Brief regering : Actieplan verbetering verstrekking hulpmiddelen
32 805 Hulpmiddelenbeleid in de gezondheidszorg
Nr. 103
BRIEF VAN DE MINISTER VAN VOLKSGEZONDHEID, WELZIJN EN SPORT
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 31 januari 2020
Hierbij stuur ik u het landelijk normenkader hulpmiddelen en het actieplan hulpmiddelen1. Het normenkader en het actieplan zijn heden vastgesteld door de daarbij betrokken
partijen2.
Ik zal in deze brief eerst kort ingaan op de samenwerking om daarna dieper in te gaan
op het meldpunt van het actieteam hulpmiddelen, het normenkader en het actieplan.
#samenregelenwehet!
De bestuurlijke tafel hulpmiddelen en het actieteam hulpmiddelen zijn in oktober vorig
jaar opgericht en zijn voortvarend van start gegaan. De betrokken partijen hebben
zich enorm ingezet; er is intensief en constructief met elkaar gesproken over de ervaren
problemen en concrete oplossingen. Alle partijen committeren zich aan de noodzakelijke
verbetering.
Het actieplan wordt vanaf nu uitgevoerd. De implementatie van het landelijke normenkader
leidt per direct tot merkbare verbetering voor de cliënt.
De totstandkoming van het actieplan borduurt voort op eerder uitgevoerde verkenningen
die hebben geleid tot de Veranderagenda Wmo-hulpmiddelen en de Veranderagenda hulpmiddelen
– domeinoverstijgend3. Bij de uitwerking van dit actieplan zijn de aanbevelingen uit het rapport Meldactie
hulpmiddelen van de Patiëntenfederatie4, de Tweede Kamer moties van de leden Sazias en Bergkamp en de leden Bergkamp en Geluk-Poortvliet5, diverse cliëntinterviews en ontvangen signalen meegenomen.
Er hebben meer dan 50 partijen meegewerkt aan de totstandkoming van het actieplan
en het normenkader; van gemeenten, zorgverzekeraars tot aan ergotherapeuten, maar
uiteraard ook en vooral de cliënt voor wie wij dit doen.
Nu gaat het om het daadwerkelijk realiseren van de acties door de mensen in de praktijk.
De betrokken partijen hebben bestuurlijk onderschreven zich gezamenlijk verantwoordelijk
te voelen voor het uitvoeren van het actieplan en het toepassen van het normenkader
hulpmiddelen, dit te monitoren en waar nodig te zullen bijsturen.
Er zullen verschillende werkgroepen aan de slag gaan, bijeenkomsten worden belegd
en uiteraard zullen de effecten van het actieplan bij de cliënten zelf worden gemonitord.
Hiertoe zal een groep cliënten worden benaderd om deel te nemen aan een steekproef
en deze steekproef zal periodiek worden herhaald. De groep zal bestaan uit gezinnen
met een kind met een Zeer Ernstige Verstandelijke en Meervoudige Beperking (ZEVMB)
en een aanvullend hierop nog nader af te bakenen, representatieve groep cliënten.
Het meldpunt van het actieteam hulpmiddelen
In oktober vorig jaar is een voor iedereen te benaderen meldpunt geopend.
Het doel achter het openen van het meldpunt van het actieteam hulpmiddelen was tweeledig:
het oplossen van acute problematiek en de binnenkomende signalen screenen op rode
draden voor input voor het actieplan.
Er zijn op dit moment 319 mails ontvangen met een totaal van 643 problemen en klachten.
In 256 gevallen was vervolgactie nodig richting de verantwoordelijke partijen. Van
alle problemen en klachten gaat 89% over de Wmo 2015. Het overgrote deel van de problemen
is opgelost6. De nog openstaande problemen zijn grofmazig in te delen in twee categorieën. Allereerst
problemen die al langere tijd bestaan en waarbij sprake is van een verschil in zienswijze
tussen de cliënt en de gemeente. Vaak gaat dit over de vraag of een verstrekt hulpmiddel
adequaat is en wel de meest passende oplossing is voor de unieke situatie van de cliënt.
De andere categorie betreft lange wachttijden voor hulpmiddelen of reparaties van
hulpmiddelen waarbij het Hulpmiddelencentrum de leverancier is. Met betrekking tot
de (financiële) situatie van deze leverancier verwijs ik naar de beantwoording van
de Kamervragen die hierover zijn gesteld door Kamerlid Hijink en die ik simultaan
met deze brief aan uw Kamer zal sturen.
Gezien het voorgenomen tijdelijke karakter van het meldpunt van het actieteam hulpmiddelen
en het feit dat het actieplan inmiddels is vastgesteld, heeft de bestuurlijke tafel
hulpmiddelen besloten om het meldpunt geleidelijk af te bouwen. Het meldpunt zal logistiek
nog wel benaderbaar blijven. Mails zullen worden doorgeleid naar het team voor complexe
casuïstiek van het Ministerie van VWS.
