overeenkomst van
Parijs, om alle financieringsstromen in lijn te brengen met de klimaatdoelstellingen
van Parijs, werd doorgeschoven naar COP26.
Overige onderwerpen
Een akkoord is bereikt op het Koronivia Joint Work on Agriculture. Dit proces wil de voedselzekerheid vergroten en tegelijkertijd de broeikasgasemissies
in de landbouw verminderen. Het behouden van de koppeling met mitigatie was voor de
EU belangrijk.
Er is veel aandacht besteed aan de rol van wetenschap in het klimaatbeleid. Recente
rapporten van het Intergovernmental Panel on Climate Change(IPCC) over oceanen en ijs in een veranderend klimaat en over klimaatverandering en land stonden hierin centraal. Het belang van deze IPCC-rapporten wordt in het COP-besluit
benadrukt.
Op de uitwerking van richtlijnen voor de tweejaarlijkse rapportages en de emissie-inventarisaties
van landen onder de Overeenkomst van Parijs heeft COP25 geen voortgang kunnen boeken.
Dit zet de afspraak onder druk dat deze richtlijnen tijdens COP26 zouden worden vastgesteld.
Deze richtlijnen moeten ertoe leiden dat landen op vergelijkbare wijze over hun inspanningen
rapporteren onder de Overeenkomst van Parijs.
Overige activiteiten tijdens COP25
Er waren vanuit het kabinet vier bewindspersonen aanwezig bij verschillende evenementen
die in de marge van de klimaatconferentie werden georganiseerd.
De Minister-President heeft op 2 december deelgenomen aan de opening van de COP door
staats- en regeringsleiders. Hij heeft daarbij onder meer gewezen op ons nationale
Klimaatakkoord met de ambitie om in 2030 CO2-emissies met 49% te verminderen en heeft anderen opgeroepen ook hun inspanningen
te verhogen.
De Minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking presenteerde als
co-voorzitter, samen met Costa Rica, de resultaten van het NDC Partnership. 65 landen worden inmiddels via het partnerschap ondersteund. De aangesloten internationale
organisaties en donoren dragen actief bij met financiering en de uitvoering van activiteiten.
Hiermee helpt het partnerschap ontwikkelingslanden met het implementeren van hun klimaatplannen
en het verhogen van hun klimaatambitie.
Ook organiseerde de Minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking
een high-level diner over publiek-private samenwerking en klimaatadaptatie en introduceerde zij
het Dutch Fund for Climate and Development, waarin publieke en private financiering ingezet wordt voor klimaatactie.
De activiteiten van de Minister van Infrastructuur en Waterstaat stonden in het teken
van ambitieverhoging op het gebied van klimaatadaptatie. Zo sprak zij tijdens de Ministerial Dialogue on Adaptation Ambition en bij een evenement van de Global Commission on Adaptation (GCA). In haar rol als commissaris van de GCA riep zij op tot actief en adequaat
optreden gericht op klimaatbestendige infrastructuur en een sterker beheer van water
om de veerkracht van steden, landbouw en natuur te vergroten. Daarnaast bracht zij
de Climate Adaptation Summit onder de aandacht, die op 22 oktober 2020 in Nederland
wordt gehouden.
Tijdens het high-level deel in de tweede week van de COP heb ik de Nederlandse nationale
speech uitgesproken, waarin ik de ambitie van Nederland en ons Klimaatakkoord heb
toegelicht. Daarnaast heb ik onder andere deelgenomen aan een paneldiscussie van het
Sustainable Innovation Forum en heb ik een door uw Kamerleden georganiseerde bijeenkomst over de Europese Green Deal geopend.
Vooruitblik COP26
Vooruitkijkend naar COP26 in november 2020, is mijn verwachting dat de mondiale geopolitieke
situatie de onderhandelingen niet makkelijker zal maken. Het Verenigd Koninkrijk is
uit de Europese Unie gestapt en is ten tijde van de COP volop in onderhandeling over
het toekomstige partnerschap met de EU. Binnen de Europese Unie zullen we voorafgaand
aan en tijdens de COP druk bezig zijn met de uitwerking van de Green Deal en de vraag
of de EU haar doel broeikasgasreductie-inspanningen voor 2030 zal ophogen. En tot
slot is de formele terugtrekking van de Verenigde Staten uit de Overeenkomst van Parijs
enkele dagen voor de start van de COP een feit en zullen de Amerikaanse presidentsverkiezingen
net hebben plaatsgevonden, waardoor het onduidelijk is welke rol de VS zal spelen.
Ondertussen wil de EU leiderschap blijven tonen en andere grote uitstoters overtuigen
om ook hun reductie-inspanningen te verhogen. Met name het in beweging krijgen van
grote uitstoters en opkomende economieën zal cruciaal zijn voor het bereiken van een
positief onderhandelingsresultaat in Glasgow.
Nederland zal zich dit jaar dan ook, in samenwerking met de EU, blijven inzetten voor
het verhogen van de mondiale ambities en de afronding van de uitwerking van de Overeenkomst
van Parijs, in het bijzonder het vaststellen van afspraken rondom internationale marktmechanismen.
Ik kijk er naar uit om hierover met uw Kamer van gedachten te wisselen en reken op
uw steun.
De Minister van Economische Zaken en Klimaat,
E.D. Wiebes
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
E.D. Wiebes, minister van Economische Zaken en Klimaat