Brief regering : Overbrenging Johan van Laarhoven
30 010 Gedetineerdenbegeleiding buitenland
Nr. 47 BRIEF VAN DE MINISTER VAN JUSTITIE EN VEILIGHEID
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 16 januari 2020
Op 13 september jl. informeerde ik uw Kamer over de uitkomsten van mijn bezoek aan
Thailand, alwaar ik op 23 augustus jl. een onderhoud had met de Thaise premier en
de Thaise Minister van Justitie (Kamerstuk 30 010, nr. 45). In voormelde brief stond te lezen dat voor de heer Johan van Laarhoven een procedure
op basis van het tussen Thailand en Nederland geldende verdrag ten behoeve van overbrenging
van gevonniste personen in gang was gezet. De heer Van Laarhoven wordt thans overgebracht
naar Nederland, om alhier in het kader van deze procedure de rest van zijn straf uit
te zitten.
Op 27 december jl. heeft de Thaise «Committee for Consideration of the Transfer of
Prisoners» ingestemd met de overbrenging van de heer Van Laarhoven naar Nederland,
op grond van bovengenoemd verdrag. De Minister voor Rechtsbescherming heeft eveneens
met deze overbrenging ingestemd. Bij deze beslissing heeft hij meegewogen dat het
Hof Arnhem-Leeuwarden op 7 november jl. bepaalde dat de Thaise straf van de heer Van
Laarhoven bij overbrenging naar Nederland zou leiden tot een aanpassing van zijn Thaise
straf naar een gevangenisstraf van 10 jaar en 8 maanden, te weten het Nederlandse
strafmaximum voor de bij de Thaise straf behorende feiten.
Ik ben de Thaise autoriteiten bijzonder erkentelijk voor de door hun getoonde bereidheid
om samen met mij, in deze concrete zaak opvolging te geven aan het Ombudsmanrapport
van 11 maart jl. (Bijlage bij Kamerstuk 30 010, nr. 43).
In voornoemde brief van 13 september jl. meldde ik uw Kamer eveneens dat voor mevrouw
Kaen-In, de partner van de heer Van Laarhoven, een WOTS-procedure niet mogelijk is.
Nederland blijft zich evenwel waar passend en mogelijk inzetten voor haar vervroegde
invrijheidsstelling in Thailand.
De Minister van Justitie en Veiligheid,
F.B.J. Grapperhaus
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
F.B.J. Grapperhaus, minister van Justitie en Veiligheid