Cliënten die problemen (blijven) ervaren kunnen daarnaast uiteraard allereerst terecht
bij de verantwoordelijke partijen zelf. Ook bestaan verschillende meldpunten op lokaal
en landelijk niveau, in het bijzonder het Juiste Loket. De positionering van het Juiste
Loket zal de komende tijd worden versterkt.
Het normenkader hulpmiddelen
De bestuurlijke tafel hulpmiddelen heeft het landelijke normenkader vastgesteld. Op
basis van deze normen worden door cliënten ervaren drempels in de uitvoeringspraktijk
verminderd en de toegang, levering en het gebruik (en onderhoud) van hulpmiddelen
voor cliënten merkbaar verbeterd.
Het normenkader ziet toe op de verwerking van de aanvraag van hulpmiddelen, de levering
van hulpmiddelen en de service bij hulpmiddelen, zoals reparaties en onderhoud. De
normen sluiten aan op de ervaren problematiek uit eerdere onderzoeken (waaronder domeinoverstijgend
onderzoek) en de op dit moment door cliënten ervaren problematiek bij de verschillende
stelsels.
Wat merkt de cliënt van het normenkader?
– De cliënt (en zijn naasten) staat in alle gevallen centraal. De betrokkenen nemen
elke vraag en/of signaal van de cliënt serieus, benutten de ervaringsdeskundigheid
van de cliënt en verplaatsen zich in de positie van de cliënt. Iedereen behandelt
elkaar met respect, communiceert met fatsoen en houdt het gezamenlijk doel voor ogen.
– De financier (gemeente, zorgverzekeraar of zorgkantoor) is eindverantwoordelijk voor
het passend en tijdig leveren van een adequate voorziening waarbij integraal wordt
gekeken naar samenhang met andere hulpmiddelen en/of diensten. De financier blijft
te allen tijde aanspreekbaar.
– De leverancier neemt altijd binnen vijf werkdagen na ontvangst van de leveringsopdracht
contact op met de cliënt over het (leverings)proces. De cliënt wordt vervolgens proactief
op de hoogte gehouden van de levering.
– De leveranciers gaan werken aan een betere dienstverlening voor cliënten voor wie
geldt dat hun hulpmiddelen relatief complexe en veel aanpassingen behoeven. Voor deze
cliënten wordt een aparte casemanager aangesteld, die goed zicht heeft op de situatie
van de cliënt en het leveringsproces. De gemeente brengt al vroeg in beeld of een
cliënt hieraan voldoet.
– Een op maat gemaakt hulpmiddel blijft beschikbaar voor de persoon voor wie deze is
gemaakt. Het verhuisconvenant maakt dit mogelijk voor verhuizingen tussen gemeenten.
Daarnaast moet een cliënt met een Wmo-hulpmiddel die bijvoorbeeld naar een Wlz-instelling
verhuist, ook ontzorgd worden.
– Er zal sprake zijn van een betere service aan cliënten die al een hulpmiddel hebben
én aan hen die dat nog niet hebben. Alle partijen voorkomen onnodige herhaling van
de uitvraag van (medische) gegevens en maken onderscheid tussen een bekende of nieuwe
cliënt. Daarnaast gaan partijen aan de slag om het aanvraag- en reparatieproces te
versimpelen en transparanter te maken.
– Er wordt eerder contact gelegd tussen het revalidatiecentrum en de gemeente, zorgkantoor
of zorgverzekeraar. Het revalidatieteam wordt bij de aanvraag betrokken en indien
van toepassing, is het functionele advies van het revalidatieteam leidend, tenzij
partijen een onderbouwing hebben om hiervan af te wijken. In alle gevallen wordt het
functionele advies van een betrokken ergotherapeut in acht genomen.
Het actieplan hulpmiddelen
Ter ondersteuning van het normenkader is een actieplan hulpmiddelen ontwikkeld. Het
actieplan bevat een zo compleet mogelijk overzicht van alle lopende en nieuwe acties
op het terrein van hulpmiddelen. Er zijn tien prioritaire acties die in 2020 worden
opgepakt, die kunnen worden onderverdeeld in vijf onderwerpen:
1. Organiseren van eenduidige regie-/coördinatiepunten
2. Versimpelen en transparant maken aanvraag-/reparatieproces
3. Verbeteren van communicatie met cliënt
4. Inrichten regionale en landelijke samenwerking
5. Het beter benutten van beschikbare initiatieven
Tot slot
Zoals hiervoor gemeld, gaat het nu om het daadwerkelijk realiseren van de acties door
de betrokken mensen in de praktijk. De leden van de bestuurlijke tafel hulpmiddelen
hebben uitgesproken dat alle partijen zich, met net zoveel inspanning en toewijding,
zullen inzetten voor de implementatie van het actieplan, als dat zij hebben gedaan
bij de totstandkoming ervan. Ik zal uw Kamer medio 2020 over de voortgang van de implementatie
van het actieplan informeren.
De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,
H.M. de Jonge
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
H.M. de Jonge, minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport